van B. en W. aan de orde. B. en W. adviseeren om afwijzend te beschikken. De heer de Groot ver dedigt het adres, erop wijzende, dat bij de veror dening van 9 Juli wel de arbeidsduur is beperkt, maar liet uurloon niet evenredig verhoogd, waardoor de verdienste der werklieden kleiner worden. B. en W. beroepen zich erop, dat de verordening nog te kort in werking is, om haar al te kunnen afkeuren. Zij meeneu, dat zoolang de werklieden hun schade niet met cijfers kunnen aangeven geen reden tot wijziging bestaat. Het volgende kan een denkbeeld geven van de ernst waarmede door den wethouder van Publieke Werken, den heer G. Visser Bzn., gewerkt werd om de „vele en velerlei inlichtingen" te verkrijgen. De heer de Groot vroeg hoe B. en W. waren gekomen aan de vaststelling van het minimum loon. Het antwoord van den heer Visser was woor- delijk: „Ik kan de heeren met een enkel woord mede- deelen, hoe de verschillende loonen bepaald zijn. Op verzoek der commissie van gemeentewerken zijn zij opgenomen door den directeur der gemeentewerken. De lijst der loonen is in de vergadering der commissie besproken Persootilijk heb ik mij nog tot dezen en genen gewend. Aan de werklieden heb ik gevraagd, wat zij verdienden en hoeveel uren er gewerkt werd. De ververs hebben geantwoord, dat zij 11 d 11werkten tegen 16 Cts. per uur. Ik geloof, dat de timmerlieden 2 Cts. hooger waren. Zoo zijn wij aan de loonen ge komen, die ook opgenomen zijn in de bestekken." En toen de heer de Groot vroeg of bij 't opnemen der loonen dat bij beide partijen geschied was, antwoordde de heer Visser: „Ik geloof met zekerheid te kunnen zeggen bij beide partijenen ik persoonlijk heb. dat zeker gedaan." Ten slotte wordt besloten op het adres afwijzend te beschikken; sub a stemde aUeen de heer de Groot tegen, sub b alleen de heer Hoogendam. Wij hebben bij deze questie, als voor de arbei ders de belangrijkste, wat langer stil gestaan. Wij kunnen verder heel kort zijn; heel veel be langrijks is er verder niet te melden. Gepraat is er genoeg; een boekdeel van 616 bladzijden vol. In de zitting van 29 October komt aan de orde een adres van A. A. Beekman, directeur der hoogere burgerschool alhier, waarin deze protesteert tegen enkele mededeelingen van een raadslid, die z.i. onjuist zijn, doch door den wethouder van onder wijs werden bevestigd, en tegen enkele mededee lingen vdn den wethouder zelf. Het adres is in de zitting voorgelezen echter niet opgenomen in het gedrukt verslag. Wij kennen er den inhoud niet van. Alleen noteeren we uit de discussie enkele uitdrukkingen: De heer Jansen.., aan dat schrijven kan ik niet het karakter van een verzoekschrift toekennen. Ik zie daarin eenvoudig deelneming aan de beraad slagingen van onzen Raad, waartoe ik den schrijver ten eenen male onbevoegd acht.Ik zou der halve willen voorsteUen het adres niet aan te nemen voor kennisgeving, maar eenvoudig ter zijde te leggen." De heer C. Klein, die het betreurde, dat 't dage- lijksch bestuur en de gemeenteraad zoo aan de kaak werden gesteld beweerde, „hoe geleerd ook, aan ondergeschikten past het niet die aanmerkingen te maken." Je zoudt zeggen, zoo'n klein despootje. De heer de Groot kwam daartegen dan ook zeer terecht op„Het komt mij voor, dat waar de lieer Beekman ondergeschikt is aan het gemeente be stuur, wij des te angstvalliger zijn vrijheid van spreken moeten handhaven; het pleit voor de ern stige opvatting zijner taak, dat hij zijn school ver dedigt, waar die z.i. eenige smet wordt aangewreven. Ik meen dat hij daarvoor hulde verdient inplaats van een terechtwijzing." Gezagsmannen als de heeren Jansen en Klein voelen niets voor zoo'n vrijheid van spreken. Beek man is ondergeschikt, mond-houwen, opzitten en pootjes geven. Het voorstel Jansen werd verworpen, maar onder de tegenstemmers waren de heeren Beukers, Visser en v. Gent. In dezelfde zitting werd de begrooting voor 1896 behandeld. Hierop kwam een post van f 100.voor uniformen van de inspecteurs van politieOp de vragen van enkele leden Waarom de Burgemeester voor deze personen uniformen wilde invoeren werd geantwoord, dat dit meer kracht gaf van optreden als die noodig was. „Op het oogenblik gaat alles goed en rustig, maar ik heb in mijne vorige ge meente wel andere tijden beleefd" Voor den oningewijden lezer deelen wij mede dat booze tongen zeggen, dat de heer Versteeg uit Zaandam wegging voornamelijk om oppositie en agitatie van socialistische zijde. Men weet uit de geschiedenis der laatste jaren dat een flinke politie daar een machtig wapen tegen is. De leden schenen ook zoo iets te denken ten minste, nadat ze eerst het voorstel nogal kras bestreden hadden werd het nu bij acclamatie aan genomen. In de zitting van 17 November komt aan de orde een adres van A. de Groot, om ontheffing van zijn aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst '95 96, daar hij sedert 23 October j.l. geen inkomen meer heeft, en tot betaling dus niet in staat is." Met algemeene stemmen werd besloten afwijzend te beschikken. In de zitting van 3 December komen in 3 adressen, van J. Hoek, C. Rijkse en D. v. d. Eijk waarin dezen respectievelijk de Oostsingel en de2eTuin- singel, de Oosterstraat, en de Hendrinastraat aan de gemeente ter overname aanbieden. Alle gaan in handen van B. en W. om advies. Tot op heden zijn die adviezen nog niet versohenen. 22 Juni 1896 kwam nog een verzoek in van Rijkse om spoedige beslissing. Ook dit rust nog zacht bij B. en W. „om advies De wethouder van Publieke Werken heeft't ook zoo druk. Over het jaar 1895 meenen wij met dit lijstje te kunnen volstaan. We zuilen nu 1896 eens ilagaan. Er werden dat jaar 22 zittingen gehouden. Van de nu aftredende leden hadden de heeren Visser, De Groot, Beukers en Van Gent toen reeds zitting. Eerst maar weer even 't absenteulystje opgemaakt, 't Is nogal niet bar. De heer Van Geut mankeerde 3maal, de overige 3 heeren elk éénmaal. Zitting van 3 Maart. Aan de orde komt een adres van den Beurskuecht om verhooging van salaris. B. en W. vonden de f 100, die de man per jaar krijgt, voldoende. Maar ze stellen voor hem een uniform te geven. De heer Hoogendam, die er op wees, dat deze beurs kuecht 's winters aan hevige koude en vliegende tocht, 's zomers aan ondragelijke hitte is blootgesteld, terwijl h\j, den tijd voor schoonmaken van de Bears inbegrepen, dagelijks 3 tot 4 uur werkzaam is, wil het salaris op t 200 brengen. Dit voorstel wordt niet eens ondersteund. Op voorstel van den heer Van Gent krijgt hij t 50 opslag, zoodat zijn salaris op f 150 ge bracht wordt, wat overeenkomt met ruim 13 centen per uur. legen stemde o. a. nog de heer G. Visser Bzn. In de zitting van 7 Augustus stelden B. en W. voor aan de herhalingsschool voor meisjes alhier, by wijze van proef voor één cursus ook onderricht in 't koken te geven. De bezwaren hiertegen aangebracht waren: „over laten aan particulier initiatief", dat dit kook-onderwijs bij het andere onderwijs volstrekt niet voegde, dat het te veel geld kostte, enz. De heer Nolet merkte op „Ik vind werkelijk, dat wij al tevreden mogen zijn, als wij doen, wat de wetgever ons gelast, n. 1. het onderwijs geven - en dat zoo volmaakt mogelijk - dat hij de wet is voorgeschrevenHet komt mij voor, dat wij nog niet de phase zijn ingetrijden, waarin wij niet iedere honderd gulden zouden moeten wegen voordat we ze uitgeven." Wel zeker, als 't nu nog voor een medaille voor „Orpheus" was, of voor feestviering als de Koningin trouwt dan liehben we er wel een paar honderd pop voor over, maar om zoo 'n troepje proletariërs- dochters te leeren zoo goed mogelijk met weinig geld zich en de hunnen te voeden, daarvoor zitten we niet aan 't laadje. Het voorstel wordt verworpen. Tegen stemden o.a. de heeren Visser, Beukers en van Gent, In de vergadering van 29 September komt deze questie weer ter sprake, nadat de vereeniging „gemengde oommissie voor onderwijs belangen" zich bereid verklaard had de kosten van een proef jaar geheel te wiUen dragen. De geldelijke bezwa ren waren dus opgeheven. Toch was er weer oppositie, vooral van de heeren tegenstanders van openhaar onderwijs die bang waren, dat de aan trekkelijkheid daarvan zou vermeerderen. De heer de Groot merkte echter op,, dat een dier tegenstanders 't vorige jaar bij het onderzoek der gemeente begrooting gewezen had op de eenzijdig heid van het onderwijs en op de treurige resultaten daarvan in 't algemeen; o.a. ten aanzien van de ambachtsioerklieden, die tegenwoordig niet op de school leeren, ivat zij in het latere leven noodig hebben. Met deze klacht ga ik volkomen mee. maar vraag dan waarom geldt dat niet voor de meisjes?" Het voorstel werd toch verworpen. Tegen stem den o.a. de heeren v. Gent, Beukers en Visser. In dezelfde zitting kwam aan de orde een adres van het bestuur der afdeeling „Schiedam" van den Bond van Nederl. Onderwijzers om de salarisrege ling der onderwijzers zoodanig te wijzigen dat zij voor hen een voldoend bestaan verzekeren. Het adres ging om advies in handen van B. en W. Het geheele jaar bleef het daar alvast. WezuUen straks zien tyoe er in 't volgende jaar mee ge handeld werd'. We komen aan 1897. Zitting van 9 Februari. Uit de discussie by het voor stel tot verbouwing van het „Gymnasium". De heer Visser. „(Ik) wil nog slechts er de aandacht op vestigen, dat de hoogte van sommige lokalen niet meer dau 25,4 M., is alzoo 25 cM. lager dan tegenwoor dig geëischt wordt voor een werkmauskeuken" De heeren weten 't wel. In de zitting van 9 Maart komt aan de orde af stand van grond aan de firma H. J. Plant Co. De heer Nolet wyst er op, dat de prys niet hoog is (nog geen gulden per M2.) De heer Visser zegt, dat in aanmerking moet worden genomen, dat de heer Plant verplicht is, groote onkosten te maken wegens het afbreken en verplaatsen van zijn zagerij naar het nieuwe balkengat". Niemand teekent protest aan tegen dit argument. Het beteekent: Een particuliere zaak steu nen ten koste van de gemeente. Weinig geld voor den grond, weinig geld in de gemeentekas, omdat een particulier ondernemer onkosten maakt voor verplaat sing van zijn zaak. Dat is zijn zaak en niet die van de gemeente. Men lette wel, dat het hier niet betroj een nie-uwe industrie, In dezelfde zitting komt ter tafel het voorstel van B. W. tot nadere inrichting der gemeente-politie. Hierby blijkt, dat die menschen één rustdag hadden tot nog toe in de 26 dagen. By de nieuwe regeling krygeu ze één vrijen zondag in de veertien dagen. De agenten 3e klas-(nachtdienst) ontvangen 15 cent per uur. VoorstelDe Groot te lezen '20 cent per unr. Wordt verworpeu, tegen o.m. de heeren Pisser, Van Gent, Beukers. Voorstel--Harwegen den Breems. In den winter 20 cent te betalen. Wordt verworpen. Tegen o.m. de heeren Visser en Beukers. VoorstelDe Groot. Om 17'/ cent in den winter te geven, wordt verworpen, Tegen o.m. de heeren Visser, Van Gent, Beukers. 15 centjes zal het wezen. In art. 4 lezen we: De agenten 3e klas zullen in dienst van particulieren 20 cent per uur hebben over dag en 25 ct. 's nachts. Een mooi ding, de particu lieren betalen meer dan de gemeente. Moet die niet hst voorbeeld geven? In de zitting van 28 September komen aan de orde de adressen van C. L. Moerman c. s., allen typografen alhier, en leden der afdeeling „Schiedam" van de A. N. T. B., om by aanbesteding van gemeente drukwerk voortaan in het bestek bepalingen op te nemen ten opzichte van loon, werktyd en formatie van personeel. Een zinsnede nit het eerste adres: „dat adressanten van oordeel zyn, dat, nu het arbeidersvraagstuk meer op den voorgrond treedt, ook het EdelAcbtb. Gemeente bestuur en 11.H. Gemeenteraadsleden de arbeiders belangen zullen willen behartigen." Ja, morgen brengen; als die heeren arbeiders warenl Arbeiders belangen, dat is ban zaak niet. In het prae- advies staat: „Immers de volwassen arbeiders hebben, zoowel door hun grooter weerstandsvermogen, als door hun meerdere ontwikkeling en ervaring, geen concurrentie der onvolwassen arbeiders te duchten, indien althans niet door andere omstandigheden als overvloedig aanbod voor jeugdige en goedkoupe werk krachten, voor de volwassenen, die veelal met de zorg voor een gezin zyn bezwaard, (zegt dat wel) elke concurrentie onmogelyk wordt gemaakt." Zoek dat maar uit. Natuurlijk werd afwyzend beschikt op 't voorstel— De Grootoch neen, èen lid, de heer Smit onder steunde het maar, het kwam dus niet eens in behan deling. De heer De Groot wilde die adressen nog laten overwegen door B. en W., maar neen, arbeiders adressen den doofpot in tot bij 'n verkiezing, dan worden ze er uitgepord met strooibiljetten, met aan bevelingen voor „algemeen belang". Op 26 October werd behandeld het voorstel van B. en W. om de reiniginsdienst in eigen beheer te nemen. Het voorstel werd aangenomen. Tegen o. m. de heeren Visser en Benkers. Bij de behandeling kwam waarachtig even de vrees voor het „roode spook" om het hoekje kijken. De heer Nolet beroept zich op prof. v. d- Geer, om te waar schuwen tegen het in eigen beheer nemen van aller lei ondernemingen. In een gemeenteraad worden er uit den aard der zaak slechts weinigen gevonden, die verstand hebben van al die industrieele zaken, Doorgaans blykt na enkele jaren, dat de zaken te rooskleurig zyn voorgesteld. Dit gevaar uu dreigt tengevolge van dewerking der kieswet op de samenstelling van den Raad, in de toekomst nog meer dan op dit oogenblik." Die arbeiders-afgevaardigden ook, dat benne zulke stommerds. Ook de volgende uitspraak is merkwaardig - wanneer de gemeente zelve exploiteert, kost dit meer. dan wanneer een gewoon persoon dit doet. Over verplichtingm der gemeente geen woord. Zitting van 23 November. Aan de orde komt het voorstevan Westendorp om B. en W. uit te noodigen tot het indienen van voorstellen tot wijziging van de heffing der schoolgelden in verband met de finaucieele draagkracht van de ouders der leerlingen. In de discussie merkt de Heer van Westendorp op, dat deze beginselen reeds werden toegepast aan de scholen Tyl en Kimmyser. Het betrof dus alleen een uitbreiding van de toepassing van dit beginsel. Het voorstel wordt verworpen met 13 tegen 7 stemmen. Tegen stemden o. a. Beukers, van Gent, Loopuyt en Visser. In de zitting van 21 December werd be sproken een advies van J. A. M. Jansen houdende bezwaren tegen zyn aanslag in de plaatselijke directe belasting enz. 26 pagina's van het verslag werd vol gepraat. Toen werd de zaak verdaagd tot een volgende vergadering. 2 Maart van het volgend jaar kwam de zaak dan ook weer te berde. Welk proletariër-adres heeft ooit zooveel eer genoten? Met onverstoorbare kalmte gaan we verder en nemen het verslag over 1898 ter hand. Het aantal vergaderingen bedroeg 21. Het record van afwezigheid sloeg de heer Loo puyt met 6 zittingen; vervolgens Visser 3, Gouka 2, de Groot 1 en Beukers 1. Dat schikt. In de zitting van 25 Januari komt ter tafel het voorstel van B. en W. om de jaarwedde van den Concierge van het Gymnasium met f 100.te verhoogen en alzoo te brengen op f600.De kosten van schoonmaken van het gebouw zuUen dan voortaan geheel voor zijn rekening komen, zoodat de jaarlijksehe toelage, welke hij daarvoor genoot hij verhooging van zijn wedde vervalt. Geven en nemen dus om quitte te blijven. Dr

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 2