Binneolandsch Overzigt Buitenlandsch Overzigt. zigt bestaat, dat de conversie-maatregei, immera in den eersten tijd, gelukken zal. Indien men toch 97 ten honderd betalen moet voor een effect, dat nu ten hoogste 91 pCt. kan opbrengendan ligt het in den aard der zaakdat men weinig geneigdheid bezitten zal, om die nieuwe soort schuld- brieven aan te nemen. De tegenwoordige 4 pCt. doen toch slechts 95 '/2 en men zou de nieuwe 3 '/2 pCt. voor 97 moeten aannemen. Het is te voorzien, dat, indien de om- standigheden buiten'slands met van meer geruststellenden aard mogten worden, en indien de stand der prijzen van de effecten in de voorname handelsplaatsen van Europa niet mogt vooruitgaandan de voorgenomene conversie hoogst be- zwaarlijk zal kunnen worden uitgevoerd en volbragt. Het is met leedwezen dat wij die uitkomst voorzien, maar het is eene daadzaak, dat de stand der beursprijzen in de laat- ste weken al meer en meer is achteruit gegaan. In plaats dat de prijzen gestegen zijnzijn zij al meer en meer ge- daald, zelfs op eene wijzedie menigeen deed vragen, aan welke oorzaak die vermindering was toe te schrijven Het is toch wel waar, dat de buitenlandsche omstandighe- den niet zeer geruststellende waren, maar geen bijzonder voorval gaf grond voor dien bestendigen achteruitgang on- zer fondsen. Integendeel, de staat van's Rijks geldmidde- len is sedert eenigen tijd zeer verbeterd. Overschotten, aanzienlijke kapitalen zijn voorhanden, die op doelmatige wijze kunnen worden aangewend. Na de vastste!' ~g van den conversie-maatregei zijn alle berigten nopens ouzen financielen toestand even gunstig gebleven. De thans open- baar gemaakte staat van de opbrengst der middelen over 1852 levert een nieuw bewijs voor de gegrondheid dier opmerking. Het is dan ook met groot leedwezen, dat wij het gade slaan, dat een zamenloop van redenen, die men eigenlijk niet kent, veroorzaakt, dat de uitvoering van de conversie wordt belemmerd en onmogelijk gemaakt. Wij betreuren dit, omdat verder herstel van 's Rijks flnancien daardoor wordt tegengehoudenen vooral, omdat de her- ziening van het belastingstelsel en vermindering van lasten bij eene mislukking der conversie, waarschijnlijk tot de vrome wenschen zullen blijven behooren. Met genoegen hebben wij dezer dagen vernomendat de heer Dullertvoorzitter van de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaalzichin het begin der afgeloopene weekin deresidentieheeft opgehouden om met de ministers te raad- plegen over het tijdstipwaarop die vergadering hare werk- zaamheden zal kunnen hervatten. Dit hing natuurlijk ge- heel af van de vraag, hoe ver het met den staat van het werk wasdat bij de onderscheidene ministerien ter aan- bieding aan de Kamer in gereedheid gebragt is of wordt en de uitslag dier conferentie moet, naar men verzekert, geweest zijn, dat de Kamer tegen de helft der maand Fe bruary weder zal worden bijeengeroepen. Het schijnt na- melijkdat enkele ontwerpen reeds afgewerkt zijnof zullen worden. Zoo spreekt men er vandat de Minis ter van Binnenlandsche zaken een nieuw ontwerp van wet wegens het armbestuur zal indienen. Het vorig ont werp isten gevolge van de sinking van het zitting-jaar 18511852, onafgedaan gebleven. In het tegenwoordig zitting-jaar is het nog niet weder ter tafel gekomen. Nu echter moet er eene nieuwe redactie van het ontwerp zijn opgesteld, dat voorgedragen zal worden. Bij Binnenland sche Zaken moeten ook andere ontwerpen voorbereid zijn, die zeer waarschijnlijk nog in den loop dezer zitting aan- geboden zullen worden. Bij het departement van Justitie zal ook een ontwerp, wegens de Ministeriele verantwoor- delijkheidin gereedheid komen. Op die wijze zullen er eenige werkzaamheden voor de Kamer te verrigten zijn. Maar vraagt menof het veel isdat verwacht kan wor den dan valt dit nog ten hoogste te betwijfelen. Bij den Raad van State moet, naar men vermeent, op dit oogenblik geen enkel ontwerp ter overweging aanhangig zijn. De Minis ter van Justitie heeft zijne nieuwe inrigting van het regts- wezen nog niet in gereedheid. De antwoorden van de Re- gering, ten aanzien van vele wets-ontwerpenzijn nog niet ingekomen. Andere ontwerpen van gewigtiger aarddan de medegedeeldezijn bij geen der Ministerien gereed. Zij kunnen alzoo niet te gemoet gezien worden. Men vreest dus in dat opzigtdat de verwachtingen niet zeer voldaan zullen worden. Dit zal de bestrijding van het Ministerie van verschillende kanten niet doen verminderen. Integen deel laat het zich voorzien, dat, indien het bij de terug- komst der Kamer blijken mogt, dat deze algemeen in om- loop zijnde geruchten met de waarheid mogten strooken het Ministerie dan van vele zij denzelfs van den kant van zijne meest ijverige aanhangers, zeer ernstig en nadru kk lijk daarover zal worden aangesprokendaar die warme vrienden tot de overtuiging gekomen zijn dat nu het Mi nisterie ruim drie jaren bestaat, het niet langer dralen mag met de aanbieding van die voordragten van wet, welke de Grondwet al dan niet bepaaldelijk heeft voorgeschre- vendoch wier indiening niet verder verschoven mag worden. De geruchten wegens het huwelijk van keizer Lodewijk Napoleon hebben zich bevestigdondanks alien tegenstand dien hij van verwanten, ministers of senaat mogt onder- vonden hebben, heeft hij besloten met donna Eugenia Mon- tijoseene Spaansche hertoginin den echt te treden. De Times zegtdat sedert mevrouw de Sevigne haren be- kenden brief schreef, om hare bevreemdingmet eene opeen- stapeling van woorden uit te drukken over het huwelijk van den hertog de Lauzun met de grande Mademoiselle zeker geen echtverbindtenis meer bevreemding dan deze heeft te weeg gebragt. Maar het blad vindt, dat er niets meer te verwonderen valt bij een hof en in een landals tegenwoordig het Franschewaar alles van den gewonen regel schijnt af te wijken. Het blad vindt het verklaarbaardat Lode wijk Napoleon zich onafhankelijk van hofgebruiken wil too- nennaar zekere volks-genegenheid trachten daarom persoonlijke gehechtheid boven eene politieke verbindtenis stelt. Maar het blad meent, dat dit huwelijk een bewijs te meer is dat Lodewijk Napoleon in de opvatting van zijne besluiten zeer geheimzinnig isen in de doorzetting daar- van met vastheid te werk gaatzoodat men er zich nu niet over zou kunnen verwonderen, dat hij op de dynastieke regten blijft staan welke door Europa niet erkend zijn. De Times meentdat dit de Europesclie zijde van de zaak isdat men nopens een Staatwaarin zulke coups de tele kunnen plaats hebbende grootste behoedzaamheid moet in acht nemen. Hij veronderstelt dat de Spaansche dame, die thans tot keizerin wordt verheven welligt een grooten invloed op haren gemaal kon uitoefenen, en daardoor op Frankrijk en op de wereld. Eugenia de Montijos is omstreeks 26 jaren, en van eene ongemeene schoonheid, hare moeder is eene Iersche, haar vader een Spaansche grande. Zij moet eene uitstekende opvoeding hebben genotenen een vrij aanzienlijk vermo- gen bezitten. De familiedie vroeger in Madrid woonde en aldaar in een hoog gezelligen kring een grooten toon voerde, heeft de drie jongste winters in Parijs doorgebragt, waar vooral in denjongsten tijd de jeugdige geestige schoone de aandacht van Lodewijk Napoleon moet hebben geboeid. De weigeringen, welke hij van eenige zijden nopens een huwelijk moet hebben ondervondenen de verklaring van de schoone hertogin, dat zij alleen als vorstin zijne hulde kon aannemenof anders naar Madrid wilde terugkeeren moeten hem bewogen hebben tot zijn besluitdat stoffe tot zoo veel gesprek in Europa heeft gegeven. Zaturdag den 29 dezer zal alreeds het huwelijk burgerlijk gesloten worden, en den volgenden dag in de hoofdkerk te Parijs: men behoeft niet te zeggen dat dit met grooten luister zal voltrokken worden. Reeds heeft de aanstaande keizerin haar hofstaat geregeldaan het hoofd daarvan is de hertogin van Vicenza geplaatst. De senaat zal onmiddellijk worden bijeengeroepenom eene dotatie voor de keizerin toe te stemmen. Die zou op vijf millioen 'sjaarlijks bij het le- ven des keizers worden gesteld. Terwijl dus nieuwe plegtigheden en feesten de Parij- zenaars wachten, hebben de nijverheid en geldmarkt in Frankrijk eene zeer moeijelijke Week doorgebragt. De toon der Engelsche bladende nieuwe verhooging van het dis- conto der Engelsche bank (tot 3 pCt.) strekten om eene soort paniek ter beurze in Parijs voort te brengenwelke een terugslag te Londen en ook elders had. De jongste berigten luiden echter eenigzins beter, hoewel de bezorgd- heid voor de groote ondernemingen en de speelzucht in Frankrijk bij de Engelschen veel bezorgdheid blijft wekken. De tijdingen wegens den toestand van Turkije blijven de aandacht zeer vestigenvooral met opzigt tot de gebeur- tenissen in Montenegro. De Turken rukken uit Bosnie en elders, onder den krijgshaftigen Omer-pachategen dat landscliap op en hebben reeds eenige voordeelen be- haald. De Montenegrijnen rusten zich zeer ten oorlog toe, doch hopen daarbij vooral ook op de bemiddeling van Bus- land en Oostenrijk. De sultan moet echter bepaaldelijk alle bemiddeling geweigerd en verklaard hebben, dat hij de op- standelingen alleen tot rede wil brengen. De Montene--

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 2