BIJVUEGSEL TOT N". 9 VAN „DE MAASBODE." V Uitgegeven den 2 Maart 1853. Buitenlandsch Overzigt. MENGELWERSL De aanducht is, in de afgeloopene week, bijponder ge- vestigd gebleven op den toestand des Keizers van Oostenrijk. De eerste berigten luidden zeer gunstig, de latere iets min der ofschoon de toestand des lijders niet gevaarlijk werd geachr, zoo bad er nu en dan evenwel veel bloedaandrang naar bet houfd plaarsen bleek het dat de hvelmeesters gelyk badden getiad, die hem ter.-tond na den aanslag be- volen badden bet bed te houdenen zich nietzoo als de Keizer voornemens was geweest, zicb ter gera3tstelling van het algemeen, zijne gewone vvandelingen te hervatten. Do sluipmoorder is ter dood veroordeeld en lieeft alreeds zyne atraf o.idergaan. De groote vraag was, of hijzoo^p als hij verklaarde, ai.ddn stonddan of hij medestanders had. Het zamentreffen van de daad met de pogiugen tot op oer te Mdaan en te Pesth deden het laatsto vermoedea met zekerbeid is deswege ecliter nog niets gebleken. (Er bebben gernchten geloopen wegens eene nadeelige wending van de ziekte des Keizers; doch die zijn geheel ongegrond, blijkens een telegraphiscb b.-rigt uit Weenen van 28 Fe bruary. Do toestand des Keizers was toen zeer gerust- stellend). Voorts blyven de zaken van het Oosten in hooge mate de oplettendheid boeyen. Zoo men weet is de graaf van Leiningen van wege On-tonrijk naar Konstantinopel ge- zonden zijne zending, min of meer in het voordeel der Montenegrynenwas echter nog niet geslaagd. Nu heeft Rutland vorst Mentschikof, vergezeld van een zoon des Russischen Rijk->kanseliers, met eene gewigtige zending naar Konstantinopel afgevaardigdte weten, om in niam van keizer Nicolaas te verklaren, dat hij, als hoofd der Griek- sehKerk niet berusten kan noch die Kerk mag laten berusten, in de beschikkingen, welke de Porte laatstelijk, op aanhoudeu van Frankryk, o:ntrent de oud-christelijke heiligdommen in Palestina lieeft gemaakt. Fraalrrijkhet gewigt van het oogenblik voor zijnon invloed in het Oosten besefFonde, heeft den heer de La- volette, Fra .soh gezant te Konstantinop d vervangen en den heer de Bourqneney naar Weenen afgeva irdigd. Deze gezant was in 1818, voor de Februarij-omwenteling, ge zant te Konstantinopel. Do Engelsche gezant zal zich ook weldra weder Iti de Turksche hoofdstal bevindenwelke stad in het voorjaar een brandpunt van hoogstgcwigtige staatkundige ond ;rhandelingen schijilt te zullen worden. Rusland wil er klem aan bijzetten door een talrijk leger- corp3 naar de Tu -ksche grenzen te doen oprukken. Te meer belangstelling tooat Engeland in het Oo tersche Vraag- stuk, omdat het sedert de jongste jaren outzettend veel granen uit de Zvvarte zee heeft getrokkeaen do Ver. Staten met de Oostz lelanden niet lunger meer de hoofd- bronnen voor de voedingmiddelen van Groo:-Brittanje uit- makan. In 1811, toen de geheele invo r van tarwe aldaar '2,400,000 quarters bedroegkwam maar een tiende ge- deelte uit Turkye of R island, uit havens van de Zwarte zeein 1852 beliep de geheele invoer van tarwe (meel niet medegerekend) omstreeks 3,200,000 quarters en daar- van kw.imen niet minder dan 1,700,000 quarters uit de havens der evengenoemde landen en den geheelen graan- invoer op 6,750,000 quarters stellende, kan men de helft daarvan, 3,350,000 quarters, voor den invoer uit de Le vant rekenen. Hiervan is een aanzienlijk gedeelta gescheept te Galatz en Ibrailow en in andere Turksche havens die de natuurlijke uitwegen zijn voor de overvloedige produc- ton van Ho.igarije en van de vruehtbare gewesten ten zui- den van den Donau. Ook Egypte zond in 1852 niet minder dan 276,000 quarters in 143 schepen naar Enge- land. Die groote graanhandel bevindt zich vooral in han- den van Grieksche handelshuizendie zich in de jongste dertig jaren in Engeland gevestigd hebben. In Groot-Brittannie heeft lord John Russell het bewind over de buitenlandsche zaken aan lord Clarendon overge- geveneerstgemelde blijft toch de ministeriele leider in het Lugerhuis. Door dit Huis is, met 234 tegen 205 stem- men r besloten een vonrstel der ministers in overweging te nemen tot wegruiming van de laatste staatsburgerlyke ongelijkheid, welke in Engeland de Israelieten nog trefl. De aan het Lagerhuis voorgedragene begrooting van mitgaven voor materidle behoeften der land- en zeemagt over het met 1 April aanst. beginnende dienstjaar, is in het eindcijfer 523,746 pond, sterl. hooger dan die van het loopende jaar. De jongste overlandpost heeft in Engeland de tijding aan- gebragt, dat, zoo als algemeen vermoed werd, de Vorst van Birraah zich aan de iniijving van een zijner landschap- pen in het Britsche gebied niet heeft willen onderwerpen maar de vijandelykheden tegen de Britsche krijgsmagt her- vat heeft. Doch in zijne hoofdstad zelve, Aoawas de Vorst bestookt, door eene purtij, die den oorlog moede was; zoodat de Vorst door eene omwentehng van den troon was gestooten. Engeland vindt in de Ver. Staten van Noord-Amerika thans veel neiging om de handelsgeschillen te veretfenen en het verkeer over en weder zeer nit te breideu. Ook moeten de regeringen van beide Staten het eens zijn geworden over een verdrag tot bescherming van den letterkundigen eigen- dom, op den voet van dat, verleden jaar tusschen Enge land en Frankrijk gesloten. In Belgie maakt men zich gereed de aa'nstaande meer- derjarigheid van den vermo-delijken troonopvolger, den her- tog van Braband, met veel luister te vieren. De go.;de stemming van Rusland jegens Belgie is thans meer en meer zigtbaarde diplomatische betrekkingen tusschen beide landen zullen worden geregeld. Thans komen in Zwitserland duizende personen aandie na de jongste gebeurtenissen te Milaan, Lombardije heb ben moeten ontruimen. De afsluiting der Lombardijsche grenzen tegen Zwitserland duurt nog voort. In het jaar 1854 zal eene tentooustelling voor de nij- verheid aller volkeq, te Parijs gehouden worden. Voor Duitsc/Uandja voor geiieel Europa, mag van veel gewigt geoordeeld worden de sluiting van het Oostenrijksch- Pruissisch handehverdrag, waartoe zoo lang en te midden van zoo vele verwikkelingen, onderhandeld is. Bij art. 1 verbinden zich de beide partijen om het wederzijd-ch ver keer tusschen hunne landen door geenerlei verbod van in- uit- en doorvoer te belemmeren. IJitzonderingen worden duar >p alleen toogelaten; a. voor tabak, zout, buskruid, speelkaarten en atraanakken; b. wanneer de gezondheids- toestand zulks vereischt, en c. ten aanzien van krijgsbe- Iioeften, in buitengewone omstandigheden. Dit traktaat zal in Maart aanstaande te Berlijn bekrachtigd worden. De onderhandelingen over eene algemeerie muut-conferentie, zullen nog in den loop dezes jaars begiunen. De een- dragt en goede verstandhouding tusschen de twee groote Duitsche Staten is door dit verdrag zeer bevestigd. (Volgens de jongste berigten uit Weenenhoudt de be- terschap des Keizers aan, en heeft Z. M. ondanks zijne ongesteldhi id, nog geen dag laten verloopen, zonder zich persoonlijk met de staats-zaken bezig te houden. De graaf van Leiniugen is uit Turkije naar Oostenrijk teruggek -erd de Porte heeft aan de vorderingen van laatst- genoemd rijk toeg 'gevenzoodat het status quo in Mon tenegro zal gehanduaafd worden en verder bloedvergieten voorkomen.) Lang werd onder ,de visschers de wensch gekoesterd dat er een fondster ondersteuning van oude visschers mogt worden opgerigt; doch welke plannen men beraarade, het wilde niet gelukkenzulk eene weldadige inrigting tot stand te brengen. Meer dan 20 jaren geleden, kwam de weleerw. heer P. van der Breggen Paauwdestijds rustend predikant der Remonstrantsche gemeente te 's Gravenhageop het denkbeeld tot de oprigting van zoodanig fonds. Z.w.E. kwam deswege met de ondergeteekenden in onderhandeling. Het grieft mij," zeide de eerwaarde grijsaard, wan neer ik aan het strand wandeldat die oude visschers met ontbloote hoofdenmet den hoed in de Sandmij om eene aalmoos vragenzij die zoo vele jaren met gevaar van hun levenden visch uit zee hebken gehaaldwaarop wij ons zoo vergasten. Die grijzen, die zoo Vele On makken hebben verduurd, zoo vele gevaron hebben dboi gestaanzou ik zoo gaarne in den ouden dag verzorgd zien. Ter bereiking van dit doel biede ik tot grondslag deze som aan."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 5