Uitgelicht
Appelzolder begint met 'eigen' Cobra
M
13 WOENSDAG 1 MAART 2017
'Victory Borfimah' was het eerste schilderij, dat Daan Schwagermann in 1954 kon
kopen. Het was een werk van Eugène Brands uit 1949 en karakteristiek voor de
Hollandse Experimentele Groep, de bakermat van de Cobra-beweging. Borfimah betekent
medicijnbuidei. In sommige Afrikaanse en Amerikaanse culturen droeg je het om je middel
en de medicijnen werkten dan heilzaam het lijf in. Een borfimah kon ook menselijke
beenderen bevatten en het vermoeden bestaat dat die culturen aan kannibalisme deden.
In het schilderij van Brands (1913-2002) ligt die suggestie niet voor de hand, er komen meer
dierlijke vormen in voor, nauwelijks menselijke. De Cobra-kunstenaars maakten veel
gebruik van dierlijke figuren en fantasiewezens.
SCHIEDAM - In hun woeste
expressie zetten ze zich af te
gen de traditionele schilder
kunst van vóór de Tweede
Wereldoorlog. Ze waren de
uitvinders van de vrije schil
derkunst en lieten zich inspi
reren door kindertekeningen
en uitingen van geesteszie
ken. Cobra was internationaal
de meest invloedrijke
avant-garde beweging in de
kunst.
Dat het Stedelijk Museum
Schiedam van Cobra een in
drukwekkende collectie bezit,
is toe te schrijven aan de goe
de adviezen die conservator
Daan Schwagermann in de
jaren vijftig kreeg van de
Schiedamse kunstverzame
laars Goos Verweij, Steef de
Vries en Piet Sanders. Het be
gon dus met 'Victory Borfi
mah'. Daarna kocht Schwager
mann 'Oerbeest' aan van Karei
Appel, evenals diens 'De wilde
jongen'. Maar hoe kwam dat?
"De gemeenteraad van Schie
dam heeft in 1954 een extreem
belangrijk besluit genomen,"
zegt Nicole Theeuwes, plaats
vervangend directeur van het
Stedelijk Museum. „Die be
sloot dat het Schiedamse mu
seum zich voortaan moest
richten op 'thans levende
kunstenaars'. Tot die tijd had
het museum wel verzameld,
maar dan ging het voorname
lijk om oude kunst en antiek.
In 1954 was het Stedelijk Mu
seum Amsterdam het enige in
Nederland dat zich richtte op
hedendaagse kunst en het
Stedelijk Museum Schiedam
werd het tweede museum dat
dat ging doen."
Piet Sanders had vóór de oor
log al contact met Karei Appel
en volgde hem op de voet.
Steef de Vries was in Schie
dam onderwijzer en verzame
laar van abstracte kunst; hij
ging elke zomer een poosje
naar Parijs om daar de galerie-
en te bezoeken; zo leerde hij
de Cobra-kunstenaars kennen.
Goos Verweij was drukker in
Schiedam en veel kunstenaars
wisten dat hij best voor een
zacht prijsje wilde drukken in
ruil voor een kunstwerk. Het
drietal adviseerde Daan Sch
wagermann om het aankoop
beleid te concentreren op de
experimentelen, die een gi
gantische vernieuwing in de
schilderkunst inluidden.
Het bracht Schwagermann in
contact met Gerrit Benner, die
de atelierwoning van Karei
Appel in Amsterdam bewoon
de nadat Appel zich in Parijs
gevestigd had en als kunste
naar internationaal doorbrak.
Benner beklaagde zich over de
honderden kunstwerken van
Appel die nog in de woning
stonden. Benner kon er niet
goed uit de voeten. Schwager-
Hans Sonnenberg schonk het Stedelijk Museum Schiedam deze door Constant gemaakte schaal. (Foto: Tom
Haartsen)
mann bood aan om alle Ap
pels op de zolder van het
Schiedamse museum op te
slaan. Appel ging akkoord en
zo belandden 295 vroege Ap
pels in het Schiedamse muse
um.
In 1956 trad Pierre Janssen aan
als conservator. Hij besloot de
Appeis te beschermen tegen
klimatologische omstandig
heden. Hij liet een brand- en
vochtvrij depot inrichten, borg
de werken-op-papier op in
stofvrije^ dozen en zette de
schilderijen in rekjcen in plaats
van tegen elkaar. In Parijs"
hoorde Karei Appel echter dat
zijn werken naar een achte
loos museumpje in Schiedam
waren gegaan en hij kwam op
hoge poten verhaal halen.
Pierre Janssen kon hem het
tegendeel laten zien. Appel
was opgelucht en toen Jans
sen hem verzocht werk van
hem aan te kopen, was Appel
daar na enige aarzeling toe
bereid. Het Stedelijk Museum
verwierf 26 gouaches voor
zesduizend gulden... Dat was
wel het hele aankoopbudget
van 1959. In de jaren daarna
volgden meer aankopen van
Cobra-kunstenaars.
Deirdre Carasso, vorig jaar Diana Wind opge
volgd als museumdirecteur, heeft een aantal
vernieuwingen aangekondigd. De historische collectie van
het museum krijgt voortaan permanent aandacht,
evenals de vermaarde Cobra-collectie.