welke niemand baat. Nuttelooswant bet kan nocli zal de af-
kondiging, of de verspreidigg en bekendmakingvoorkomen.
Dit regt moge zijne waarde hebben gehadtoen de kansel en
de puijen van stad- of gemeente-huizen de denige plaatsen en
middelen van bekendmaking waren; maar thans naast de vrij-
heid van drukpers, tegenover de geinaTckelijkheid en snelheid
van gemeenschap en openbaarmakingzal van dit regt niets meer
overblijven dan het ij del opschrift eener suprematiedie men
metdedaad niet zal kunnen handhaven noch uitvoeren. Zoolang
men geenen scheidsmuur tusscben Nederland en Italie kan op-
trekken, zal het regt van placet een ijdel regt zijn, lietwelk
slecbts een zwak en krachteloos mistrouwen zal verraden, llet
kan niets anders uitwerken dan wrevelgeenerlei nut stichten
den Staat niets batennoch de Regering in het minst versterken.
De vrees voor de afschaffing van het placet is dus even
ijdel als dat regt zelf.
Ziet men niet dagelijks alles omkeerende beginselen, de-
creten en verordeningen, voortbrengselen van revolution-
nairen tuimelgeest, door den druk bekend gemaakt, zon-
der dat iemand er aan denktde schadelijke openbaarma
king daarvan te beletten?
Het is niet hetzelfde heeft men gezegd, of kerkelijke
voorschriften door de drukpers bekend gemaakt, dan wel
van den kansel voorgelezen worden. Neen, dit is zoo,
maar zeker is het ook, dat, met het placet, eene verbodene
bul met meer gretigheid gedruktverspreid en gelezen zal
worden.
Het is dus onstaatkundig, het regt van placet vast te
lioudenen integendeel staatkundigmet art. 8 te bepa-
len, dat de tusschenkomst der Regering niet zal vereischt
worden bij de briefwisseling met de hoofden der onder-
scheiden kerkgenootschappeu en bij de afkondiging van ker
kelijke voorschriften. In een tijdstip, waarin godsdienst-
vrijheid meer dan ooit de leus en kreet van geheel het
beschaafd Europa is, zoude het voortdurend bestaan van
het regt van placet, vooral onder de regering van eenpro-
testantsch vorstminstens als eene anomalie beschouwd
worden.
Ik stem toe, dat de vrijheid aanleiding tot misbruik kan
<revenmaar naast elke vrijheid staat de mogelijkheid van
misbruik. Geef bij v. de vrijheid van drukpers geeue aan
leiding tot bedenkelijke en schadelijke misbruiken? Nie-
mand°zal het betwisten, maar niemand zal er daarom aan
denken, die vrijheid aan preventive banden te willen leggen.
Waarom mengt zich de Regering niet in de briefwisse
ling van alle genootscbappenzoo van letterkundigenge-
leerden als mayonnieken aard Omdat men die inmen-
ging teregt als eene achterdochtige dwingelandij zoude be-
schouwen. Waarom moeten dan de geestelijken alle'dn aan
dien laatdunkenden en vernederenden maatregel onderwor-
pen worden
In die uitzoudering is de grief; daarin is de kwelling ge-
legen
De Regering vindt daarvoor niet ddne bilhjke reden.
In Amerika, waar zoo vele verschillende lcerkgenoot-
schappen zich geheel vrij naast elkander bewegenheeft
men nimmer de ongelegenlieden van vrijheid in deze on-
dervonden. Ilier heeft men het betreurenswaardig schouw-
spel gezien van landverhuizingen naar Amerika, alleen' om
daar eene godsdienstige vrijheid te zoekendie op den ge-
boorte-grond belemmerd en betwist werd.
In het grootendeels protestantsche Pruissen is, volgens
art. 48 of 49 der constitutiede briefwisseling met de ker
kelijke overheden geheel vrij.
Het mag minstens betwijfeld worden, of de vertraging
der emanicipatie van zekere gezindheid Engelands heil be-
vorderd heeft.
Vreemdzeer vreemd zoude het toch schijnendat de
vrijheid van godsdienst, de afschaffing van het die vrijheid
belemmcrende placet, door eene bijna geheel protestantsche
Regering aan Nederland wierd aangeboden, en dat dit ge-
sclienk der dierbaarste vrijheid door de volksvertegenwoor-
digers wierd afgeweeen.
Ik mag het voor de eer van Nederlands Vertegenwoor-
diging niet vreezen, zelfs de mogelijkheid daarvan niet \ei-
onderstellen.
Een lid dezer Yergadering heeft beweerd, dat uit de ai-
schaffing van het placet burger- en religie-oorlog, ontbin-
ding der maatschappij enz. zullen ontstaan. Waarlijk, eene
zeer verontrustendemaar meer nog eene vreemdsoortige
voorspelling
Ik stel daar tegenover eene andere; aeze: dat, wanneer
eenmaal dit voorstel wet zal zijn geworden, er niet alleen
om het placet of non-placet geen blood gestort, maar hier
zelfs geen druppel druk- of schrijfmkt meer vermorst zal
worden.
Ik duide het denzelfden spreker ten goededat hijter
bestrijding der katholijko vrijheid, het gczag heeft ingeroe-
pen van een pastoor, die zijne standplaats verlateu heeft;
want door de aanhaling van znlk een gezag heeft hij zijne
""telling merkelijk verzwakt.
Ik zal op mijne beurt, ten betooge, dat niet godsdien
stige vrijheid, maar integendeel verdrukking dier vrijheid
burger- en religie-oorlog doet geboren wordenhet gezag
inroepen van den straks door mij aangehaalden protestant-
schen schrijver en staa.-man, die in zijn voormeld werk,
lste deelbladz. 8 en 9, zegt: Mais on a ddnaturd la
"religion. L'on a poursuivi l'homme dans ce dernier asyle,
dans ce sanctuaire intime de son existence. La perce-
cution provoque la rdvolte. L'autoritdddployant ses ri-
gueurs contre une opinion quelconqueexcite a la mani-
testation de cette opinion tous les esprits qui ont quelque
valeur. II y a en nous un principe, qui s'indigne de toute
contrainte jintellectuelle. Ce principe peut aller jusqu'a
la fureur." En verder: Le rcgne de l'intoldrance est
passdAvec l'empire de l'intoldrance doit s'dvanouir
ii aussi l'irritationque l'oppression fait naitreet qui s dn-
orgueillit de lui rdsister."
Als men dien schrijver gelooven mag, dan zoude uit het
belioud van het placet juist die schrikkelijke gevolgen kun
nen ontstaan, welke de spreker uit Gelderland van de af
schaffing van het placet voorspelt.
De Regering van een land zoo als hier, waar verschil
lende godsdienstige gezindheden bestaan, moet zich op een
gvooter terrein plaatsen, dan dat van bemoeijenis, inmen-
ging of tusschenkomst.
Zij heeft zich daarom ten aanzien der godsdienstige ge
zindheden geplaatst op het terrein van vrijheidvan vrijheid
voor alienen van bescherming aan alle gezindheden.
Op dat hooge standpunt kan deze Regering alleen tegen
vooroordeelen te strijden hebbenwant zij laat alle regten
ongeschonden. Op datzelfde standpunt zal zij geen impe-
rium in imperio te duchten hebbenwant hare magt zal
geeerbiedigd wordenomdat zij niet door onderdrukking te-
genstand zal opwekken.
Een redenaar uit Noord-Holland heeft de noodzakelijk-
heid van het behoud van het placet willen afgeleid hebben
uit art. 431 van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvor-
dering, lietwelk een verlof eischt tot het ten uitvoer leggen
binnen het Koningrijk van vonnissen, door vreemde regters
of regtbanken gewezen. Ik zal hierop antwoorden: eens-
deelsdat de wet niet verbiedt, om een vreemd vonnis
zonder voorafgaand verlof of placet openbaar te makenen
anderdeels, dat er geene gelijkstolling van een vreemd von
nis met eene pauselijke bulle, in welk geval ook, denkbaar
is. Een geplaceteerd vreemd vonnis heeft burgerlijke ge
volgen in dit Rijk, alwaar allddn regt gesproken wordt in
naam en van wege den Koning. Zoodanig vonnis kan door
den sterken arm, door deurwaarders en militaire magt, ten
uitvoer gelegd worden.
De geachte redenaar, dien ik beantwoord, zal toch wel
aan eene geplaceteerde bulle van den Paus zoodanige uit-
voering niet willen verzekerennoch aan de daarin vervatte
beslissing, op die wijze, of door elke andere van den Staat
uitgaande magtkracht willen doen bijzetten ter bevorde-
ring van de naleving of uitvoering. Wanneer de wetten
en voorschriften der Eerkeven als in vroegere tijdenwet-
ten en voorschriften van den Staat wierden of door het
placet konden wordendanmaar ook dan alleenzou de
stelling van den redenaar, uit art. 431 van het aangeliaalde
wetboek ontleendeenige overweging kunnen verdienen
maar thans schroom ik niet te verklaren, dat zijne stelling
juist een doorslaand bewijs voor de doelloosheid van het
placet oplevert.
Diezelfde spreker heeft verlangd, dat het placet bij eene
wet en niet bij de Grondwet bepaald worde, omdat eene
andereeene opvolgendeRegering deswege andere denk-
beelden kon voeden, en alsdan niet door de Grondwet moest
gebonden zijn. Hij ziet daarbij echternaar het schijnt, niet
in, dat juist het gebonden zijn aan de Grondwet hier noodlg
wordt. Omdat er eene andere Regering, andere ministers,
kunnen optredendie andere beginselen zouden kunnen hul-
digen, moet het beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid
in de Grondwet gevestigd worden. Buitendien, wanneer
het gezegde van den redenaar opgaatdan kan men het
zelfde tegen iedere bepaling der Grondwet aanvoeren; dan
zoude van haar laatste tot haar eerste artikel niets over
blijven; alle daarin vervatte bepalingen, vrijheden regten
en waarborgen aan de gewone wetgeving kunnen worden
overgelatenen het eenige artikel der Grondwet moeten
luidenEr zal geene geschreven Grondwet zijn.'
Het is meer dan tijd Edel Mogende Heerendat de scliier
belagchelijke dobbering tusschen placet et no/i placetet iterum
placet, eindelijk ophoude.
Eenen wenk wensch ik, met do beste bedoeling en de
meeste bcscheidenheid ten slotte hierbij te gevenhij is
namelijk deze: dat do toe- of afstemming van dit wets-ont-
werp in Europa de maat zal zijn, waarnaar men uwe ver-
draagzaamheiduwe liberalitcit zal kunnen beoordeelen en
afmeten
Gedrukt bij II. A. M. RO EL ANTS, te Schiedam.