VOOR SCHIEDAM, VLAARIIIAI1EIMAASSLUIS, ROZEMURG, BR1ELLE EN HELLEVOETSLUIS.
.V\ 8.
Woensdag, 23 Februarij.
1$53.
NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD
H.A.M. ROELANTS,
DE CONVERSIE.
V
DE MAASBODE
Pit Blad verschijnt gcregeld alle Woensdn-
geu. Pe prijs is per drie maanden voor Schiedam
f75 voor VlaardingenMaassluis, Rozenburg,
BrielleHellevoelsluit f -.90. Voor alle andere
steden franco per post f 1.05. Alle Boekhan-
delaren en JBostkantoren ncmen bestellingen aan.
UITGAVE VAN
TE SCHIEDAM.
Pe prijs der Advertentien. is van 1-G regel.
/-.60, behalvc 35 Cents zegelregt voor het Rijks
Alle regels daarenboven 10 Cents. Kapitale
letters of vignetten betalen, naar de plaats die
zij innemen. Alle advertentien moeten Pings-
dag vbdr een uur ter drukkerij te Schiedam zijn.
KorrespondentenJ. A. KAIMNGIESSER te VlaardingenWed. G. van der WE1JDEH, te Maassluis; C. G. de GRAAFFle BrielleII. G. van STEEDF.Nte Ilellevoetsluis.
Aboouemeulen worden medc aangeu'nei bij M. Schooneveld Z"te Amsterdam; Gebr. Dendriksenle Rotterdam en verder bij alle Boekhandelaars en Postdirecteuren.
Reeds in ons N°. 4 gewaagden wij van den gunstigen
toestand van 's Rijks geldrniddelen en van de wenschelijk-
heid dat de aangenomen conversie ten uitvoer '/.ou kun-
nen gelegd worden. Ten einde onze lezers eenigzins op de
hoogte van dit gewigtig vraagstuk te stellen, achten wij het
niet ondoelmatig hier mode te deelen wat er in het afge-
loopen jaar deswege is voorgevallen en welke uitzigten
daaromtrent geopend zijn. Het is tot die geschiedkundige
herinnering dat wij thans overgaan
Gedurende de beraadslagingen over de begrootingswetten
voor 1853, werd van wege de Regering aangeboden een
wetsoutwerp nopens eene vrijwillige rente-vermindering van
4 pCts. schuld. Dat ontwerp was sedert geruimen tijd
te gemoet gezien. Reeds bij de beliandeling van de voor-
gedragen belasting op de rentenin den aanvang van het
jaarwerd op de mogeiyklieid gewezendat eerlang eene
nieuwe conversie zou kunnen plaats hebben, waartoe, in-
gevolge de wet van 1844, eerst na 31 December 1852 de
gelegenheid zou geboren worden. De mogelijkheid, tot vast-
stelling van eenen zoodanigen gewigtigen financielen maat-
regel, was de aanleidende oorzaak datbij de behandeling
der begrooting voor 1853, het vraagstuk der herziening
van het belastingstelsel nagenoeg onaangeroerd bleef. Met
genoegen werd bij de Vertegenwoordiging het ontwerp
ontvangen, dat het uitzigt aanbood.dat, bij het welgeluk-
ken van den maatregel, het renle-bedrag, hetwelk op den
Staat drukt, aanzienlijk zou kunnen worden verminderd.
Telkenmale toch als er over 's Rijks financielen toestand
gehandeld wordtstuit men op dat hooge cijfer voor de na-
tionale schuld dat nog de helft van 's Rijks inkomsten vor-
dert. Eene vermindering van dat rente-bedrag op wettige
wijze werd sinds lang zeer wenschelijk geacht, omdat de
overige uitgaven van het Rijk voor geene aanzienlijke in-
krimping meer vatbaar geoordeeld worden. Vermindering
van lasten, waarnaar men sedert geruimen tijd heeft uit-
gezienen waarop ook dikwerf uitzigt gegeven iskanmen
is het daaromtrent over het algemeen vrij eens, niet ge-
schieden zonder vermindering van het cijfer voor de na-
tionale schuld. Uit dien hoofde was het der Vertegenwoor
diging aangenaam, dat er eene voordragt gedaan werd, om,
zoo mogelijkdat doel te bereiken. Bij de vaststelling van
eene conversie-wet worden vooral twee hoofdpunten gevor-
derd: 1°. vertrouwen op het hoofd van het departement,
dat met de uitvoering van den maatregel belast wordt; en
2°. dat de omstandigheden, staatkundig en financieelbinnen
en buiten's landsmedewerkenom den maatregel, dien men
zich voorstelt, te doen gelukken. Daar men niet met ze-
kerheid voorzien kanwanneer die omstandigheden van gun
stigen aard zullen wezen, is het van belang, dat de Re
gering de wet in hare handen hebbeom van het gunstige
oogenblik gebruik te kunnen makenzoodra dit zich mogt
voordoen. De af te lossen schuld4 bedraagt f 237.409.500
4 pCt. Werk. schuld en 14.748.500 4 pCt. Oost-lndische
schuld, te zamen /252.158.000. Volgens het eerste voor-
stel der Regering, zou die schuld worden afgelost en ver-
wisseld in eene nieuwe schuld, ook van 252.158.000,
maar uit te geven tegen 33/4 pCt. De Regering berekende de
bezuiniging, die bij het welslagen van deze conversie zou
worden verkregen op f 630.395waarvan echter zouden
moeten worden afgetrokken de renten voor het kapitaal,
dat tot uitvoering van den nuiatregel mogt worden govor-
derd. Zij berekendedat gemelde som zou worden ver
minderd met 126.000, zoodat de besparing zou beloopen
/"504.395. Wanneer men daarbij voegt/400.000, die door
inkoop van schuld zouden kunnen worden bespaard, was
de slotsomdat de vermindering van het rente-bedrag voor
het minst op ongeveer 1 millioen gulden werd geschat.
Naar de ongunstigste kans zouden er /5.673.555 worden
aangewend, om die jaarlijksche vermindering van het rente-
bedrag van 504.395 te verkrijgen. Bij het onderzoek van
dit eerste wets-ontwerp deed zich de vraag voorof het
beantwoordde aan de verwachting, die men sedert lang van
de aangekondigde conversie bad? Of er bij den gunsti
gen staat van 's Rijks geldrniddelen geene grootere uitkom-
sten waren te verkrijgen? Of men de eerste gelegenheid,
die zich voordeed, zou aanvattentot het erlangen van eene
betrekkelijk geringe vermindering van '/2 millioen guldens
waarvoor men 5'/2 mill, op eenmaal zou opofferen? Of men,
in de hoop van grootere voordeelen te kunnen verwerven
het welligt gunstige oogenblik voorbij zou laten gaan en de
uitvoering van den maatregel verschuiven Of men zekero
kansen aan onzekere zou prijs geven Men deed die vra-
gen te meer, omdat de wetgever zich naar luid van het ont-
O 7 <-> m
werp zou verbinden, gedurende vier jaren geene nieuwe
conversie te ondernemen. Uit de gedane mededeelingen
door de Regering bleek het, dat zij over vele hulpmidde-
len te beschikken had. In het ontwerp werd daartoe aau-
gewezen een bedrag van f 12.596.664zoowel uit de be-
schikbare middelen van de jaren 1850, 1851 en 1852,
als uit het fondsgesproten uit de kooppenningen van ver-
kochte domeinen. Maar de Regering had bovendien de
besc'nikking over de schatkistbiljettendie zich in hare han
den bevonden, terwijl het aan geen twijfel onderhevig was,
dat uit de koloniale geldrniddelen aanmerkelyke sommen
ter beschikking der Regering zouden komen. Die stand
van zaken gaf tot belangrijke conferentien tusschen de com-
missie van rapporteurs van de Tweede Kamer en den Mi
nister van Financien aanleiding. Het gevolg daarvan was,
dat het oorspronkelijk wets-ontwerp vele vcranderingen on-
derging. Daarbij werden nu de handen der Regering vrij
gelaten, om na 31 December 1852op een nader door den
Koning vast te stellen tijdstipde renten der 4 pCt. Staats-
en Overzeesche schuld te verwisselen in nieuwe schuld van
3% of 3'/2 pCt. Die nieuwe schuldbrieven van 3% pCt.
zouden voor het minst tegen 99 en die van 3 '/2 pCt. voor
het minst tegen 97 ten honderd worden uitgegeven. Er
zou alzoo eene premie worden toegekend in het eerste
geval van 1 en in het laatste geval van 3 ten honderd.
Indien eene vermindering van 3% pCt. zou doorgaandan
zou er geene nieuwe aflossing van de nieuwe schuld
brieven vddr den 31 December 1856 plaats hebben; ter
wijl, indien er tot eene vermindering a 3'/2 pCt. besloten
wordt, geene aflossing v66t 31 December I860 zou ge-
schieden. De courtage werd bepaaldbij eene verminde
ring tot 3% pCt.op en bij eene vermindering tot
3 '/2 pCt. op '/4 ten honderd van het nominaal bedrag der
in rente verminderde schuld. De courtage zou dat bedrag
niet mogen te boven gaan. De Regering verkreeg bij dat
gewijzigde ontwerp de magtiging, om onder gunstige om
standigheden in 1853 eene conversie te beproeven.
Het eerste voorstel zou slechts een vobrdeel van rnim
5 ton hebben opgeleverd. Volgens het nieuwe ontu'irp kan
het jsarlijksch voordeel welligt worden opggvoerd tot
1.260.000 of, na al'trek der onkosten, tot 930:000. Het"
<v i v".F
4^
V