Van onze vroede Vaderen. Uit de Partij. Schiedam, 20 April 1901. Nu beu ik weer een klein beetje bekomen van de vermoeienissen. 'tWas ook een zwaar'werk. Van kwart over twee tot half zes zjjn we pardon, ik meenis de raad bezig geweest. En we hebben 'm geraakt hoor. We wisten 't al van te voren, dat 't een belangrijke zitting zou worden, en 't was by de opening van de zitting te zien aan den groenen tafel, en 'twas te zien op de tribune. Aan den groenen tafel zaten 20 leden, alleen de heer Gouka mankeerde, en op de tribune zagen we vele vreemde gezichten. Of neen, we zagen een enkel vreemd gezicht. De „vele vreemde gezichten" kwamen eerst later, tegen 't eind, en bjj 't eind veranderden ze in „lange gezichten" omdat ze onverrichter zake naar huis konden gaan. Want die heeren kwamen alleen om te hooren of de gemeente zich al dan niet in dienst zal stellen van Koning Alcohol en dit punt kwam niet meer aan de orde. 't Overige interesseerde hen weinig of niets, en dat over die dingen zoolang gepraat werd verveelde hen danig, iets waarvan ze dan ook meermalen blyk gaven, op een wijze, die meu niet zou verwachten van personen, die zoo vol zijn van eerbied voor de over ons gestelde machten. Maar dit is eigenlijk buiten m'u onderwerp en ik heb toch al zooveel te zeggen en de redactie heeft me gezegd „kort zjjn" dat ik maar niet verder over dergelijke aanhangsels zal uitwijden. 't Debat werd deze maal geopend door den heer C. Klein, die al dadelijk z'u batterijen richtte op B. en W. 'tWas over den toestand in de Groenelaau. Pat is al een oude kwestie. Ruim 7 jaar geleden werd die grond aan de gemeente aigextaau onder toezeg ging, dat de noodige verbeteringen zouden worden aangebracht en, zooals door de gemeente gezegd werd, zou dit gaan „langs geleidelijken weg." Nu, dat kun je begrijpen. Verbeteringen „langs geleide lijken weg," van gemeente wege, in een achterbuurt. Erg te verwonderen is het niet dat na 7 jaren de bewoners dier buurt nog steen en been klagen. Als 'tnat weer is verdrinken ze in modder en water; is 't droog weer dan stikken ze in 'tstof. De heer Klein was dan ook, en terecht, heel nijdig. B. en W. zijn nalatig, zei hij. De afvoer van water is niet voldoende, er is destijds ook bestrating toe gezegd. Waar blijft die? De voorzitter sloeg de bal terug. Het bevreemdde hem, die beschuldiging van nalatigheid te hooren uit den mond van den heer Klein, die lid is van de Commissie van I abricage. Die commissie moet B. en W. voorlichten. Als lid dier commissie had de heer jMein de zaak ter sprake kunnen brengen. Deze ant woordde, dat hij wei 20 maal over deze zaak gesproken had. Hij vond het verkeerd eerst verfraaiingen aan te leggen en daarna de nuttige werken ter hand te nemen. Dat was van den heer Klein wel wat naïf. Hij kon toch wel begrijpen dat 't Dagelijksch Bestuur 't veel aardiger vindt plantsoentjes aan te leggen en op te knappen, daar nu en dan eens bjj te gaan kijken, of ze de boompjes wel goed planten, en de zoden wel goed leggen, dan te gaan plassen in de modder van de Groeuelaan of een keelziekte op te loopen in 't stof. Bovendien, die Groenelaan is zoo ver uit de buurt; je komt er niet zoo gauw toe, daar eens heen te gaan, vooral als je buik je wat in den weg zit. De wethouder van publieke werken, de Edel- Achtbare Heer G. Visser Bzn Mijoor-Commandant der d.d. Schutterij kwam als een liefdevol vader den onvoorzicbtigeu zoon op den misstap wjjzen, die deze in jeugdige onbezonnenheid had begaan. De heer Klein, zei hij, zou zeker dat woord „nalatig" terug nemen, wanneer hy bedacht dat in de laatste jaren al zooveel geld aan die buurt was besteed. De Haga- straat was gestraat, de sloot gedempt, rioolecring aangebracht. Bovendien, de sloot was eerst in 1898 gedempt, van 7 jaar kon dus geen sprake zijn. De ondeugende zoon dacht er blijkbaar niet aan z'n woorden te herroepen. Tenminste hy zweeg als een mof. Of hij gelijk had. Nota bene, omdat eerst een jaar of 3 te lang gewacht wordt met 't dempen van een stinksloot, zou je nog maar eens 4 jaar op de rest moeten wachten. En als zooveel reeds ten koste is gelegd aan verbeteriug, is dat een bewjjs, dat er bed veel te doen viel. Er is nog veel te doen, dus zal er nog meer geld voor moeten worden uitge geven. Dan maar een flinke inkomsten belasting ge heven. als er geld te kort komt. 'tSlot was, dat B. en W. hun prae-advies terug kregen met de boodschapalsof de heeren ook maar wonen zorgen voor goeie bestrating. Toen kwam de subsidie voor de bewaarscholen. Dat kon niet lijden. De onderwijzeressen zullen dus blijven werken voor een rotloon en de kinderen blijven geborgen in pestlocalen. Onder de tegenstemmers was behalve alle Viste- lijke" leden ook de Edelachtbare Heer G. Visser Bzn. Wethouder van publieke werken enz. enz. De eenige die trachtte zijn stem te rechtvaardigen was de heer van Gent, die zei, uit principe tegen subsidie's te zjjn (waar principes al niet goed voor zijn) 't Onderwijs kost al veel en de wet verplicht piet tot deze subsidie. Hij kreeg toen een veeg uit de pan van den heer v. Westendorp, die hem er even aan herinnerde dat vroeger van dat anti-subsidie- principniets gebleken was toen de teekenschool van den Roomsch-Katholieken Volksbond f 200 subsidie vroeg. Toen kwamen we aan de regeling der jaarwedden van de sluis- en brugwachters. Die hadden herziening gevraagd en B. en W. hadden een verhooging voor gesteld. Op die manier zonden er evenwel nog 6 gebleven zijn die, de vergoeding voor vrije woning en bovenkleeding inbegrepen, minder dan f500. verdienden. De heer de Groot stelde voor, dit te veranderen, omdat z.i. de gemeente een man, wiens vollen arbeid zy eischt, niet minder dan f 500.mag geven. Dat werd aangenomen. Een mooi ding voor de andere gemeente-werklieden om op terug te komen. Toch waren er nog 5 tegenstemmers n.l. de heeren Lagerweij, P. C. M. Jansen, Mr. W. H. Jansen, Beukers ende Edel Achtbare Heer G. Visser Bzn. Wethouder van publieke werken, enz. enz. Zoo lang zamerhand leer je de arbeiders vrienden wel kennen. Nog werd op voorstel van den lieer Blaisse besloten de vergoeding voor vrjje woning en kleeding op f 100.te bepalen, inplaats van f75. 't Bezwaar van den heer Lagerwejj tegen 't voorstel de Groot was eigenaardig. Hij merkte op, dat de 2e sluiswachter aan de binuensluis op die manier f183.opslag zou krijgen, en dat vond hy ineens wat veel. Terecht merkte de heer de Groot op, dat de bezoldiging dan toch zeker altijd te laag was geweest. De heer Mr. Jansen, ook al een wethouder, kwam ook met wat moois aandragen. Hij had niet, zo .als de hier de Groot, het minium willen verhoogen, maar verlagen. Brugwachters zjju volgens hem geen volle werklieden. Invalieden en gepensioneerden kunnen dat werkje er best bjj waarnemen en als je de be zoldiging zoo hoog stelt gaan ook valide men- schen sollieiteeren, en dan worden die invalieden armlastig. Door dr. Ris eu door den heer Klein werd er op gewezen, dat 't nu zoo'n gemakkelijk baantje niet is. Hun diensttijd is van 's morgens 5 uur (sotüs half 5) tot 9 uur 's avonds. Ze zijn blootgesteld aan alle weei en wind. Steeds zijn er dan ook zieken, zoodat voortdurend 1 of 2 man als noodhulp dienst doen. Maar Mr. Jansen denkt er anders over. Wie weet, heeft hij niet eens lust, om van den zomer een maandje bruggewachter te spelen, dan kan de ander eens een reisje gaan maken van de centen, die hij van z'n f 400.heeft overgelegd. Arme Katholieke arbeiders, die straks gedwongen zullen worden dezen arbeidersvriend te herkiezen. Toen hamerden we even wat onderschikte punten door, stonden even stil by eeqt aanvrage om een stuk grond naast het pakhuis „Jav|^ in erfpacht te geven, om dan weer een oud zaakje teKhand te nemen, n.l., 't adres van L. van Kijk, den aanuemer van den verbouw aan de H. B. S. die zegt, f 400.schade geleden te hebben, door een fout ia het bestek, Men zal zich de questie herinneren. Destijds was een commissie benoemd van 3 leden, n.l. de heeren Klein, de Groot en van Gent. De heer Klein raasde tegen den heer de Groot, omdat deze geen deskundigen had willen hooren. De heer de Groot maakte er zich met een Jantje van Leiden af, door te zeggen, dat de commissie niet verplicht was deskundigen te hooren, en by en de heer van Gent van 't hooren van deskundigen niet veel meer licht verwachten. Besloten werd, de com missie haar rapport terug te zenden, met verzoek deskundigen te willen hooren. Toen kwamen we aan de Paardentram. Daarmee is 't gegaan zooals ik gedacht had. De heer de Groot pleitte nog wat voor gemeente-exploita.ie, daarbij ongeveer dezelfde argumenten aanvoerende die in't nummer van 20 April van dit blad bijgebracht wer den. Jammer, dat deze heer niet wat meer gloed aan z'n woorden kan bijzetten. Er was deze keer anders in z'n wijze van optreden iets, dat aan vroeger tijden herinnerde, eu wat mij aangenaam aandeed. Zooiets alsof de wind waait door een smeulend vuurtje, de asch wegblaast en even een paar vonken doet schieten. De voorzitter deed z'n best de argumenten van den heer de Groot met groote woorden dood te slaan, zonder zelf ook maar een enkel steekhoudend argu ment aan te voeren. Heel triomfant besloet hij, met te zeggen, dat, al pleitte de heer de Groot nu voor Gemeente-exploitatie, hij zich zeker wel 10X zoo bedenken; eer hij daartoe 't voorstel deed. Heel leuk antwourde de heer de Groot, dat hij zich nu niet meer bedenken zou: dat had hjj gedaan vóór de ver gadering. Hij °°k 't voorstel, maar 't verkreeg slechts 2 steyjKu. Toen kwamro de concessie-voorwaarden aan de orde. We Ipgonnen eerst aardig door te trammen. De eerste halte was bij art. 7. Zooals in dit blad al voorspeld w*is, kwam daar een verwarring van wat-ben je-me. Nu zaten de heeren zelf er mee in de war, wat daarmee bedoeld werd. Mr. Jansen stelde voor een wijziging van de tekst en de voorzitter eu nog drie, vier heeren. Ieder wist er wat op. 't Was net of we zoo gezellig onder ons zaten met een bakkie koffie. De heeren op de tribune werden knap ongeduldig. Wat raakt 'thun ook of later die tram voor een tienduizend gulden of wat meer of minder wordt overgenomen. Dat gaat toch van de belastingen en als die verhoogd moeten worden zullen hun vrindjes in den raad wel zorgen, dat zy er niet te veel bij lijden, of anders bezuinig je maar wat op 't loon van gemeente-werklieden, onderwijzers, ambtenaren, enz. Zij wilden etiquetten hebben voor hun „volkskanker". De rest liet hun koud en verveelde hun. Verder bleek in 't debat even, dat de gemeente een f 1000 ten kosten zal leggen aan 't vermaken der bruggen. Toch zeggen B. en W., dat we deze paardentram nu krijgen „zonder eenig finantieel risico." Duizend gulden is ook een bagatel, tenzij 't gevraagd wordt voor kinderkleeding en -voeding. Dan is f2.50 al een te groot som Wat betreft 't ontslaan van arbeiders is niets be paald van hooger beroep. Zelfs de heer de Groot stelde alleen voor B. en W. te verplichten eerst den persoon in questie te hooren. Dat dit misschien niet zou gebeuren was niet in ons opgekomen, wat blijk baar van ons te naïf wa9. Wel werd op voorstel van dezen heer bepaald, dat de werklieden verzekerd moeten worden „op kosten van den concessionaris". Ten slotte stelde de heer de Groot voor het mini mumloon te brengen op f 10. Dit werd aangenomen. Tegen stemden de heeren Loopuyt, P. C. M. Jansen, Mr. Jansen en Visser. Een voorstel-Klein, om dit minimum voer conducteurs op f 11, voor koetsiers op f 12 te brengen, werd verworpen. Tegen stemden de heeren Mr. Jansen, Visser, van Westendorp, v. d. Vlies, Beukers, Brillenburg, Honuerlage Grere, v. Gent, Loopuyt, Kranen, Dr Janssen, en P. C. M. Jansen, 't Loon is nu gerezen van ruim 11cent tot bjjna 13 cent per unr. Wat een weelde toch. Tegelijkertijd waarborgt de gemeente 5% rente aan de aandeelhouders, ingeval van overname, 't Klassegevoel verloochend zich nooit. Een poging van den heer de Groot om in plaats van 5 cent 20 cent per Meter te laten betalen voor vergoeding voor het leggen der rails mislukte, even als een om 't losse personeel dezelfde voorwaarden te geven als het vaste. Toen werd nog even met den Pranschen slag een lijstje van zaken afgedaan en daarna de vergadering geschorst tot a.s. Dinsdag. Dan gaan we praten over de Controle van Jenever. Dat zal een zielverheffende vergadering worden, 't Zal wel spannen, want de belangen van de „heeren" staan op 't spel. Ik ga tegen dien tqd vast wat krachten opdoen. Gezonde menschen in hun volle kracht. Donderdag 9 Mei spreekt W. P. Gr. Iiels- dingen van Arnhem in Vlaardingen in de zaal van de Harmonie over „Algemeen Kiesrecht." Vrijdag 10 Mei zal hij over het zelfde onderwerp hier spreken in Musis Sacrum. Beide avonden aanvang 8 uur, entrée 10 cent'en debat vrij. De verkiezings-actie was deze week weer in vollen gang. In den Helder, Amersfoort "V een dam, Enschede, Gouda en Dokkum, weerden onze mannen zich danig. In den Helder, waar 'Hugenholtz in Staalman een kwade tegenstander heeft, schijnt de eerste toch veel sympathie te vinden. Zondag a.s. zal onze afdeeling een huis houdelijke vergadering houden om half elf in het Volkshuis. Aan de orde komt o.a. de definitieve candidaatstelling voor de 2e kamer en het referendum over de Congres-besluiten Tevens zal de verdere regeling der verkiezings actie aan de orde gesteld worden. We gaan dus als een man op ter vergadering. Steun voor het Partij orgaan. Er is in den laatsten tijd herhaaldelijk en met klem op- gewezen, dat alle krachten moeten worden ingespannen om ons partijblad op de been te houden. Wij kunnen niet nalaten er hier nog even op te wijzen, dat dit op dit oogenhlik een der eerste plichten van partij genooten en geestverwanten is geworden. Laat niemand denken, dat zijn bijdrage wel gemist kan worden, want als er velen zoo denken blijft een groote som uit. Laat dus ieder wat bij dragen, al is 't maar een paar kwartjes per jaar, dat is L2'/2 cent per 3 maanden. Voor de meesten kan dit niet te zwaar wegen, tegen over 't dreigend gevaar: 't verlies van ons Partij-blad.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 3