Binncnlandsche Berigten. dat te Konstaiitinopel en te Petersburg genomen zal wordeuligt niet volstrektelijk in de magt van eenige conferentie der vreemde mogend- heden; noch ook zijn de Turksche of Russische belangen het hoofddoel barer bezorgdheid. De waarde van de conferentie en hare maat- regelen is, dat zij in onvoorziene mate er in geslaagd is een ge- meenschappelijken vorm en vereende uitdrukking te geven aan de staatkundige belangen van Europa, welke door dit geschil waren aangedaan. Zij zal eene ramp verhoedenvan veel nicer omvang dan een Turksche oorlogindien zij eene scheuring voorkomt tus- schen de meest beschaafde volken der aarde welke anders in dit geschilpunt aan tegenovergestelde zijden hadden kunnen gebragt worden, en zij heeft aan Oostenrijk en Pruissen die onafhanke- lijkheid gegeven, welke de hagchelijke stand van zaken vereischte, doch welke vele hunner vrienden in andere landen bijkans wan- hoopten, dat zij zouden aannemen. In dit opzigt zijn die staats- stukken der conferentie heilzaam en gewigtig, en zij strekken om den grondslag aan te duiden van eene vredes-onderhandeling of van een ontwerp van meer stellige tusschenkomst. Mogten de middelen om deze besluiten ten uitvoer te leggen, niet op eens slagen, dan schijnt het bijkans overbodig aan te merken, dat de groote mogendheden van Europa, die aldus hunne bedoelingen hebben kenbaar gemaakt, zedelijk verbonden zijn, niet te kort te schieten in de maatregelenwelke ver- eischt mogten worden om ze te verwezentlijken. Doch nopens dit punt zijn nog geene staatkundige verbindtenissen aangegaan. Dat is dus de stand van deze zaak, tusschen de vier groote mogend heden, die niet regtstreeks in het Turksch-Russisch geschil betrokken zijn, maar welke er alle gelijkelijk belang bij hebben, dat de regten van grondgebied gehandhaafd en de vrede hersteld worde, en, in zoo verre, is deze uitkomst buitengemeen goed. Doch, terwijl wij regt doen wedervaren aan het gezond begripdat deze regeling heeft ingegeven ontveinzen wij ons in geenen deele, dat de stellige uitwerlcing daarvan aan de zijde der oorlog ooerende partijen onzeker is, en dat het ver- trouwen dat door sommigen geuit is, dat deze poging spoedig en af- doende slagen zal, geenerlei voldoenden waarborg heeft. Den Turken wordt afgevraagd, de voorwaarden te doen kennen, waarop zij tot den vrede wiilen onderhandelenen de Russen zullen worden uitgenoodigd hunne vorderingen aan eene Europesche conferentie te onderwerpen. Beide vragen zijn volkomen billijk op zich zelve en zouden gretig kunnen wor den aangenomen door partijen, die er op uit zijn om eenen oorlog te eindigen. Doch men moet gedurig voor den geest brengendat de staat- kunde van den Divan niet zoo zeer is den oorlog te eindigendan wel Frankrijk en Engeland daarin te betrekkenen, aan de andere zijde, is de stelling van Rusland in dit oogenblik niet van dien aarddat Keizer Nicolaas zich tot grootere verdeemoediging zal laten brengen. Op deze gronden voorzien wij, dat het hoogst moeijelijk zal vallen het ontwerp, dat tlians door de vier mogendheden is tot stand gebragt en hare toe- stemming heeft erlangd, tot eenige tastbare uitkomst te brengen, al ware het maar in den vorm van vredes-preliminairenen wij beijveren ons, onze lezers te waarschuwen zich niet te spoedig te laten vervoeren door de meeningdat uit hoofde er nu gezonde beginselen ter opvolging zijn blootgelegd, wij, zonder grootere pogingen en opofferingende er- kenning daarvan zullen kunnen opleggen (enforce).** De Times overweegt de mogehjke bezwaren tegen de aanneming van de voorslagen door beide partijen. Turkije kan in zijne tegenwoordige stelling geheel weigeren te onderhandelen; wat meer is, bet zou regt hebben die taal te voeren, nu zijne bekende verklaringen en de voordee- len, die het aan den Donau of in Azie behaald heeft. Daarenboven steunt de Porte op de herhaalde verzekeringen der be- middelende mogendheden, om haar in het bezit der Yorstendommen en het ongeschonden bestaan van het Ottomannische rijk te handhaven. „Doch, aan den anderen kant, kan de Porte zich wel voorstellen, dat, om deze verzekeringen te kunnen vervullen de andere mogendheden de gelegenheid moeten hebben om de onderhandelingen te kunnen voeren, waardoor zij dit punt hopen te verwezenlijken, en dat, ofschoon zij ho- pen met Turkije overeen te komen nopens het besluit om die gewesten van den Russischen inval te bevrijden, moeten de kabinetten van Londen, Pa- rijs, Weenen en Berlijn en niet de Divan beoordeelen in welken vorm en op welke voorwaarden zij hunnen bijstand zullen hebben te ver- leenen. Zij ondersteunen de regten van Europa ten behoeve der groote Europesche belangen, maar de Porte bedriegt zich geheel en al, indien zij zich verbeeldt, dat zij juist het tegendeel zouden doen te weten: dat zij de groote Europesche belangen louter om de Turksche bewering gen zullen opofferen; en, indien Turkije de hulp van Europa vereischt en zoektdan moet het bereid zijn die algemeene overwegingen van staat- kunde in aanmerking te nemen, welke ons staatkundig gedrag regelen. De vier leidende mogendheden van Europa hebben haren onafhaukelijken en belangeloozen bijstand kenbaar gemaakt, maar onmogelijk kunnen zij zich of hare strijdmagt in eene soort van onderwerping plaatseu aan de kabalen of driften van de partij, die den Divan in dit oogenblik soms mogten meeslepen; en, indien de Porte wijs is, dan zal zij eene gele genheid aangrijpen, welke hare verbinding met de geheele staatkunde van Europa zoo wezenlijk versterkt." Nu komt de beurt aan de overweging van de kansen van het onthaal der nieuwe pogingen bij Rusland. „Ondanks alle verzekeringen van geneigd- heid tot onderhandeling, kan men van die zijde geen minder bezwaren te gemoet zien; maar er is dit verschil tusschen de twee oorlogvoerende partijen: Te Konstantinopel worden de drijfveren van de Europesche staatkunde verward verstaan, zij zijn verwijderd, en bijkans onbegrijpelijk voor de Turken, die hun eigen bestaan verdedigen; te St. Petersburg is de invloed van de Europesche staatkunde en die der Europesche verbin- dingen het hoofdwerktuig om keizer Nicolaas tot verzoening en vrede te nopen. Hij kan ongetwijfeld voortgaan oorlog tegen Turkije te voeren, misschien niet beteren uitslag, dan zijne wapenen tot dusverre verwor- ven hebben, maar hij moet aan die gevaarvolle en bedriegelijke zege alles opofferen, wat tot dus verre stevigheid aan zijne magt of waardig- heid aan zijnen naam heeft bijgezet. Wij zijn niet ongevoelig voor de moeijelijkheiddie er gelegen is in eenen terugtogt uit de stellingwaarin hij zich zelf heeft geplaatst, noch ook, al ware het ook regtvaardig, zou het niet staatkundig zijn, om die moeijelijkheid te verzwaren door straffere taal of strengere voorwaarden. In dit opzigt wordt dan ook gezegd dat de te Weenen opgestelde staatsstukkenofschoon met der daad tegen Rusland, gezegd worden op zeer oordeelkundige wijs gematigd in vorm en inhoud te zijn. Doch zoo bezwarend als het voor den keizer moge zijn terug te treden, nog bezwarender zou het voor hem zijn voort te gaan. Hij moet het erkennen dat er nieuwe bolwerken zijn opge- worpen op zijnen wegwelke al zijne magt niet zal overkomen noch door vrees doen vervallenen het is mogelijkofschoon wij niet wagen te zeg- gen waarschijnlijkdat hij de laatste gelegenheid zal laten voorbijgaan, welke voorkomt dit geschil te regelen zondev eene verdere wpi staling, waarin geheel Europa weldra zou worden betrokken." Men beschouwt in Engeland dat vertoog als uitdrukkende de staatkun de van lord Aberdeen, die nog tot het uiterste den vrede wil. Daaren- tegen vindt men in den Morning-Post betoogen, aan lord Palmerston toegeschrevenwelke den uitslag dezer laatste pogingen als van zoq tw^j- felachtigen aard beschouwendat die genoegzaam zeker als ongunstig wordt gesteld. De vraag is nu, welke invloed de jongste berigten uit het Oosten (zie hierboven) op de vier kabinetten en de oorlogvoerende kabinetten zullen uitoefenen. De Times doet nog uitkomen, dat, hoe het loope, de overeenstem- ming der vier mogendheden van het uiterste gewigt blijft, ook omd^t Frankrijk nu meer bepaaldelijk tot de erkenning van de regelingen np- pens het grondgebied in Europa is gekomen, welke het vroeger niet of niet zoo gaaf had toegestemd. In Frankrijk zelf is overigens de aandacht op de verzoening van d* beide takken van de Bourbons gerigt. Genoegzaam van regeringswege wordt daartegen verkondigddat die vereeniging te laat isdat de ge- beurtenissen van 1852 het zegel gedrukt hebben op de verheffing van eenen Bonapartede nationale en monarchale volkskeuze heeft zich daarbij verklaard. In Sardinie en Griekenland behouden de regeringen, bij de verkie- zingende overhand. SCHIEDAM, 13 December 1853. De bijzondere windstilte van den laatsten tijddie de oudste onzer stadgenooten bijna niet geheugt, zou ten ge- volge gehad hebbendat de meeste onzer korenwijnstoke- rijen, uit gebrek aan meel hun werk hadden moeten sta- ken, ware men niet in de gelegenheid geweest om daarin te voorzien, door de stoora-pel- en moutmolen De Rijsthalm, onlangs hier opgerigt door den heer J. G. van Dusseldorp. De drukte, welke aldaar in de laatste dagen heerschte, is onbeschrijfelijk; honderden lasten die ook van Delfshaven en Rotterdam werden aangebragt, zijn daar in korten tijd vermalenzoodat de gevreesde stilstand van zakenniet tot werkelijkheid gekomen is. Ondanks de meeste over- haasting, is door de uitmuntend goede directie, welke aan deze fabriek bestaat, niet de minste verwarring ontstaan. AVij achten ons gelukkig eene dergelijke fabriek in ons midden te hebben, die thans de bewijzen geleverd heeft tot den bloei en de vooruitgang van onze stad krachtdadig mede te werken, In de Maas voor deze stad vertoont zich veel drijfijs. Het vertrek van Z.Exc. den ridder de Stuers naar Indie zal, naar men verneemt, aanst. Woensdag plaats hebben. Uit Rome wordt gemeld, dat de heer Ferrieri, de Pausselijke Nuntius teNapels,als zoodanig door den heer Belgrado, thans Internuntius te 's Gravenhage, en deze door den heer Massoni, zaakgelastigde van den Paus te Florence, zal worden vervangen. De Pruissische regering heeft, op grond der thans uit alle provincien ontvangeu volledige berigtenbekend gemaakt, dat de opbrengat van den oogst van 1853, in de geheele monarchie, bij de tarwe 15 pCt., rogge 10 pCt., erwten 18, gerst 10, haver 9 en aardappelen 43 is ge- bleven beneden de opbrengst van een gemiddelden oogst. De oogst van dit jaar wordt gezegd tegen dien van 1846 te staan als 475:399. De heer van Uijelid van den gemeenterraad te Middelburg, heeft in deszelfs zitting van 30 Nov. jl. een memorie voorgelezen betreffende het z. i. onzedelijke en hoogst ondoelmatige van het verpachten der stads leenbank. De raad zal alsnu spoedig de vraag oplossen of, in na- volging van een vijftal andere steden in ons landeene overname en beheering dier bank voor rekening dier ge- meente zelve niet verkieslijker is. Rotterdam, 7 Dec. Aan de Oostzijde van de Leuve- haven staan twee bovenwoningen te huur van de Erven Kaleshoek naast het nieuwe pand van den heer Schaay. Eenig vee heden morgen voorbij gedreven wordendekreeg eene koe het in den zindaar eene inspectie te nemen en was reeds tot op de tweede verdieping geklommentoen een metselaardaar aan het werkde vreemde bezoekster terug joeg. De koe, daaraan gevolg willende geven, keerde zich om, bij welken draai zij eenen halven-steens muur verbrijzelde en vervolgens den anderen trap afgingna nog eenige andere schado veroorzaakt te hebben. Delft 8 Dec. Den 6den dezer is alhier de eerste al gemeene vergadering gehouden der afd. Delft en Schiedam van de vereeniging het Metalen Kruis, die door een aantal ledenbenevens vele officieren van verschillende wapenen en alhier in garnizoen en geregtigd tot het dragen van het metalen kruis, bijgewoond werd. Aan de afdeeling was ten geschenke gozonden een keurig bewerkt ruiter-stand- beeld van wijlen Z. M. Willem II. Behalve de toasten, uitgebragt op Z. M. den Koning, het vaderland, het ne- derl. leger enz.verdient inzonderheid vermeld te worden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 3