3
VOOR SCHIEDAM, VLAAR1IINGEN, MAASSLIJIS, ROZEABDRG, RRIELLE EPi IIELLEVOETSLDIS.
A*. 7.
VVoensdag, 16 Februaiij.
1833.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
KENNISGEVING.
H.A.WI. ROELANTS,
INDISCHE BELANGEN.
DE MAASBODE.
Dit Blad verschijnt geregeld alle Woensda-
gen. De prijs is per drie maanden voor Schiedam
f -.75 voor Vlaardingen, MaassluisRozenburg
BrielleHellevoetsluis f -.90. Voor alle andere
steden franco per post f 1.05. Alle Boekhan-
delaren en Postkantoren nemen bestellingen aan.
UITGAVE VAN
TE SCHIEDAM.
De prijs der Advertentien. is van 1-6 regels
f -.60, behalve 35 Cents zegelregt voor het Rjjk.
Alle regels daarenboven 10 Cents. Kapitale
letters of vignetteu betalen, naar de plaats die
zij inncmen. Alle advertentien moeten Dings-
dag voor een uur ter drukkerij te Schiedam zijn.
KorrespondenteoJ. A. KAWGIESSERle VlaardingenWed. G. van der WEIJDEN, tc Maassluis; C. G. de GRAAFFte Brielle; H. G. van STEEDENte Hellevoetsluis.
Alionnemenlen worden mede aangenomen bij 11. Schooneveld At 1°te Amsterdam; Gebr. Ilendrik'senle Rotterdam en verder bij alle Boekbandelaars en Postdirecteuren.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schiedam, doen
te weten:
Dat het kohier voor de Grondbclasting op de gebouwde en ou-
gebauwde eigendommcn dezer Geraeente, over het jaar 1853, op
den 18 Januarij 1853 door den heer Commissaris des Konings in
deze Provincie, executoir verklaard zijnde, op heden aan den Ont-
vanger der Directe Belastingen tor invordering is overgemaakt;
zullende, mitsdien, alle reclames ten deze, binnen den tijd van
drie maandenna dato dezer, iugeteverd moeten worden.
Terwijl voorts elk en een iegelijk daarin betrokken, by deze,
bij vernieuwing, wordt herinnerd aan art. 7 der wet van den 24
April 1843 Staatsblad n°. 14), waarbij onder anderen is bepaald:
dat Aan alle Gebouwen, nieuw gesticht, vernieuwd, vergroot of
uitgebreid wordende, door de belanghebbendenbinnen zes maan
den na de ingebruikstelling der Perceclen, of na dat dezelve voor
het cerst geheel of ten deele worden betrokkenaan de Zetters
der Gemeente, waar de Gebouwen gelegen zijn, aangifte moet ge-
daan worden, op straffe van, bij nalatigheid hierin, hunne aanspraak
op de vrijdomrnen, bij de wet van den 28 Maart 1828 Staatsblad
n°. 8) toegekend, te verliezen; luidende de hiertoe betrekkelijkc
slotbepaling van het voormelde art. 7 der wet van 24 April 1843
(Staatsblad n". 14) als volgt
Van alle stiehtingen, vernieuwingen en aan- of bijbouwingen
„in de termen der wet vallende, na de afkondiging dezer wet vol-
„tooid, zullen de belanghebbenden verpligt zijn, aan de Zetters
„der Gemeente, waar de Gebouwen gelegen zijnaangifte te doen,.
binnen zes maanden na de ingebruikstelling der Rerceelen, of na-
„dat dezelve voor het eerst geheel of ten deele worden betrokken.
Van alto voornoemde Gebouwenmet betrekking tot welko bin-
„nen gezegde tcrmijnengeen aangifte gedaau is zal de aanspraak
op vrijdom vervallen."
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 9
February 1853.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
VERLOUW. L. B.
De Secretaris,
VERNE DE.
Is er een onderwerp, dat in de jongste jaren hier te
Iande de aandacht geboeid heeft, het is het koloniale, of
liever het zijn zoo vele helangen, daarmee verbondenvan
staatkunde en geldmiddelenvan nijverheid en koophandel.
Onderzoek van staathuishoudkundigen en andere geleerden,
verslagen der regeringoverwegingen van de kamersver-
toogen van de drukpersaanvallen van buiten verwering
daartegenalles' droeg bijom de oogen op Indie, te ves-
tigen. En, hoe veel deswege nog te leeren valt, de tijd
is dan ook verre achter onstoen de graaf van Hoogen-
dorp Nederlanders moest opwekken zich met de overzeesche
bezittingen meer te bemoeijen, er licht over te doen opgaan
de tijd, toen de groote menigte hier naauwelijks meer wist,
dan dat er een Batavia in de wereld washo og* tens
dat er in de omstreken koko boornenup n en t.jgers wer-
den gevonden. »Van Java, klaagde de genoemde groote
schijvcr, wect men niets, laat staan van de buitenbezittingen."
Geen wonder, dat, in die gestoldheid van zakengeen
of weinig oordeelvellingen over de Indischa zaken worden
vernomen. In de laatste jaren is dat zeer veranderdniet
alleen door opgemelde redenenmaar ook door meerdere en
snellere middelen van gemeenschap, door de landmail, de
■spoorwegen, de telegrafen en verdere middelen om menig-
vuldiger en spoediger berigten uit het verre Oosten te krij-
gen en er naar toe te zenden. En zoo er nog iets aan out
broken haddeom het gros der Nederlanders uit sluimering
en onverschilligheid op dit stuk op te wekken, -het was
het toenemend besef, dat 's lands welvaren op het innigste
aan het lot van zijne overzeesche bezittingen verbonden is,
en het voortgaan van naijverige buren, om zich door wettige
of dubbelzinnige middelen uit te breiden
Bij de vele oordeelvellingenwelke men nu eerlang hoorde
was de toon meestal scherphet zijom allerlei veranderin-
gen in den bestaanden Indischen toestand te maken het zij
om die alle tegen te houden. Hier hoorde men doortas-
tende hervormingen afscliilderenals volstrekt vereischt,
wilde men de onmetelijkekostbare bezittingen niet op het
spel zetten, bezittingen, welke door het bloed en de scliat-
ton der voorvaderen verworven warenen welke door het
nageslacht met zoo veel inspanning werden behouden. Daar
meende men, dat juist hervormingen' ze in de waagschaal
stellen zou. Aan die uiteenloopende gevoelens knoopten zich,
naar mate men deze of gene ze hoorde voordragengoed- of af-
keuring van het cultuurstelselvan de handelmaatschappij
van het beheer der Indische huishouding, van het gebruik der
Indische baten, wel 18 millioen 'sjaars beloopende. Kan
het, bij dit alles, bevreemden, dat de Vertegenwoordiging
blijkbaar nog weifelt, welken weg in te slaan? Dat na
de eerste overwegingen over het aangeboden ontwerp van
Indisch regeringstelseldit nog weinig kans heeft vanzoo
als het ligtte worden aangenomeil
Maar juist bij die onzekerheid is het pligt van mannen
van langdurige ondervinding en bezadigde denkwijsdat
zij Regering, Vertegenwoordiging en Volk voorlichten. Dit
is dezer dagen onder anderen geschied door een geschrift
van den heere Cornets de Groot, oud-raad van Indie, een
man die het cultuurstelsel en de daaraan verbonden maat-
regelen heeft zien invoeren, opgroeijen als 'tware, en die
het goede en nadeelige er van kent. Diens gematigde
maar ernstige denkwijs is, dat er eene schrede voorwaarts
moet gedaan wordendat men den stroom der bewegingdie
zich in en rondom den Indischen Archipel vertoontdoor
scheepvaartdoor goudontdekkingendoor pogingen van
velerlei aard, niet stuiten kan dat men dus beter doet,
den stroom in tijds te leiden, dan er zich door te laten
overheeren. Wij prijzen de lezing van dit niet uitvoerige
maar bondig geschreven geschrift den belangstellende in
Vaderland en de Indien allezins aan. Het was ons aan-
genaam hier naar een middenweg te zien trachten, bij zoo
hemelsbreed verschillende gevoelens als wij boven aangestipt
hebbenhet was ons aangenaam hier bepaalden afkeer voor
schokken en gewaagde ondernemingen te zienmaar aan den
anderen kant ook overtuiging, dat de tijd gekomen isom
nu te zorgen voor de toekomst. De schrijver wil blijkbaar
op tijd, op het vervolg, werken; hij zou niet opzien tegen
gen huldiging van meer vrijheid van de"jTar^uliere nijve:
heid in Indie, maar wil niet op eeng tot vcrw^rping vfi
hot bestaande overgaan;hij wil tlyuSS' con zwaklcon Utter
een beslisscnder overgang tot andere heginselen. En-da,irom,
zegt hijn zoeke men hier niet liet bewijs eener volstrolite
en algeheele afkeuring van de thal}3 govolgdc regering--be-
ginselen, mits men die toetse aan don tijd en de omstaiK -
a i