Binnenlandsch 0 v e r z i g t. Buitenlaiidsch Overzigt. Btnnenlandsche Berigten. daar buiten, alle aanleiding vermeden worde, om de te- genstanders van een en ander gewonnen spel te geven en hun vroeg of laat de overwinning te verzekeren. De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft in hare zittingen van 24 en 25 dezer beraadslaagd over het ontwerp van adres in antwoord op de Troonrede. Dat ontwerp luidde aldus „Sire! De Tweede Kamer der Staten-Generaal betuigt aan Uwe Majesteit haren dank voor de mededeeling der redenen die Haar bewogen hebben, gebrnik te maken van het regt, door de Grond- wet aan den Koning verzekerdom de raadslieden der Kroon naar welgevallen te ontslaan en te benoemen. Mogen wij ook deze uitoefening van dat koninklijk regt met be- oordeelen, wij zien in die beweegrcdencn een hoog te waardeeren blijk der bezorgdheid van Uwe Majesteit voor de vrijheden en de regten van al Hare onderdanen. Uwe Majesteit heeft zich verpligt geacht de ontbinding der Tweede Kamer uit te spreken; door het vertronwen der kiezers tot eene nieuwe Kamer vereenigd, stellen wij op hoogen prijs dat Uwe Ma jesteit, door deze buitengewone vergadering der Staten-Generaal in persoon te openen, het gewigt heeft willen toonen 't welk Zij hecht aan deze uiting van de denkwijze der natie. Eene hooggestegene bekommering welke zich bij een deel der bevolking geopenbaard heefteen bezwaar't welk Uwe Majesteit verklaart tot Haar leedwezen nog niet uit den weg te zijn geruimd heeft de Regering tot de overtuiging gebragt dat zij eene wet behoeft, om de pligten te kunnen vervullen haar door het Vide Hoofdstuk der Grondwet opgelegd. Wij wenschen voor zoo ver dezen maatregel betreftde oorzaak diet- bekommering te ovcrwe- gen met al den ernstdien een zoo gewigtig onderwerp^ vordert en wij zijn bereid mode te werken ter voorziening in t geen er blijken mogt te ontbreken aan den toestand waarin de Staat aan alle kerkgenootschapgen gelijke bescherming verleenen en hunne vry- heid en zelfstandigheid handhaven kan. Bij de beraadslaging over het daartoe strekkende wets-ontwerp znllen wij niet vergeten dat de eerste voorwaarde onzer nationale kracht is, eendragt onder de zonen van hetzelfde vaderland. Wij vinden ons bemoedigd door de verzekering van Uwe Majes teit, dat er eene gewenschte verstandhouding is der Regering met het Buitenlanden dat in ons vaderland de welvaart toeneemt. Tot de verdere ontwikkeling onzer volkskraehten zoowel als onzer Staats-instellingen zullen wij gaarne bijdragen door mede te wer ken tot verordeningen over de ontwerpen dienaar de voorschrit- ten der Grondwetwettelijke voorziening vereischen. De werkzaamhedendie onswachten, zullen, naar wij wenschen het bewijs geven van wederkeerig vertrouwen tussehen de Regering en de Volksvertegenwoordiging. In dat vertrouwen, Sire! Uwe Majesteit is er van overtuigd, lint de kracht onzer staatsinrigting. Wij wenschen tot versterking van die kracht, gelijk van den band, die Nedcrland en Oranje verbindt, mede te werken, in overeenstemming met de Grondwet wier handhaving onze eerste pligt is en met hot oog op Hem die in zijne Almagtige hand het lot heeft van ons dierbaar vaderland. Het ontweip is Zaturdag jl. aangenomen met 45 tegen 13 stem- men. Tegen hebben gestemd, de heeren vanReede, van Lynden, Strens, Hugenholtz, Mackay, van Asch van Wijck, van Nispen van SevenaerElout, Dommer van Poldersveldt, van der Bruggen, de Lorn de Berg, van Bosse en Groen van Prinsterer. Men zal opmerkendat deze tegenstand uit vier verschillende kleuren is za- mengesteld. Door de oorzaak daarvan op te geven, schetsen wij tevens den geheelen loop der discussie. Van den kant der zooge- naamde anti-revolutionnaire partij zijn vele amandcmcnten voorge- steld, die de strekking hadden, om aan het adres meer kleur te geven, om het sterker, krachtiger goedkeuring to doen mhouden van hetgeen door den koning verrigt is, dat is het ontslag van het vorige Ministerie en de ontbinding der Tweede Kamer. Al de amen- dementen werden ecliter verworpen. Slechts eene wijziging is er in het Adres gebragt. Door den heer van Heiden Reinestein werd namelijk voorgesteld, om in 2 weg te laten de woorden: „Mo- „gen wij ook deze uitoefening van dat koninklijk regt met bcoor- deelenen die aldus te lezen: „Wij zien in die redenen een hoog te waardeeren blijk der bezorgdheid van Uwe Majesteit voor „de vrijheden en de regten van al Hare onderdanen." Dat amen- dement had ten doel alle duhbelzinnige uitlegging uit het adres te doen verdrijven en voor te komen, dat men zolfs in dc verte daaruit eenig blijk van afkeuring van het voorgevallene zou kunnen aflei- den. Dat amendement werd met 30 tegen 27 stemmen aangenomen. Ten gevolge van die wijziging had zelfs alle twijfel opgehouden en het was naar aanleiding daarvan, dat de heer Schimmelpenninck te kennen gaf, dat hij het adres zou aannemenomdat het nu eene goedkeuring behelsde van hetgeen er geschied washoezeer hij ge- wensclit had, dat die goedkeuring in meer krachtiger uitdrukkin- gen ware vervat. De Minister van Buitenlandsclie Zaken heeft het adres in gelijken zin opgevat engezegd, „dat daarin doorstraalt „een geest van welwillendheid, een wenseh tot ondersteuning, eene „verklaring (in 1) van vertrouwenwaarmede het ministerie vol- komen tevreden is." Nadat er nu wel degelijk eenige kleur aan het adres was gegeven, spreekt het van zelf, dat de oud-ministers dc heeren van Bosse en Strens, eenige katholijke leden (de heeren van Nispen van Sevenaer, Dommer van Poldersveldt en de Lom de Berg)alsmede een der warme vrienden van het oud-ministerie (de heer Hugenholtz) zich moeijelijk met het ontwerp-adres konden vereenigen. Zij hebben dit ook niet gedaan en daardoor de grond gelegd voor eene oppositie, die ongetwijfeld langzamerhand toe- ncmen en zich uitbrciden zal. Of de anti-revolutionairen zeer staat- kundig gehandeld hebben door zich bij de eindstemming over het geheele Adresnadat er een goedkeurende zin aan gegeven was daartegen te verklaren, valt te betwijfelen. Het eenig belangrijke, dat buiten dit een en ander de gehouden beraadslagingen hebben opgeleverd, is zeker de verschillende beschouwingenwaartoe de aangekondigde wet heeft aanleiding gegeven. Er bestond zelfs ver- schil van gevoelen over de vraag, of dat ontwerp wel in den loop der tegenwoordige zitting zou worden ingediend, hetgeen niet be- paaldelijk in de Troonrede werd toegezegd. Voor het overige heeft men opgemerkt, dat de leden van de vroegere meerderheid, voor zoo verre die nog in de Kamer zitting hebbenzich naar hetschijnt, bepaaldelyk hebben onthondenaan de beraadslagingen deel te ne- men. Daardoor is de eigenlijke strijd verdaagd, maar daardoor hebben die leden ook een bljjk gegeven.dat zij de daden on han- delingen van het tegenwoordig Ministerie wenschen af te wachten. Dit komt dan ook geheel overeen met hetgeen door den heer Storm van 's Gravezande werd te kennen gegeven, dat hij zich ten op- zigte van het tegenwoordige Ministerie, op een geheel onafhanke- lijk standpimt wensehte te houdenhij zal de optreding van de nieu- we ministers volstrekt niet af- of goedkeurenmaar hunne daden afwachtenen dan zal het van die daden afhangenof hij zijne stem voor of tegen zal uitbrengen; hij zal daarbij niet letten op de personen, maar alleen op de Taken door hen te verrigten. Hij zou het in de gegevene omsiandigheden zeer hebben betreurd, wan- neer de Kamer ware te zamengesteld geweest uit eene meerder- „heid, die als een eenig man zich tegen het Ministerie had ver- zet." Dat gevoelen is ook dat van alle gematigden in en buiten de Kamer. Na de behandeling van het adres zal men zich met de over- weging en beraadslaging over onderscheidene ontwerpen van min der gewigt bezighouden zoodat het niet te voorzien is dat er in de eerste dagen weder belangrijke discussion zullen plaats hebben. Onder de vele ontwerpen, die aan de Kamer in de afgeloopeno week zijn aangebodeu behooren vooral 1°.) dat tot verzekering der uitvoering van sommige voorschrifteu van plaatselijke veror deningen 2°.) dat nopens de sluiting van het kanaal St. Andries 3°-) dat tot wijziging van het tarief van in- en uitgaande regten voor zoo veel betreft den invoer van sommige artikelen; 4°tot re- geling van het fonds van consignation5°.) tot opheffing van in den Molukschen archipel bestaande beperkende bepalingenten op- zigte van den handel en de scheepvaart aldaar 6°.) tot duurzame regeling van het beheer der gelden wegens verstrekkingen en tot verlenging van den termijn bij art. 293 der gemeentewet gestcld. Aangaande de gewigtigtige wet welke door de Troonrede is aan- gekondigdwordt verzekerddat zij vodr de aanvaarding van een geestelijk ambt bij de onderscheidene kerkgenootschappen, een poli- tieken eed afvorderen en van de aflegging daarvan de aanvaar ding afhankelijk stellen zal. "Voorts zou de agreatiethans alleen bij de Hervormde gemeente bestaandeworden uitgestrekt over alle kerkgenootschappen in ons vaderland. Z.Exc. de heer PahudMinister vankolonien is van zijne bui- tenlan sche reis in do residentie teruggekeerd. Het Oostersche vraagstuk heeft in de jongst verloopene week bij voortduring de algemeene aandacht blijven bezig houden, tot al- lerlei geruchten aanleiding gegeven de beurzen van Europa ge- drukt; doch in de laatste dagen sehijnen deze ecliter eenigzins van den panischen schrik bekomen te zijn dien de vrees voor eene vredebreuk had veroorzaakt. Ondanks alle toebereidselen ten oor- log in Rusland in Turkijo en elders; ondanks alle verklaringeu van het eerstgemelde landdie der bekommering hadden voedsel gegeven, vleit men zich nog dat de zaak eene vredelievende uit- komst zal hebben. Den 14 Junij is de nieuwe Oostenrijksche gezant bij de Porte, de heer von Bruck, te Konstantinopel aangekomen. Hij had, zoo men beweert, in last eene seliikking; een vergelijk tussehen do geschilvoerende partijen te bewerken. Doch de Sultan moet een laatsten voorslag van Rusland, als onbestaanbaar met'slands onaf- hankclijkheid, verworpen hebben; te meer, daar hij zich grondt op den jongsten firman ten behoeve der Christenen, welke hij als eene immerdurende zedelijke verbindtenis jegens alle Christen mogond- heden beschouwt. Het is nu do vraag, of Rusland hiermede zal tevreden zijn. Men blijft dit als eene zaak van vorm beschouwen en houdt zich overtuigd, dat men tot eene minnelijke schikking zal komen, zoo zelfs, dat in Frankrijk de buitengewone werving voor de marine gestaakt is. Mogt de zaak tot een minnelijk ver gelijk gebragt worden, dan is het zonder twijfel, dat de houding van Engeland en Frankrijk daartoe vooral zullen medegewerkt heb ben de vlotcn van beide mogendheden zijn do Dardanellen genaderd. Griekenland had niet,onduidelijk doen bemerken dat het van de verwikkelingen in het Oostcn partij wilde trekken ten koste van Turkije; daarop heeft het Engelsche bewind der regering te Athene doen verstaan, dat de minste vijandelijke beweging harerzijds, bij een oorlog de bedenkelijkste gevolgen voor de tegenwoordige ordo van zaken in Griekenland zou kunnen hebben. Om voor het oogenblik van het Oostersche vraagstuk af te stap- pen; in Engeland zijn de beraadslagingen weder begonnen over de voordragt nopens het regerings-beleid in Indie. Waarschijnlijk zal die voordragt van het bewind worden aangenomen. De tweede lezing van de inkomsten-belasting is in het Hoogcrhuis doorgegaan De landverhuizingen naar Australie houden altijd aan; in de vorige week zijn alleen uit Liverpool een twaalftal schepen derwaarts ver- trokken en er liggen nog 26 schepen naar dezelfdc bestemming gereed. Uit Frankrijk verneemt men nog altijd van inhechtenisnemingen ten gevolge van eene ontdekte zamenspanning. Intusschen schijnt de rust, over het algemeen daar te lande derwijze verzekerd, dat het buitengewoon ministerie van politic is afgeschaft. In Spanje nieuwe verandering van ministerieiets hetgeen daar aan de orde van den dag schijnt. In Zwitserland verbeidt men met belangstelling de bijeenkomst van den Bondsdagden 4 Julij aanstaande. Deze zal zich bezig houden met verscheiden gewigtige vragen, en daaronder ook be- treffende de scheepvaart op den Rijn en de Bodenzee. De Tweede Kamer in Hannover heeft de voorslagen tot herzie- ning van de Staatsregeling afgeslagen; eene tweede ontbindinp n die Kamer schijnt voor de deur. In Denemarken is, den 20 en 21, door den Rijksdag ander beraadslaagd over de erfopvolging. Al de voorstellen der teg- partij zijn met overgroote meerderheid verworpen. De derdt be raadslaging is op den 24 bepaald. SCHIEDAM', 28 Junij 1853. Bij Zr. Mjs. besluit van 17 Junij, n°. 47, is den heer J. F. Asma, predikant bij de Hervormde meente te Schiedamop zijn verzoek het emeritaat leendsalvo honore. Bij besluit van 23 Junij jl., n°. 47, heeft Z. goedgevonden aan L. Khapperty op zijn verzoek,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 2