Geileputeerde Staten, dispensatie gevraagd worde van Let Louden van een vergelijkend cxamen eu tevens om deze betrekking te doen vervullen door den heer P. Sanders tweeden onderwijzer op de Stads- Arm- en Tusschenschool, die sedert 26 jaren onder de leiding, van den ontslagen heer G. Verboon en in den laatsten tijd aan het hoofd dier inrigting, zoovele bewijzen van geschiktheid en bekwaam- heid heeft aan den dag gelegddat zij in alle opzigten zicb verzekerd houdt, die betrekking niet beter zal ver- vuld worden. Dit verzoek wordt ondersteund door een schrijven van den districts-schoolopziener den heer Delprat; waarna de Yoorzitter voorsteld de bedoelde dispensatie aan te vragen. De heer J. B. Nolet is hier ten stelligste tegen, en be- toogt bij het nuttigeook de billijkheid van een vergelijkend examen; hij wenscht dat een ieder in de gelegenheid ge- steld worde naar deze betrekking te kunnen mededingen, en meent ookdat de Minister van Binnenlandsche Zaken en de Schoolopziener tegen dergelijke dispensatien zijn. De heer Mr. K. A. Poortman zegtdat de Minister in bij- zondere gevallen wel dispensatie verleenten herinnert zich dat zulks in 1851 voor 69 bijzondere scholen het geval is geweest. Hij wijst er op, dat in dit geval bij bekwaam- heidook in de eerste plaats de algemeen erkende ge schiktheid van den heer P. Sanders moet in aanmerking komen en is voor het voorstel. Het voorstel om dispensatie aan te vragen wordt na rondvraagmet twee stemmen tegenaangenomen. k.y Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhand- sche verhuring van eenige perceelen Tuingrond, gelegen onder de gemeente Hoogvlietwelk voorstel, even als dat I.) Tot het doen van betalingen uit den post van onvoorziene uitgavendienst 1852, wordt goedgekeurd. m.) Voorstel als voren tot verhooging der toelage aan den Stads-Onderwijzer A. Bemelopvoor de bekostiging van ver- warming en schoonhouding zijner school. Hierop wordt be- sloten de toelagedie vroeger /30.per jaar was, te ver- hoogen tot 50.en tot schadeloosstelling voor de maan- den November en December van het vorige jaar eene som van 20.toetestaan n.) Voorstel als voren tot kwijtschelding der recognitie van J. G. van Dusseldorphetwelk, omdat de heer van Dus- seldorp den grondwaarvoor hij de recognitie schuldig was niet meer tot zijn gehruik noodig heeft, wordt goedgekeurd. o.) Adres van C. Makkersom ontslag als Gemeente-Archi tect. De adressant geefit zijn verlangen te kennen, om als gemeente-architeet met 1 Julij e. k. ontslagen te wor den. Hij was in die betrekking nagenoeg 25 jaren met ijver en naauwgezetheid werkzaamen verlangt op zijnen eenig- zins gevorderden leeftijd rust, te genieten. Op het voorstel van den Voorzitter, dat met algemeene stemmen wordt aangenomenis den heer Makkers dit ont slag tegen 1 Julij eervol toegestaantevens worden Burge meester en Wethouders in vereeniging met de commissie van fabricagie, verzochtom eene voordragt te doen omtrent de wijzewaarop in 't meeste belang der gemeentein de vervulling voor deze betrekking in 't vervolg zoude be- hoeven te worden voorzien. p.) Adres H. W. Roelantsom ontslag als Ontvanger der Stedelijke Belastingen op de huurwaarde der vaste panden. De heer Roelantswiens perceptie loonby besluit van de laatstgehoudene zitting (ingaande 1 Januarij 1853) tot op de helft verminderd waskan zich met dat besluit niet vereeni- gen, en verklaart in zijne missive die betrekking niet lan- ger, dan tot 31 Januarij te zullen waarnemen, zelfs zonder op eenig pensioen aanspraak te willen maken. De Voorzitter geeft de vergadering kennis, dat hierop door Burgemeester en Wethouders den heer Roelants be- i'igt is, dat by ingevolge art. 284 der Gemeente-wet, die betrekking moet blijven waarnemen, tot zij vervuld zij. Een tweede schrijven van den Heer Roelants wordt daarna voorgelezenwaarin genoemd artikel 284 niet erkend wordt als van toepassing te zyn op deze handeling, maar alleen als een overgangsartikel te beschouwen is. Burgemeester en Wethouders hebben hierop berigt, dat zij in gevoelen met den heer Roelants blijven verschillen, en hij steeds voor zijne handelingen dienaangaande ver- antwoordelyk blijft. De heer Mr. K. A. Poortmandie hierop het woord vraagt, verklaart, dat art. 284 der Gemeente-wet hierop ten voile van toepassing is, en de heer Roelants zijne betrekking niet kan nederleggen; maar dat hij ookals liggende dit in de bedoe- ling van Burgemeester en Wethouders, het >-egt heeft, ter- wijl hij in de vermindering van zijn inkomen geen genoe- gen neemt, zijne gewone bezoldiging te blijven genieten, tot zoo lang zijne betrekking zal vervuld zijn. De heer A. Knappert is van een bepaald tegenovergesteld gevoelen, en acht den heer Roelants in zijn regt om zooda- nig gehandeld te hebben. De heer Poortman geeft verder zijne bevreemding te ken nen, dat hoezeer de heer Roelants door den Gemeente-Ont- vangerden heer van der Hoeven is ingelicht aangaande de bedoeling van des Raads besluithij nogtans bij zijn ge voelen blijft volharden, en niet kan aannemen, dat de in- vordering van posten over 1852 in 1853 op de gewone wijze zal bezoldigd worden. Verder hebben nog de heeren A. Knappert, en A. T. Schade van Westrum het woord over deze zaak ge- voerdwaarna de Voorzitter voorstelt om het gevraagde ontslag met het einde der maand Januarij te verleenen onder gehoudenheid tot het doen eener behoorlijke verant- woordingwelk voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen. De vervulling dezer betrekking, zal in de volgende ver gadering plaats hebben, nadat alvorens de bezoldiging van den nieuw te benoemen Ontvanger nader zal zijn geregeld. q.) Adres Wed. J. C. Maagdenberg om a/stand van stads- grond, met rapport van de commissie van fabricagie.. Op dit adres, waarin grond gevraagd wordtin het West-Fran- kelandtot het bouwen van eene korenwijnstokerij wordt bij het rapport van de commissie van fabricagie gunstig geadviseerd mits die afstand niet in de onmiddelijke na- bijheid van het Balkengat plaats vindeals wanneer de- zelve later hinderlijk zou kunnen zijnhij den aanleg eener besprokene tweede haven. De commissie van fabricagie wordt belast om met overleg van de adressanten omtrent de juiste plaats en de verdere voorwaarden van den af stand eene nadere voordragt te doen. Nog wordt besloten omden gevraagden grond niet op erfpachtmaar in eigen- dom af te staan. r.) Adres Willems en van Vliet over gebruik van stads- grond met rapport als voren. Aan de adressanten die aan de hoofdstraat een stuk grond gebruiken, tot berging hunner houtwaren, is het verder gebruik van dien grond ontzegten verzoeken zij mitsdien dat hun eene andere berg- plaatsom niet of in huurworde aangewezendaar de pogingendie zij hiertoe aanwenddenvruchteloos bleven. De Voorzitter stelt voor, dat de vergadering zich met het rapport van de commissie van fabricagie vereenigeen een stuk grond aan het wester-hoofdtot wederopzeggens toe, en langstens voor een jaar, in huur worde afgestaan, welk voorstel wordt aangenomen. s.) Adres Wed. T. IT. Schoenmakers over gebruik van stads- grond. Defirma Wed. Schoenmakers Zn. verzoekt beleefd doch dringend, den grond voor hare woningzoo vele jaren door wijlen haren schoonvader en echtgenoot in gebruik geweest, te mogen behoudende moeijelijkheid daarbij op- gevendetot het bekomen eener andere mede geschikte bergplaats. De heer J. B. Nolet, wijst op het onbillijke, dat er in het toestaan van het verzoek zou gelegen zijn, met opzigt tot onderscheidene ingezetenen, die eene dergelijke aanzeg- ging tot ontruiming van stadsgrond ontvangen hebben, en daaraan gereedelijk voldaan hebben. De Voorzitter stelt voor, het verzoek af te wijzen het voorstel van den heer L. Knappert, SCz. om haar het ge bruik nog eene maand toe staanvindt geen genoegzamen bijval, waarna dat van den Voorzitter wordt aangenomen. t.) Adres W. G. M. van der Meeom benoemd te worden tot ontvanger der stedelijke belasting op de huurwaarde der vaste panden. Wordt met dat van u). P. Sanders om benoemd te worden tot hoofd-onderwij zer op de Stads- Arm- en Tusschenschoolaangehouden. v.) Memorie van den heer Dollemanover de uitbreiding van de buitenhaven dezer stadwelke in handen gesteld is van de commissie hiertoe benoemd. Hierna wordt op voorstel van den voorzitter besloten om onderscheidene vaste commissien uit den raad, die niet naar buiten werken bij acclamatie op nieuw te benoemen.* Tot de benoeming van de plaatsvervangers der Wethou ders gedurende de loopende drie maandenwordt bij stem ming overgegaanen de uitslag daarvan isdat de heeren L. Knappert, SCz. en Mr. P. Loopuyt op nieuw als zoo- danig verkozen zijn. Nog wordt aan Burgemeester en Wethouders verzocht en opgedragenhet opmaken eener aanbevelingslijst tot het benoemen van de leden der commissie, te belasten met het ontwerpen eener verordeningdie den aanbouw van nieuwe woningen in de gemeente regelten ook regels opgeeft voor het buiten gebruik stellen van geheel ongeschikte verblijven. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Zie kennisgeving d.d. 28 Januarij 1853. Gedrukt bij H. A. M. ROELANTS, te Schiedam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 5