Buiteniaiidsch 0 verzigt.
Binnenlandsche Berigten.
bet ten opzigte van de Grondwet zich verpligt acht de
Grondwet in den zin waarin die in 1848 is gewijzigd, in
toepassing te brengen. Het Kabinet meentdat het mo-
narchaal beginsel der Grondwet van 1815 ongeschonden is
gebleven zoodat onze Staatsregeling alzoo in monarchalen
zin moet worden opgevat en toegepast. Het Ministerie
oordeeltdat bet zijne roeping is, geleidelijke verbetering,
waar die gevorderd wordt. Zijn algemeen beginsel is, niet
te veel te regelenopdat er eene redelijke vrijheid zij
want elke regeling is een bandmaar toch zoo veel te
regelen, dat de orde behoorlijk bewaard blijve. Zoo doende
zullen wij zeide het Ministerie, zijn eene vrijheidlievende
Regering. Dat slaat zoowel op het zedelijk als op het
stoffelijk belang. En bovenal zal het zorgendat de fi-
nantien behoorlijk geregeld blyven. Daarop komen de ver-
klaringen van het Ministeriebij de algemeene beraadsla-
gingen gegevenneder.
Onder de bijzonderheden, die wel opmerking verdienen,
behoort dat de heer Sloet tot Oldhuisbij de behandeling
van het hoofdstuk voor Buitenlandsche Zaken, verklaard heeft,
dat hij van zijne zijde alles zal onderstennenwat, van
dit Ministerie uitgaande, in zijne sehatting nuttig is voor
het Land en geene directe of zijdelingsche strekking heeft,
om de staatkundige vrijheden van ons volk te verkorten.
Hij hoopte echter, dat het Ministerie wraken zou, dat men
het met godsdienstige geschillen dienst bewees. De Minis
ter van Buitenlandsche Zaken heeft op die vraag een ge-
ruststellend antwoord gegeven en o. a. gezegdWij alien
zijn doordrongen van het groote belang, dat dit betrekkelijk
kleine land heeft, om zoo veel mogelijk eensgezind te zijn,
en ik voor mij zou op mijne laatste staatkundige rol en
grijze haren de smet niet willen werpen om uit dergelijk
middel mijne staatkundige kracht te putten. Ik acht mij
gelukkig om daar, waar het binnen mijn bereik ligt, eene
heelende hand aan te brengen aan de wonde, buiten mijne
schuld geslagen."
Het is te hopen, dat dergelijke verzoenende taal in den
verderen loop der discussien meermalen zal gehoord worden,
Immers de hoofdstukken voor de Binnenlandsche Zaken, voor
de beide Eerediensten en voor de Kolonienbenevens de
wet op de middelen, zullen nog genoegzame aanleiding
geven tot zeer levendige discussien bijv. over de vraag-
stukken van het onderwijsde kerkelijke organisatie en
bovenal over het belastingstelsel. Het voorstel der negen
leden zal bij of spoedig na de wet op de middelen in be-
raadslaging komen. Dan zullen de gevoelens niet zoo een-
stemmig zijn als men thans bij den aanvang der beraad-
slagingen over de begrootingswetten gadeslaat. Integendeel
wat wij over het onderzoek in de afdeelingen over dat
voorstel reeds vernomen hebbendoet ons verwachtendat
de gevoelens over het belastingstelsel, over de mogelijkheid
tot vermindering van lasten enbij eene toestemmende be-
antwoording dier vraagover de keuze der af te scliaffen
belastinghemelsbreed uiteenloopen. Let men dan op de
tjjden die wij beleven, op den bedreigden vrede van Europa,
op de duurte der levensmiddelen en op de ongelukkige ver-
schillen van godsdienstigen aardvan het begin dezes jaars
dan mag men wel in dubbele mate den wensch te kennen ge
ven dat men met voorzigtigheidmet bedaardheid de za
ken behandele en de beraadslagingendie aanstaande zijn,
het bewijs mogen opleveren dat de Nederlandsche Verte-
genwoordiging voortdurend den gematigden weg blijft be-
wandelen
De aandacht begint als 't ware eenigzins afgcmat te geraken van
bet Oostemche vraagstukdoch de groote omvang, het gewigt voor
de wereld daarvan laat niet na die aandacht gednrig weder aan
te wakkeren. In de jongste dagen vernam men veol van eene
wapenschorsingwaarmede de snelle terugtogt der Turken zells
in verband werd gebragt; doch de laatst ontvangen tijdingen laten
weinig hoop op zoodanige schorsing en de bepaalde hervatting
van dc onderhandelingenv<5or en aleer er een nog meer beslis-
sende strijd geleverd zij. Het laat zich verklarendat Rusland,
het zij nog zoo vredeliovend gezind, dc gcvoeligheid over do be-
kende gebenrtenisscn aan den Donauniet kan onderdrukken. Bo-
vendien zijn de tydingen uit Azie niet van eenen aard, om die
magtige tnogendheid tot vrede te stemmen. De Turken hchlien
zich aldaar, zoo men weet, bij den aanvang der vijandelijkbeaen
van eene storkte, St. Nicolaas geheeten, meester gemaakt; de Iius-
aen hebben tot vijf aanvallen daartegen gerigt, om de steliing te
herwinnendoch zijn telkens afgeslagen. Daarbij komt het ver-
lics van een stoomschip met eene niet onaanzienlijke mngt hulp-
troepen, welk scbip vergaan is, zoodat een gedeelte der troepen
verdronken een ander in de handen der Turken gevallen is. Een
en ander za! Rnsland meer en meer vcrbitteren. Men spreekt dan
ook weder meer dan ooit van de verzameling zijner benden aan
den Douanom zoo mogelijk Kalefat te bernemen, welke geduehte
steliing de Turken, na hunnen jongsten overtogthebben inge-
honden.
Wat de betrekkingen der groote mogendheden onderling betreft
men verzekert, dat Engeland en Frankrijk voortdurend ddne ge-
dragslijn blijven voigen. Of dit op den duur het geval zal wezen
hangt veel van de omstandigheden af. Oostenrijk en Pruissen blij
ven op hun onzijdig standpnnt, blijkbaar in afwachting van den
loop der zaken en op hunne hoede.
De gezanten van laatstgemelde landen te Konstantinopel zijn te-
ruggeroepen, doch zullen waarschijnlijk spoedig vervangen worden.
De Fransche nieuwe gezantgeneraal Baraquay d'Hilliers, wiens
zending onlangs zoo veel opzien verwekte, is den 15 te Konstan
tinopel aangekomen. Men zal thans weldra vernemenwat het
ware doel van zijne zending is.
De verbonden vloten liggen nog in den Bosporus, zonder aan-
stalten te maken om in de Zwarte zee binnen te loopen, hetgeen
eene bepaalde daad tegen Rusland zou zijn. Men meent, dat de
Egyptische vloot bestemd zou zijn, om, des vereischt, aldaar
het eerst binnen te stevenen en dat daartoe bereids verken-
ningen zijn gedaan. De Onderkoning van Egypte gaat voort ver-
sterking naar Konstantinopel te zendenmen spreekt nu weder van
10,000 man. De Serviers schijnen tot hunne tronw jegens Turkije
terug te komen; de Mahomedanen geraken alleiwege in groote
spanning tot het doorzetlen van den krijg, dien zij als een strijd
voor bet geloof aanmerkenen men bcrigt zelfs nit Britsch-Indie
dat zich aldaar die?elfde verschijnselen opdoen. Terwijl dus van
dezc zijde alles wordt opgezet, vers'erkt Rusland zich niet minder;
ligtingenwapeningen van legers,'estingen en vloten, zijn aldaar
aan de orde van den dag, zoodat men, tenzij eene geheel onver-
wachte wending opkomt, zoo spoedig geen einde kan voorzien
aan de worsteling, waarvan zich de gevolgen voor Europa, ja voor
Azie, weinig laten berekenen.
In Frankrijk heeft eindelijk de maatregel zijn beslag gekregen
tot verdubbeling van bet getai jagerbatailjons, doch zonder ver-
meerdering van het gezamentlijk getal der manschap van de infan-
terie, waaruit die bataillons zullen gekozen worden.
In Engeland is men zeer tevreden over het in Frankrijk genomen
besluit tot vrijeren invoer van ijzer en steenkolen, en lioopt men,
dat dit een eerste stap tot nog krachtiger verandering van het han-
delstelsel zijn zal. De scheepsuitrustingen naar Australie zijn in de
jongste weken weder ongemeen toegenomen. Het Parlement is na-
der tot den 3 Janunrij geschorst.
In Belgie worden drukke beraadslagingen bij de Afgevaardigden
gevoerd over de voordragten nopens de levensmiddelen. De Rege
ring houdt tegen de tegenpartij voldat het onvermijdelijk is voor
een Start, gelijk Belgie, die 2 millioen mudden grsan 'sjaars van
buiten af noodig heeft, andere bepaliugen dan de uitgevaardigde to
nemen, te wetentot het vrije in- en uitvoeren van degranen. Dat
juist waarborgt tegen gebrek. En wat de hooge prijzen aangaat,
ilie vipdt men in alle europesche landen, die zijn minder het gc-
volg van maatregelen in dezen of genen zinmaar van oorzaken
buiten het menschclijk bereik zij zouden echter nog veel hooger
zijn, indien men uitvoer nfsloot en allecn invoer toeliet; want doze
laatste zou niet geschieden, althans niet in voldoende mate.
Men is voor 't overige in Belgie niet tevreden, dat Frankrijk in
opgemelden maatregel wegens bet ijzer en de steenkolen de Belgische
voortbrengselen van dien aard niet begrepen heeft. Ook van de
Duitsche zijde ontvangt men geene geruste berigten omtrent de on
derhandelingen wegens de tollen enz.
In Hannover is eene verandering van ministerie in den strikt-be-
houdenden geest tot stand gekomen; in Denemarken heeft de op-
positie zich wel met de regering verstaan om het ohtwerp van deze
nopens eene herziene Grondwet tot punt van uitgung der beraad
slagingen te nemenmaar zij heeft toeh vele wijzigingen doorge-
drevenaan de andere zijde van Europa luiden de tijdingen uit
Portugal minder ongunstig dan men gedacht had over den staat
der gemoederen na den dood van deKoningin, die thans zelfs door
hare staatkundige vijanden bctreurd wordt. De houding van den
Regent vindt bijval; doch, als 'tware, om op alle mogelijke ge-
beurteuissen gevat te zijnzendt Engeland eene niet onbeteeke-
nende seheepinagt naar den Taag. In Spanje is de beer Martinez
do la Rosa tot vcorzitter der Afgevaardigden gekozen. Men ver-
wacht aldaar ook niet zonder bczorgdheid de bevalling der Koningin.
Er zijn tijdingen uit Cuba ontvangeu, welke weder van zamen-
spanningen op dat eiland gewagen.
In de Yereenigde Staten is de Regering nog al in het naauw ge
bragt door de overwinning van de gematigde pariij (der Whigs^
te Nieuw-Yorkboven de democratievc. De nog weinig beduidende
afloop van de onderneming voor Japan (die reeds l'/» millioen dol
lars heeft gekost) geeft ook stoffe tot ontevredenheid. De regering
schijnt voorncinens in de cerlang te openen zitting van het Con-
gres voorslagen te doen tot het vermcerderen van do zeemagt, tot
het veranderen van het tarief enz. De pogingen om de Sandwich-
eilanden aan den grooten Staten-bond te hechtenworden meer en
meer zigtbaar; Engeland en Frankrijk hebben daartegen echter stel-
lig geprotesteerd.
PS. Den 28 Nov. heeft de opening van de Prnisische Kamer
te Berlijn plaats gehad. In de bij die gelegenheid gehoudene aan-
spaaak wordt het gewigt van de Oostersche zaok niet verheeld
noch de bezorgdheid 'voor verwikkelingen die daarnit kunnen
voortspruitente ligt geacht. Aan den anderen kant wordt de ver-
zekering gegeven, dat de Pruigische regering, op een onafhanke-
lijk en onpartijdig standpunt 6taande al het mogelijke ook in het
vervolg in het voordcel des vredes zal aanwenden. Welke wending
de gebeurtenissen ook mogen nemen de regering zal zich alleen
door het welbegrepen belang des lands laten leiden dat onafschei-
delijk aan dat der kroon verbonden is. Pruissenwordt in den
loop der aanspraak gezegd steunt op zijne cigene kracht en is
daarvan ook bewust.
SCHIEDAM, 29 November 1853.
In de zitting van den gemecnteraad dezer stad van Vrijdag avond
jl.den 25 dezer zijn 1°. ingekomen resolutien van Ged. Staten,
lioudende goedkeuring der raadsbesluiten tot afstand van grond
aan de heeren C. A. van Boles, A. Prins en J. Hoek. 2°.
Hebben Ged. Staten kennis gegevendat zij de vastgesteldo ver-
ordening nopens de wateringen cn hcinsloten in het West- en
Oost-Frankenland ter vernietiging nan den dvoning hebben voor-
gedragen. 3°. Is na beraadslaging beslotenom zich nopens het
vraagstuk wegens de uitkeering ecner som van fb50 aan Kerkmees