Binnenlandsch Overzigt.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, is hiervan
afkondiging geschiedwaar het behoort, den I5den Maart 1853.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
C. A. VAN BOL'ES.
De Secretaris
V E R N E D E.
NAMEN der van de in het afgeloopene jaar gesloten Kie-
zerslijstengeschrapte Kiezers.
Voor zoo veel betreft de lijsten der Kiezers van Leden van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal en van de Provinciate Slaten.
Douwe Hendrik de Boer.
Gradus Fredrik Brinkhorst.
Willem Nicolaas Cool.
Johannes Damman.
Franciscus Caspar Elast.
Willem van Noort.
Lambertus Palmer.
Pieter Post.
Christiaan Iiozestraten.
Hendrik van der Schalk.
Theodorus Johannes Hijacinthus Jacob van der Schalk.
Engering. Casper Hendrik Schouten.
Cornelis Gagestcin. Johannes van der Schouw.
Johannes Petrus v. d. Hoogen. Pieter van der Most van Spijk.
Lucas Itleiheeg. Jacob Tak.
Jan Koper. Johannes Jacobus Thijssen.
Teunis Louter. Jan van der Valk.
Cornelis Marrevee. Abraham Valkenburg.
Petrus Jacobus Mendel. Balthazar Vcrweij.
Cornelis van der Most. Anton de Wit.
Jacob van der Most. Willem van Zon.
Voor zoo veel betreft de lijst der Kiezers van leden van den
Gemeenteraad.
Christiaan Bax.
Gerrit Bekker.
Barend Christiaan van Bekum.
Leonardus van den Berg.
Dirk Johannes Blommendal.
Douwe Hendrik de Boer.
Gradus Fredrik Brinkhorst.
Jonas Cohen.
Willem Nicolaas Cool.
Johannes Damman.
Franciscus Caspar Elast.
Thedorus Johannes Hijacinthus
Engering.
Theodorus Engering.
Anthonij Fols.
Cornelis Gagestein.
Jan Michiel Grashuis.
Willem Groeneweg.
Ilendricus Johannes de Groot.
Gerrit Heus.
Johannes Petrus v. d. Hoogen.
Gerardus Klaverdijk.
Lacns Kleiheeg.
Gijsbert Krabbendain.
Dirk Laroij.
Cornelis Marrevee.
Cornelis van der Most.
Mozes Noteboora.
Jan Poort.
Roelof Post.
Pieter Post.
Eesge Prater.
Jan Prins.
Hendrik van der Schalk.
Jacob van der Schalk.
Casper Hendrik Schouten.
Pieter van der Most van Spijk.
Johannes Suttorp.
Jacob Tak.
Adrianus Verboom.
Johannes Vermeer.
Pieter van de Water.
Anton de Wit.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft in de vo-
rige week vijf zittingen en in deze week eene zitting ge-
houden, en heeft vervolgens tot na Paschpn hare werk-
zaamheden geschorst. Den 7 dezer is zij overgegaan tot
de verkiezing van drie kandidaten ter vervulling van eene
der twee vacatures in den Hoogen Raadontstaan door
het overlijden van de raadsheeren Mrs. E. N. van Wel-
deren baron Rengers en C. R. Vaillant. De uitslag van
die nominatieis, gelijk bereids werd gemeld, geweest, dat
tot kandidaten werden gekozen de heeren1°.) Mr. H. Ii. Ge-
radts, vice-president van het prov. hof in Limburg; 2°.)
Mr. F. J. Jespers3°.) Mr. B. Wichers4°.) Mr. H. Provd
Kluiten 5°.) Mr. S. Schmolck. De heer Geradts was
ook de eerste kandidaat, die door den Hoogen Raad op
de lijst van aanbeveling was geplaatst. Dit was door dat
kollegie daarom geschiedt, omdat er geen lid uit Limburg
in het hoogste regterlijke kollegie zitting had. Bij vorige
gelegenheden was de heer Olivier door de Kamer als eer-
sten kandidaat op de lijst van aanbeveling geplaatst. Dit-
maal heeft hijten gevolge van bijzondere omstandigheden
de meerderheid niet mogen verwerven. Slechts 26 stem-
men vereenigde hij op zich. Daar de Kamer de lijst van
aanbeveling van den Hoogen Raad heeft in het oog gehou-
den zoo werd deze zaak spoedig beslist en reeds den 12
dezer heeft de Koning den heer Geradts tot raadsheer in
den Hoogen Raad benoemd.
Er is den 7 dezer eene belangrijke discussie in de Tweede
Kamer gehouden over de conclusie van het verslag der
commissie tot onderzoek van de inlichtingen op een
adres van den heer D. Verbeek, wegens een koffij-con-
tract, luidende: dat deze Vergadering besluite, door toe-
zending van dit rapport, aan den minister van Kolonien
te kennen te geven dat de ontvangen missive niet aan de
bedoeling dezer Kamer beantwoordten de Kamer alzoo
haren vroegeren wensch herhaalt, om inlichtingen in deze
zaak te erlangen." Door den minister van Kolonien zijn
breedvoerige inlichtingen over de zaak van den heer Ver
beek gegeven. Z. Exc. heeft zich bereid verklaard al de
stukken, tot die zaak betrekkelijkaan de Kamer te on-
derwerpen, doch hij oordeelde, dat do wetgevende magt
niet moest treden op het terrein van het uitvoerend gezag.
De heer Rochussen, oud-gouverneur-generaal van Ned. In
die, betoogde, dat de heer Verbeek niet geweest is een
slagtoffer van ongunst van de zijde van het Indisch Bestuur.
De heer Metman stelde voor de conclusie der commissie
te verwerpen en de door den minister van Kolonien ge
geven inlichtingen voor kennisgeving aan te nemen. Dit voor-
stel werd aangenomen met 36 tegen 15 stemmenwaar-
mede deze zaak is geeindigd.
Den 8, 9 en 10 Maart heeft de Kamer beraadslaagd
over het wets-ontwerp tot regeling van de strafwetgevende
magt der waterschaps-besturen enz. Dit ontwerp strekt
tot eene partiele regeling van het gewigtig onderwerp van
den waterstaat, waaromtrent, ingevolge het voorschrift der
Grondweteene algemeene wet moet worden vastgesteld.
Dat ontwerp nopens de strafwetgevende magt was sedert
lang aanhangig, en de behandeling telken keere uitgesteld.
Het siond aan veel tegenkanting bloot. Men vreesde dat,
zoo het.wierd aangenomen, de aanbieding en vaststelling
der algemeene wet vooreerst wel zou worden versclioven.
Ook vreesde men, dat de voorscliriiten, in het ontwerp vervat,
van blijvenden aard zouden worden. Uit het antwoord
des Ministers van Binnenlandsche zaken kan worden af-
geleid, dat werkelijk de indiening der wet op de water-
schappen nog wel eenigen tijd achterwege blijven zal. Het
groote struikelblok was in art. 7 van het ontwerp gelegen
waarbij de waterschaps-besturen aan het toezigt van Ged.
Staten worden onderworpen. Dat art. is met 41 tegen 20
stemmen aangenomen. Toen dat art. goedgekeurd werd
ging het overige gemakkelijk en het geheele ontwerp werd
ten slotte met 40 tegen 21 stemmen aangenomen. Die
aanneming zal den Minister gewis aanmoedigen met de
verdere regeling van het onderwerp der waterschapsbestu-
ren en van den waterstaat zoo spoedig doenlijk voort te gaan.
Den 11 dezer kwam er een ander ontwerp bij de Kamer
in behandeling, dat mede tot den werkkring van den Mi
nister van Binnenlandsche zaken behoorde, tot de regeling
van den pligt der provincie om behoeftige gemeenten te
liulp te komen. Dat ontwerp was in het vorige jaar door
de Eerste Kamer verworpen. Het werd gewijzigd door
den Minister voorgedragen. De heer van Nierop heeft
een amendemet voorgesleldom de werking der wet te
beperken tot gemeenten beneden 6000 zielen. Dit amen-
dement is verworpen met 40 tegen 14 stemmen terwijl
ten slotte het geheele ontwerp met 46 tegen 10 stemmen
werd aangenomen. In die zitting werd ook bepaald dat
het concept-reglement op de stenographie eerst na het aan-
staande reces der Kamer zal worden behandeld. Men
meent dat dit reces waarschijnlijk tot in de eerste da-
gen der maand April duren zal en dat dan de ontwerpen
wegens de comptabiliteit enz., onmiddellijk in behandeling
zullen komen. Men kan er bijvoegen, dat het voornemen
bestaatom dan onalgebroken de werkzaamheden voort te
zetten ten einde zoo mogelijkgedurende den zomer een
geruimen tijd uit een te kunnen gaan.
In de zitting van Maandag, 14 Maart, zijn ingekomen
twee koninklijke boodschappen ten geleide van ontwerpen
van wet, met memorien tot toelicliting, als 1°. tot wijzi-
gingvan hoofdstuk VI der begrooting van 1852 (kindergel-
den enz.); en 2", tot bekrachtiging eener met de Neder-
landsche Handelmaatschappij geslotene overeenkomst.
Drukken, ronddeelen en verzending aan de afdeelingen.
Achtereenvolgens zijn zonder disenssien met algemeene stem-
men aangenomen, ontwerp an van wet1°. tot naturalisatie
der volgende heeren: II. A. E. Kerstiens, te Amsterdam
G. J. Klijse te Emmen Drenthe)P. E. Thiire of Theure
te Utrecht; J. Realt ofIieyalt,te Nijmegen; J. Smidt Pe
tersen, te Amsterdam; A. F. A. Biicker, te ZutphenC.
A. T. Vogel, te 's Hertogenbosch, H. C. F Kampschmid,
te Heerenveen (Friesland); A. A. Berckmeijer, te Heeren-
veen; Chr, W. Uhlenbeck, aan het Nieuwe Diep; O. A.
Uhlenbeck te Amsterdam; P. F. UhlenbeckteWarmond,
Th. J. Niedfeld, te Schiedam: B. Sievers, te Heerenveen
J. II. van Engelen, te Avereest; J. Cahn of Cahen, te
Amsterdam, J. Hartman, te Amsterdam: A. Menskens, te
Grave en F. W. Junghuhn, te Soeterwoude.
Daarna is in beraadslaging gebragt het wets-ontwerp tot
goedkturing eener dading tusschen lu-t bestuur der domei-
nen en de gemeente Genemuiden.
Eindelijk is in beraadslaging gebragt de conclusie van
het rapport der commissie, in wier lianden was gesteld de
missive van den minister van Financien ten geleide der door
de Algemeene Rekenkamer opgenomen en afgesloten reke-
ning der ontvangsten en uitgaven van het fonds der alge
meene landsdrukkerij over de dienst van 1850. Die
conclusie, strekkende, om de van Regeringswege medege-
deelde rekening voor kennisgeving aan te nemen, is, zon
der discussie noch hoofdelijke stemming aangenomen.