Buitenlandsch Overzigt.
van consignationon 14°.) dat tot opheffing der in den Molukschen
arehipel bestaande beperkende bepalingen met opzigt tot den han-
del en do schoepvaart aldaar. Het ontwerp tot verzekering der
uitvoering van sommige voorschriften van plaatselijko verorde-
ningen heeft tot eenige discussie aanleiding gegevendoch is ten
slottc mede met 23 tegen 5 stemmen aangcnomen. Uit krachte
van dat ontwerp zal de bevoegde autoriteit, in sommige gevallen,
hot regt hobbenom in de woning eons ingezeten zijns ondanks
to tredcn. Do Minister van Binnenlandsche Zaken heeft echter
verkiaarddat van de bevoegdheid tot binnentreden eerst dan ge-
bruik zal worden gemaaktwanneer het intreden geweigerd wordt.
Bij de behandeling van het ontwerp, tot wijziging der wet van
28 Augustus 1851 wegens de bevordcring der officieren van de
genoeskundige dienst on van de administratie bij de zeemagt, heeft
de Minister van Marine op eenige vragen door den heer van
Beeck Vollonhoven gedaan, geantwoord, dat hij zich van de schei-
ding der inspectie van de goneeskundige dienst van Zee- en Land-
magtde beste gevolgen voorstelt. Sedert de reorganisatie heeft
zich eone mcnigte Nederfandsche jongelingen die voor de burger-
praktijk hadden gestudeerdvoor de dienst aangeboden hetgeen
meende hem het beste bewijs is van het nut van den gonomen
maatregel. Geene meerdere onkosten zullen daarnit voortvloeijen.
Bij gelegenheid der beraadslagingen over het Tractaat met Costa
Rica, heeft do heer van Rijekevorsel de voigende belangrijke be-
schouwingeu over den liandel en de nijverheid in het midden gebragt:
„Bij dit tractaat, geheel op wcderkeerigheid gegrond worden
hier tc lande geene bijzonderc gunsten verleend. Wat de scheep-
vaart betreftverzekeren wij van onze zijde aan Costa Rica maar
datgene wat reeds bij de wet van 8 Augustus 1850 aan alle na
tien is verleend terwijl wij tevens eene gelijke behandeling in de
repnbiick bedingen.
Overeenkomstenop zulke eenvoudige en vrijziunige grondslagen
gebouwd kunnen die verwikkelingen niet gevenwelke ontstaan
uit tractaten waarbij allerlei afzonderlijke gunsten worden bedon-
gen en verleend; gunsten, die somtijds moeijelijk zijn overeen te
brengen met hetgeen teeds aan andere natien was toegezcgd.
Ik herhaal daarom den wenschreeds in het \erslag der Knmer
uitgcdrukt, dat de Rcgering moge voortgaan soortgelijke overeen
komsten met nog andere natien zoo spoedig doenlijk te sluiten.
Het libcrale stelscl, door Nederland gehuldigd wordt daardoor
uitgebreid Volkon, die nog een differentieel tarief, naar mate van
vlag en herkomst, zijn toegedaan, worden meer en meer in de
engte gebragt en van het onhoudbare van hunnen gekunstelden
toestand overtuigd.
Voor den handel en schecpvaart op Nederland is de wet van
1850, die beide van knellende belemmeringen heeft ontslagenge-
noegzaam. Iedere vlag vindt er volkomene gelijkstelling, van waar
ook de aanvoer geschiede. Vreemden worden daardoor aange-
moedigd onze havens te bezoeken, en aan onze schepen in hunne
havens en overzeesche bezittingen, gelijke regten te verleenen of
bij de reeds verleende te handhaven.
De vrijzinnige scheepvaartwetgevinghier on elders, maar bij-
zonder in Engelandaangcnomenheeft dan ook reeds voor onze
koopvaardijvloot rijke vruchtcn gedragen, en de gelegenheid ge-
opend om van de gunstigc omstandigheden een ruim gebruik te
maken. Het getal onzer groote schepen, vddr drie jaren veel te
groot voor onze behoefte is thans niet meer toereikend en wordt
nog steeds vermeerderd. Aanhoudend worden nieuwe bodems ge
bouwd of op stapel gezet. Zeer begeerd zijn onze schepen tothooge
vrachton voor de vaart naar Australie en Californie, bijzonder van
de Engelsehe havens. Tot hiertoe schijnen de Nederlandsche bevel-
hebbers bij het scheepsvolk beter de discipline te hebben kunnen
bewaren dan vele vreemden. Ook de schepen van een kleiner char
ter en stoombooten vinden aanhoudend bezigheiden in den laat-
sten tijd op eene zeer winstgevende wijze.
De handelsbetrekkingen met de Engelsehe havens zijn nog steeds
toenemende. Aan de vaart op de Middellandsche en Zwarte zeeen
zouden nog veel meer Nederlandsche schepen deel kunnen nemen
dan tot hiertoe het geval was. Ook daar zijnzeowel als in de
Oostzee en op Archangel, de vrachten zeer belangrijk gerezen.
Het productief vermogen van sommige landenhet onderling
volkcnverkeernemen, ten gevolge der opheffing van vroegere slagt-
hoomenio eene ongedachte mate en bestendig toe. Reeds wordt
de handel door Grieksche huizen, in Engeland sedert weinige ja
ren gevestigdop de onderscheidene deelen van de Middellandsche
en Zwarte zeeen zoo kolossaal gedrevendat die de 5de in rang
van den algemeenen handel van het magtig Groot-Brittannie wordt
beschouwd.
Algemeen is bet bekendwelke nieuwe uitwogen de goudlanden
en daar zich vestigende landverhuizers voor den algemeenen han
del opleveren. Wie kan echter berekenen, wat Amerika en het
vijfde werelddeel van Europa nog kunnen worden?
Bestendig behoort de opmerkzaamheid onzer handelaren en on
zer reeders, maar niet minder die der Nederl. Regering, op alle
nieuwe bronnen en wcgen gevestigd te blijvenzal Nederland zijn
aandeel in den wereldhandel behouden en vergrooten. Niets mag
daartoe gering worden geacht. Voor onzen handel en scheepvaart
naar vreemde havenswaar het vrijgevig stelsel nog niet algemeen
is aangenomen is het nuttig overeenkomsten gelijk die met Costa
Rica te sluiten.
De algemeene gelijkstelling voor de regten van Costa-Ricaansche
voortbrengselen met die der meest begunstigde natien in Nederland
vermeerdert wel is waar het getal der afwijkingen van het alge
meen tarief onzer regtenuit hoofde der tractaten met andere na
tien aangegaan, maar geeft geene aanleiding tot nieuwe complication.
Ik acht het wenschelijk dat het differentiele in ons tarief, ten ge
volge der tractaten allengs ontstaanbij eene herzieningdoor eene
algemeene verlaging voor alien, verdwijno, en dat die herziening
niet te lang achterwege blijve.
Dc Minister van Kolonieu heeft in de Eerste Kamer verkiaard
dat hij zoo spoedig doenlijk pogingen zou aanwenden om tot re-
geling van het muntwfzen in Ned. Indie mede te werken. Van
do noodzakelijkheid daarvan was hij ten voile overtuigd.
MorgenWoensdag, vangen bij de Eerste Kamer dc gowigtige
beraadslagingen aan over het ontwerp van wet tot regeling van het
toezigt op de kerkgenootschappen.
Uit het versiag der commissie over dat ontwerp blijkt, dat verre
weg de meeste leden van oordeel zijn geweestdat de Grondwet
het vaststellen eener dcrgelijke wet niet verbiedt. Zij achtcn zon-
dauige |wot dus niet strijdig met de letter der Grondwet. De meer-
derheid der leden heeft de noodzakelijkheid dezer wet in de gc-
gcveno omstandigheden gereedelijk erkend.
De Oostersche zaakdie zoo vele maanden boven alle
andere aangelegenheden de aandacht trok, omdat er de
vrede der wereld van afhing, is thans tot een rustpunt
gcraakt. Men t wij felt er niet meer aanof zij is de eindschik-
king nabijdie der diplomatic zoo veel moeite en inspan-
ning gekost heeft. Binnen eene week wacht men het ant-
woord uit Petersburg op de nadere door de Porte voor-
geslagen wijzigingen in de nota der Weener Conferentie
doch die wijzigingen worden thans door hen zelvedie er
vroeger anders over dachtenals minbeteekenend afgeschetst
en als geenszins geschikt om nieuwe ongerustheid voor eene
woigering van Rusland in te boezemen. De hoop op de
blijvende toetreding van dat land wordt te meer verleven-
digd, omdat het de pogingen van revolutionnairen niet in
de hand zal willen werken, die zich zoo men weet in de
Turksche gelederen bevindenen die niets liever zouden
wenschen, dan dat de oorlogspartij in Konstantinopel de
bovenhand kreeg. Die partij is in den jongsten tijd aldaar
ijverig in de weer geweest, en aan hare pogingen worden
zelfs de wijzigingen toegeschrevendie de Porte nu nog
voorgesteld heeft. De spoedige ontruiming van de vorsten-
dommen en het vertrek van de vereenigde vloten uit de
baai van Besika worden als spoedig ophanden voorgesteld.
De gezant van Turkije, die de verdere onderhandelingen
te Petersburg zou moeten voeren, op den thans te Weenen
gelegden grondslagzal dadelijk na zijne bestemming ver-
trekkennadat de bepaalde toetreding van ltusland zal
ontvangen zijn.
Wat den staat van andere landen aangaattusschen Zwit-
serland en Oostenrijk verlevendigen de geschillen zich voort-
durend, wegens het toelaten van ingezetenen over en weder
over de grenzen; ziet men Italic nog steeds ten prooi
aan zamenspanningen en revolutionnaire aanslagen; zijn
de betrekkingen tusschen Spanje en Engeland niet van de
gunstigste ten gevolge van onderhandelingen over het af-
schaffen van de verouderde bepalingen betrekkelijk de be-
grafenis van Protestantenen heeft het bewind te Madrid
het invoeren van den Times verboden, welk invloedrijk dag-
blad die en andere verordeningen in Spanje vinnig gehekeld
had. Verder ziet men de koningin van Engeland van
het bezoek in lerland (dat thans in welvaart toeneemt)
terugkeeren, en zich gereed maken een bezoek aan Schot-
land te brengen. Het is nog de vraag of H. M. ook -dit
jaar Ostende zal bezoeken, zoo als het gerucht geloopen
heeft. HD. zou namelijk koning Leopold bij het huwelijk
van den kroonprins willen gelukwenschen. Dat huwelijk
geeft in Frankrijk nog tot een en anderen aanval in de
daghladen aanleiding, nu laatstelijk in dit van Amiens;
de Belgische bladen antwoorden daarop met te wijzen op
het onthaaldat de koning en zijn gezin in de onderschei-
den gewesten des lands hebben ondervonden, op de ge-
liechtheid aan de onafliankelijkheid des lands en de va-
derlandsche herinneringen daarbij weder zigtbaar geweest;
zoodat zij meenen dat sommige Fransclie bladen zich door
verouderde vooringenomenheid in hunne aanvallen laten
wegslepen.
De keizer van Rusland zal waarschijnlijk een bezoek
aan dien van Oostenrijk brengen in het kamp te Ollmutz
alwaar, gelijk verleden jaar, groote wapenschouwingen zul
len worden gehouden.
Meer dan al die staatkundige aangelegenheden was in
de afgeloopene week de stand der prijzen en den voorraad
van de granen in Europa het onderwerp, dat de algemeene
aandacht trok, nu tot bekommering, dan tot geruststelling
en ook tot verschillende maatregelen der regeringen aan
leiding gaf.
Het belangrijk vraagstuk der granen werd daarom zoo
levendig behandeld, omdat in de laatste weken de weers-
gesteldheid in andere landen ongunstig was geweestom
den oogst binnen te krijgen en men voor mislukkinng daar
van beducht begon te worden. Die vrees is, over het al
gemeen genomen echter ijdel, want behalve in Italie, het
zuiden van Frankrijk, Griekenland en een paar andere ge
westen in het Noorden, kan men den oogst niet als tegen-
gevalien beschouwen; integendeel wordt uit verschillende
landen, als lerland, verscheidene gewesten van Pruissen,
maar vooral Hongarije en hooger op aan den Donau, ge-
meld dat de oogst meer dan gewoon voordeelig is; ver-
neemt men met genoegen dat in de haven van de
Zwarte Zee honderde schepen met granen gereed liggen of
dat ze van daar bereids vertrokken zijn naar het westen
van Europa, en heeft men nog maar een geringen aanvo