VOOR SCHIEDAM. VLAARDINGEN, MAASSLUIS, R0ZE1ERG, BRIELLE EN HELLEVOETSLEIS.
h
A°. 35.
Woensdag, 31 Augustus.
1853.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
KENNISGEVING.
UITGAVE VAN
A, M. ROELAMTS,
TE SCHIEDAM.
KorrespondentenJ. A. KANNGIESSERle VlaardingenWed. G. van der WEIJDEN, te Maassluis; II. G. van STEEDEN le Hellevoetsluis.
Abonnemcnten worden raede aagenomen bij M Schooneveld Zn.te Amsterdam; Gebr. Ilendriksen, te Rotterdam, eaverder bij alle Boekhaudelaars en Posldireetcnren.
TOEZIGT OP DE ONDERSCREIDENE KERK
GENOOTSCHAPPEN.
DE M A A S B 0 D E
Dit Blad verschijnt geregeld alle Wocnsda-
gen. De prijs is per drie mannden voor Schiedam
f -.75 voor VlaardingenMaassluisRozenburg
Br telle, Hellevoetsluis f -.90. Voor allc andere
steden franco per post f 1.05. Alle Boekhan-
delaren en Postkantoren nemen bestellingen aan.
De prijs dcr Advertentieois van 1-6 regels
f-Si0, behalve 35 Cents zegelregt yoor hetKijk.
Alle regels daarenboven 10 Cents. Kapitale
letters of vignetten betalen naar de plaats dio
zij innemen. Alle advertentien moeten Dinga^
dag vddr een uur ter drukkerij te Schiedam zijn.
T)b BURGEMEESTER en WETHOHDERS van SCHIEDAM
Golet op art 203 der wet van den 29 Junij 1851 (Staatsblad n®.
85), regelende de zamenstellinginrigting en bevoegdhcid'der Go-
meentebesturen
Doen te weten:
Pat de Begrooting van de inkomsten en uitgaven dezer Gemeente
voor het dienstjaar 1854 op heden aan den Raad aangeboden en
op de Seeretaric der gemeente voor een ieder ter lezing is neder-
gelegdterwijl dezelve tevens, tcgen betaling der kosten in af-
schrift aldaar is verkrijgbaar gesteld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 26
Augustus 1853.
Burn emees ter en Wethouders van Schiedam
C. A. VAN BOL'ES.
De Secretaris
VERNE DE.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft in- de af-
geloopene week de beraadslagingen over het wets-ontwerp
tot regeling van het toezigt op de kerkgenootschappen ten
einde gebragt. Twaalf zittingon en eene avondzitting heeft
zij aan die beraadslagingen gewijd. Het einde der discus
sion was de aanneming van het wets-ontwerp met eene
meerderheid van 41 tegen 27 stemmen. Uithoofde van het
gewigt van het onderwerp laten wij de plaats gehad hebbende
stemming hier in haar geheel volgen
"Voor: de heeren van RappardSanderSleeswijk Veiling
Stolte, van der Poel, van Lijnden, Godefroi, Schimmelpen-
ninck van der OijeBieruma Oostingvan Voorstvan Reede
van Oudshoorn, de Kempenaervan Franck, Donker, van
Akerlaken, Hoekwatervan der Brugghen, Schuurbeque Boeije
WmtgensDirksvan Goltsteinvan LennepBawd, van Asch
van Wijck, Groen van Prinsterer, Hoffmann, MackayRo-
chussen, van Heiden Reinestein, Slicher van Domburgvan
Foreest, Gevers van Endegeestde Brauwvan Demse, Rijk,
graaf SchimmelpenninckEngelenTaets van AmerongenBos-
scha, Elout van Soeterwoude en de Voorzitter Boreel van
Hogelanden).
Tegen: de heeren Buy ben, ZylkerBlaupol ten Gate, van
den Heuvelvan der Veenter Bruggen Hugenholtzvan Eck
de Lom de BergHengst, van Bosse, van Nispen van Seve-
naer BotsBeensL. D. StormJespersde ManWes-
terhoff, Meeussen, van Hoevell, Reinders, Dommer van Pol-
dersveldtvan WintershovenStrens, Sloet tot Oldhuis, Thor-
beckeStorm van 's Gravesande en de Poorter.
Gedurende de beraadslagingen zijn er met overleg der Re-
gering nog onderscheidene wijzigingen in het ontwerp ge
bragt. Wij achten het dienvolgens niet ondoelmatig hier
andermaal het ontwerp mede te deelenzoo als het nu door
de Kamer is aangenomen
Wij WILLEM HI, enz.
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodig is
eenige wettelijke bepalingen vast te stellen ter uitvoering van on
derscheidene voorschriften van het Vide hoofdstuk der Grondwet
en ter vervanging van op dit onderwerp bestaande verordeuingen
opdat Wij gelijke beseherming aan alio kerkgenootschappen in het
Rijk kunnen verleenen, en waken, dat zij zich houden binnen de
palen van gehoorzanmheid aan de wetten van den Staat,
Zoo is hetdat Wij den Raad van State geboord en met ge-
meen overleg der Staten-Generaalhebben goedgevonden en ver-
staangelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Art. 1. Aan alle kerkgenootschappen is en blijft de volkomen
vrijheid verzekerd alles wat bunne godsdienst en het uitoefenen
daarvan in hun eigen boezem betreft, te regelen.
De bepalingen betreffende de inrigting en het bestnnr worden
voor aooveel zij niet reeds aan Ons bekend zijn gemaaktbinnen
eene maand na de afkondiging dezer wet, door de bestuurders of
hoofden der kerkgenootschappen aan Ons medegedeeld. Nieuw
te malcen bepalingen worden mede vddr of bij bet in werking bren-
gen daarvan, op gelijke wijze ter Onzer kennis gebragt.
Voor zooveel er zich onder de bepalingeD bij dit artikcl be-
doeldeenige bevindtwelke do medewerking van het staats-gezag
vereischt, wordt die medewerking niet verleendtenzij de bepaling
door Ons is goedgekeurd.
Art. 2. Vreemdeliugen aanvaarden geene kerkelijke bediening
dan na daartoe Onze toestemming te hebben veikregen.
Alleen in het belang der openbare rust en orde kan die toestem
ming geweigei'd worden.
Art. 3. De titulaturen in de kerkgenootschappen aan de bedie-
naren der openbare godsdienst toegekendgeven noch ten opzigte
van het wereldlijk gezag, noch ten opzigte van andere kerkgenoot
schappen eenige aanspraak, rang of voorregt.
In de aanvaking met het wereldlijk gezag worden die titulaturen
alleen gebezigd met vermelding van den geslachtsnaam der titu-
larissen.
Art. 4. De ter aanwijzing van kerkelijk gebied door kerkgenoot
schappen gebezigde namen van pr viceion of gemeenten worden
slechts als van kerkelijken aard beschouwd on hebben geen verder
gevolg.
Art. 5. Synodale vergaderingen en hoofden die kerkgenoot
schappen vcrtegenwoordigen of besturen, behoeven onze goedkeu-
ring op de plaats van vestiging.
Voor zooveel deze goedkeuring bij de afkondiging dezer wet
nog niet is verleend, wordt, na met hen gehouden overleg, door
Ons, den Raad van State geboord, over de geschiktheid der aan-
gewezene vestigingsplaats uitspraak gedaan.
Alleen in het belang der openbare orde en rust on bij een met
redenen omkleed en openbaar gemaakt besluit kan eene aangewezen
vestigingsplaats als zoodanig door Ons ongeschikt worden verklaard.
Art. 6. De bedienaren der openbare godsdienst dragen het ge-
waad voor kerkelijke plegtigheden of bij de uitoefening van de open-
bare godsdienst in hun kerkgenootschap gebruikelijkniet dan bin
nen gebouwen en besloten plaatsen of daar waar de openbare
godsdienstoefening, naar het 2de lid van art. 167 der Grondwet
is toegelaten.
Art. 7. Elka oprigting of inrigting van een gebouw tot uitoefe
ning van de openbare godsdienst, binnen den afstand van twee hon-
derd ellen van eene bestaande kerk, vereischt in het belang der
openbare orde een onderzoek omtrent de plaats van vestiging.
Vddr dat de oprigting of inrigting wordt toegelaten, wordt daar-
omtrent door hot gemeentebestuur beslist. Deze beslissing is vat-
baar voor een beroep op Gedeputeerde Staten, en bij bezwaar ook
tegen de beslissing van deze, wordt hunne uitspraak aan Onze eind-
beslissing onderworpen. Het besluit door Ons te nemenna den
Raad van State te hebben gehoord wordt met redenen omkleed
en openbaar gemaakt.
Wanneer de oprigting of inrigting zonder verlof heeft plaats ge
had, wordt het gebouw gesloten.
Art. 8. Het klokkengelui tot viering van kerkelijke plegtigheden
of om de ingezetenen tot de godsdienstoefening op te roepen, kan
in gemeentenwaar kerken van meer dan een kerkgenootschap
zijn in het belang der openbare orde en rust door Onzen commis-
saris in de provincie worden verboden.
Klokkengelui tot andere einden heeft geene plaats dan mot ver-
gunning der plaatselijke politie.
Art. 9. Hij die aan deze wet niet vold«f,' >hare voorsc
overtreedt, of elders dan art. 167/der GrondwoWhelaat
bare godsdienst uitoefentwordt Vcrkhwd in si
te hebben gehandeld" en veroordeeld in de kosten.
Art. 10. De officieren van juslitle bij de arrond^sei
bauken eischen, overeenkomstig met de bepaiinge^yva
van het Wctboek van Bnrgerlijke Regtsybrderingr' voor
briftep