VOOR SCHIEDAM, VLA4RDIM, MAASSLCIS. ROZENBBRG, BRIELLE EM HELLEVOETSLEIS.
A0. 40.
Woensdag, 16 November.
1833.
NIEUWS- EN ADVEKTENT1EBLAD
belastingen.
H. A. M. ROELANTS,
O 7
DE HAASBODE
Dit Blad verschijnt geregeld alle Woensda-
gen. De prijs is per drie maanden voor Schiedam
f~.75, voor VlaardingenMaassluisRozenburg
BrielleHellevoetsluis f -.90. Voor alle anderc
steden franco per post f 1.05. Alle Bocklian-
delaren en Postkantoren nemcn bestellingen aan.
UITGAVE VAN
TB SCHIEDAM.
De prijs der Advertentien, is van 1-6 regels
-.60 behalve 35 Cents zegelregt voor het Rijk.
Alle regels daarenboven 10 Cents. Kapitale
letters of vignetten betalen naar de plaats die
zij innemen. Alle advertentien inoeten Dings-
dag voor een uur ter drukkerij te Schiedam zijn
KorrespondentenJ. A. KANXGIESSERle Vlaardingen; Wed. G. van der WEUDEX, te Maassluis; B. G. van STEEDESite Hellevoetsluis.
Abonnementen word en mede aagenomen bij 11 Schooneveld U.te Amsterdam; Gebr. Bendnksenle Rotterdam, enverder bij alle Boekhaudelaars en Postdirecteuren.
Een voorstel is door negen afgevaardigden gedaanhct-
welk tot vele uiteenloopende besoliouwingen aauleiding geeft.
Het strekt tot afschaffing van den Rijks-accijns op het ge-
maal, van alle invoerregten op het slagtvee en het ver-
sche vleesch en het tonnegeld.
De Rijks-accijns op het geslagt wordt (de 38 opcenten
er onder begrepen), geschat op /T.199.9* 9; het tonnengeld
op/452.000, zoodat de ontvangsten met/ 1.651.979 zou-
den vermiuderd worden. De voorstellers meenendat door
verschillende baten de dienst van 1854 er niet onder zou
lijdenen dit zelfs nog met een aanzienlijk overschot van
3 of 4 millioen zou sluiten.
Dit voorstel is naar de afdeelingen verzonden en zal waar-
schijnlijk spoedig in behandeling worden genomen. Inmid-
dels houdt de drukpersin verschillenden zinzicli daar-
mede bezig. Aan de eene zijde wordt het voorstel aange-
prezenall geschikt om het vleesch in prijs te doen ver-
minderen, als een eersten stap tot afschaffing van accijnsen
aan den- anderen kant wordt betwijfeld of het wel het doel
zal bereiken, en acht men het gevaarlijk voor het finan-
tieel stelsel tot afschaffing van accijnsen over te gaan al-
thans zonder in de plaatstelling van andere middelen. Deze
vinden het oogenblik tot znlk eene afschaffing juist geko-
zen, genen gekeel ongeschikt.
Wat is hier waarheid? Men behoort aan te nemen,
dat over en weder gemoedelijkheid en wezenlijke zucht ter
behartiging van de belangen des lands voorzit, en welk
oordeel°men dan ook uitbrenge, dat het op onderzoek der
zaak rust; want het is een punt, deels door de ondervin-
ding, door cijfers uit te wijzen, deels vraag van geschikt-
heid des tijds.
Vermindering van prijs der levensbehoeften te verscliaf-
fenals dit mogelijk is, wie zou dat niet gaarne toestem-
menal zou het met opofFeringen der schatkist gepaard
gaan Daarover behoeft niet veel gezegd te wordendaar-
over zal ieder het wel eens zijn.
Maar hierin ligt nu juist het hezwaar: zal de afschaf
fing van den Rijks-accijns op het geslagt hot verlangde doel
bereiken? Dit wordt niet zonder reden betwijfeld, als men
de ondervinding raadpleegt, wat na de afschaffing van den
accyns op het varkens- en schapenvleesch gebeurd is. Dit
is niet goedkooper geworden, ja hooger in prijs dan toen
de accijns er op lag. Het is te vreezen, dat dit thans ook
het geval zal zijn en dat de accijns-afschaffing juist nu, in
verband met de graanprijzen, niet baten zal; want men
weet dat deze op die der andere levensbehoeften terugwer-
ken. Ook moet men billijk wezen: konden de gemeente-
accijnsen er tegelijk afgenomen worden, dan eerst zou het
verschil welligt merkbaar wordenmaar welke gemeente
men mag het vragen, kan dat verlies nog dragen, zonder
hare geldmiddelende verzorging van zoo vele belangen,
ook van armen en behoefltigen, op losse schroeven te stellen?
In Frankrijk heeft men hetzelfde opgemerktbij een par-
lementair onderzoek, dat in 1851 deewege plaats had, en
ook nu wordt dit opgemerkt. Men sloeg, na rijp onder
zoek der zaak, trapswijze verandering voor, zoodat in 1860
de gemeenten liet octrooi geheel zouden kunnen opgeven,
waaraan meer dan aan de Rijks-heffing de duurte van het
vleesch in Frankrijk wordt toogeschrevenwaar men bo-
vendien nog met de beschermende regten te kampen haddie
niet gering warendaar men het tarief van 1816, datbv.
de runderen met 3 franken per stuk trof, in 1826 tot oO
franken per stuk verhoogde 1 Eerst onlangs is daarin by
bevelschriftdoch slechts tijdelijk, verandering gekomen.
Eene vermindering van dien aard op den invoer is ge-
lukkig bij ons niet noodigen wat daarvau bestaatzoude
waarschijnlijk dadelijk kunnen gemist worden, ofschoon men
grooten aanvoer van buiten in de tegenwoordige omstan-
digheden wel niet verwachten kan. Doch de gelegenheid er
nog meer voor te openen, achten wij pligt.
Is nu de geheele afschaffing van den accijns op het ge
slagt raadzaam Hoe vele boekdeelen zijn, in de laatste
jaren vooral, over belastingstelsels in den vreemden, bij ons
gesclireven hoe uiteenloopende gezigtspunten zijn deswege
voorgedragenal naar mate van de begrippem, waarvan men
uitging. Het beste helastingstelsel te vinden- zal wel het
zoeken naar den steen der wijzen zijn. Door den een zal
men de directe, door den ander de indirecte belastingen
hooren aanprijzen; door den een t hoofdgeld, eene inkom-
sten-belasting als de schoonste finantiele vinding hooren af-
malen, door den ander het hoofdgeld als thuis behoorende
in het land van ruw gssteM, van deji onbeschaafden Moor
de inkomsten-belasting zien voordragen als onmogelijk, als
ondragelijk in een handelstaat, vooral in Nederland, waar
men uit de geschiedenis als 't ware er tegen is.
Eene eeuw geleden voerde men in Holland een hoofdgeld
indoch moest zicli haasten dit te verlaten en tot de oude
middelen terug te keeren. Men bevond het onmogelijke er
van de gelden, die de Staat noodig had, voor een groot
gedeelte anders te vinden, dan door consnmtieve middelen
waarvan de belasting in liet voorwerp is begrepen. En
na dien tijd heeft men, onder de schokken, waarmede die
eeuw eindigde en de nieuwe begon, zoo vele inkomsten-
belastingen onder allerlei vormen gehaddat men daarvan
geene gunstige herinnering heeft behonden.
Van daar dat de graaf van Hogendorp een gezag dat
men in zaken van Nederlands staatshuishouding veilig mag
aanhalenbij zijne overweging van het beste stelsel
van geldmiddelen voor dit landkwam tot de overtuiging
dat een gemengd stelsel het beste waszoowel directe
als indirecte belastingenmaar niet overmatig. Die over
tuiging is die, welke staatslieden van naam in Engeland
en Frankrijk mede aankleven een Thiers en G-uizot, een
sir R. Feel en d'lsraelidus raannen van verschillende
staatkundige meeningen. Zij waren er op uit trapsgewijze
stelselmatig belastingen te verminderenniet zoo zeer af
te schaffenten zij dat er andere middelenmet beleid
uitgekozentegen over wierden geplaatst. En ofschoon
in Engeland eenige jaren geleden eene inkomsten-belasting
wierd ingevoerdzoo was dit deels juist een gevolg van te
groote vermindering van lastendeels een gevolg van ram-
pen in Indie, en is die maar als van tijdelijken aard te
beschouwen.
Van Hogendorp nam het geslagt in de rij der middelen
op, die hij in zijn stelsel begreepnadat hij alle wegen
gezocht had, om het af te schaffen en meende dat het zich
in vele opzigten als middel van verhruik aanbeval, omdat
juist de meergegoeden er meer door getroffen wierden, dan
mindergegoeden. Andere ervaren staatshuishoudkundi^fHt
hebben zich in gelijken geest uitgelaten .ea-laugzamen
gang voorgestaan, en wij kunnen niet ontVeifipen, <3
ons het ware middel voorkomtorilslat de gehe«^\af«cha
fing van het geslagt toch waarscKifnlitk niet RetaaiobiiZal
treffendat men beoogt. i - ..vy
Vermindering van opcenten op -tmrschillecflj^^ceynse