Politieke Schetsen. Biiiteiilandsche Sprokkelingen. Drankbestrijding. Vakbeweging-. In verschillende districten werd in de afge- loopen week door onze mannen flink gepro pageerd, Melchers en Pokkum, Hermans in Jt district Brielle, Mendels in 't district Zaan dam, Hugenholtz in 't district den Huider, Bchaper in 't district Appingedam. Over 't geheel waren de vergaderingen goed hezocht. Nu en dan was er debat, wat nu meestal niet ten nadeele van onze mannen is, omdat ze dan nogeens een extra mooie gelegenheid hebben de zwakke zijden dei- burgerlijke partijen te toonen. (Slot.) Spanje VI. De omwenteling van 1868 was veel ernstiger dan een der vorige, reeds het wegjagen der koningin duidde dat aan. Op het einde van 1870 werd het koningschap aangeboden aan den hertog van Aosta, een zion van Victor Emanuel. Deze nam zijn benoeming aan maar moest na vruchtelooze pogingen om een krachtig bestuur in te stellen in 1873 zijn ambt weer neerleggen. De republikeinen riepen nu de republiek uit, maar de koningsgezinden wilden daarvan niets weten, terwijl de Carlisten overal den guerillaoorlog voerden en de geestelijken aan het hoofd der boeren op de meest woeste wijze huishielden. Generaal Martinez Campos maakte door een provinciamento in Dec. 1874 aan dezen toestand een einde. De pas meer derjarig geworden zoon van Isabella, Alphon- sus, werd als koning erkend en het uitvoerend bewind in handen gesteld van Canovas del Castillo. De Carlisten waren nu na 2 jaar volkomen vernietigd. Maar de geestelijkheid ^ette den strijd voort, op voorbeeld van den paus Don Carlos (een kleinzoon van den in het vorige artikel genoemden) als wettigen koning erkenende. Om dit verzet te breken, sloot Canovas een nieuw concordaat met den paus (1876): deze erkende Alphonsus XII en liet Don Carlos in den steekde katho lieke godsdienst werd hersteld als godsdienst van den staat maar ook andere kerkgenoot schappen werden toegelaten. Staatkundig werd Spanje nu een liberale constitutioneele (grondwettelijke) monarehie: de koning on schendbaar, de ministers verantwoordelijk tegenover volksvertegenwoordiging (de Cortes) van 2 kamers. Dit stelsel heeft zich tot nu toe weten te handhaven; alleen is er in 1890 een geringe uitbreiding van het kiesrecht bijgekomen. Daar evenwel de ministers dooi de koning worden benoemd zonder dat deze daarbij rekening hoeft te houden met de volksvertegenwoording, en daar de niet- clericale partijen met ieder nietclericaal ministerie meegaan, is in werkelijkheid aan den ouden toestand niet veel veranderd alleen zal de koning moeten oppassen, door een openlijke bescherming van het clerica- lisme niet een nieuwe omwenteling uit te lokken. Dit wordt intusschen iedereen dag moeielijker, omdat de revolutiepartij van 1868 zich allengs in 2 groote groepen is gaan splitsen, de liberale en de conservatieve, waarvan de eerste het burgelijke huwelijk, persvrijheid en vrijheid van vereeniging op haar programma heeft, terwijl de tweede daarvan niets wil weten en daardoor steeds meer onder den invloed der geestelijkheid raakt. De liberale willen ook niets weten van de republikeinen, bestaande uit een repu- blikeinsche bourgeois partij, sociaal-democra ten en revolutionaire socialisten, en dreigen dus te worden doodgedrukt tusschen de conser vatieven en de republikeinen. Maria Christina, die den dood van haar man Alphonsus XII in 1885 als regentes regeert voor haar in 1885 ge boren zoon Alphonsus, komt bovendien weer geheel terecht in de overleveringen en ge woonten van het koningschap der 18e. eeuw. Een grondige bestudeering van Spanje's toestanden leidt dus tot den slotsom (zie no. 3 van De Moker), dat Spanje zelf vol komen onmachtig is tot het aanbrengen van verbeteringen. Alle pogingen daartoe in de 19e eeuw zijn mislukt, alle omwentelingen zijn gevolgd door het herstel van den ouden toestand, en alle nieuwe omwentelingen zullen mislukken om dezelfde redenen waarom de vorige niet zijn geslaagd */l0 van de be volking mist ieder gevoel van zelfstandigheid en recht op ontwikkeling, loopt blindweg aan den leiband van een gewetenlooze geeste lijkheid die het baas blij ven over haar schapen als eenig doel heeft en daarom alle ontwik keling en vooruitgang belemmert. En het 1 10 overblijvende deel verloopt als alle liberale partijen in alle landen in den modder. De opheffing uit zijn ellende aal voor Spanje dan ook van geheel andere zijde moeten komen, en Spanje ziet al iets daarvan in het verschiet. Het denkbeeld, dat ieder mensch recht heeft, op een behoorlijk bestaan en recht op een groot maatschappelijk geluk, is ook in Spanje begonnen op te komen. De sociaal democratie, de eenige werkelijke be strijder van ellende en gebrek, is ook in Spanje den strijd begonnen tegen een maat schappelijk stelsel, dat toestanden mogelijk maakt en met bewustheid handhaaft, zooals die in Spanje best»an. De politieke vrijheid van Spanje. dat volgt logisch uit zijn geschiedenis, zal eerst kunnen komen door het socialisme. J. v. L. Familieregeering. De Pruisische minister van Puttkammer heeft in Pommeren groote bezit tingen, hijzelf evenals zijne familie, tezamen 22 bezitters. Volgens het laatst verschenen „Handbo k van het grondbezit" heeft deze familie door de beschermende graanrechten f 100 000 extra verdiend. De broodverbruikers moesten dat natuurlijk opbrengen. Hoeveel zou dat wel bedragen voor de 25000 groot grondbezitters van Duitschland bij elkaar? En toch wil men te hunnen bate de graan rechten nog gaan verhoogen De Pruisische ministers hebben de eigenaar digheid, zeer lang aan te blijven. Een der conservatieve Duitsche kranten heeft dit raad sel verklaard door de ministers als noodlijdenden aan te wijzen; hun pensioen is nl. zeer laag, omdat het slechts over J/j van hun trakte ment wordt betaald. Een voorbeeld ter navolging bijv. voor Ned. O. Indische gou- venieurs-generaal e. d. Drank en Loon. In een door de Engelsche regeering uitgegeven blauwboek (1891) vinden wj een staatje, waaruit we eenigszins kunnen opmaken, wat de arbeiders bij de bierbereiding profiteeren. De loonen zijn hier in procenten aangeduid van de totaal>ntvangsten der onder nemers of fabrikanten, de cijfers zijn op 1/2 procent nauwkeurig. Mijnwezen 55. Waterwerken 26. Scheepsbouw 37. IJzer en Staalfabrieken 23. Dok- en Havenwerken 35. Textielnijverheid Spoorwegen 30. Weverijen 23. Land- en Tuinbouw 23. Gasfabrieken 20. Kanaalaanleg 29. Brouwerijen 7. Katoenfabrieken 29. Bij de bierfabrikatie ontvangen ze dus het geringste deel van de geheele ontvangst, waarin ze zelf weer een groote portie bijdragen. Bier, wijn en sterke drank, hoe ook beschouwd, zijn niet alleen in dit opzicht niet voordeelig voor den werkman. Zou niet een van de vele branders in Schiedam en niet een der brouwers ze mogen ook buiten onze gemeente wonen ons willen mee- deelen, welk gedeelte van de totaalontvangst zij uitkeerden aan arbeidsloon? Die vraag zou ook als een brutaliteit opgevat kunnen worden. Wat hebben wij met hun zaken ook noodig? 't Is ons echter te doen om het volk voor te lichtenwij hebben geen vrees, dat de arbeiders te leep zullen worden. Alle wijsheden stichten niet en ze zouden wel eens den bezitter of fabrikant kunnen hin deren in zijn vreedzame uitbuiting. Biersoorten. Het hoofdbestuur van den Volks bond, vereeniging tegen drankmisbruik, heeft een tweede commissie benoemd, om een onder zoek in te stellen naar de hoedanigheid en de hoeveelheid van de in ons land gebruikte binnen- en buitenlandsche biersoorten. Op het biergebruik komen we later in een uitvoerig artikel terug. Drank en Eigendom. Aan het Sociaal Week blad wordt gemeld, dat in een onlangs ge sloten pachtcontract betreffende een boeren woning de volgende zinsnede voorkwam: „Het zal den pachter uitdrukkelijk ver boden zijn, in of op het gepachte perceel sterken drank te gebruiken of door anderen te doen gebruiken „zullende bij niet-nakoming van een of meer der in deze acte gemaakte bepalingen en voor waarden de pacht terstond kunnen worden ontbonden, enz." Uit dit bovenstaande en het volgende blijkt, dat eigenaars wel eens, bij uitzondering, wat meer dan hun portemonnaiebelang op het oog kunnen hebben. Onder den rook van Schiedam (te Overschie) woont een vrome eigenaar, die een huis met vergunning verhuurd heeft op de voorwaarde, dat er op Zondag niet getapt mag worden. Hierbij een paar vragen. Hoe moet de 1ste verpachter zijn pachter nagaan om met zeker heid te weten, of het contract goed wordt nageleefd? Het beste voor hem zou zijn, dat de huurder geheelonthouder is of wordt. Zou de tweede verhuurder ook den verkoop van andere waren in zijn huis op den Christelijken rustdag verbieden, of is alleen de drankhandel hem op Zondag een doorn in het oog? 't Is waar, het drankgebruik zou een heilige Sabbathsviering kunnen storen, hij zou zeker ook een Züricher statistiek gelezen hebben, waaruit hij zag, dat op Zondagen de meeste misdaden door den drank worden gepleegd en dat de Zater-, Zon- en Maandag meer misdrijven voor hun rekening hebben dan de 4 overige dagen der week. Te Havre staken de havenarbeiders, waar door tal van booten moeten blijven liggen, 't Gaat hard tegen hard. Geen van beide partijen wil toegeven. Te Montceau duurt de staking voort, 't Congres van mijnwerkers, dat te Lens gehouden werd besloot het referendum te doen beslissen of al dan niet tot de algemeene werkstaking zal worden overgegaan. Binnen eenige dagen moet dit referendum afgeloopen zijn. De waarnemende minister-president Leygeus heeft een delegatie van 't Congres ontvangen en verklaard dat regeling der arbeidsvoorwaarden van mijnwerkers ten spoedigste door de regeering aan 't parlement zal worden ingediend. Te Köslin (Oost-Pruisen) hebben de ver- eenigde ondernemers bij gemeen overleg alle arbeiders omslagen, die lid waren van een vakvereeniging. Millerand, de Fransche socialistische minis ter heeft voor de arbeiders bij telefoon- en telegraefaanleg den 8 urigen werkdag en een minimumloon van 5 francs (ongeveer f 2.40) per dag, ingevoerd, 't Zelfde deed hij reeds vroeger voor de arbeiders in de werkplaatsen der posterijen. in.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 3