STAND8EELD VOOR LAURENS JANSZ. COSTER.
Binnenlandschc Be rig ten.
Dit gezigd hebbeude legde teverw Vmuns zedelyk ge-
voel zijne beide vrienden de verpligting op, een diep stil-
zwijgen omtrent dit aanbod te bewaren.
Hoe schoon dit aarizienlijk aanbod ook wasom zulk
eene menschlievende inrigting daar te stellendeinsden
zijne twee vrienden voor de onderneming terng; men be-
rekende de duizende, welke bijeenverzameld moesien wor-
den, om met vrucht te kunnen werken: men nam in over-
wegingdat bij de Belgische onlusten zoo veel aan het
Vaderland was opgeofFerden nog dagelijks de drang der
omstandigheden meerdere opoffenngen vereischtezoodat
hun de moed ontzonk een beroep op de weldadigheid te
doen om dit doel te bereiken.
Men kwam overeen de zaak in ernstige overweging te
nemen en tot gunstiger omstandigheden aan te houden.
In January van den jare 1840 kwamen bij eene ver-
andering van geldelijk beheer, met betrekking tot de vis-
scherij de reeders op het gelukkig denkbeelddat men
in pleats van eene duitwelke per gulden van de ruwe
besomming van den visch voor administratie werd inge-
houden daar edn cent voor te nemenen na alles afbe-
taald te hebbeu het overschot te beleggen ter oprigting
en bij voortduring ter versierking van een visschersfonds
daarenboven verbonden zich de visschers, eene jaarlijksche
bijdrage in de kas van het fonds te storten.
Zoodra was het fonds niet opgerigt, of de weleerw. heer
van der Breggen Paauw verheugde zich over het aange-
vangen werk, en stortte de door hem toegrdaehte gelden.
Nog van een onbekende uit Rotterdam ontving men/"50
en de weleerw. heer van Schaickdestijds predikant te
Dwingeloo gaf de opbrengst van een werkjeten voor-
deele van het fonds uitgegeven, ten bedrage van ruim 200.
Op heden is het kapitaal geklommen tot die hoogte
dat het bestuur over het fonds heeft gocdgevondener
eenige oude visschersdie den ouderdom van 65 jaren
en daarboven bereikt haddenwekelijks ddn gulden uit te
reiken, welke uitreiking op heden, den 22 dezer, een aan-
vang heeft genomen.
Met hetgeen het fonds in kracht mogt toenemenis
men voornemensook de wekelijksche uitreiking te ver-
grooten.
Het beheer van het fonds is zamengesteld uit eene com-
missie der reederij onder de benaming van Bestuurderen
van het fonds tot ondersteuning van oude visschers, welke
commissie bestaat uit de heeren P. Varkevisser, Presi
dent, A. Kuul, A. Pronk, T. de Jager Gz. C. Gebel
Secretaris, zijnde de heer J. HOOGENRAAD sedert overleden.
Daarenboven wordt om de twee jaren bij het lot be-
noemd eene commissie, uit de stuurlieden der pinken, be
staande uit zes leden onder de benaming van Regenten
van het fonds of commissie van toezigtzijnde thans de
stuurlieden: J. den Heijer I)z.L. Spaans Jbz, M. Buis,
T. Bruin, J. Pronk, A. Pronk Az.
Ofschoon er door velen van tijd tot tijd de wensch werd
geuiteen fonds ter ondersteuning van oude visschers op
te rigten en door sommige nu en dan pogingen werden
in het werk gesteld, om zoodanig eene inrigting het aan-
aijn te gevenkan men met regt Ds. van der Breggen
Paauw als de grondlegger dier inrigting beschouwen. Hij
toch was hetdie de vonk heeft aangeblazen waardoor
de reederij is aangevuurd, om de hand aan het werk te
slaan en met kracht door te zetten, tot dat het op die
hoogte is geklommenom er reeds vruchten van te kunnen
plukken.
Gewis de nagedachtenis van Ds. van der Breggen Paauw
zal bij onze visschers altijd in zegening zijn, en een dank-
baar gevoel zal zich tot in de verste geslachten voort-
planten.
Vele menschenvriendendie met het bestaan van dit
fonds bekend worden, zullen zich verheugen, dat voor den
ouderdom gezorgd is van een' stand in de maatschappij
die zoo veel ter bevordering onzer nationale nijverheid
toebrengtterwijl men de zekerheid heeftdat men met
elke gift daaraan besteed, de luiheid niet voedtmaar
daarentegen de vlijt aanwakkertom de zee *te bebouwen.
Wie daaraan iets schenkt is verzekerd, dat hij niet alleen
de armoede aan ouden lenigtmaar tevens welvaart ver-
spreidt.
Schevtniitgen, P. VARKEVISSER, President.
22 Februurij 1858. C. GEBELiSecretans.
Wij meenen onzen lezers eene dienst te bewijzen, door
hen uit eene officiele bron te kunnen mededeelen dat de
gelden, uit vrijwillige giften bijeengebragt, voor de oprig
ting van een stundbeehl binneu Haai lems murenvoor den
uitvinder der drukkunst: Laurens Janszoon Coster, na-
genoeg toereikende zijnom dat plan ten uitvoer te leggen.
Het uitmuntende model in pleister, door den heer Rover
vervaardigd, bestaat, en nog slechts betrekkelijk weinig
is er noodig, opdat Nederland een openbaar bewiis geve,
hoe het'zijne regten, tegenover denj vreemdeling weet te
handhaven.
In het jaar 1840 heeft men te Mentz een gedenkteeken
doen verrijzen voor Guttenberg. Duitschland was steeds
naijverig geweest op den roem van de uitvinding der Druk
kunst; het had Hollands regt betwist met de scherpsie me-
dedinging, en het dacht aan den strijd een einde te maken,
toen het de wereld ten getuige ric p bij de luisterrijke ont-
hubing van Guttenbergs beeld in metaal.
Nederland heeft zulks destijds zwijgend aangezienhet
heeft de beslissing van het pleit van drie eeuwen liever over-
gelaten aan den tijd, dan aan eene publieke vertooniug, die
niets bewees. Maar met onvermoeiden ijver hebben de va-
derlandsche geleerden huune nasporingen voortgezet, totdat
het den voorvechter van Haarlems eer, den heer Dr. A. de
Viuks, mogt gclukken feiten in het licht te stellen, die Hol
lands regt outegensprekelijk handhaven en die de bewijs-
grouden van vreemde aaninatiging ten eenenmale krachte-
loos maken.
Thans, waarlijk, mag ons volk niet achterblijven in het
gevoel van nationale eigenwaarde. Het kan de navolgers
van Coster niet zien huldigenen de eere onthouden aan
hemdie der Boekdrnkkunst het aanzijn gaf, of het zou
ondankbaar zijn. Wanneer Duitschland een standbeeld voor
Guttenberg oprigt, - wanneer zelfs Engeland gaarne
zich opofferingen getroost en met geestdrift bijdraagt, om
hulde te bewijzen aan Caxton als den mandie de Druk
kunst daar te lande heeft ingevoerd, dan mo: t Neder
land in zijn midden aan landgenoot en vieemdeling een
waardig gedenkteeken wijzen't welk de herinnering opwekt,
dat, bij al onzen vaderlandschen roem, ook het middel ter
nieuwere beschaving van ons uitging, za! het niet de blaam
van onverantwoordelijke laauwheid op zich laden.
Zal dus de Nederlander duldendat het Coster's mo
nument nog langer worde vertraagd Wij gelooven het
tegendeelDaarom willen wij ook het onze bijdragen
om tot dat doel mede te werkenen roepen daartoe de
hulp en de medewerking in van hen, die nog niets hebben
bijgedragen.
De uitgever van dit Bladzal tot dat einde gedurende
acht dagen in eene geslotene bus, zelfs de geringste bij
drage zijner stadgenootengaarne ontvangen.
Schiedam 1 Maart. Wij vernemen dat door een der
aanzienlijkste leden der R. C. gemeente alhier, aan het
bestuur van het Kerkhof dier gemeenteeene som van
ongeveer 20,000 zou geschonken zijn, tot het doen bou-
wen eener kapel, die tot heden op het nieuw aangelegde
Kerkhof, buiten de Vlaardinger-poortontbreekt.
In de Mansvoor deze stadvertoont zich veel drijf-ijs.
Men telde in Nederland in 1851: 1631 hengsten;
69792 ruinen; 78209 merrien15324 veulens; en 30398
merrien en veulens; te zamen 237127 paarden; 10131 stie-
ren; 45114 ossen631073 koeijen; 163412 kalveren; en
235738 koeijen en kalveren; te zamen 1248893 runderen;
2077 ezels; 3 muilezels; 803144 schapen; 8499 lammeren
269657 varkens; 2591 bokken: 48980 geiten en 34011
bo k ken en geiten.
Men telt o. a. in Zuid-Holland 176.104 stuks runderen;
in Noord-Holland 129.960; in Friesland 186.516; in Zuid-
Holland 35381 paarden.
Bij resolutie van den raad van Brielle van 22 Fe
bruary is de verkiezing van den heer Mr. J. C. M. van
den Honert onwettig verklaard en is die heer mitsdien niet
als raadslid toegelatenop grond dat het bureau van stem-
opneming bij de eerste verkiezing beslist had, dat een ver-
schil tusschen het getal der in de bus gevondene stembrief-
jes en dat der gestemd hebbende kiezers van invloed had
kunnen zijn. De raad meende, dat op die beslissing geene
lijst van herstemming had kunnen worden opgemaakt, maar
dat, ingevolge art. 70 der kieswet, eene vrije stemming
had behooren te volgen.
Een verzoek van den heer J. Hofland, om op het zoo-
genaamde slagveld eene touwslagcrij te mogen aanleggen,
is op grond e. ner tweede s'aking van stemmen niet voor
inwilligi: g vatbaar geoordeeld. (Ingezunden).
Naar wij verneinen zegt de's Gravenhaagsche Nieuws-
bode-, is dezer dagen door de Regering een nieuw contract