Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad.
Één dag vrij.
IN o. 2.
Zaterdag 9 Maart 1901.
Ie Jaargang.
Bericht.
FEUILLETON.
Denk er eens over
De Schiedamsche Werkliedenverbonden
ABONNEMENTSPRIJS:
13 cent per kwartaal
franco per post 20 cent
Losse nummers 1 cent.
bij vooruitbetaling.
Hnrean van Administratie
en Jrledaktie
i\"oordvest 12.
ADYER TEN TIEN:
5 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
2)
Naar het Fransch van
PAUL RENAÜDIN.
„Nu dan zullen we tot Mendon gaan als
je wilt of anders naar Bellevue. Voor éen
keertje moeten we maar eens royaal zijn.
We zullen de stuivers van het loon er maar
bijleggen. Het is toch altijd winst, want we
rusten dan eens flink uit en de patroon heeft
ze als 'tware voor geschonken. Kom laten
we ons plan aan de jongens gaan vertellen
en eens kijken of ze er mee ingenomen zijn."
De kinderen sprongen in de lucht, uitge
laten, zonder precies te weten waarom, bij
't vooruitzicht van 't genot, dat hun werd
Den abonné's buiten Schiedam wordt
verzocht 't abonnementsgeld voor het
eerste kwartaal per postwissel zoo j
spoedig mogelijk te zenden
Klachten over slechte bezorging der I
bladen .gelieve men direct te richten
aan de directie
't Is niet erg logisch, om dadelijk maar
te schelden voor „socialist" of zoo iets, om
dat de arbeiders prakkeseeren over vleesch-
potten, en over politiek, en over kapitaal,
en over ruilen, en over philantropie (lief
dadigheid). Maar dat geredeneer is óók on
logisch of wel't hangt net aan mekaar
als 1 1 r/v er geen verband wezen
tusschen al Ure. zaken, welke we eiken dag
hooren en zien Zou een duw tegen zoo'n
mede-afgevaardigde en zoo'n Stoot tegen een
aan liefdadigheid doende bezitter verkeerd
besteed zijn in den regel? Laten we eens
kijken. Als een arbeider na een „welbesteden"
dag in z'n „nederige" woning terugkeert en
hij vraagt zich af: Wat heb ik nu eigenlijk
gedaan van daag? dan is 't antwoord: „Ge
werkt, 12, 13, 14, 15 uren." Wat heb ik
voortgebracht „Jenever, gist, kaarsen,
flesschen, enz." Heb ik aandeel in die pro
ducten „Neen". De arbeider krijgt z'n loon
daarmee uit. Waar komt dat van daan? Wel
dat neemt de baas af van de voorraad waren,
die hij al heeft. De arbeider ruilt dus 't
eenige wat hij bezit, z'n arbeidskracht, tegen
geld. En als hij geen arbeidskracht meer
heeft? Och we hebben immers wel eens ge
hoord van 'n uitgeknepen citroen? Dan zijn
er nog gasthuizen, waar hij in gebedeld kan
worden. In z'n goeien tijd dus verkoopt de
arbeider zich voor 12, 14, lfi uren per dag
aan den man, die de productiemiddelen heeft,
aan den bezitter. Bevalt hem z'n patroon
niet, dan kan hij gaan, maar dan moet hij
belanden bij 'n anderen bezitter, die z'n
arbeidskracht wil koopen, 't eenige bezit,
dat i heeft. Zoo is 'n proletaar van z'n ge
boorte af al verkocht aan de bezittende
klasse. En de vader van zoo'n jonggeborene,
die eenige ondervinding heeft van de ver
houding, waarin hij staat tot het bezit, die
weet van werkeloosheid, van lage loonen,
van moordenden arbeid, van de liefelijkheden
der bezitters (waarover later), heeft die vader
recht te spreken van 'n beroerde toekomst,
die staat aan de wieg van zijn kind?
Wordt vervolgd.
De afdeeling Schiedam van het Algemeen
Nederlandsch Werkliedenverbond heeft zich
weer van een zeer eigenaardige kant laten
bekijken. Zij heeft n.l. twee voorstellen ge
plaatst op de beschrijvingsbrief van de a.s
algemeene vergadering van het verbond,
waardoor ze in de arbeiderswereld nog al een
gek figuur slaat.
Beginnen we met het laatste voorstel.
Het betreft „pensioen voor oude en invalide
werklieden."
Dit is een mooi ding, en niemand kan
vuriger dan wij wenschen dat die pensioen
regeling spoedig tot stand komt. Maar als
of de afdeeling zich schaamt om rondweg haar
oordeel te zeggen, voegt zij er niet aan toe
of zij bedoeld Staatspensioneering, dan wel
pensioneering, te betalen door de arbeiders
geheel, of door de werkgevers geheel, ot door
beide laatsten elk voor een gedeelte. Niet
dat wij zoo nieuwsgierig zijn naar die ver
klaring.
Wij weten zeer goed, dat die zou zijn
tegen staatspensionering. Onze werklieden
voorgespiegeld. Ze begrepen, welk een heer
lijke verrassing het was mooie en ongekende
dingen te gaan zien en gedurende drie dagen
was hun verwachting hoog gespannen.
Wat Cecile betreft, ze kreeg een kleur
van blijdschap. Voor haar was het ook iets
ongekends. Enkele van haar vriendinnetjes
hadden er haar er wel eens over gesproken
en dikwijls had ze er over zitten droomen
en er naar verlangd. Mendon! Bellevue!
Dat waren de groote dagen van vrijheid
waarvan ze droomde in het gevangenisleven
van haar atelier, de heerlijke heldere zonne
schijn, en de blauwe lucht waarnaar de
zwoele somberheid van haar benauwd
zolderkamertje wel heimwee moest voelen!
Dat waren de bloemen, die geheel alleen
uitbotten en bloeiden, krachtig en gelukkig,
terwijl het haar arme jasmijn zooveel
moeite kostte tot haar venster te komen,
verbonders hebben daarvan reeds dikwijls
genoeg doen blijken. Voor de arbeider lijkt
hun het „eten aan de staats-iuif" niet goed.
Maar nu het eerste voorstel Het heeft ten
doel het Werkliedenverbond te doen strijden
vóór bescherming van de graanstokerijen en
tégen de bescherming der suikerfabrieken.
De questie is al dik wij ls in Schiedam besproken
en beschreven. Maar vaklui zijn het er nog
lang niet over eens. Wel is waar blijft de
Brandersbond op haar standpunt staan, maar
wie kan dat verbazen. De branders zijn er
treurig aan toe. Hun bedrijf verloopt. Zij
hebben eeuwen lang alcohol gestookt op een
oude wijze. Nu komen er nieuwe fabrikanten,
die goedkoop en zuiverder fabrieeeren. De
branders zijn niet met hun tijd meegegaan.
Inplaats van de nieuwe wijze van werken
over te nemen, waartoe hun trouwens meestal
het kapitaal ontbreekt, gaan ze aan 't schelden
tegen de concurentie, en ze doen allerlei
pogingen om den Minister en de 2e kamer
te overtuigen, dat 't toch zoo'n nobel werk
zou zijn hen te steunen, ten koste van de
suiker-industrie.
En onze brave werklieden verbonders, die
nog maar altijd gelooven dat als 't op de
grooten regent, 't op de kleinen wel zal drup
pen, ze wenschen ijverig deze beweging te
steunen.
Zij hebben natuurlijk in de zaak opeens
het heldere inzicht, dat velen vaklui nog
ontbreekt, maar och kom, ze komen er immers
den patroons mee in 't gevlei, en die patroons,
daaronder zijn heel wat donateurs van 't
Werkliedenverbond, en als ze die zoo nu
en dan niet eens wat op de handen droegen
zouden ze gaan zeggen dat 't Werklieden
verbond ook al socialistisch werd en
neen later we daar niet aan denken.
Maar nu in ernst. Deden die werklieden-
verbonders niet beter zich eens met werkelijke
arbeiders belangen te bemoeien Ze kunnen
begrijpen, mits ze willen, dat de alcohol
dat waren de vogels, die met volle keeltjes
zongen in de vrije lucht, terwijl zij nooit
iets anders hoorde dan het slepende, eentoo-
nige wijsje van een meerl, die daarbeneden
op het kleine binnenplaatsje in een kooi
gevangen zat En het was de verkwikkende
geur van gras en bloemenhet waren de
boomen, het licht, het groen, het was een
wonderlijk paradijs waarvan ze droomde.
Een paradijs waarheen men de duffe werke
lijkheid van het eentoonig dagelijksch leven
ontvlood
En tot Donderdagmorgen leefde ieder vol
blijde hoop.
Wordt vervolgd.)
DE MOKEB