Binnenlandsch Overzigt. STATEN-6ENERAAL. niet tredenraaar slechts twee punten aanstippen. De gehouden discussien moeteu bij iederdie ze aandachtig gevolgd heeft, ten minste een aangenamen indruk te weeg brengen. Het is daarait toch middagklaar bewezendat niemand, geen minister en geen lid, in het minste op het oog heeft de aanrandingveel minder de vernietiging van de godsdienstige vrijheid. Integendeelvan vele zijden heeft men het nadrukkelijk vernomen, dat, zoo er van den kant der Katholijken kon worden aangetoond, dat er in het ontwerp iets gelegen was, dat in het wezen hunner gods- dienst ingreepof dat met de godsdienstvrijheid in strijd was, men zich zou beijveren om dit nit de voordragt te doen verdwijnen. Ja, men heeft zelfs verklaard, dat men in dat geval de voordragt zou afstemmen. Bij de behan- deling van de artikelen zal het moeton blijken, of de Ka- tholijke leden kunneu aantoonen dat er iets dergelijks in deze wet te vinden is. De ministers hebben het bij her- haling verklaard, dat dit zou zijn tegen hunne bedoeling en tegen hun oogmerk. Neenmen is er duidelijk voor uitgekomen, dat dit ontwerp de strekking niet heeft, om eenige godsdienstige gezindheid van hare vrijheid te be- rooven, maar alleen om de vrijheid van alien en het oppergezag van den Staat te verdedigen tegen elken aanval van welke gezindheidvan welken kant deze ook komen moge. Wat meer is, het ministerie is er open- lijk voor uitgekomen, dat deze wet strekt om een einde te maken aan de spanning en onrust, die reeds al te lang in den lande bestaan heeft en datna vaststelling der wet, de R. K. kerk op wettige wijs met goedvinden der Regering hare organisatie zal kunnen ten uitvoer leggen en de bisschoppen op wettige wijze ztillen worden geves- tigd. In die overtuiging hadden we gaarne gewenscht, dat dit wets-ontwerp niet zoo veel tegenstand van de zijde der Katholijken had ondervonden. Zoo men de wet mogt aannemenmen zal zich over de gevolgen daarvan niet behoeven te beklagen. Te regt zeide een der ministers dat men in Nederland slechts zelden over inmenging der Regering in de kerkelijke zaken heeft te klagen gehad. Wij vreezen volstrekt niet, dat dit na de aanneming der wet het geval zijn zal. Geen vrijheidlievend Nederlauder zal van die wet misbruik maken. Men zal zich daarvoor wel wachtcnomdat men geene 2/5 gedeelten van de bevol- king in zijne dierbaarste belangen zou willen kwetsen. Wij vleijen onsen dat is ons tweede punt, dat de katholijke bevolkjng, dat de vertegenwoordigers van hunne gezindheid in de Kamers, dit zullen inzien. Neen, wordt de wet aan- genomen, zij zal tot handbaving van het staatsgezag strek- kenmaar volstrekt niet om de godsdienstige vrijheid van onzen bodem te doen verdwijnen. Wij duchten dan ook niet de gevolgen, die men uit hare aanneming heeft ge- schetst en voorspeld. De waardige en bezadigde taal door de meeste R. K. vertegenwoordigers gehouden, strekt ons ook daarvan tot waarborg. »Wat er ook gebeure, de Ka tholijken zullen zijn en blijven getrouwe onderdanen van den Koning." Dat waren de woorden van den heer Dom- mer van Poldersveldt; dat waren woorden van verzoening en geruststelling. De Katholijken kennen thans de strek king van het ontwerp, de inzigten der Regering. De Pro- testanten verlangen een waarborg, dat hetgeen er geschied is, in hetvervolg, immers op dergelijke wijs, niet meer ge- beuren kan. Dat men dan bij eene aanneming van het ontwerp elkander de broederhand reike ongelukkige ver- schillen ter zijde stelle,de rust in het Vaderland doe we- derkeerengodsdienstige verdraagzaamheid doe herleven en dat men bedenke, dat we alien zijn zonen van hetzelfde Vaderland. De strijd is afgestredende gevoelens zijn ontwikkeld; men heeft zijn hart lucht gegeven; scherpe, maar bescheiden taal werd gevoerd. Het geschil zij nu geein- digd, de palmtak des vredes zwaaije voortaan weder over den dierbaren geboortegrond. Laten wij dan hopendatzoo de wet wordt aangeno- mendeze een verzoenings-teeken zij tusschen alle partijen. Mogt die stem in en buiten de Kamer eenen krachtigen weerklank vinden! Men toone algemeen (en dus ook de organen der drukpers) dat gehoorzaamheid aan de wetten van den Staat in Nederland geen ijdel woord is! d.-u gesroUl; deze staan ter verzending gerecd, zoodra het picde- stni zal zijn geplaatst. Het is te hejaiiiraerendat de fondering, door de heeren van /anten en de Groot geheel op hun eigen kosten gelegd, verholen moet blijven. Dit uitmuntend stuk metselwerk was waardig even als het monument zelve, het oog van bet pu- bliek te vestigenhet is eene sehoone en kostbare bijdrage tot de op rig ting van dit gedenkstuk. Wij vernemen ook, dat de heer Ellinkhuizen voor zijne rckening do omheining maakt en plaatst welke thans op het buitenhof wordt gesteld. I)e minister van iinantien heeft bekend gemaaktdat de rente- betaling op hetgrootboek der 3 percents national© schuld over het half jaarverschijnende primo September 1853, zal geschieden an Donderdag tot en met Vrijdag 9 dier maand en vervolgens over al de nog verschuldigde halfjarenop alle werkdagen (met uitzondcriug van den Zaturdag), van Maandagden 12 Septem ber tot en met 15 Januarij 1854. De staatsraadcommissaris des Konings m de provincie Zuid- holland heeft aan de gemeentcbesturen kennis gegevendat de in- spectie over de zich met verlof bevindende miliciens, dit jaar wc- derom slechts eenmaalen wel in de maand October aanstaande zal gehouden worden. De commissie tot de droogmaking van het Haarlemmermeer heeft hare eerste verkooping gehouden van de drooggemaakte grondeu in de Haarlemmermeer-polder. Zij kan het genoegen hebben aan de vele belanghebbende in deze groote onderneming mede te dee- len dat die verkooping naar wensch is afgeloopen. 784 bunders 20 roeden zijn met graagte door verschillende Nederlanders gebragt tot de som van /575.250 en dadelijk gegund. Welhaast zal men alzoo in den polder der landbouw op de uitmuntende versche gron- den in voile ontwikkeling zien. Men verzekert, steeds dat Z. M. zich tegen den I September naa- het kamp van Zeist zal begevenom aldaar eenigen tijd te verr blijven. Men heeft een' aanvang gemaakt met de kruin der fonderiug te ontblooten, waar het monument, aan de nagedachtenis van wijlen Z. M. Willcm II gewijdzal worden opgerigt. Men plaatst eene heining random die plekten einde de tvcrklieden ongestoord hun w«tk te laten verrigten. Van goederhand zijn wij onderrigt, dat n het laatst van September de beelden op het voetstuk zullen wor- Zitting van Maandag 22 Augustus 1853. In deze zitting zijn de beraadslagingen over de artikelen van het wets-ontwerp aangevangen. Op art. 1 zijn drie amandemcntcn voor- gedragen. De heer Groen van Prinsterer heeft op de le. alinea van art. I een amendeinent voorgesteldom die zinsnede aldus te lezen Aan alle kerkgenootschappen is en blijft de volkomen vrijheid ver- zekerdalios wat hunne godsdienst en de uitoefening daarvan in hunnen eigen hoezem betreft, te regelen." Vervolgens is door den liecr van Rappard op de tweede zinsnede een wijziging voorgesteld om de woorden in den nanhef:„de bepalingen daartoe vastgesteld" te veranderen in de volgende woorden - „de bepalingen betreffende de inrigting en het bestuur" zoodat die tweede zinsnede naai' dit amandement aldus zal moeten worden gelezen: De bepalingen be treffende de inrigting en het bestuur worden, voor zooveel zij niet reeds aan ons bekend zijn gemaakt, binnen eene maand na de af- koudiging dezer wet, door de bestnurders of hoofden der kerkge nootschappen aan ons medegedeeld. Nicuw te maken bepalingen worden mede vddr of bij het in working brengen daarvan, op ge- lijke wijze ter onzer kennis gebragt." De Minister van Justitie heeft daarop namens de Regering ver klaard, zich met de beide amendemententot verduidelijking van het artikel strekkende, te kunnen vereenigen. Tot wegneming vail twijtel wordt editor door de Regering zelvo eene wijziging "inge- diend, waardoor het woord voorajin den laatsten regelkomt"to vervallenzoodat de derde zinsnede aldus moet worden gelezen: „Voor zooveel er zich ouder de bepalingen, bij dit artikel bedoeld, eenige bevindt, welke de medewerking van het staatsgezag ver- eiscbt, wordt die medewerking niet verleendtenzij de bepaliug (hier vervalt het woord vooraj") door ons is goedgekeurd. l'en slotte is 1°. het amendement van den heer Groen op I aangenomen mot 52 tegen 16 stemmen. J'oor de heeren de Kom, penaerHoffmanSchimmelpeunink v. d. Oije, ten CateHugen- holtz, Tacts v. Amerongen, Westerhoff, Wintgens, Rochussen- Donker, Mackay, Baudde Lorn de Rerg, de Brauw, Elout, Dom- mer, Geversvan Gollstein, Groen, Slicher, Strews, van Foreest, van Heiden Roinestein van Lennep, Sander, Rijk, v. d. Brugghen, van Rappard, Sleeswijk Vening, DeinseKngelouv. Asch v. W'ijk,' van Franck, van Reede, van Bosse, Godefroi. Dirks, Boeije WintershovenStorm van 's Gravesande, van der Poel, de Man] van Akerlaken, van Lijndeu, graaf Schimmelpenninck, Stoltevan Voorst, Bieruma Oosting, Jespers, Hoekwatervan Nispen en de Voorzitter. Tegen de heeren: Reinders, Hengst, van den Heuvel, Bots, v. d. Veen, Sloet, Storm, Meeussen, Thorbeckevan Hoevell, Luy- benZijlker, de Poorter, van Eck, Bosscha en Beens. "2". bet amendement van den heer van Rappard op 2 wordt aangenomen met 57 tegen 11 stemmen. Tegen de heeren: Reinders, Hengst, ten Cate, Bots, van Nispen, Sloet, van Hoevell, van der Veen Luyben Zijlker en de Poorter. 3°. een amendement van den heer Rochussen op de 3e. zinsnede wordt verworpen met 57 tegen 10 stemmen. Voor de heeren: Ro chussen, de Brauw, Elout, Gevers, Groenvan Foreestvan Len nep van Reede van Ondtshoorn, van Lijnden en graaf Schimmel penninck (afwezig de heer Baud). Daarna is art. 1 zooals het door deze amendementen is gewij- zigdaangenomen met 41 tegen 27 stemmen. Voor de heeren: van Reede, Godefroi, Bosscha, Dirks, Boeije, van der Poel, van Akerlaken, van Lijnden, Schimmelpenninck v. d. Oye, Stolte, van Voorst, Bieruma Oostingde Kempermer, Hoff man, graaf Schimmelpenninck, Taets v. Amerongen, Wintgens, RochussenDonker, Mackay, Baud, de Brauw, Elout, Gevers, van Gollstein, Groen, Slicher, van Foreest, van Heiden Reinestein, van Lennep, Sander, Hoekwater, Rijk, van der Brugghen, Vening, van Rappard, van Deinse, Engelen, van Asch van Wijck, van Franck en de Voorzitter. Tegen do heeren: Luyben, Zijlker, de Poorter, van Bosse, van Eck, van Wintershoven, 's Gravesandede Man, Jespers, Beens, Reinders, Hengst, ten Cate, Hugenholtz, van den Heuvel, Wes terhoff, Botsvan Nispen, de Lom de Berg, Sloet, Storm, Dom- mer, Meeussen, Strens, Thorbecke, van Hoevell en v. d. Veen. De discussien over art. 2 zijn aangevangen. De heer Elout heeft zijn amendement op dat artikel toegelicht. MorgenDingsdag, ochtend ten 10 ure voortzetting.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 2