BIJVOEGSEL TOT N°. SO V „DE MAASBODE. Uitgegeven den KENNISGEYING. December 1853. KENNISGEYING. KENNISGEVING. KENNISGEVING. De BURGBMEUSTER en WETHOUDERS van SCHIEDAM Gelet op de circulaire van den Heer StaatsraadCommissaris des Konings in deze provincie van den 23sten November 11.A, n°. 10351, (le. Afd. Prov. Blad n°. l'24j, hondende mededeeling van een ingeko- men berigt uit een der Gemeenten in deze Provincie alvvaar eene ver- giftiging van twaalf Koeijen fvvaardoor zeven stuks zijn gestorven), lieeft plaats gehad, ten gevolge dateen Landbouwer zijn land onwetend met Paardemest, uit eene Loodwitfabriek afkomstigtoegemaakt had j Willen de belanghebbenden bij deze op nieuw indaehtig gemaakt hebben aan de noodlottige gevolgen waaraan het toemaken hunner Landerijeu met Paardemest, van Loodwitfabrieken af komstig, hen of hun Vee kan blootstellen; met ernstige waarschuwing en uitnoodi- ging om voortaan zorgvuldig toetezien dat van de bedoelde Paarden- mest, ten voorechreven einde, geen gebruik worde gemaakt. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort; den 9den December 1853. Burgemeester en Wethouders van Schiedam C. A. van BOL'ES. De Secretaris VERNilDE. Vrijstellingen van Dienstdoenden in de Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der stad Schiedam' Gezien hebbende art. 21 der wet omtrent de inrigting der Nationale Militievan den 8 Januarij 1817, bepalende den tijd, waarop die genender voor zich zelve dienende Manschappen in de Nationale Militie die overeenkomstig gemeld artikel aanspraak hebben op ontslagzich moeten aanmelden. Gelet hebbende op het Besluit Zijner Majesteit van den 30 Junij 1817 houdende dat de vrijstellingen juist niet bepaaldelijk in den loop van het laatst voorgaande Jaar behoeven te zijn verkregendoch na de inlijving over eenkomstig de bepalingen deswegens bij art. 91 en 94 gemaakt. Zoo is hetdat Burgemeester en Wethouders voorn. bij dezekennis geven aan alle de genendiesedert der- zelver inlijving in de Nationale Militie, hetzij door het overlijden van eenen Vader of wel Moeder, weduwe zijnde, of door eene plaats gehad hebbende regterlijke separatie of echtscheiding der Ouders, of eindelijk door overlijden van een Broeder of Broeders overeenkomstig de bepalingenvoor die gevallenbij art. 91 en 94 der wet gemaaktregt op vrijstelling hebben verkregen, en dienvolgende hun ont slag verlangen, dat derzelve, of wel derzelver Ouders of Voogden, Curators of gemagtigdenmits een verzoekschrift medebrengende met bijvoeging van de noodige bewijzen bij art. 91 en 94 der wet vastgesteld zich kunnen ver- voegen ter Seeretarie dezer Stadv(56r den 5 Januarij aanstaande terwijl het gemelde verzoekschrift zal moeten bevatten de volgende opgaven van den dienstdoenden persoon, die vrijstelling verzoekt, of voor wien vrijstelling verzocht wordtte weten 1. De naam en voornaamalsmede den bijnaamzoo hij die heeft. 2. De geboorteplaats en den datum der geboorte. 3. Het Jaar der Ligting waartoe hij behoort en den datum der inlijving. 4. Het nummer door hem getrokken. 5. Het wapen en het nummer (voluitgeschreven) van het Korps waarbij hij is dienende. Kunnende geene bewijzen worden aangenomendan die, welke in alle deelen overeenstemmen met de voorschriften der weten welke bestaan a. In de bewijzen van elke vrijstellingzoo als die bij art. 91 of 94 zijn voorgeschrevenen b. In de doodcedullen van de plaats gehad hebbende sterfgevallenof de bewijzen van de voorgevallene regter lijke separatie. Zullende voorts alle de genendie den voorschreven tijd overschrijdenniet op de lijst kunnen geplaatst wor- den en voor dit Jaar alle regt op vrijstelling verliez n terwijl tevens op geene verzoeken vermag te worden a<_ht gegevenwaarbij de vereischte bewijzen tot staving vat de wettigheid der aanspraak op vrijstelling niet zullen ijt gevoegd. Aldus vastgesteld den 10 December, 1853, en a ;e kondigd den 12den derzelfde maand. Burgemeester en Wethouders van Schied im C. A. van BOL'ES. De Secretaris VERN&DE. VRIJWILLIGERS VOOR DE DIENST DER NATIONALE MILITIE. De Burgemeester en Wethouders van Sciiied. in aanmerking nemendedat bij art. 29 en 30 der v t op de Nationale Militie, van den 8sten Januarij 1817, bepaalddat dezelvezoo veel mogelijk uit VRIJWLL ,1- GERS zal worden genomenen dat die, of ter gehce voldoening, of in mindering van het contingent, door d< 3 Gemeente te leveren, zullen strekken. Zoo is het: dat Burgemeester en Wethouders oornoem bij deze ter kennis van elk en een iegelijk, die daai belang hebben, brengen: dat gedurende de geheele maa Januarij aanstaande, met uitzondering van de Zondage des voormiddags van 10 tot 12 ure, ter Seeretarie dez Gemeentezal worden gevaceerd tot de inschrijving v i alle zoodanige manschappen, die zich vrijwillig in de die t der Nationale Militie verlangen te verbinden, onder gei t van eene tegemoetkomingter som van dertig gulden. Terwijl Burgemeester en Wethouders bij deze herinnersr aan de bepalingen, bij de voornoemde wet art. 31 en 97, ten deze gemaakten dat mitsdienals Vrijwilligers zi len worden aangenomen alien, die op den eersten Janua j aanstaande, ongehuwd zijnde, hun 19de jaar zijn ingetre - den en hun 30ste jaar nog niet hebben volbragt, ten wa<e zij in dienst der Nederlandsche Armee of Nationale Mili' hebben gestaan in welk geval zij tot den ouderdom van 35 jaren zullen worden toegelatendoch de laatste vijftien maanden binnen deze Gemeente of derzelver Jurisdicrie hebben gewoond, en de lengte hebben van 1 el, 570 stre- pen, van goed gedrag en vrij van alle gebreken, al waren die ook van eenen tijdelijken aard, die hen tot de militaire dienst ongeschikt maken, en aan de Nationale Militie, zoo zij daarin gevallen zijnhebben voldaanof bewijzen dat zij aan dezelve niet hebben kunnen voldoen. Wordende wijders Armbestuurders en Regenten der God" huizendie bij art. 46 der wet bevoegd zijn verklaarH uit de Bedeeldenof in de gemelde Gestichten opgevoed wordende personen als Vrijwilligers aantebieden, verzocht. hen aantemanen tot de Vrijwillige Dienst, als moetendi krachtens evengemeld artikelaan hen de voorkeur boven anderen gegeven worden. Aldus gearresteerd den lOden December 1853, en af- gekondigd den 12den derzelfde maand. Burgemeester en Wethouders van Schiedart C. A. van BOL'ES. De Secretaris VERN&DE. OPROEPING TOT DE INSCHRIJVING VOOR DE Nationale Militie. Ligting 1854. De Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Doen te weten Dat de werkzaamheden der Ligting voor de NATIO NALE MILITIE, overeenkomstig de voorschriften der wetten van 8 Januarij 1817 en 27 April 1820, voor het jaar 1854 zullen aanvangen. Dat diensvolgens alle manspersonen, welke op den eer sten Januarij van het jaar 1854 hun negentiende jaar zijn ingetreden, en dus geboren zijn in het jaar 1835, mits- gaders zij, welke hun verblijf binnen dit Rijk hebben gt- vestigden als ingezetenen moeten worden beschouwdvoor zoo verre zij nog in de jaren der militie vallen, zich in

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Maasbode | 1853 | | pagina 5