VOOR SCHIEDAM, VLAARDINGEN, MAASSLE1S, ROZENBERG, RRIELLE EN HELLEV0ETSLE1S. N\ 4. Woensdag, 26 Januarij. 1853. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD H. A. M. ROELANTS, SRIJKS GELDMIDDELEN. OE MAASBODE Dit Blad verschijiit geregeld alle Woensda- gen. De prijs is per drie maanden voor Schiedam f -.75 voor VlaardingenMaassluis, Rozenburg, Brielle, Hellevoetsluis f -.90. Voor alle andere steden franco per post f 1.05.Alle Boekhan- delaren en Postkantoren nemen bestellingen aan. UITGAVE VAN TE SCHIEDAM. De prijs der Advertentien, is van 1-G regels f -.60, bchalve 35 Cents zegelregt voor het Kijk. Alle regels daarenboven 10 Cents. ICapitale letters of vignetteu betalennaar de plaats die zij inncmen. Alle advertentien moeten Dings- dag voor een uur ter drukkerij te Schiedam zijn. KorrespondentenJ. A. KANNGIESSERte VlaardingenWed. G. van der WEIJDEN, te Maassluis; C. G. de GRAAFF, le Brielle; II. G. van STEEDENte Hellevoetsluis De Regering heeft dezer dagen openbaar gemaakt een overzigt van de opbrengst der middelen (hoofdsom en op- centen) over de twaalf maanden van 1852, in vergelijking gebragt met gelijke opbrengst over de twaalf maanden van 1851. Uit dat overzigt blijkt 1°. Dat de opbrengst over de twaalf maanden van 1851 beeft bedragenf 56,327,648.37 2°. Dat die over de twaalf maanden van 1852 heeft beloopen56,129,572.23® 3°. Dat derhalve de opbrengt in 1852 minder is geweest dan in 1851 198,076.13® 4°. Dat de middelen in 1852 hebben opgebragt56,129,572.23® 5°. Dat zij geraamd waren op 54,186,630.45 6°. Dat zij derhalve de raming zijn te - boven gegaan met f 1,942,941.78® De opbrengst der middelen gedurende den jare 1852 levertuit meer dan een oogpuntde meest voldoende uit- komsten op. De meeste middelen hebben toeh in 1852 meer op gebragt dan in 1851. Dit was onder anderen het ge- val met de in- en uitgaande regten en scheepvaartregten welke 458,304.71'/2 meer dan in 1851 opgebragt hebben. Dit resultaat getuigt van toenemenden handel en verkeer, en bewijstdat de in 1850 aangenomen nieuwe scheep- vaartwetgeving geen' nadeeligen invloed op de opbrengst dezer regten heeft veroorzaakt. Vele accijnsen hebben in 1852 meer dan in 1851 opgeleverdgelijk de suiker, wijnbinnenlandsch gedisteleerdhet zoutbieren en azij- nensteenkolengemaal en vervoerbiljetten. Daaren- tegen hebben het geslagtbuitenl. gedisteleerdturf en collectief zegel minder opgebragt. De accijnsen hebben in het geheel ruim 220,000 minder opgebragt dan in 1851. Maar deze uitslag valt zeer medeals men bedenktdat met primo November jl.de accijns op het geslagtvoor zoo veel de varkens en schapen aangaatis afgeschaft, en dit middel daardoor alleen bijkans 5 tonnen gouds minder opgebragt heeft. Ook de indirecte belastingen heb ben ruim 3 tonnen gouds minder opgeleverd dan in 1851, hetgeen echter vooral toe te schrijven is aan de mindere opbrengst van successie-regtenwaarvan het bedrag in 1851, door bijzondere sterfgevallenzeer hoog was ge- klommen. Waarborg van de gouden en zilveren werken posterijen en loterijen hebben daarentegen in 1852 meer op gebragt dan in 1851. Ook de patenten boden eene min dere opbrengst aan van ruim f 350,000hetgeen zeer waarschijnlijk het gevolg van de nieuwe wetgeving op dat stuk iswaarbij de binnenlandsche scheepvaart aanmerke- lijk werd verligt. Maar het geheele resultaat van de opbrengst der midde len is zeer bevredigend te noemen. Niettegenstaande ver- mindering van belastingen of regtenen niettegenstaande onderscheidene middelen, accijnsen of belastingen minder hebben opgebragtis het verschil tusschen de opbrengst van de middelen in de twee laatste jaren zeer geringzijnde die opbrengst over 1852 nog geen 2 tonnen gouds min der, dan in 1851. Men had eene veel ongunstiger uitkomst te gemoet gezien Yergelijkt men de opbrengst over 1852 met de raming der middelen over dat jaardan is de uitkomst al zeer gunstig. Slechts enkele middelen zijn beneden de raming gebleven. Dit was natuurlijk liet geval met den accijns op het geslagt. Ilet is ook geschied met dien op den turf eD ue successie-regten terwijl al de overige middelen de replug hebben overtroffensoms voor een zeer aan- zienlijk bedrag. De suiker, de wijn, het binnenlandsch ge disteleerd de steenkolenhet gemaalde zegel-regten registratie-, griffie- en hypotheek-regten en de posterijen val- len daarbij het meest in het oog. De slotsom van het bekend gemaakte overzigt is deze, dat de opbrengst der middelen over het afgeloopen jaar 1852 /2,042,941.78® hooger geweest is, dan de raming. Dit resultaat levert een nieuw bewijs op van den gunsti- gen staat van 'sRijks geldmiddelen. Het toont aan, dat vermindering van belastingen of van regten, niet altijd mindere opbrengst ten gevolge heeft. De posterijen b. v. hebben f 132,000 meer opgebragtdan waarop zij berekend waren, in weerwil, dat het bedrag van het briefport zoo zeer is verlaagd. Ook de verminderde scheepvaartregten hebben geene mindere opbrengst ten gevolge gehad. Maar die meerdere opbrengst der middelen is vooral daarotn aan- genaamomdat de regeringby het vaststellen van don con- versie-maatregel, op eene bijdrage uit de beschikbare mid delen van het dienstjaar 1852 gerekend heeftten beloope van /2,000,000. Gelijk we boven aantoonden, heeft het dienstjaar 1852 diesom beschikbaar gesteld. Doch buitendien zal dat dienstjaar nog meerdere voordeelige uitkomsten aanbieden. Wij spreken niet over de mindere uitgaven, die in dat jaar mog- ten hebben plaats gehad, waardoor over de aangewezen middelen niet beschikt heeft behoeven te worden. Doch men mag verwachten, dat ook de Oost-Indische liulpbron- nen over 1852 ruimer zullen hebben gevloeiddan waarop men in den aanvang gerekend had. Het dienstjaar 1852 zal derhalve een grooter overscliot gevendan waarmede men zich had durven vleijen. Dit zal gewis niet weinig bijdragenom den stand van 's Rijks geldmiddelen te ver- beteren, en om de Regering in staat te stellen zoodanige maatregelen ten uitvoer te leggen, die duurzame verbete- ring kunnen te weeg brengen. Het is uit dien hoofde wel te bejammerenj dat bijzondere omstandigheden veroorzakan, dat de aangenomene conversie voor als nog niet uitgevoerd kan worden, door omstandigheden, geheel onafhankelijk van den toestand van ons land, of van de liandelingen onzer wetgeving. De goede volbrenging van eene voorge- nomene conversie, hangt vooral van de gebeurtenissen en omstandigheden buiten'slands af. De voorvallen aldaar zijn in den laatsten tijd niet van zoo geruststellenden aard geweestdat de prijzen der effeeten konden klimmen. Het gevolg daarvan was, dat de 2V2 pCt. schuldbrieven in de laatste tijden omstreeks 65 percent bedragen hebben. Vol- gens dien standaard der rente moesten de 4 pCt. tot 104 ten honderd geklommen zijn. Daar echter een effectdat hooger rente geeft, steeds eenigzins lager in prijs is, zoo mogt men veronderstellendat die soort van schuldbrieven a pari had kunnen worden afgelost. Dat 4 pCt. effect stond echter meerendeels op 95y2 pCt. genoteerd, en der halve in geene evenredigheid met den standaard der rente. Volgens dien maatstaf, zouden de 3'/2 pCt. schuldbrieven, die de regering, ingevolge de wet van 20 December jl., mag uitgeven, op dit oogenblik 91 pCb moeten bedragen. In- tusschen mag de minister van finanSten-, naar lug 3 dier wet, die nieuw daar te stellen sch minder dan voor 97 ten honderd uitgeyeii men afleiden, dat het verschil tusschen isen dat er alzoo voor het oogenblik

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 1