Onze Feestavond. Meeting voor Algemeen-Kiesrecht. Arbeiders daaraan kan en moet een einde komen, gij allen kunt en moet u scharen onder de leuze: Op voor den Achturendag Het was 13 April j.l. 2 jaar geleden, dat in een zaaltje van het Volkshuis 13 personen, mannen en vrouwen samen kwamen en daar een afdeeliug vormden van de Sociaaldemocratische Arbeiderspartij in Neder land. Twee jaar zijn verstreken. De dertien kunnen met eenige voldoening terug zien op dien tijd. De eerste stap kostte het meest, maar elke stap verder is zwaar. En toch, we zjjn vooruit gegaan. Van 13 groeide de afdeeling aan tot 45 leden. Doch dat is niet 't eenige. Waar voor 2 jaar Schiedam nog zeer rechtvaardig sliep, droomende van een heerlijk hier namaals, waar, naar men hoopte, al de ellende dezer aarde vergoed zou worden, daar is nu wat leven in de brouwerij gekomen. Veel is 't nog niet wat we konden doen, maar de aandacht is op ons gevestigd. Vroeger sprak men hier over 't socialisme, zooals wjj Hollan ders spreken over de pest in Kaapstad, met medelijden voor de slachtoffers, angst soms voor onze verwanten en vrienden, die wonen in de besmette streek, maar met de zekerheid dat men hier veilig was. Die tijden zijn voorbij. Zelfs in het goede Schiedam, dat zoo lekkertjes op éen oor lei, waar alles sliep in nachtelijke rust, is een lichtstraaltje gevallen, een klein troepje mannen en vrouwen heeft zich vereenigd, vastbesloten tot het laatst mede te doen aan deu grooten, heiligen, heer lijken strijd van het proletariaat, den strijd voor recht, voor licht, voor leven. Ze wisten het, dat ze groote moeilijkheden te over winnen zouden hebben, dat hun weg vol steenen en vuil en modder zou liggen, dat hun vijanden uit den grond zouden verrijzen, waar vroeger hun vrienden, stonden, dat ze kans zouden loopen verpletterd te worden door de macht, door het geweld dier vijanden. Ze zijn toch hun weg gegaan. En ze zijn eenige schreden verder gekomen naar hun doel. Dat geeft reden tot vreugde. Om hieraan uiting te geven waren Zaterdagavond een 80 personen opgekomen naar Musis. De Voorzitter wees in een kort openingswoord erop. dat, al is voor ons socialisten niet dikwijls aanleiding tot vreugde, die bier toch in zekere mate moest bestaan. Hij herinnerde er tevens aan, dat dit de eerste maal was, dat we ons vaandel in 't openbaar toonden, 't Werd voor onze afdeeliug vervaardigd door eenige vrouwelijke partjjgenooten. Namens de afdeeling bracht hij haar daarvoor dank. Bergmeyer, die de feestrede zou houden, vond dat woord wel wat deftig. Hij was meer voor een ge zellig praatje. Hij schetste hoe onze Partij na een eersten tijd van frisch opbloeien, geleden had door de vergoding van een enkel persoon, hoe hierdoor, en door verschil in ontwikkeling, oneenigheid was ontstaan. Bijna was de Partjj bankroet geweest, maar een failissement kon juist voorkomen worden en de schuldeischers van het gezond verstand konden ten volle betaald worden. We hadden nu geleerd. We dulden nu geen opge drongen adviezen meer. Liever gaan we alleen en struikelen tien maal dan te loopen aan den leiband van opdringerige adviseurs. Dat we nu en dan struikelen is een bewjjs, dat we niet stilstaan. Anseele noemde het zeer terecht een groeikoorts. Want de kleine strubbelingen schaden ons niet. Integen deel, ze maken den band sterker en geven ons meer strijdlust en meer volharding. Dat onderscheidt ons van de burgerpartijen. De liberalen liggen nu ook weer door elkaar te rollen en geven er allen elkaar de schuld van. Vooral prof. Treub moet het ontgelden die die ongelukkige kwestie, (n.l. die van het algemeen kiesrecht) te berde gebracht heeft. De heeren waren liever rustig met hun smousjasje doorgegaan om samen de pot te deelen. Patrimonium wordt nog slechts door Ds. Talma op de been gehouden, doch niet dan met groote krachtsinspanning. Alle hens zjjn aan 't dek. Zelfs op dat kerkhof van staatkundig leven, de Roomsch- Katholieke partij, komt wat leven. De oorzaak van den tijdelyken teruggang in onze Partjj was deze, dat velen, die, in diepe ellende ge dompeld, tot het socialisme kwamen, meenden, dat ze nu dadeljjk een hemel op aarde zouden vinden. Dat viel niet mee. Toen werden ze moedeloos, achterdochtig. Dat gebeurde niet in Schiedam, want in de tijden waar spr. op doelt, sliep men hier nog den slaap der rechtvaardigen. Men moet niet verwachten, dat de sociaaldemocratie al dadelijk dat paradijs zal brengen en wie tot ons komt, op hoop van zjjn begeerten daardoor te zien bevredigd, hjj bljjve liever ver weg. Liever een kleine schaar van standvastige, bewuste strijders, dan een groote troep naloopers. Elk socialist heeft in eigen kring hard te strijden en spr. had dikwijls medelijden als hij jonge personen, vol vuur en geestdrift, in de Partij zag komen, omdat 't hun dikwijls ging als de mug met de kaarsZe brandden de vleugels. Toch moeten onze rijen versterkt worden, want al zijn we nu nog maar klein, alle tegenpartijen trekken samen tegen ons. 't Is een eer voor ons te behooren tot de Partij die de draagster is van de groote idee der toekomst, 't Herinnert aan de visschers van Palastina, die, eenvoudige lieden als ze waren, de oude, rotte be schaving onderstboven wierpen, om een nieuwe leer van liefde en rechtvaardigheid te prediken. Wij willen geen lapwerk, 't Gebouw moet tegen den grond en nieuw, schooner en steviger, moet het worden opgetrokken. Voor dat ernstige werk zijn noodig ernstige menschen. En zij die nog een oogen- blik aarzelen, omdat het hun zak zou kunnen schaden, zij toonen geen idealen te hebben. Zij moeten dan maar terugvallen op de kleurlooze middenstof, die voor een kwartje en een borrel voor ieder te koop is. Juist ons heerlijk idealisme geeft ons kracht en maakt onze Partij onvergankelijk. Datzelfde idealisme is het wat de socialische kunstenaars doet staan boven de andere. We zien het in William Morris wien de bourgeoisie zelf haar lof niet onthouden kan, in Walter Crane de teekenaar en de schilder van den arbeid en in ons land in den dichter van Op Hoop van Zegen. Wat is het dat de zalen bij elke opvoering van dit spel van de zee propvol doet zjjn van bourgeois- menschen, wat is het dat sommige kapitalisten telkens weer terugdrijft naar de plek waar zij herinnert worden aan bun eigen misdaden tegenover hun arbei ders. Spr. meent dat het 't zelfde is, wat den moor denaar telkens terugdrijft naar de plek waar hjj zijn slachtoffer doodde. De dichterlijke fantasieën van sommigen onzer hebben reeds de toekomst geteekend, niet als vast plan maar als visie, en de ijverige bourgeoisie heeft zich daarop de tanden stuk gebeten, alsof onze dichters kaartlegsters en koffiedikleesters waren. In de nieuwe beweging moet ook weer komen wat aan de oude zoo'n gloed gaf. We moeten ons meer toeleggen op gezameljjk zingen onzer liederen. Dat fleurt op en sluit ons nauwer aaneen. We moeten als gelijken omgaan, maar daartoe is nobdig dat we een stuk van ons zelf wegdoen. Doch, wie zich zelf overwint, is sterker dan hij, die steden inneemt. Zoo leeren we elkaar kennen en zullen schatten vinden van hart en van geest, waar we die nooit vermoed hadden. Het is spr. meermalen gebeurd, dat, wanneer hij in zoo'n gezellig samenzijn optrad, hjj een stille aan maning kreeg om ze nou eens goed de waarheid te zeggen. Die ze waren dan de vrouwen. Nu is ook sprekers meening, dat de vrouwen de remmers van de maatschappij zjjn, maar dat is de schuld van de maatschappelijke inrichting, die de vrouw gelijkstelt met idioten en krankzinnigen. En een vrouw, die vroeger voor haar recht opkwam, werd door de mannen op eeu onwaardige manier afgemaakt: Men zei: „wat een gek mensch," men lachte en liet alles bij 't oude. De bourgeois-man kent de vrouw alleen als modde rende in de waskuip, als huissloof en als voorwerp van vermaak. Nu plukken we daarvan de wrange vruchten. Wjj moeten de vrouw doen deelen in wat ons geestdriftig maakt. Daar moeten wij mee beginnen. We dringen de vrouw niet op den voorgrond als vrouw, maar als mensch, naast en met den man, als gelijkberechtigde. Spr. hoopt dat de vrouwen hier hem zullen zeggen „Ge vergist u." Maar dan moeten die vrouwen, die al meeleven met hun man ook de belangstelling van haar vriendinnen trachten op te wekken. De propa ganda van mond tot mond is een groote kracht. Wjj kunnen den steun der vrouw niet missen. Spr. zal nu nog eenige dwaze praatjes weerleggen. Het deel-p raatje is toch zeker wel uit de wereld. Wie gelooft nog dat de socialisten alles zouden willen deelen? Een ernstiger verwijt is, dat de socialisten leven zonder god of gebod. Als dit zoo was zou 't nog zoo vreemd niet zijn. Waar is de God der Engelscben die moorden en stelen in Afrika waar is de God der veröenigde Europeesche roovers en moordenaars in China, waar is de God der in Atjeh moordende Nederlanders De geheele maatschap pij leeft zonder God. Naar de daden gemeten zijn de socialisten dan nog het Christelijkst. De socialisten zouden het huisgezin willen opheffen. Maar wie houden de arbeiders 14 tot 16 uren daags van huis, wie zijn oorzaak dat vaders hun kinderen soms alleen 's Zondags zien? Zjjn dat soms ook de socialisten Of misschien ook de patroons, waaronder zeer „christelijke"? 't Zjjn juist de socialisten, die 't loon willen ver- hoogen, den arbeidsduur verkorten, de levenstoestan den verbeteren, opdat de arbeider meer zorg zal bunnen wijden aan de opvoeding van zich en zijn gezin. En 't zjjn juist de Christelijke partijen die hen daarin 't meest bestrijden, die arbeiders laten wonen in krotten. Soms zijn ze mildmet oranje-bitter, als 't te pas komt. Spr. haalt enkele voorbeelden aan van schandelijke kinderexploitatie in Engelaud. Eu hier is 'tniet beter. We denken aan den vreeseljjken koppelarbeid in 'tOesten van ons land waar kinderen van 6 tot 16 jaar door de ouders verhuurd worden aan ploegbazen voor een heelen zomer. Die kinderen komen op plaatsen waar ze niet moesten komen, hooren taal die ze niet moesten hooren, zien dingen die voor hen verborgen moesten bljjven. Onder zwaren arbeid groeien ze op voor galg en rad. En de heeren in de Kamer zeggen, dat dit zoo moet bljjven omdat anders het landmin- d e'r opbrengt. We zouden onzedelijk zijn omdat sommigen onzer de vrije liefde verkiezen boven 't burgerlijk huwelijk. Maar de sufferds, die ons dit voor de voeten werpen, begrijpen niet, dat dit een protest is tegen 't onzede lijke stelsel, dat in ons burgerlijk huwelijk is belichaamd, Maar de bourgeoisie heeft het huwelijk noodig om haar onzedelijkheid te dekken. De volgelingen van Salomo zjjn ouder haar niet zeldzaam. Laat u daarom niet afschrikken door groote woorden. Als ge in de beweging komt zult ge zien dat ze mooi is. Goed zult ge 't er niet hebben, want bard zulge moeten strijden. Maar ge zult voelen, dat ge staat boven 't gros, dat uw weg voert naar den vooruitgang; dat is ook wat waard. Het is een be wezen feit, dat eerst met het socialisme de drank bestrijding eenigszins belangrijk veld gewonnen heeft. Dat is voor Schiedammers misschien geen aanbeve ling maar als we in de bewegicg telkens en telkens zien, dat de jeneverflesch altjjd een ding is tusschen ons en deu arbeider, zien we, dat de drank de duivel is voor de arbeiders, de duivel die ze onder't juk houdt. De bourgeoisie loopt er ook mooi mee te koop. Men heeft Oranje-bitier, Koningin-Regentesse-bitter, maar Socialisten-bitter, neen, dat gaat niet. Die kunnen nooit samen gaan. Er is dus nog wel wat goeds in het socialisme. Maar nu verwijt men ons, dat we zooveel verfijnder zjjn geworden, 't Mag waar zjjn, maar zeker is, dat we beter op weg zjjn naar ons doel. Patrimonium het ant. revolutionaire arbeiders blaadje zei het heel aardig, dat Samson en Domela Nieuwenhuis veel rumoer op den ketel maken, maar Troelstra en van Kol zjjn met een Engelschen sleutel bezig alle moeren van de staatsmachine los te draaien, en straks valt de heele boel in elkaar, Wjj honden niet van heethoofderjj, maar met de evolutie als het kan, met de revolutie als het moet. We kunnen niet vooruit zien. Wie had kunnen denken, dat we nu nog zouden k. jjgen een muilkorfwet, niet voor honden, maar voor menschen. Het politieke leven zal er mede worden gedrukt. Zjj die een samenzwering zullen verraden, zullen daardoor persoonlijk vrij worden. De Judassen komen in eere. Jammer dat ze nog niet een Oranje-Nassau-lintje krjjgen. Al die middelen zullen ons niet weerhouden. Door gaan zullen we trots alle bedreiging'en verdrukking. We zijn op den duur onweerstaanbaar, zelfs de tegen partij moet 't nu en dan erkennen. We tellen nog maar eenige duizenden met 4 mannen in de Kamer, en toch wordt meer en meer de leuze vóör of tegen het socialisme. De tegenpartij trekt alles samen. Maar wjj ook moet meer krachten hebben en daarom; komt tot ons. Maar kom dan zonder voorbehoud of blijf weg. Als ge bang zjjt voor uw baantje, als ge op ziet tegen deu strijd, blijf dau weg. Ge zijt dan niet van 't hout waarvan socialisten gesneden worden. En al brengt gjj 't later ver. Wij zullen dan nog 't recht hebben u te zeggenje bent een ellendeling. Dat een kapitalist ons haat is natuurlijk, maar dat arbeiders, voor wie w(j strijden ons telkens in den rug vallen is afschuwelijk en arbeiders onwaardig. Daarom, komen zullen ze allen, is 'tniet nu, dan later. En spr. roept de kleine schaar hier toe: „Houdt stand, de toekomst is aan ons." Toen Bergmeijer gesproken had was 't reeds over 10 uur. Daarop werden gezongen de Socialistenmarsch, 4-stemming voor gemengd koor, en 't Vrijheidslied voor 4-stemming mannenkoor. Daarna volgde het Pontje, dat zeer in de smaak scheen te vallen en luiden bijval vond. Zoo ook de verdere voordrachten, 't Was evenwel te laat geworden om 't geheele pro gramma af te werken Eenige nummers moesten ver vallen. Toch was 't een uur eer men naar huis ging. Al had de opkomst beter kunnen zjjn, toch mag deze avond geslaagd heeten. Wjj hopen dat ze zal hebben bijgedragen tot opwekking van het arbeidersleven in onze gemeente. Zondag 12 Mei a.s. zal te 's Grravenhage een groote landelijke meeting voor algemeen kiesrecht worden gehouden in verband met de motie van Troelstra, die eerstdaags in de 2e Kamer aan de orde komt. Deze motie zal de leden der 2e Kamer dwingen zich uit te spreken vóór of tegen algemeen kiesrecht. Elk voorstander van algemeen kiesrecht, en elk arbeider behoort dit te zijn, zal dus, zoo eenigszins mogelijk, deel moeten nemen aan deze meeting. Een retourtje buurtverkeer naar den Haag kost 50 cent. Ieder die kan ga dus op. De volgende week zullen wij melden met welken trein ons vaandel vervoerd zal worden, opdat partij-genoo'ten en geestver wanten zich daarbij zullen kunnen aansluiten. Allen naar de Meeting.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 2