VOOR SCHIEDAM, VLAARD1NGEN, IIAASSLUIS, ROZMRG, BRIEILE EN HELLEVOETSLUIS.
J\°. 23.
1833.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
H. A. M. ROELANTS,
VERKIEZINGEIV.
D E M A A S B 0 D E
Dit Blad verschijnt geregeld alle Woensda-
gen. De prijs is per drie maanden voor Schiedam
f75,voor Vlaardingen, MaassluisRozenburg,
BridleHellevoelsluis f -.90. Voor alle andere
steden franco per post f 1.05. Alle Boekhan-
delaren en Postkantoren nemen bestellingon aan.
UITGAYE VAN
TE SCHIEDAM.
Do prijs dcr Advertentien, is van 1-6 regels
/-.60, behalve 35 Cents zegelrcgt voor hetRijk.
Alle regels daarenboven 10 Cents. Kapitale
letters of vignetten betalen naar de plaats die
zij innemen. Alle advertentien moetcn Dings-
dag voor een nur ter drukkerij te Schiedam zijn.
KorrespondentenJ. A. KANNG1ESSERIc Vlaardingen; Wed. G. van der WEIJDEV, te Maassluis; II. G. van STEEDENle llellevoetsluis.
Abonnementcn worden raede aagenomen bij M. Schooneveld k U.te AmsterdamGebr. Hendriksente Rotterdam, enverder bij alle Boekhaudelaars en Posldireeteuren.
In de afgeloopen week hebben de lierstemmingen tot
leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal plaats
gehad. De Kamer is daardoor thans nagenoeg voltallig
gemaakt. Wij zeggen: nagenoeg, omdat er nog 5 keuzen
te doen overblijven, als 1°. te Amersfoort; 2°. te Amster
dam; 3°. te Gouda4°. te 's Graveahage en 5°. te Breda.
Er bestaat thans meer gelegenheid dan eenige weken ge-
leden, om een eenigzins meer juist overzigt te geven van
den staat der nieuwe Kamer. Uit de 63 keuzen, die ge-
scbied zijn, blijkt: 1°. dat de volgende leden, die tot de
ontbonden Tweede Kamer hebben belioord, op nieuw als
zoodanig zijn benoemd. Het zijn de heeren Blaupot ten
Cate, Reynders, Zijlker, AVesterhoff, van Heiden Reine-
stein, van der Veen, Dirks, ter Bruggen Hugenholtz, Groen
van Prinsterer, Sloet tot Oldhuis, de Man, van Iloeveil,
Storm van 's Gravesande, van Lijnden, Mackay, van Nis-
pen van Sevenaer, Dommer van Poldersveldt, van Goltstein,
van AkerlakenRochussenvan Voorst, Godefroi, Stolte,
Gevers van Endegeest, T^ts van Amerongen, Wintgens,
Baud, Boreel van Hogelanden, Slicher van Domburg, van
Eck, Meeussen, Beens, Jespers, Bots, AVintershovende
Lom de Berg, Hengst, Luijben en de Poorter: te zamen
39 leden.
2°. Dat tot leden der Kamer benoemd zijn de volgende
heeren die geen deel van de ontbonden Tweede Kamer
hebben uitgemaakt, als de heeren: Bieruma Oosting, AY
E. EngelenSleeswijk Vening, van Lennep, Schimmelpen-
ninck van der Oije, van der Brugghen, do Kempenaervan
Reede van Oudtshoornvan Asch van AVijck, Donker Hzn,
van Foreest, van Franck, Bosscha, de Brauw, Iloekwa-
ter, van BosseSander, van der Poel, Elout van Soeter-
woude, van Deinse, Schuurbeque Boeije, Thorbecke, van
den Heuvell en Strens: te zamen 24 leden.
3°. Dat niet op nieuwimmers tot dusverrenaar de
Tweede Kamer zijn afgevaardigd de volgende heerenVer-
weyHugueninJongstra, de Fremery, van Panhuijs,
Dullert, Leemans, A. W. Engelen, S. van AValchren, van
Doomvan Nieropde MoraazHeemskerk Bznvan Hall
Provo Kluit, van der Linden, Metman, Poortman, Gevers
Deynoot, Schooneveld (overleden), de Raadt, Blussd, Scliif-
fer, Bachiene, Anemaet, Storm, van der Heijde, de Lim-
pens en van AVijlick: te zamen 29 leden, waarvan de hee
ren van Hall en van Doom hun ontslag liadden aangeboden.
4°. Dat er in de nieuwe Kamer zeven oud-ministers
zullen optreden, als: de heeren: 1°. Schiinmelpenninek van
der Oye, 2°. de Kempenaer en 3°. Thorbecke, oud-minis
ters van Binnenlandsche Zaken4°. Rochussenoud-minis-
ter van financien en oud-gouverneur-generaal van Ned.
Indie; 5°. Baud, oud-minister van Kolonibn en mede oud-
gouverneur-generaal van Ned. Indie; 6°. van Bosse, oud-
minister van financien; en 7°. Strens, oud-minister van
Justitie.
AVat nu de zamenstelling der Kamer aangaat, reeds in
een vorig n°. hebben wij opgemerkt, dat zij uit verschil-
lende bestanddeelen zal bestaan. De staatkundige kleur
van het vorige ministerie wordt door 10 a 12 leden ver-
tegenwoordigd. Men berekent, dat er in de nieuwe Kamer
een lOtal leden zijn zal, die tot de zoogenaamde anti-re-
volutionnaire partij behooren. Het getal Katholijke leden
bedraagt 14. Dat van de gematigd vrijzinnigen wordt op
l'uim 30 geschat. Als slotsom der gehouden verkiezin-
gen kan alzoo worden gestelddat de aanhangers van het
vorige ministerie een groot verlies hebben ondergaan; dat
daarentegen de kracht der anti-revolutionnairen is versterkt,
en dat het aantal van hendie den gematigd constitution-
nelen weg wensehen bewandeld te zien, zeer is toegenomen.
Dat aantal van meer dan 30 gematigde leden maakt no<* niet
de lielft van de Kamer uit, maar wordt dadelijk de meer-
derlieidzoo de leden van eene andere kleur zich met hen
vereenigen. Men mag met eenigen grond verwachten, dat
dit meerendeels het geval zijn zal, en dat het dus het mi
nisterie aan geene krachtige ondersteuning zal ontbreken.
Intusschen strekt juist de verdeeling der Kamer in die on-
derscheidene kleuren, naar het ons voorkomt, tot waarborg,
dat het tegenwoordig ministerie aan zijn programma of rap
port getrouw blijven en de Grondwet stipt en eerlijk ten
uitvoer leggen zal. Immers zoodra het daarvan zelfs eeni-
germate zou willen afwijken, zou de meerderheid aan het-
zelve ontvallen en zou verre het grootste gedeelte dier nieuwe
Kamer zich tegen hetzelve, of tegen elk ander ministerie
verklaren. AVij kunnen ook volstrekt niet aannemen, het-
gfetfn hior en daar beweerd wordt, fiat de anti-revolution
nairen zich spoedig tegen het ministerie zouden keeren. Na
al hetgeen er sedert 1849 is voorgevallen en na de hou-
ding van de aanhangers dier kleur in den laatsten tijd, mag
men veeleer te gemoet ziendat de anti-revolutionnairen een
ministerie zullen steunen, dat naleving van de Grondwet,
eerbiediging van het koninklijk praerogatief, handhaving
van de regten en vrijheden des volks, zich tot onwrikbare
taak gesteld heeft. Deden zij dit niet, volgden zij eenen
anderen weg, zij zouden gevaar loopen, dat het ministe
rie door eene vereeniging van zeer vreemdsoortige bestand
deelen zou worden tegen gewerkt en omver gestooten.
Gebeurde dit, de anti-revolutionairen zouden daarbij gewis
niet winnen. Aan den anderen kant is het ook volstrekt
niet zeker, dat de zoogenaamde Thorbeckianen en de Katho
lijke leden, na al hetgeen er voorgevallen is, zich zouden
vereenigen om het ministerie stelselmatig te bestrijden. Men
kan moeijelijk den loop dien de zaken zullen nemenmet
zekerheid vooruitzien, doch men mag verwachten, dat de
katholijke leden geen ministerie zullen bekampen, dat vrij-
heid van godsdienst, vrijheid van geweten, eerbiediging
van ieders regtenop den voorgrond geplaatst heeft. AVij
zien alzoo in de zamenstelling der Kamer in geenendeele
die ongelukkige gevolgen welke sommigen zich daarvan
voorstellen. Die zamenstelling zal het ministerie nopen
voorzigtigheid te betrachten. Elke afwijking van den grond-
wettigen weg, hoe ook ingekleedzou voorzeker zijnen
val berokkenen. Daarvoor behoeft alzoo geene vrees meer
te bestaan. Maar er zal aan den anderen kant ook
geen stelselmatige tegenstand tegen het ministerie gevoerd
worden, zoo als dit in 1849 het geval was. De han-
delingen van het ministerie zullen door de overgroote meer
derheid onpartijdig worden beschouwd. Men zal oordee-
len wat er voorgedragen wordt en naar den inhoud beslis-
senof het goed- of afkeuring verdient. Het zal in een
woord eene waakzame Kamer zijndie op hare hoede
wezen zal, maar die zich bij de beoordeeling van wets-
ontwerpen of van handelingen rfict" zaVjaten leiden
eenen geest van tegenstand of
AVij hopen in het algemeenJ
goede verwachtingen in dat op?
ken, en dat alzoo de handeling^l
14den dezer zullen worden gedpend^fiilijk^
ister