Binnenlandsch Overzigt. Bnitenlandsch Overzigt. Binnenlandschc Berigten. voorzigtig moest afbreken hetgeen met zooveel zorg, moeitc en volharding was tot stand gekomen en waarvan wij in de laatste 25 jaren zoo vele heilzame vruchten hebben ge- plukt. Geen waar Nederlander zal roekeloos afbreken en slopen wat bestaatmaar hij zal zicli daarentegen beijve- ren om het bestaande, voor zoo ver het goede en nuttige daarvan is geblekenin stand te houden en te verbeteren. Het is uit dien hoofde, dat wij, in de vrijlieid bij de gesloten overeenkomst aan de Regering gelaten, om produe- ten in Indie te verkoopengeen bezwaar ziendat tot hare afstemming zou moeten leiden. De Regering moet vrij in hare handelingen zijn. Dit wordt zij door gemelde overeen komst. Het gebruik of misbruik maken van die vrijheid is een punt van groote verantwoordelijkheid voor de Re gering. Zij zal daartoe dus ook niet overgaan, wij houden ons daarvan verzekerd, dan na rijp beraad. Z. M. de Koning is uit deze residentie naar het Loo vertrokken. Z. M. lieeft den 5 en 6 dezer goedgevonden 1°). Z. H. Karel Bernhard, hertog van Saksen-Weimar- Eisenach, generaal der infanterie, kommandant van het leger in Nederlandsch Indie, thans hier te lande, op zijn verzoekop de meest eervolle wijzeuit de militaire dienst te ontslaan, onder betuiging van's konings bijzonderen dank voor de langdurige, gewigtige en trouwe diensten, door hem aan den lande bewezenvoorts onder toekenning van pensioen wegens volbragte meer dan veertigjarige dienst; 2°). 's konings adjudant in buitengewone dienst, den ge- neraal-majoor-titulair bij het leger in Nederl. Indie, Jhr. F. V. A. ridder de Stuers, thans met verlof in Nederland, te benoemen tot luitenant-generaal en kommandant van het- zelve leger; en 3°). in verband met de gearresteerde nieuwe formatie van het leger in Nederlandsch Indie, tot generaals-majoor bij dat leger te benoemenden generaal-majoor-titulair G. Bakker, thans tijdelijk belast met de waarneming van het kommandement van hetzelve, en den kolonel, civiel en mili- tair gouverneur ter Westkust van Sumatra, J. van Swieten. Wij vernemen, dat het onderzoek van de Staatsbe- grooting voor den jare 1854, in de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ten einde gebragt. Reeds houden zich de commissien van rapporteurs bezig met het opmaken van hare verslagen over de verschillende ontwerpen, die tot de begrooting betrekking hebben. Tot dat deze zullen zijn opgemaakt en de antwoorden der Regering deswege ingekomenzijn vele leden der Kamer huiswaarts gekeerd, zoodat men in de eerste dagen geene zittingen der Kamer te gemoet ziet. In de residentie is aangekomen en aan het II6tel de oude Doelen afgestaptde heer de Belmontzaakgelas- tigde van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika bij het Nederl. Hof. Den 7 dezer heeft Z. Exc. de baron von Steinberg Minister van Z. M. den koning van Hanover bij het Ne derl. Hof, de residentie verlatenzich begevende naar Hanover. Zijne afwezigheid zal vermoedelijk 2 a 3 maan- den duren. Zoo ooit den loop van het Oostersche vraagstuk, gednrende zoo vele maanden reeds aanhangig, de beslissing moeijelijk te bepalen was, dan voorzeker was dit in de afgeloopen week. Was het den eenen dag niet meer twijfelachtig dat de zaak een oorlogzuchtig aanzien zou nemende volgende berigten droegen weder zoo den stempel van hoop op eene vredelievende vereffening, dat men wel tot het besluit moest komendat de vorige zoo niet geheel on- gegroud dan toeh zcker te sterk gekleurd moeten zijn geweest. In dien stand van zaken bevinden wij ons op dit oogenblik. De jongste Engelsche en Fransche bladen en brieven zijn weder vol vertrouwen op het behoud des vredesbijna op hetzelfde oogenblik dat het berigt eener oorlogsverklaringdoor de Porte aan Rusland gedaanalgemeen bekend was geworden. Dat vertrouwen is ge- grond op de blijken van vredelievende gezindheiddie de keizer van Rusland te Olmutz zou hebben afgelegd. Daar zou hij name- lijk verklaard hebben dat hij de uitleggingdie de graaf van Nesselrode in zijn brief aan den baron van Meijendorff aan de Weener Nota heeft gegeven, niet in al hare gestrengheid zou wil- len handhaven maar integendeel dat hij overhelde tot eene ge- ruststellende verklaring ten aanzien der onschcndbaarheid en onaf- hankelijkheid van het Ottomannirche Rijk. Deze verklaring zou nog geruststellender zijn en misschien reeds dadelijk leiden tot eene minnelijke schikkingzoo men niet tegelijk met het berigt dezer goede voornemens des Czaars, eene depfiche ontvangen had, volgens welke de Groote Rijksraad van Turkije het besluit genomen had Rusland den oorlog te verklaren. Ja zelfs zou, volgens een eenig- zins later berigtde Porte van Rusland gevorderd hebben dat zijne troepen, binnen den tijd van vier wekende Vorstendommen moesten ontruimen. Dit berigt moet zeker bij don eersten oogop- slag meerdere bezorgdheid verwekken, doch als men het wel beschouwt, verdwijnt doze in groote mate. Want daargelaten nogof hot berigt in alio opzigten juist zij waaromtrent men dan ook zecr verlangend is naar nadere regtstreeksche tijdingen volgt daaruit in geen opzigtdat men eene dadelijke uitbarsting van den oorlog te vreezen heeft. Integendeelwanneer men in het oog houdt dht het najaar is ingeireden dan zal men begrijpendat het aan iedcr leger wel onmogelijk zal zijn, in dien tijd van het jaar krijgs- operatien te ondernemenmen strijdt niet tegen de elementen overstroomingen sneeuw en koude. Het uitstel van vier weken zal dan wel een uitstel van zes maanden wordendaar er in geen ge- val vo<5r de lentc aan oorlog kan te denken zijn. Men ziet dus, dat alio bezorgdheid voor het oogenblik moet wijken, en wanneer men dan op de bovenbedoelde verklaring des Czaars letdan mag men verwachten dat de ondephandelingen, die in dien tusschentijd weder zullen worden voortgezet in verband met een berigt uit Konstantinopel van 26 September, volgens hetwelk aldaar was aangekomen het Engelsche stoomschip the Tritonmet depeches waarvan de inhoud alles behalve in den geest van eene onmidde- lijke oorlogsverklaring was, tot een gewenscht doel zullen leiden namelijk eene minnelijke schikking van het vraagstuk. Intusschen zoude te Konstantinopel eene leening uitgeschreven zijn ten behoeve der schatkistvan 50 millioen piastersomstreeks 6 millioen guldens waarlijk eene geringe som bij de aanzienlijke uitgaven die Turkije heeft moeten maken om zich zes maanden Iang op den voet van oorlog te houden. Het gerucht alsof to Konstantinopel een opstand zou zijn uitgebarsten, wordt ongegrond verklaard, even al dat, volgens hetwelk de Fransche generaal Canrobert derwaarts zou zijn vertrokken om het Ottamannische leger te organiseren. Den 7 is te Londen een groote ministerraad gehouden, over de zaken in het Oostenwaarin mede de vredelievende zijde de bo- venhand heeft behouden. Vbbr het nemen van nieuwe maatrege- len schijnt men echter nadere berigten nit Konstantinopel af te wacbten. Ook weet men nog niet, hoe door Rusland de halve of heele oorlogsverklaring zal worden opgenomendoch gelooft, dat de Britsche regering op alle mogelijke gebeurtenissen gevat is. De keizer van Oostenrijk is in den nacht van 3 op 4 dezer te Warschau aangekomen, waar zich ook de koning van Pruissen be- vond. De vorsten moeten daar een onderhoud gehad hebben met den keizer van Rusland, waarvan de bijzonderheden echter nog ontbreken. Den 7 is laatstgenoemde met den koning van Pruissen te Berlijn aangekomenvanwaar Z. M. zich den 9 naar Petersburg zou tcrug begevenzoodat hij van zijne reis naar Kew zou afzien. Uit Frankrijlc valt niets bijzonders te melden. Deu 27 dezer zal voor het Hof van Assises der Seine een aanvang gemaakt worden met het behandclen der zaak van het bekende complot tegen den keizer in de opera-comique. Het Spaansch ministerie valt zeer in den geest van de constitu- tionnele partijwaartoe niet weinig heeft bijgedragen het besluit tot bijeenroeping dei Cortes op 19 November, den verjaardag der koningin. H. M. bevindt zich in de zevende maand harer zwan- gerschap en heeft reeds den gewonen kerkgang gedaan. De Zwitsersche kantons Thareau en St. Gall hebben een protest ingeleverd aan Oostenrijk, wegens het besluit, door de Regering van dat rijk den 17 Julij 11. genomen, waarbij alle Oostenrijksche werklieden, die in Zwitserland woonden, bevolen werden binnen den tijd van twee maanden in hun land terug te keerenterwijl zij na dien termijn de grenzen niet meer zouden mogen overtrek- ken. Dit besluit moet echter niet op officiele wijze aan den Zwit- serschen bondsraad of eenige andere overheid zijn medegedeeld waardoor vele Oostenrijkers bf in het geheel niet, of te laat, daar van kennis kregen, zoodat zij eerst na den 17 September de gren zen konden bcreiken en alstoen door de Oostenrijksche beambten zijn afgewezen. In Belgie betoogen sommigen bladen dat het ongegrond of over- dreven is, dat de Nederlandsche regering op de afschaffing van de Septemberfeesten heeft aangedrongen. De Deensche rijksdag is den 3 dezer te Kopenhagcn door den koning in persoon geopend. Reeds hebben de beide Kamers hare voorzitters gekozeneven als de Holsteinsche rijksdag, welke dien- zelfden dag is geopend. Wat de Vereenigde Staten aangaat, te New-York is den 22 Sep tember eene volksvergadering gehoudentot het toekennen van eene belooning aan den kapitein Ingrahamvoor zijn manmoedig gedrag in de zaak van den Hongaar Cos-ta. De redevoeringen bij die gelegenheid in het franschspaansch en slavonisch uitgespro- kenwerden met de meeste geestdrift toegejuicht. In Mexico zijn bij de Rio Mescala groote goudmijnen ontdekt werwaarts zich duizenden Mexikanen begeven. Uit het hooge Amerikaansche NoordenBehrings- en Davizstraat heeft men berigten van het schip Investigatoruitgezonden om de expeditie van den kapitein Franklin op to zoeken. Deswege is nog geen spoor gevonden; doch de Investigator, kapt. M' Clure heeft nagenoeg het groote vraagstuk van den noordwestelijken door- togt opgelost. PS. De jongste tijdingen uit Konstantinopel zijn van den 2 Oc tober. De oorlog was voorwaardelijk verklaard; daar de wcrke- lijke aanvang van vijandelijkheden van de ontruiming der Vorsten dommen binnen veertig dagen was afhankelijk ge6teld. De meeste dagbladen liopen, dat in dien tusschentijd eene schik king zal tot stand worden gebragt, of althans voorbereid. De En gelsche en Fransche regeringen schijnen zich echter nog altijd op eene tegenovergestelde uitkomst gevat te houdeu. Prnissen zalvolgens eene verklaring in een Berlijnsch bladno- pens het Russisch-Oostersch vraagstuk, als het tot uitersten mogt komen, voorecrst onzijdig blijven. In Denemarken is het ontwerp tot wijziging van de Staatsrege- ling, reeds vroeger vermeld, aan de Vertegenwoordiging aange- boden. SCHIEDAM, 11 October 1853. In de zitting van den Gemeenteraad alhier, van Woensdag, 5 dezer, is o. a. 1°) ingekomen eene resolutie van Ged. Staten^ hou- dende mededeeling, dat het tijdstip der aftreding van onzen bur- gemecster bepaald is op 1 Januarij 1857; 2°.) is aan A. Prins een

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 2