Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad.
No. 5.
Zaterdag 30 Maart 1901.
Ie Jaargang.
Bericht.
Yan onze vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Één dag vrij.
ABONNEMENTSPRIJS:
13 cent per kwartaal I
r bi) vooruitbetaling.
franco per post 20 cent1 J 3
Losse nummers 1 cent.
Den abonné's buiten Schiedam wordt
verzocht 't abonnementsgeld voor het
eerste kwartaal per postwissel zoo
spoedig mogelijk te zenden.
Schiedam, 26 Maart 1901.
Vanmiddag zijn we druk aan den slag
geweest. We derfden daarbij bet gezelschap
van de ïïeeren Loopuyt, Kranen en Klein.
Alleen eerstgenoemde had bericht gezonden,
verhinderd te zijn.
Ik zal maar weer eens zoo hier en daar
een greep doen, in de hoop, dat ik niet buiten
de orde ga, want ik heb na m'n vorig verslag,
gehad, dat ik bang geworden ben.
:t Drukst hebben we 't gehad over den
verkoop van de perceelen grond aan 1'. W.
Blanken. Laat ik maar vast zeggen, dat hij
ze niet gekregen heeft, waar ik heel blij om
ben. Niet omdat ik nu Blanken dat voordeeltje"
niet gun, maar ik gun het de gemeente nog
meer.
Zooals ik zei, er is heel wat over te doen
geweest. De oppositie kwam voornamelijk
van de heeren Gouka, Honnerlage Grete en
van der Vlies. Deze heeren wierpen het er
allen op, dat ze den prijs te laag vonden.
De heer v. d. Vlies stelde zelfs voor wel te
verkoopen maar voor 't eene perceel inplaats
van f 3.f 4.te vragen.
De heer Gouka wou nu die verkoop weigeren
en afwachten of Blanken later meer zou bieden.
De heer Honnerlage Grete vroeg rondweg
waarom de grond niet in erfpacht gegeven werd.
Daar had je de poppen aan 't dansen. Hoe
Naar het Fransch van
5) PAUL RENAUDIN.
Ik verzeker je niets, jij weet niet wat
je van die losbollen te wachten hebt. Als
zoo'n brute je te pakken krijgtMaar
wie weet, toen je nog jonger was, moedertje
En stoeiend haalde hij haar hoofd tegen
zich aan.
Waarom niet? plaagde zij Wordt je
soms jaloerschen als belooning voor z'n
liefkoozing gaf ze hem een ferme tik op
z'n wang.
Leon, waar is je zuster? vroeg Louise
aan een der jongens. Deze hadden't erg druk
met knikkers. ,„'k Weet-nie", zei de ander
eindelijk.
Is ze al lang weg?
Bureau van Administratie
en Redaktie
Xoordvest 12.
moesten B. en W. daar ;iu uitkomen? Even
de hoofden bij elkaar gestoken en dan met
een paar luchtsprongen en een salto mortale
De voorzitter zou 't zaakje klaren. Zie
hier zijn argumenten.
Het stukje grónd, zei hij, dat hier bedoeld
werd, diende om een ander stuk, dat reeds
te voren verkocht was af te ronden.'t Eerste
stuk was verkocht, dus nu dat 2e stukje
ook maar verkoopen.
Niet waar lezer? dat klopt. Maar de con
sequentie is, dat wanneer je een keer een
fout begaan hebt je een tweede keer dezelfde
fout weer moet maken.
Maar, zegt de voorzitter, zoodra we eens
een heele nieuwe partij grond gaan aanspreken,
dan zullen we voorsteller doen om dien grond
in erfpacht te geven.
Nu weten personen, die hier grond willen
koopen precies wat hun te doen staat. Je
gaat naar den eigenaar n het stuk grond,
dat ligt naast 't geen je wilt koopen. Je
draagt hem op het te koopen. B. en W. zullen
niet weigeren, want de kooper vraagt een
stuk, gelegen naast 't geen hij al heeft. Je
buurman koopt het dus voor je, tegen een
spotprijsje. Yoor z'n moeite wordt hij wel
beloond, samen deelen. En je bent op een
leuke manier aan je grond gekomen.
Dat zou 't gevolg zijn van de mooie plannen
van B. en W. Een speculatie in gronden op
groote schaal.
De voorzitter zei nog meer. Erfpacht, zeit-ie,
is een lastig ding, daar kan je maar niet
zoo in 't algemeen over praten. Elk geval
moet je afzonderlijk bekijken.
Nu moet ik eerst even opmerken, dat geen
der raadsleden in 't algemeen erfpacht bepleit
had. Ze hadden het alleen beschouwd in
verband met dit geval. Waarvoor dan die
opmerking. Of was hij soms bestemd voor
de „publieke tribune"? Hoogere politiek van
'k Geloof wel 'k Weet-nie Nou,
jij dan Piet,toen ik wakker werd, was ze
al weg
Ik heb 't wel gezien, ik sliep niet. Er
kwam een groote jongen opeen fiets voorbij,
daar En ze zeiden elkaar goeden dag.
Ik geloof dat ze kennis aan 'm heeft.
Zei ik 't niet, bromde Laurent. Wacht
maar meisje,als je terug komt.
Kom nou, vadertje, suste Louise, maak
je maar niet ongerust. Ik weet, wat ik aan
haar heb, ze is wijs genoeg.
Ze lag nog altijd tegen hem aan met haar
arm om z'n hals en met de andere vatte ze
z'n kin en zag hem in de oogen„Nu, daar
wordt je weer jong van! He?
Kom, men is toch maar niet in eens oud.
Men kan nog wel goed weer krijgen. Herinner
jij je niet, hoe we een oogenblikje op een
aardige wijze van de overige bruiloftsgasten
waren afgeraakt? Zij wilden ons niet inden
steek laten, omdat zij er te veel schik in
ADYERTENTIËN:
5 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
den burgervader? Wat nu de kwestie zelf
betreft, kunnen voorstanders van erfpacht
geen bezwaar er tegen hebben, dat elk geval
op zich zelf beschouwd wordt. Als 't juist
beschouwd wordt, kan 't resultaat niet twijfel
achtig zijn. Maar 't komt. aan op de wijze
van beschouwing.
Int.usschen verzuimde de voorzitter maar
even om ook maar een enkel argument tegen
erfpacht aan te voeren of een argument
er vóór te ontzenuwen. Dit is nu wel ver
klaarbaar want de woorden en de toon moesten
redden wat de argumenten niet konden.
Enfin, de zaak is van de baan. Te zijner
tijd zullen we er wel weer op terug komen.
Het tweede gewichtige punt was de missive
van B. en W. waarbij zij mededeelen, dat
zij meenen nog geen voorstellen te moeten
doen om te voorzien in kleeding en voeding
van schoolkinderen.
Zij word aangenomen voor kennisgeving.
De missive ziet er heel gewichtig uit, met
aanhaling van wetsartikelen en verwijzing
naar rapporten enz. Toen nu deze aangenomen
was voor kennisgeving stelde de heer Gouka
voor f 250.uit te trekken om wanneer de
behoefte zich voordeed, daarin te kunnen
voorzien. Dit standpunt was zuiver. B. en W.
zeggen: „De behoefte bestaat nog niet."
Goed, zegt de heer Gouka, zij kan er komen,
en als we al niet van te voren een post op
de begrooting brengen, kunnen we niet aan
school voeding en -kleeding beginnen.
't Bleek nu, dat de heer van Westendorp
't met zijn medeleden van 't Dagelijksch Be
stuur niet eens was. Deze heer deelde de
meening van den heer Gouka. De heer Gouka
had al aangetoond hoe vreemd B. en W. uit
de officieële rapporten hun gevolgtrekkingen
maakten.
Het schoolhoofd Brouwer meldt dat hem geval
len lekend zijn van schoolverzuim door gebrek aan
hadden, ons te plagen, maar dat verveelde
jou, en later mij ook, totdat wij een paadje
vonden, dat wij vlug insloegen, terwijl de
anderen hun weg in tegenovergestelde rich
ting voortzetten. Het is waar, dat is ook al
heel lang geleden
De kleine witte wolkjes liepen altijd door
tusschen het zachte wit van den hemel.
Zachte, bedwelmende geuren stegen uit het
gras op. En zij praatten over het verledene,
zochten eikaars handen, terwijl zij hun ge
dachten, tusschen de omhelzingen door, ver
heten teruggaan.
Hun zielen werden opgevroolijkt, in dit
uur, dat zoo vlug ontrukt was aan de tegen
strijdigheid der wereldsche zaken.
(Wordt vervolgd.)
DE MOKEB.
rnnt t cf"TPolrq on (Jol* Op TïllüCp