w oensdag. 14 December. VOOR SCHIEDAM. VLAARDINfiEN, MAASSLUIS, ItOZEMSlltli, BRIELLE EN HELLEVOETSLUIS. V°. 30. 183:] NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD I. A. M. ROGLANTS, Bij deze Gourant behoort een Bijvoegsel, Kennisgevingen van de Gemeente Schiedam be- vattende. Hetzelve zal m; -gen to, 1 in uitgegeven. VERKIEZING VOOR EEN LID DER PROV. STATEN. DE MAASBODE Dit Blad verschijnt geregeld alle Woensda- gea. De prijs is per drie maanden voor Schiedam f'-,1:tvoor Vlaardingen, MaassluisRozenburg BrielleHellevoelsluis f -.90. Voor alle andere steden franco per post f 1.05. Alle *Boekhan- delaren en Postkantoren neraen bestellingeu aan. UITGAVE VAN TE SCHIEDAM. De prijs der Advertentien', is van 1-6 regels /-.60, behalve 35 Cents zegelregt voor hetRijk. Alle regels daarenboven 10 Cents. Kapitale letters of vignetten betalen naar de plaats die zij innemen. Alle advertentien moeten Dings- dag v<5or een uur ter drukkerij te Schiedam zijn. KorrespondentenJ. A. KANAGIESSERle YlaardingenWed. G. van der WEIJDEN, te MaassluisU. G. van STEEDEJite Hellevoetsluis. Abounementen worden mede aagenomen bij 11 Schooneveld k In.te AmsterdanGebr. Hendnksente Rotterdam, en verder bij aHe Boekhaudelaars en Postdirecteuren. Morgen, Woensdag, den 14 dezer, zal in het hoofdkies- trict Schiedam de benoeming plaats hebben van een lid der Prov. Staten van Zuidholland, in de plaats van wijlen den heer S. Rijnbende. De kiezers zullen tot dat einde hunne biljetten moeten inleveren bij het stembureau, dat in Musis Sacrum zijne zittingen houdt. Wij achten het niet ondoelmatig aan onze stadgenooten te herinneren, dat de stembriefjes onverzegeld en ongeteekend moeten zijn, en dat zij den naam en de voornamen van dengene, dien men wenscht te verkiezen, duidelijk moeten inhouden. Als van zelve doet zich nu de vraag voor, wie zal door de kiezers tot lid der Prov. Staten van Zuidholland voor de stad Schiedam worden gekozen? Het is er verre af, dat wij iemand, wie hij ook zij, onze meening zouden willen opdringen. Elk kiezer is volkomen vrij naar innige over- tuiging en naar geweten in dezen te handelen. Maar het zij ons geoorloofd onze gedachten bloot te leggen en die met alle bescheidenheid aan het oordeel onzer stadgenooten te onderwerpen. Wij moeten het rondborstig bekennendat van het eerste oogenblik af, dat wij vernamen, dat deze vacature was ontstaan het ons gevoelen wasdat zij diende te worden aangevuld door de benoeming van den heer Mr. K. A. Poortmanwethouder te dezer stede. Verschillende rede- nen werkten te zamen, om ons tot die overtuiging te bren- gen. A1 dadelijk is het niet te ontkennen dat zijn ijver tot bevordering der belangen van zijne medeburgers, hem waardig maken die plaats te bekleeden. Men heeft het vroeger opgemerkt, toen hij lid der Kamer was en ook steeds in den Gemeenteraaddat hij altijd op zijnen post is, zich de hem toevertrouwde zaken met warmte aantrekt en dat zijne uitgebreide kennis boven alien lof is verheven. Die redenen zouden op zich zelve reeds voldoende te ach ten zijn, om hem in de eerste plaats tot aanvulling der opengevallene betrekking in aanmerking te doen komen. Immers wien kan men beter naar de vergadering der Prov. Staten afvaardigen dan die met de belangen van land, provincie en stad het meeste bekend is, die gewoon was en voortdurend isom die belangenwaar het pas heeft voor te staan en te verdedigenen die bij meer dan eene gelegenheid in ruime mate ondervonden heeft het vertrouwen zijner medeburgers en de achting en de v^iendschap zijner medeleden te bezitten. Maar buiten dit een en ander is er nog een voorname grond, waarom wij de keuze van den heer Poortman ditmaal hoogst wenschelijk achten. De ge- beurtenissen van het voorjaar zijn nog versch in het geheugen. Men weet dat gemelde heer niet herkozen werd tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Dat heeft ons leed gedaan. Niet omdat de nieuw benoemde afge- vaardigde niet op eervolle wijze de hem toevertrouwde betrekking zal vervullen, maar omdat de niet-herkiezing van den heer Poortman, naar het ons toeschijnt, was toe te schrijven aan een verkeerd oordeel, dat men over zijn staatkundig gedrag, zijne staatkundige beginselen en han- delingen had geveld. Men meende namelijk, dat die heer het afgetreden Ministerie zoo zeer was toegedaandat hij alleen op dien grond elk ander Ministerie zou bestrijden. Die meening berustte op eene dwaling. In ons n°. 19 van 11 Mei jl. kwamen wij daartegen op. Het mogt ons niet baten. Onze stem was te zwakom bij den tegenstand die toen bestond, de kiezers tot eene andere overtuiging te brengen. Door die niet-herkiezing heeft men onver- diend leed aangedaan. Het is tlians het oogenblik om dat leed eenigermate te herstellen. Toen hing de keuze van deze stad alleen niet af. Andere steden en gemeenten wa- ren destijds mede geroepen tot de keuze van Volksverte- genwoordigers mede te werken. Dit is tlians het geval niet, immers veel minder. De keuze van Schiedam kan ditmaal van beslissenden invloed zijn. En daarom achten we het pligt, voor zoo veel in ons vermogen is, bij te dra- gen tot gedeeltelijk herstel van de dwaling, die in het begin van dit jaar is begaan. Even als in Mei jl. doen wij dit met volkomen vertrouwen. Hoe meer we toch de staatkundige loopbaan van den heer Poortman hebben ^agegaanhoe meer we de zekerlieid hebben verkregendat hij zijne onafhankelijkheid en zelfstandigheid niet heeft ver- loochend en dat men dus ten onregte aan het denkbeeld voedsel heeft gegevendat hij als 't ware een stelsel- matig tegenstander van elk nieuw bewind zou geweest zijn. De woordenden 29 October jl. door hem in den Gemeente-raad gesproken, hebben ons in die overtuiging versterkt. Regtvaardigheid verwachtte hij van de vo- rige Regering, maar hij verwachtte ze ook van de te- genwoordige Regering." Dit leverde ons het bewijs op, dat hij niet blind aan eenigen leiband loopt of zal loo- pen. Maar wat nog meer is. Reeds in Mei jl. herin- nerden wij het onze lezers, dat hij bij meer dan eene ge legenheid blijken had geleverd, dat hij niet alle maatrege- len van het vorige Ministerie had toegejuicht of ondersteund. Wij gaven daarvan enkele voorbeelden op. Het is niet onbelangrijk daarbij nog een treffend voorbeeld te voegen. In het begin van het jaar 1852 was bij de Tweede Ka mer der Staten-Generaal aanhangig een ontwerp van wet, houdende eene belasting op de rente. Men weet, dat het toenmalig Ministerie veel belang stelde in de aanneming van dat wetsontwerp. De Minister van Binnenlaudsche Zaken de heer Thorbecke, verklaarde zelfs, dat, zoo dat wets ontwerp niet wierd aangenomen, de herziening van het belastingstelsel van de aanneming dier voordragt zou af- hangen. Niettegenstaande dien aandrang stemde de heer Poortman tegen art. 1 en teg en art. 3, waardoor het ont werp werd afgestemd en het gebouw, dat men wilde op- rigten, ineen stortte Wij gelooven dat er wel geen krach- tiger bewijs is bij te brengen, dan dat de heer Poortman uit eigen oogen ziet en niet om de personen der Ministers voorstellen aanneemt of verwerpt. Het is in die overtui ging, dat wij nog met leedwezen terugzien op den uitslag der stemming voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Vooreerst is op die zaak niet terug te komen. Maar wel is de gelegenheid thans daar, om een blijk van achting en van vertrouwen te geven. Het tijdstip is gekomen om aan den heer Poortman te doen zien, dat men zijnen ijver, zijne talentenzijne zelfstandigheid weet te waarderen. A1 moge het lidmaatschap der Provinciale Staten van minder algemeenen en gewigtigen aard zya^dmj liet lidmag der Kamerzookan hij toch aan de provincie en aan deze Het is uit dien hoofde, dat in overweging geven, ora, vele di

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 1