It i ii 11 e ii 1 a n d s c h 0 v e r z i g t.
Bnitealandsch Overzigt.
dit zou, meenen wij, de ware weg zijnzonder het stel-
sel te vei'brekeninmiddels zou de ondervinding verder
aantoonen welken weg in te slaan nopens vermindering
en verdere wijziging van stelsel. De opcenten zijn van
tijd tot tijd, bij drang van omstandighedenvooral bij te
korten die nu in overschotten beginnen over te gaan op
de belastingen gelegd; laat men die, bij andere omstandig
heden er meer en meer afnemen dit isdunkt ons een
veilige weg tot verbetering, een tusschenweg tusschen uiter-
sten want belastingen zijn voor het behoudvoor het
crediet van den Staat onvermijdelijken ze zullen wel
altijd uit verschillende middelen moeten bestaan enkel di-
recte, enkel indirecte zullen wel altijd eene onmogelijkheid
in een Staat als de onze zijn.
Maar die verschillende matig gehevendat waarborgt
grootere opbrengst, ook door wering van sluikerij. Als
die verschillende belastingen getemperd worden, als de ko-
loniale baten blijven vloeijenals de staat van vreedzame
ontwikkeling in Europa mag aanhoudenals men door
nieuwe hulpbronnen en groote ondernemingen meer en meer-
der welvaart in den lande weet te verbreiden, het crediet
staande houdtdat door voortdurende amortisatie (voor
conversie schijnt het vooreerst de tijd niet te zijn) gesteund
dient te wordendan zal er welvaart blijven en nieuwe
ontstaan. Juist met het oog op de gebeurtenissen buitenaf,
wier loop men niet berekenen kan, zou, dunkt ons, als er
vermindering mogelijk is, omslag over de opcenten op ver
schillende middelen meer zijn aan te prijzen, dan de af-
schafflng van een enkel middeldat niet ligt weder is in
te voeren.
Wat de afschaffing van het tonnegeld betreft, ofschoon
daarvoor geene vergoeding voorgesteld wordt, is het bedrag
daarvan zoo aanzienlijk nietdat dit niet zou aan te ne-
men zijndaarenboven zou dit de vreemde schepen meer
en meer in onze havens lokken, zoo als meermalen op goede
gronden opzettelijk is aangetoond.
Deze korte beschouwingen zijn na gezet onderzoekin
een geest van verzoening van twee stelsels voorgedragen
ook in aanmerking nemende dat het vaderland, in moeijelijke
dagen vooral, behoefte heeft aan die eendragt, welke zijn
hechtste bolwerk is.
Id de zitting van de Twecde Kamer tier Stalen-Gencraal van
Dingsdag 8 dezer hecft de Voorzitter berinnerddat in de jongste
bijeenkomstwaarin het vereischte getal leden tot het houden ecner
vergadering aanwezig was, is ingekomen eene missive van den
heer van Heiden Reinestcin, waarbij dat lid kennis geeft van zijne
herbenoeming tot kantonregter van Assen en zicli verpligt gevoelt,
naar aanleiditig van art. 91 der Grondwet, zicli aan eene herkic-
zing als lid der Kamer te onderwerpen, en verzoekendo zijn bc-
sluit aan de Kamer en aan den minister van Binnenlandsche Za-
ken te willen mededeelen. Dien-overeenkomstig wordt besloten
De Voorzitter herinnert voorts, dat in de bovenbedoelde bijeen-
komst nog zijn ingekomen drie koninklijke boodschappen ten geleide
der volgende wets-ontwerpen als: 1°. tot bekraehtiging van den
maatregel, genomen bij kon. besluit van den 15 Sept. 11., tot aan-
moediging van den invoer van granen en andere levfensmiddclen
2". tot vaststelling der afzonderlijke begrooting van uitgaven we-
gens den arbeid der gevangenen over 1854 en tot aanwijzing der
middelen tot dekking dier uitgaven en 3°. tot regeling der ont-
vangsten en uitgaven van het pensioenfonds voor burgerlijke amb-
tcnaren voor 1854. A1 deze ontwerpen worden verzonden aan
de afdeclingen.
Zijr. ingekomen verschillende koninklijke boodschappen ten ge
leide van wets-ontwerpen, als: 1°. tot vaststelling der uitgaven
wogens verstrekkingen voor het departement van Marinedienst
1853, 2°. idein voor het departement van Oorlog; 3°. tot verhoo-
ging van hoofdstnk V der begrooting van 1853, tot bijdrage anil
de Nederlandsche Hijn-Spoorweg-Maatschappij4°. tot regeling van
het inuntwezen in Ned. Indie (twee ontwerpen), a: tot regeling
van het muntwezen in Ned. Indie en b tot aanwijzing der midde-
delen tot herstol van het muntwezen aldaar; 5°. fot verhooging
van hoofdstuk V der begrooting van 1852 tot bijdrage aan het
fonds voor het Ilaarlemmermeer. A1 deze stukken worden nan
de afdeelingen verzonden.
Is ingekomen eene missive van den heer Thorbecketen geleide
van een voorstel van wetdoor hem met acht zijuer medeleden
gedaan strekkende tot afschaffing der tonnegeldcn van den ac-
cijns op het geslagt en van alle belasting op den invoer van ge-
slagt vee en van verseh vleesch, en vergezeld van eene memorie
van toelichting. De mede-voorstellers zijn de heeren van Bosse
de Man, Storm, van HoevellTer Bruggen Hugenholtz, Doramer
van Poldersvcldt, van Eck en Reinders
Is ingekomen eene missive van den Hoogen Iiaad der Neder-
Ianden ten geleide eener lijst van aanbeveling van zes kaudidatcu
ter vervulling der raadslieers-plaats in dat collegieopengevallen
door het o.verlijden van den heer Mr. Spoor. Deze lijst bestaat
uit de heeren Mrs.: 1°. II. Provo Kluit, burgeineester van Am
sterdam: 2°. P.P. Karseboom advokaat-generaal bij het prov. ge-
regtshof in Noordholland3°. M. Wiardi Beckraan, ruadsheer in dat
hof; 4". J. O. de Jong van Beek en Donkofficier van justitie bij de
arrondissemcnts-regtbank te Utrecht; 5°. M. J. van Gelein Vitringa,
randsheer ih het provineiaal geregtshof in Gelderland; en 6°. J. i
W. D, Pape, officier van Jnstitie bij de arondissements-regtbank
ft' V Bosch. Deze lijst zal worden gedrukt en rondgedeeldzul- I
lende de dag tot hot opmaken der nominatie nader worden be'
paald.
In de zitting van Douderdag, 10 dezer, heeft de heer Heems-
kerk, nadat de commissie, die belast is geweest met het onderzoek
zijner geloofsbrieven tot toelating had geconcludeerd en na het af-
leggen der gevorderde eeden, zitting genomen.
Aan de orde zijn de beraadslagingen over de volgende wets-
ontwerpen: 1». De begrooting der uitgaven voor de landsdrukkerij
voor 1854. Aangenomen zonder discussie met algemeene (56)
stemmen.
2». Tot. verklaring van algemeen nut van den aanleg van een kunst-
weg van Swiechum naar den weg van Warrega naar Goutum en
Lecuwarden. Aangenomen met algemeene stemmen.
3°. Dat tot vereffening van het te kort over het dienstjaar 1848.
Aangenomen met algemeene stemmen.
In de zitting van Maandag 14 dezer is ingekomen eene
missive van Jhr. Mr. M. H. B. Martini van Geffen kantonregter
te Boxtelverzoekende in aanmerking te komen bij de nominatie
ter vervulling der openstaande betrekking van raadsheer in den
Hoogen Raad der Nederlanden. Zal op de lijst der sollictanten
worden geplaatst.
De Voorzitter geeft kennis dat door de afdeelingen zijn benoemd
over her daarin verhandelde betrekkelijk het in overweging nemen
van het voorstel der heeren Thorbecke, e. s.. tot afschaffing van
den accijns op het geslagt, alsmede van het tonnegeld enz.de
heeren: van GolsteinHoffman, van IiappardSleeswijk Veeningh
en de Kempenaer.
Wordt ter tafel gelegd het verslag der commissie van rappor
teurs over het in de afdeelingen verhandelde betrekkelijk het in
overweging nemen van het voorstel der heeren Thorbecke, c. s.
Drukken en ronddeelen; wordende de beraadslagingen bepaald na
die over het wcts-ontwerp tot goedkeuring eener met de Handel-
maatschappij gesloten overeenkomst.
Voorts is het eindverslag van de commissie van rapporteurs
gereed over het wets-ontwerp wegens het regt van inkwartiering.
De beraadslagingen zullen nader worden bepaald.
Eindelijk zijn de cindverslagen gereed over de hoofstukken III
IV, V. VI, VIII, X en XI der staatsbegrooting voor 1854.
Ook daarover zullen de beraadslagingen nader worden bepaald.
Aan de orde is de beraadslaging over het wets-ontwerp tot rege
ling van het inuntwezen in de West-Indien.
Nog is aan 't einde van deze zitting bepaald, dat de opmaking
der aanbevelingslijst voor de vacature in den Hoogen Kaad zal
geschieden op heden over acht dagen.
Men verneemt dat de vraag over het in o.erweging nemen
van het bekende voorstel der leden in de afdeelingenbijna geene
tegenkanting ontmoet heeften vele leden zich bun oordeel over
de zaalc zelve geheel hebben voorbehouden. Alleen werd hier en
daar de bedenking geopperd of niet de behandeling van het voor
stel zelf de behandeling der staatsbegrooting zou kunnen vertragen,
waartegen werd te kennen gegeven dat zuiks het geval niet kan zijn.
- De minister van Pinantieu, gelezen hebbende eene missive
van een der heeren arrond.- directeurs der directe belastingenin-
en uitgaaude regten en accijnsen, ten aanzien der moeijelijkheid
waarin de schippers, die eene woning aan den vasteu walof wel
eene vastc ligplaats voor bun vaurtuig hebben, en die nog onvoor-
zien van patent, in den loop van het dienstjaar van het buiten-
land hier binnenkomenzonder zich dadelijk naar die woning of
ligplaats te kunnen begeven, zouden kunnen komen, wann'eer zij,
ingevolge het Lepaalde bij 10 van tabel XVI, behoorende bij
de wet van 22 April 1852 Staatsbln". 61) verpligt worden, in
de gemeentc di«r woning of vaste ligplaats hunne aangifte te
gaan doen; heeft goedgevonden en verstaanbij rcsolutie van
26 October jl. te bepalen, dat de putentpligtigen in het gestelde ge
val kunnen volstaan met bij den ontvanger van de plaats der aan-
komst aangifte tot bekoming van patent to doen; zullende die ont
vanger het aangiftbiljet dadelijk opzenden aan het bestuur der ge-
meentealwaar de schijper zijne vaste woon- of ligplaats heeft,
en het regt geregeld ten kohiere behoort te worden gebragt; ter-
wijl de ontvanger, bij wien de aangifte gedaan wordt, daarvoor
het vereischte refu zal afgeven; en dat, wanneer de patentpligti-
gen verklarengeen woning aan den vasten wal of geene vaste
ligplaats voor hun vaartuig te hebben, hunne aangiften ter plaatse
van binnenkomst behooren te worden aangenomen.
Nopens de Oostersche zaak valt altijd hetzelfde op te mcrkendat
aan de eene zijde de oorlog verklaard is en werkelijk wordt ge-
voerd, en aan den anderen kant vrcdelicvendc verzekeringen wor
den gegeven en de onderhandelingen werden voortgezet.
Het oorlogs-manifest des keizers van Rusland tegen Turkije heeft
het licht gezien. Pie monarch verklaart, dat Rusland is uitgetart
en aan hetzelve niets meer overblijft, dan de wapenen tegen de
Porte te keeren die met „verblinde stijfhoofdigheid" zelfs de wel-
willende waarschuwingen van de overige Europesche mogendheden
in den wind heeft geslagen. Keizer Nicojaas verlaat zich met ver-
trouvven op de Almagt, in de hoop dat die zijne wapenen zal
doen zegeviercn.
Op zich zelve is dat stuk zeer oorlogzuchtigdoch het is door
eene nota aan de onderscheiden Europesche hoven vergezeld ge-
gaanwelke veel vredelievenderofschoon Rusland er toch iD den
grond der zake niet tocgeeft. Die vredelievende nota schijnt ech-
ter zoo veel te hebben uitgewerkt, dat de houding van de voor-
naamstc beurzen in Europa na de oorlogsverklaring vaster is, dan
men verwacht had; men vieit zich. zoo het schijnt, altijd dat de
oorlog spoedig ten einde zal zijn, althans dat die tot het Oosten
zal beperkt blijven. Wat daarvan zij, kan alleen de tijd leeren
doch de betrekkingen tusschen Frankrijk en Rusland schijnen mer-
kelijk te verkoelen. Men spreekt er van dat de Russischc gezant,
van Kisseleffbij hcrhaling ophelderingen gevraagd heeft over ver
schillende vertoogen, in Fransche bladen voorkomendeen waar-
uit de belangstelling voor Turkije sterk aan den dag wordt gelegd.
Zelfs wordt het Russische manifest in den Moniteur met eene aantee-
kening medegedeeldwaarin wordt opgekomen tegen het bewcren
daarin, alsof de Porte verblind stijfhoofdig" zou zijn geweest.
Daarin wordt gezegd dat de vier bemiddclendc mogendhedenna