KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
De heer Poortman antwoordt, dat daardoor slechts voor
een klein gedeelte in de bestaande beboefte zou worden
voorzien. Die behoefite is eigenlijk deze, dat men eene
breedere en diepere haven noodig heeft, omdat de grootere
schepen met hunne aanzienlijke ladingen hoogst moeijelijk
in de bestaande haven kunnen komen. Die grootere sche
pen nemen eene groote plaats voor de andere schepen weg.
Dikwerf was de bestaande haven zoo bezet, dat men aan
nankomende schepen geen berging kon verleenen. De haven-
meester heeft menigmalen klagten daarover moeten inbrengen.
De heer Maas zegt, dat liet finantiele bezwaar liet eenige
is, dat bij hem weegt. Hij rekent, dat de aanleg eener
doode haven f 160.000 zal vorderen, hetgeen eene rente van
/7000 bedragen zou. Daarbij komen /6000 voor bet hou-
den der behoorlijke diepto; zoodat de stadeen jaarlijkschen
last van f 13000 zou op zich nemen. Nu verneemt men
wel, dat die kosten zullen worden opgewogen door voor-
deelen. Maar nu is juist zijne eenige vraag, of die voor-
deelen zoo groot zullen zijn als men zich nu voorstelt, en
of liet op stroom liggen en lossenbijv. van stoombooten
en groote schepen dusdanige bezwaren en nadeelen zal op-
leveren, dat daardoor eene jaarlijksche uitgave van 13000
zal worden geregtvaardigd.
De heer A. Knappert lioudt hot daarvoordatwanneer
men den maatstaf mag aannemendien de uitbreiding van
den handel in de laatste jaren heeft aangeboden, die kos
ten door de te verkrijgen voordeelen wel degelijk zullen
worden opgewogen. Het is een groot gebrekdat de te-
genwoordige haven niet toelaat het binnenkomen van sche
pen, die zekere diepmaat houden. Het is een groot na-
deeldat men berging naar eene andere haven moet zoe-
ken. Waar het de uitbreiding van den handel aangaat,
moet men niet tegen het maken van eenige kosten opzien.
De heer Maas vraagt op nieuw, welke voordeelen op
den duur van het te ondernemen werk kunnen verwacht
worden? Is de kans tot uitbreiding van den handel zoo
bijzonder groot, dat men met gerustheid een zoo aanzien-
lijken last op de ingezetenen kan leggen. Men mag daar
bij ook niet voorbijzien, dat door het vcrhoogen der las-
ten, handel en nijverheid ook zullen worden gedrukt. In-
dien hij van de dringende noodzakelijkheid van den maat-
regel niet overtuigd wordt, zal hij zich verpligt zien ook
tegen het minst kostbare ontwerp te stemmen.
De heer Poortman geeft te kennen, dat, als men derge-
lijke gewigtige maatregelen beraamtmen vooraf niet met
wiskundige zekerheid bepalen kan welke er de uitkomst
van zijn zal. Om het groote doel, behoud en uitbreiding
van den handelte bereikenmoet men zicli soms groote
kosten getroosten. Het algemeen belang van de ingezete
nen der stad brengt dit vaak medeen liet blijktwanneer
men een blik op andere plaatsen vestigtdat daarwaar
handel en nijverheid bevorderd werdenhet doelhet al-
gemeene welzijn niet alleen bereikt, maar zelfs overtroffen
werd. Yooral in de tijden, die wij beleven, moet men niet
stilstaanmaar is men gehouden de beboefte zelfs te voor
zien. De uitgaven, die gevorderd worden, zijn niet onbe-
langrijk te achten, maar men vergete niet, dat we in eene
stad wonenwaar handel en nijverheid bloeijen, en waar
die takken van volksbestaan nog voor groote uitbreiding
vatbaar zijn. De som, die gevorderd wordt is zoo enorm
niet, wanneer zij slechts goed verdeeld en omgeslagen wordt.
.De druk daarvan hangt af van de wijze van verdeeling en
daarbij moet vooral ook zorg gedragen wordendat de last
niet op handel en nijverheid drukke. Men vergete ook
niet, dat de bevolking sedert eenige jaren is toegenomen
dat de stad aanmcrkelijk is uitgebreid dat haar nog da-
gelijks meerdere uitbreiding wordt gegevenen dat zoo die
uitbreiding blijft toenemenook de inkomsten vermeerde-
ren. Men vergete eindelijk ook nietdat de uitbreiding
van handel en nijverheid ook indirecte voordeelen oplevert.
En nu gelooft hijdat die uitbreiding en die voordeelen
niet zeer aanzienlijk behoeven te zijnom zelfs grooter
vergoeding dan van f 13,000 te verkrijgen.
De Voorzilter is het met den vorigen spreker volkomen
eens. De noodzakelijkheid gebiedt. De handel heeft na-
drukkelijk zijn wensch geopenbaard. Er bestaat een groot
gebrek aan doelmatige ruimte. Het belang der stad vor-
dert, dat aan de behoefte, die zich geopenbaard heeft, zoo 1
gpoedig doenlijk worde voldaan. i
De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel tot
den aanleg eener voorhaven wordt in omvrage gebragt en
aangenomen met 8 tegen 3 stemmen.
Voor, de heerenNolet, Vaillant, Beukers, A. Knap
pert, Poortman, Loopuijt, Scliade en de Yoorzitter.
Tegen, de heerenMaas, L. Knappert en Makkers. Afwezig
de heeren Verlouw, Prins, van der Schalk en Burgerhoudt.
Ten gevolge van dit besluit wordt de verdere behande-
ling dezer zaak overgelaten aan de vereenigde commissie
van Burg, en Weth. en de commissie van fabrikage. Deze
zal de nadere plannen voorbereiden en ze aan de Yerga-
dering onderwerpen.
XXYIH. Nu komt in beliandeling het rapport van de
commissie van fabrikagetot het doen amoveren van de
bestaande sluiswachters-woninghet verkoopen van den
grond en van de afbraak en het bouwen van eene nieuwe
sluiswachters-woning op eene kleinere schaal.
De heer Poortman vraagt, of het de bedoeling is het te-
genwoordige huis en den grond te verkoopen. Hij wenscht,
dat het oude gebouw tot afbraak en de grond te gelijker-
tijd worden verkocht.
De heer Vaillant antwoordt, dat dit geheel overeenkomt
met het voorstel der commissie van fabrikage. De tegen-
woordige woning was voor den sluiswachter veel te groot.
Ten gevolge van het verkoopen van grond en afbraak, zal
men in staat zijn met weimge kosten eene zeer geschikte
nieuwe sluiswachters-woning te bouwen. De maatregel is
alzoo zeer in het belang der gemeente. Het voorstel is
bovendien noodzakelijkdaar de bestaande woning reeds
in het vorige jaar moest worden geschoord en men dit jaar
nieuwe schooren heeft moeten zetten.
De heer Schade vraagt, op welke voorwaarden de ver-
koop van den grond zal plaats hebben?
De Voorzitter antwoordt, dat na het afbreken van het
tegenwoordig huis, den kooper de vrijheid zal worden ge-
latenom er op nieuw te bouwen. Hij stelt voor tot°de
afbraak en den verkoop van den grond der sluiswachters-
woning te besluiten en de commissie van fabrikage uit te
noodigen aan Burg, en "VYeth. een plan en bestek aan te
bieden voor het bouwen eener nieuwe sluiswachters-woning
ten geleide van eene raming der kostendie dit zal ver-
oorzaken
De heer Vaillant herinnertdat Burg, en Weth. aan den
architect den last moeten geven om het bestek op te maken.
Het gedane voorstel wordt met algemeene stemmen aan
genomen; terwijl aan Burg, en Weth. wordt overgelaten
de vasts telling der conditien waarop gewoonlijk verkoop
en afbraak plaats hebben.
Niets meer aan de orde van den dag zijndezoo wordt
de vergadering gescheiden.
Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schiedam,
In aanmerking genomen bebbende de van tijd tot tijd ingeko-
mcne berigten omtrent het ontstaan van de Ilondsdolheid in onder-
scheidene Gemeenten van deze Provincie, alwaar ettelijke personen
door dolle Honden aangerand en gebeten zijn
Gelet op de vertoogen van de Plaatselijke Commissie van Ge-
neeskundig toevoorzigt alhiernopens het wenschclijke en raad-
zame tot het in tijds nemen van de vereischte maatregelen van voor-
zorg ten deze;
Doen te weten
Datvan heden af, gedurende eenen onbepaalden tijd niemand
ijnen Hond, bitmen deze Gemeente zal mogen laten losloopen, zal
ware die ook gemuilband, en zulks op strafife, bij nalatigheid of
verzuim, der boete, vastgesteld op de overtreding van art. 85 der
Plaatselijke Verordeningen en Reglement van Polieie voor deze
Stad van den 25 Julij 1848.
En is hiervan afkondiging gesehiedwaar het behoortden 29
April 1853.
Burgemeesler en Wethouders van Schiedam
C. A. VAN BODES.
De Secretaris
VERNtlDE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schiedam,
Doen te weten
Dat het kohier voor de stedelijke Belasting op de Hunrwaarde
der vaste Panden, tot onderhoud van stads Stratenhet Lantaarn-
licht en het Brandgewecr, voor het dienstjaar 1853, door den Ge-
meenteraad vastgestold op den 29 dezer ingevolge het bepaalde
bij art. 265 der Gemeentewetgedurende den tijd van acht dagen,
voor een ieder ter lezing op de Secretarie der Gemeente is neder-
gelegd.
En is hiervau afkondiging gesehied waar het behoort, den 30
April 1853.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
C. A. van BOL'ES.
De Secretaris
VERNE DE.
Gedrukt bij H. A. M. ROELANTSte Schiedam.