Het Volk, De Nieuwe Tijd. J. Koorengevel, Onmisbaar Yoor iederen arbeider is Korrespondentie. Steunpenning. Nieuwstraat - Schiedam. Geldersche Kade 117, Amsterdam. St. KLEPKE, Helenastraat 16. twaalf malen gebaand, twaalf malen hersteld, doorschreden, maar sedert langen tijd, sedert geslachten, bleef de koninklijke poort toe- gemuurd en klimop breidde er zich rustig over heen, zinnebeeld van vrede en verval. De klimop werd uitgerukt en de overwin naar trad binnen. De stoet was eenvoudig en indrukwekkend, eerst afdeelingen ruiterij, met wapperende manen en lansen in de vuist; dan in een open karos de koning en de koninginde koning als een bij geprangd in een wambuis van goudgeel fluweel in hyacinthen gebor duurd en de koningin het slanke lichaam in een nauwsluitend keurs van paarse zijde met topazen geborduurd; rondom de koets reden wachten en eindelijk om den stoet te sluiten kwamen forsche soldenieren met ijzeren helmen en wier schouder boog onder het zwaar en lang vuurroer. Eerbiedig en nieuwsgierig stuwde de menigte voort zonder genegenheid, zonder vreugde; zij scheen te mokken, denkend dat men haar feesten onthouden had bij het koninklijk huwelijk en dat de overwinnaar haar bracht de dochter van den overwonnene, minder een koningin dan wel een gekroonde slavin. Evenwel, de jonge koningin glimlachte en de koning groette zijn volk. Zoo verliepen eenige oogenblikken en zonder schokken schreed de stoet langzaam voor waarts; de gouden koets scheen een statige galei op kalme baren. Te veel matiging bij het volk verontrust de vorsten als een te vreedzame zee den kapi tein. De jonge koningin, dochter des over wonnene, boog zich tot haar echtgenoot en sprak, steeds glimlachend naar het volk, eenige woordeD, ongetwijfeld te voren overeengeko men, want de koning was er niet door ont roerd en antwoordde slechts door een teeken. Een adjudant richtte de oogen naar het koninklijk rijtuig en de jonge koning bracht argeloos de hand aan de kin; de adjudant herhaalde dit gebaar, maar geen gebeurtenis was het onmiddellijk gevolg van die geheim zinnige wisseling van korte gedachten. Allengs groeide de menigte aan en een zichtbare deining bewoog lichtkens het opper vlak van den rustigen oceaan, er waren stroo men, kolken, maar vreedzaam, maar zacht, maar stil. Eindelijk zwenkte men naar een breedere, nog slecht geruimde straat, want de stoet had onvoorziens een tamelijke snel heid aangenomen de achtergeblevenen vlucht ten naar de huizen, bevreesd voor de paarden, voor de lansen, voor het ruw uiterlijk der ruiters. De stoet vertraagde zijn gang, maar eensklaps, zonder zichtbare oorzaak, deed een der paarden van de koets een zijspronghet span, bestuurd door behendige rijders, weifelde een seconde, wierp zich toen heftig naar links de haag der wachters werd vrrbroken, onvoor- zichtigen drongen vooruiteen hunner viel onder de pooten der paarden. Toen, plotseling als schoolpaarden, hernam het koninklijk span zijn vorigen stand, de zes rossen tot rust gebracht, nu onbeweeglijk. De koning sprong op den grond, naderde het eerst den gewonde, dien hij in zij n armen ophief. Oogenblikkelijk steeg uit de menigte, eerst zoo kalm en sprakeloos, een dof geraas, dat weldra uitbarstte als een geweldige donder slag van toejuichingen Aan dit daadloos toe ziend volk had de daad des konings een wonder van tegenwoordigheid van geesten heldhaftig heid geleken; die paarden plotseling tot staan gebracht, de koning stijgend uit zijn koets, ter hulp snellend aan een onbekende, zonder twijfel slachtoffer zijner waaghalzerij of nieuws gierigheid. welk een reden tot geestdrift! Maar toen de menigte den jongen koning zelf den gewonde zag neer vleien op de koninklijke kussens, ter zijde van de koningin die zich haastte hem zachtkens het gelaat en de handen af te wisschen werd het een onzegbare opge wonden heid en zelfs het leger, zich verge tend, brak uit in razende hoera's. Welk een goede koning! zeide het volk, welk een goede koninginEr is geen koning zoo goed als deze. Er is geen koningin zoo goed als zij! En hoe schoon zijn zij! De koning heeft een waarlijk koninklijken neus en de koningin heeft oogen zoo zacht als de oogen van Madonna. De menigte werd verteederd, een vuur van liefdekreten ontvlamde langs de straten tot buiten de muren, tot in de velden, tot in de woudentot in de bergen Intusschen waren heelmeesters toegesneld en was een rijtuig ontboden om den, gekwetste te vervoeren. „Geleidt hem naar mijn paleis! sprak de koning. Hij zal verzorgd worden als mijn broeder. Die woorden, weldra van aller mond in aller oor herhaald, vermeerden nog een opgev on- denheid, die aan waanzin grensdezij over schreden de deuren, de vensters, de kamer wanden, zij stegen op tot de zolders, daalden af tot de kelders en geheel de stad verspreidde zich in de straten. De blinden weenden dat zij niet zagen, de dooven weenden dat zij niet hooren konden de verlamden en zieken sleep ten zich naar de vensterbanken. De menschen menigte werd zoo dicht, dat men een uur noodig had om de helft van hetf- groote plein te overschrijdeVan tijd tot tijd verhief zich de koning, wuifde met zijn witgevederden helm en een fontein van kreten sprong op, viel weer terug als een waterval. Hij deed de jonge koningin op de kussens stijgen, toonde haar den volke. Toen werden vreugde en bewondering zoo groot, dat uit drukkingsmiddelen faalden. Er was een minuut van godsdienstig grootsche stilte als bij het vertoonen van het Heilig Sacrement. Eensklaps, als overmeesterd door ontroering liet de koningin haar hoofd vallen op den schouder van haar echtgenoot, de koning kuste het voorhoofd dat zijn lippen naderde en het schouwspel van die koninklijke idylle deed plotseling weer de gedaalde geest drift oplaaiende volksvulkaan slingerde bundels van vlammen rond. Intusschen groeide een beweging onder de menigte, die zich ontsloot om sterke kloeke mannen door te laten. Toen er ongeveer een dertigtal rondom de koninklijke koets waren was hun bedoeling duidelijk merkbaar; zij spanden de paarden af, namen hun plaats in en in groote vreugde begonnen zij hun mees ters voort te trekken. Zoo eindigden gewoonlijk dergelijke hulde- betoogingende menschen kunnen geen dui delijker bewijs van slaafschheid bedenken. De opgewondenheid vei scherpte zich vrou wen trotseerden het om verpletterd te worden,- ten einde het stof te kussen van het koninklijk rijtuig. Te midden van uitbundige kreten trok de stoet verder, terwijl de jonge koningin den jongen koning krampachtig de hand drukte. Zij zagen elkander aaner blonk liefde in hun oogen. Overgenomen uit Het Volk. Getrouw Beth el bezoeker. Dank voor uw dankbetuiging. Wij begrijpen wel niet alles, maar wenschen ook zooiets als gij. In het goede één, en uw bedoeling is bepaald goed. Yan die eigenares komt zeker in de Zondags bode? X. L. 10 c., W. 25 c., V. 10 c. Koopt en leest de brochures: De S. D. A. P. haar ontstaan doel en streven, geschetst door P. J. TROELSTRA. 10 cent. door Kakl. MARX, uit het Duitsch vertaald. 10 cent. Verkrijgbaar in den Brochuren-handel der S. D. A. P. de Geneststraat 16, Am sterdam en te Schiedam bjj J. Kooren gevel, Nieuwstraat 5. Dagblad voor de Arbeiderspartij. BUREAU: ABONNEMENTSPRIJS 15 cent per week. ƒ1.95 per 3 maanden fr. p. post. Alle abonne's zijn verzekerd tegen ongelukken bij de Maatschappij „FATUM" 's Gravenhage voor ƒ1000 bij geheele invaliditeit, en f 400 hij overlijden. Proefnummers worden op aanvraag gratis bezorgd door den Agent voor Schiedam: No. 8 (Augustus-Aflevering) van den 6den Jaargang Sociaaldemocratisch Maandschrift. De pensioen-vereeniging der bur gerlijke rijksambtenaren, door Mat theus. Kan en moet de socialistische pers het streven naar vereenvoudi ging van onze schrijftaal steunen, door Kaayman. Arbeidersbeweging, door H. Spiekman Tweeërleitaktiek door J. Guesde en J. Jaurès, ver taald door B. J. Krol.Nederlandsche politiek, door P. L. Tak. „Arbeid" van Zola, door Henr. Roland Holst. Ekonomische Aanteekeningen. Boekbespreking. Prijs 1.25 per kwartaal, voor arbei ders ƒ0.875. Men abonneert zicb bij den Boekhan del en bij den Uiigever J. A. FORTUIJN, Kerkstraat 34, Amsterdam, die steeds gaarne proefnummer zendt. Onderwijzer in Handteekenen en Schoonschrijven. Teekenen voor de Hoofd-acte. Verbeteren van Schrijfhand. Aanleeren van Rond-, Gothisch-, Fractuur en ander Schrift. ARBEIDERS Loonarbeid en Kapitaal, Redactie: HENR ROLAND HOLST. F.vanderGOESenDr. HERM.GORTER BEVAT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 4