VOOR SCHIEDAM, VLAARDINGES, MMSSLUIS, ROZENBURG, RRIELLE EN HELLEVOETSLUIS. J\°. 37. 1853. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD KENNISGEVING. H. A. M. ROELANTS, TOEZIGT OP DE ONDERSCHEIDENE KERK- GENOOTSCHAPPEIV. DE MAASBODE. Dit Blad verschijnt geregold alle Woensda- gen. De prijs is per drie raaanden voor Schiedam /*-.75voor VlaardingenMaassluisRozenburg BrielleHellevoelsluis f 90. Voor alle andero steden franco per post f 1.05. Alle Boekhan- delaren en Postkantoren nemen besteliingen aan. UITGAVE VAN TE SCHIEDAM. De prijs dcr Advertentien, is van 1-6 regcls f -.60, behalve 35 Cents zegelrcgt voor hetRijk. Alle regels daarenboven 10 Cents. Kapitale letters of vignetten betalennaar de plants die zij innemen. Alle advertentien moeten Dings- dag voor een uur ter drukkerij te Schiedam zijn. KorrespondenlenJ. A. KANXG1ESSER, le Vlaardingen; Wed. G. van der WE1JDENte Maassluis; H. G. van STEEDENte Hellevoelsluis. Abonncmenten worden raedc aagenoraen bij H. Schooneveld Zn.te AmsterdamGebr. nendriksente Rotterdam, en verder bij alle Boekhaudelaars en Postdireclcuren. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SCHIEDAM Doen te weten: Dat het Kohier van het Patentregt en een Snppletoir dezer Ge- iente over bet dienstjaar 18ss/s4, door den beer Commissans des inings in dcze Provincieop den 6 September 1853 executoir rklaarden op heden aan den Ontvanger der Dircctc Belastin- n, ter invordering, zijn overgemaakt. Wordende voorts, bij doze, herinnerd dat een teder verpligt is nen aanslagop den bij de wet bepaalden voet, te voldoenals- sde, dat, van heden af, de termijn vandrie maanden ingaat.bin- Q welken de reclames tegen dezen aanslag behooren te worden rediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 10 ptember 1853. Burqemeester en Wethouders van Schiedam C. A. van BOL'ES. De Secretaris VERNfcDE. Reeds hebben we aan onze lezers het telegraphisch be- 't medegedeeld, houdende, dat de Eerste Kamer der Sta- i-Generaal het wets-ontwerp tot regeling van het toezigt de kerkgenootschappen Donderdag jl.met eene meer- •heidvan 22 tegen 16 stemmen, heef't aangenomen. Niet- •enstaande de lievige aanvallen, waaraan dat ontwerp in buiten de Kamers heeft blootgestaan, is het door 's lands rtegenwoordiging goedgekeurd. De bekrachtiging van liet ontwerp door den Koning is thans te verwachten of heeft welligt, bij de verschijning van dit blad, reeds plaats gehad. De° Eerste Kamer heeft gedurende twee dagen over het ontwerp beraadslaagd. Het meest belangrijke was daar- bij zeker de rede van den minister Lightenvelt, waarvan we de strekking in het Binnenlandsch Overzigt doen kennen. Waar een minister, als man van eer verklaart, dat zijne verrigtingen te Rome niet zonder vrucht geweest zijnen dat hij°door in het kabinet te blijven, in het ware be- lang meent te handelen van den Koning, het algemeene land en de katholijken, daar gelooven we, vertrouwen in de woorden van een minister te mogen stellen. Wij zeggen het dien minister na De toekomst alleen kan en zal "bewijzendat zijne zending een goed en ernstig doel had en dat zij niet geheel vruchteloos geweest is ter berei- king van een heilzaam doel." Er is reeds zoo veel over het ontwerp gezegd en geschreven, dat het tijd wordt zich met andere onderwerpen bezig te houden en deze teedere aangelegenheid te latcn rusten. Uit dien hoofde zullen we de gehouden beraadslagingen niet in alle hare bijzonder- heden nagaan, maar slechts enkele punten herinneren. En dan heeft het ons vooral getroffen, dat ook in de Eerste Kamer verreweg de groote meerderheid het gevoelen aan- kleefdedat er eene wet tot regeling van een staats-toezigt op de kerkgenootschappen, kon worden vastgesteld en dat dit niet in strijd was met de Grondwet. Zelfs tegenstan- ders van het ontwerp waren die meening toegedaan. Daar- onder rangschikken wij vooral een katholijk lid, de heer van Nispen van Pannerden, die niet dnrfde te beweren, dat de wet met de letter en den geest der Grondwet in strijd was. Hij deed opmerkendat de minister van jus- titiedie in 1848 de bekende memorien van toelichting en van beantwoording ontwierp, dat de ministers die deher- ziening der Grondwet leidden, dat verscliillende leden der Volksvertegenwoordiging geenszins instemmen met de uit- legging, welke door de tegenstanders aan de voorschriften der Grondwet gegeven wordt. Hij vond dan ook geene vrijheid, om deze wet te verklaren in strijd te zijn met de Grondwet. Die geeerde spreker, hoezeer tegen de wet gestemd, ging zelfs een stap verder en verklaardedat er zeker nooit eene wet met meer overdrijving is beoordeeld dan de onderha- vige. De discussie bij de Eerste Kamer heeft op nieuw bewezen, dat die meening van den heer van Nispen juist was. Zij heeft aangetoond, dat van den kant der tegen standers overdrevene schilderingen van de working en de ge- volgen dezer wet gemaakt zijn. De minister van justitie heeft in het breede onderzocht wat men in de wet niet vond en daarna - gewezen op hetgeen men er wel in vondhij heeft op nieuw verzekerd, dat het ontwerp volstrekt niet op eenig kerkelijk terrein treedt. Alle geloofsbelijdenis wordt er in vrijgelaten. De wet treedt niet in de benoeming van eenig hoofd van kerkgenootschappen. De Staat wil daarop geen invloed uitoefenengeene personen aanwijzen noch goedkeuren. De Staat roept ook geene kerkvergaderingen bijeen. Kerkelijke omschrijvingen laat zij aan de kerk. Het kerkelijk gebied wordt door de kerk bepaald. Zelfs de standplaatsen en de zetels worden aangewezen door de kerkgenootschappen, zoowel voor de hoofden van kerkge nootschappen, als voor de kerkvergaderingen. De wet laat alle organisatie in eigen boezem vrijmits de Staat daar- door niet benadeeld worde. Inrigtingen en besturen moe ten aan het staatsgezag kenbaar worden gemaakt. Die bevoegdheid berust op art. 165 der Grondwet. Zoo, na de bekrachtiging dezer wet, zeide de minister, twee plaat- sen ongeschikt worden verklaard voor het vestigen van zetels, dan zal daardoor de rust in den Staat worden be- vorderd. Rome zelf heeft het onraadzaam gekeurd die ze tels te doen bezetten. Is dan de tijd voor de Regering niet gekomen, om te waken. Tegen 's Bosch, tegen Roer- mond, zal wel geen bezwaar bestaan, maar men zal wel- dra met de prelaten in overleg treden omtrent de andere plaatsendie men wil aanwijzen. Na rijpe overweging was de Regering tot het besluit gekomendat bij de Grondwet hetregt gegeven is aan het gonvernement, om mededeeling van de inrigting en het bestuur der kerkgenootschappen te vragen, en dat dit regt bier moest worden ingeroepen. Zij was voorts tot het besluit gekomen, dat, zonder krenking van de regten der Katholijken, sommige zetels in het belang der openbare orde konden worden afgekeurd. Dit was eene voldoening voor de niet-Katholijken en voor het gekwetst nationaal gevoelwant de groote grievede herstelling van den aarts-bisschoppelijken zetel te Utrecht, werd daardoor gekeerd. Wijders vloeide het ontwerp voort uit de overtui- ging der noodzakelijkheiddat er een blijk kwnm in onze wetgevingdat het Staatsgezag zicli kan stellen boven de kerkgenootschappennamelijk i^dien zindat kan houden binnen zoodaniga/jsaljg,d*/in -,u in Staat bewaard wordt. Die Aoorden (lio-ftbsliqfyhSg mdfi- ten geruststelling te weeg brengen. De 'ftfAp v-1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 1