VOOR SCHIEDAM. VLAARDINGEN, MAASSLUIS, ROZENBllRG, RRIELLE EN HELLEVOETSLUIS.
iV, 31.
Woensdag, 3 Augustus.
1853.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
KENNISGEVING.
I. A. MI. ROELANTS,
Handelingen vail den Gemeentc-raad van Schiedam.
TOEZIGT OP DE ONDERSCHEIDENE KERKGE-
NOOTSCHAPPEN.
DE MAASBODE
Dit Blad verschijnt geregeld alle Woensda-
gen. De prijs is per drie maanden voor Schiedam
f-.7o, voor VlaardingenMaassluisRozenburg
Bridle, Hellevoetsluis f -.90. Voor alle andere
steien franco per post 1.05. Alle Boekhan-
delaren en Postkantoren nemen bestellingen aan.
UITGAVE VAN
TE SCHIEDAM.
De prijs der Advertentien, is van 1-6 regels
f -.00behalve 35 Cents zegelregt voor het Rijk.
Alle regels daarenboven 10 Cents. Kapitale
letters of vignetten betalen naar de plaats die
zij innemen. Alle advertentien moeten Dings-
dag vodr een uur ter drnkkerij te Schiedam zijn.
Korrespondeuten 1 A RANNG1ESSERte VlaardingenWed. G. van der WE1JDEN, te Maassluis; H. G. van STEEDEN te Hellevoetsluis.
Abonnementen worden mede aagenomen bij Schooneveld i.te Amsterdam; Gebr. Hendnksente Rotterdam, enverder bij alle Boekhaudelaars en Posldireclenren.
Bii de opristing van den Maasbode was liet 't voornemen, om van de zittingen van den Gemeente-raad in den
re-el een kort verslag mede te deelen, en alleenbij bijzonder belangrijke zittingen, een meer uitvoer.g verslag op
te°nemen Spoedi- lieeft men den algemeeneu wensch bemerkt, om steeds de meest mogehjke uitvoengheid aan de
versla-en te -even! De Uitgever van dit Blad heeft zich beijverd, aan dat verlangen te voldoen. Geene moeite
geene kosten °zijn daartoe door hem gespaard. Met genoegen heeft hij het gadegeslagendat zijne pogm-en alge
meene goedkeurin- hebben mogen wegdragen. Gaarne zou hij op den eens ingeslagen weg geregeld en voortdurend
voort-^m. Maar daartoe wordt de ondersteuning zijner geachte stadgenooten gevorderd. Het is zijn voornemen
de Handelingen van den Gemeente-raad van Schiedam in het vervolg in octavo-lormaatals een
sewoon boekdeel, uit te geven. Aan elk onzer geabonneerden wordt bij dit N°. een vel druks aangeboden,
om te doen zien, op welke wijs de Hande 1 ingen zullen worden voortgezet. Tot aanbevehng dezer onderneming
is het overbodig iets in het midden te brengen. Het talrijke pnbliek dat gewoonhjk de zittingen van den Raad
biiwoont, levert' het beste bewijs op, dat de algemeene belangstelling in de Handelingen van den Raad onzer stad
in hoo-e mate is op-ewekt. Men twijfelt dan ook niet aan de voldoende deelneming, die dat werk zal ondervin-
den Voor elke bladzijde der Handelingen zal voortaanvan af 1 Julij berekend worden een cent, zoodat een
geheel vel van 16 bladzijden, zeslien centen zal kosten. Elk Geabonneerde op den Maasbodedie het erslag der
Handelingen van den Gemeente-raad niet mogt verlangen, getieve daarvan ten spoedigste schriftehjk aan den uit
gever kennis te -even. Geen berigt inzendende, worden de Geabonneerden als Inteekenaren op de Handelingen
beschouwd. In de hoop, dat deze pogingom de aangelegenheden der stad meer bekend te doen worden en hare
belan-en eenigermate te bevorderen, door eene algemeene deelneming zal worden achtervolgd, beveelt de uitgever
den Maasbode en de Handelingen aan de ondersteuning zijner waarde medeburgers aan.
H. A. M. ROELANTS.
Schiedam, 2 Augustus.
De Burgemeestf.r en' Wethouders van Schiedam
Gelet opart. 219 der wet van den29sten Junij 1851, (Staats-
blad n°. 85), regelende de zamenstelling, inrigting en bevoegd-
heid der Gemeentebesturen
Doen te weten
Dat de rekening en verantwoording van de inkomsten en uit-
gaven dezer Gemeenteover het dienstjaar 1852op hedenaan
den Raad is overgelegd en tegelijk op de secretarie der Gemeen
te voor een ieder ter lezing is nedergelegdterwijl dezelve tevens
tegen betaling der kosten in afschrift aldaar verkrijgbaar
is gesteld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort,
den 29sten Julij 1853.
Burqemeester en Wethouders van Schiedam,
C. A. van BOL'ES.
De Secretaris
VERNfcDE.
In onze n°s. 28 en 29 deelden wij onze beschouwingen
mede over het gewigtig wets-ontwerp tot regeling van het
toezigt op de onderscheidene kerkgenootschappendat van
Re-eringswege aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
was aangeboden. Tijd en plaats veroorloofden ons niet
onze gedachten in het breede uiteen te zetten. Wij bepaal-
den ons alzoo tot hoofdpunten. De slotsom onzer overwe-
gingen was, dat we het vaststellen eener wet, strekkende
om de beginselen in toepassing te brengen, welke in het
zesde hoofdstuk der Grondwet geworteld zijnpiet in strijd
oordeelden met de voorschriften der Grondwet: ja dat zelfs
de ondervinding de wenschelijkheid had aangetoonddat er
nopens die gewigtige aangelegenheid eene wet tot stand
kwam. Maar aan den anderen kant gaven wij te kennen,
dat het voorgedragen ontwerp, zoo als het daar ligt, zoo
vele bezwaren opleverde, dat wij daaraan onzen bijval niet
koiulen schenken en dat wij ook voorzagen, dat het moei-
jelijk derwijze de goedkeuring van de Vertegenwoordiging
zou kunnen we-dragen. Bij de beoordeeling van dat wets-
ontwerp, hebben we ons dikwerf afgevraagd, of wij ook
in de opvatting der grondwettelijke bepalingen mistastten.
Las men toch sommige dagbladen, dan viel er niet aan te
denken, om ten aanzien van dit onderwerp eene wet vast
te stellen. Men beriep zich op hetgeen bij de herziening
der Grondwet had plaats gevonden. Wat kon men beter
doen, dan de woorden te herinnerendie in 1848 door
de toenmalige en ook tegenwoordige ministers Donker Cur-
tius en Lightenvelt over dit teedere vraagstuk waren ge-
sproken En toch gaf een naauwkeurig onderzoek ons in
n°. 28 -rond, om ook onzerzijds de grondwettigheid van den
maatregel vol te houdendoor ons mede te beroepen op
hetgeen in 1848 door den minister voor de Zaken der
Hervormde Eeredienst, den heer van Heemstra, was aan-
gevoerd. Wij beriepen ons verder op het gezag van den
heer Thorbecke, die in 1837 en in 1840 met zoo veel na-
druk te kennen gegeven had, dat het de taak der wet was
te bepalenwat al ten opzigte van de inrigting der kerk
genootschappen eer ze in werking zou komenaan het oor-
deel des Konings moet worden onderworpen.
Thans is in de afgeloopen week het verslag van de eommis-
sie van rapporteurs van de Tweede Kamer over dat belang
rijke wets-ontwerp in het licht verschenen. Dat rapport
is reeds al-emeen bekend en onze ruimte laat niet toe het
O
thans in bijzonderheden te ontleden. Aangenaam was het
ons daaruit te ontwarendat wij niet mis-etast had den in
ons oordeelwant verreioeg de meerderheid ijefTedfiiJfan de
Kamer meende, dat, wat er ook van de noodshkeliflj^kid
en gepastheid van de thans voorgedragene wefsbepali
zijn mogt, het niet kon betwist worden, dat de Grooii
r 'tUjit
v ,<N: