Geen praatjes alsjeblieft! Politieke Schetsen. 't is waar ze zullen het bevorderen „naar hun vermogen." Maar dan vraag ik u, arbeiders, was hier een der uwen, die z'n gezond verstand heeft, en niet gebonden is door banden van goede bekenden, niet beter in staat geweest het algemeen belang te behartigen? Alleen deheeren Vürtlieimende Groot protesteerden tegen deze willekeur en met hen stemden alleen de heer Beukers en Wittkampf tegen. De heer Yiirtheim wilde den heer Brouwer door de publieke liefdadigheid schadeloos stellen. Ook een zienswijze. De heer Bis maakte nog de opmerking, dat hij zich vroeger, in geheime zitting, al vóór deze regeling had verklaard, „in 't belang van 't onderwijs." De school-Brouwer, zeide hij, was buiten schuld van het hoofd in slechten toestand gekomen. Deze heer sprak een beetje in raadselen. Wat meer licht was niet ongewenscht. Maar de heeren behandelen zulke zaakjes in geheime vergadering. Ze vergeten, dat 't niet hun zaken zijn waar ze over spreken, maar de zaken der gemeente, d. i. van alle gemeentenaren, en dat dus alle gemeentenaren recht hebben daarvan op de hoogte te zijn. Maar er zullen wel eerst een paar socialisten in den Baad moeten zijn voor hun dit aan 't verstand gebracht kan worden. Toen gingen we praten over 't al of niet afschaffen der bezoldigde kweekeHngen. Dat zaakje zal op voorstel van den heer P. C. M. J a n s e n tot de behandeling der begrooting uitgesteld worden. We kunnen er dus over zwijgen. De gelegenheid om ze in dit blad te bespreken zal niet ontbreken. Toen kwam aan de orde 't voorstel van B. W. om het maximum-salaris van den directeur der Hoogere Burgerschool te be palen op f3500. De heer P. C. M. Jansen wilde ook dit uitstellen tot de begrooting Vreemd, in de laatste maanden is achtereen volgens 't salaris van den katholieken direc teur der gemeentewerken en van den katho lieken rector van 't Gymnasium op f3500 gebracht. Toen was van uitstel geen sprake. Maar nu voor den niet-katholieken directeur der H. B. S. golden op eens allerlei bezwaren, als: onvoldoende voorlichting, dat 't beter hoorde bij de begrootiug, enz. Het voorstel werd echter verworpen. Van de 7 voor stemmers waren 6 katholieken, nl de heeren P. Jansen, Witkampf, Smit, Honnerlage Grete, Lagerwey en Beukers. Mr. Jansen was al vertrokken en de heer Blaisse stemde tegen. Toen kreeg ook deze directeur z'n verhooging. Tegen stemden de heeren Smit, Lagerwey, De Groot, Beukers en P. Jansen. Destijds bij de verhooging van den rector stemden tegen alleen de heeren Smit en de Groot. Het is eigenaardig dit op te merken. Het was intusschen al bijna 5 uur geworden en de Burgemeester stelde voor de vergade ring te schorsen tot over 14 dagen. De heer de Groot had daartegen bezwaar. Deze wilde eerst nog een beetje doorwerken. „Jij hebt mooi praten," zei de heer Brillenburg, die bang was, dat de soep zou koud worden. Besloten werd van avond om half 8 weer te vergaderen. Toen werd nog even de nieuwe Secretaris geinstalleerd. Weer eed-aflegging; speech van den voorzitter; speech van den heer Mr. Wijtema, applaus, handjes schudden en toen gauw naar huis. Om half 8 begon de pret opnieuw. Nu waren maar 13 van de 21 leden present. Afwezig waren de heeren: Loopuyt, Brillen burg, Blaisse, Honnerlage Grete, Wittkampf en v. d. Vlies. Aan de orde kwam het voorstel van B, en W met betrekking tot 't herha- lingsonderwijs. Natuurlijk kwam al dadelijk de verlichte heer Beukers uit den hoek. Hij vond 't malligheid die proletariërsdochters te leeren kooken. Hij had gehoord, dat er vroeger maar weinig gebruik van gemaakt werd. Het was dus niet eens gewenscht. Daarvoor kreeg hij een veeg van den wethouder van W e s t e n d o r p, die hem erop attent maakte, dat vroeger nog nooit een gemeentelijke cursus in kookonderwijs gegeven was. De gegevens van den heer Beukers waren dus herschenschimmen. Enfin. Er zal kookles gegeven worden. Alleen de heeren Klein, Lagerwey, Mr. Jansen en Beukers stemden tegen, allen „Christelijke" heeren, die 't met de arbeiders zoo goed meenen, dat ze geen cent er voor over hebben om de aanstaande huismoeders te leeren, hoe ze 't goedkoopst een smakelijke, voedzame pot kunnen klaarmaken. Toen kregen we weer een salaris-kwestie. We zijn nu pas zoo royaal geweest tegenover den rector van 't gymnasium en den directeur der H. B. S. en tegenover den heer Brouwer, dus nu 't maar gewone klasse-onderwijzers gold, zou je kunnen denken, dat ze nog veel royaler zouden zijn. Want die menschen hebben 't veel harder noodig, en ze moeten veel harder werken. Ik denk zoo, dat geen der drie eerstge- noemden dikwijls 5 uur daags voor een klasse van 50 kinderen staat. Maar de Baad is veel wijzer dan wij gewone menschen. B. en W. stelden voor de onderwijzers (ressen) f 21.per wekelijkscb lesuur te geven en de m/i-onderwijzers(ressen) f 16. De heer de Groot wilde dat op f 25.en f 20.— brengen. Dat was meer in overeen stemming met de salarissen aan de herha lingsschool voor jongens (hoofd Tijl) en de Burgeravondschool. De wethouder v. Wes tendorp was 't er mee eens. Mr. Jansen dacht er anders over. Die vond 21 en 16 mooi genoeg. Je kondt daarvoor genoeg onderwijzers krijgen. De heeren Bis, Gouka, de Groot en van Westendorp bepleitten te vergeefs verhooging op billijkheidsgronden, de Baad liet hen praten, en besloot op f 21 en f 16. Als 't nu nog eens een Directeur van Gemeente werken of een Bector of een ander hoog ambtenaar was, maar zoo'n troepje ouder wijzers, je draait er je hand niet voor om. Aan elke vinger hang er je een. De heer van Westendorp had eerst nog een verhooging voor 't hoofd voorgesteld, maar trok die toen maar in. Toen konden we eens even ruiken aan 't praeadvies van B. en W. op 't verzoek der agenten 3e klas. Er was al een luchtje aan. Maar de zaak wordt eerst bij de begrooting behandeld. Die 15 cents-proletariërs kunnen nog wel een maandje of wat wachten. En of de heer de Groot nu al op z'n achterste pooten ging staan om te protesteeren tegen deze manier van handelen het hielp niets. Als 't „meneeren" zijn, die verhooging moeten hebben, is er haast te maken, maar zoo'n troepje minimum-lijders heeft den tijd. Die zijn 't hongerlijden al zoo gewoon, een maandje langer of korter doet er niet toe. Daarna is de heer Gouka met den burgemeester wat gaan kibbelen over 't prestige van de politie en van B. en W. Om 9 uur gingen ze weer in geheime zitting over, op verzoek van den heer Klein. Ik ben natuurlijk te bescheiden om die dingen te combineeren, maar sinds ik zoo geregeld m'n neus over de balie van de tribune steek, hebben de heeren verbazend dikwijls iets in 't geheim te bepraten. De Schiedamsche Courant heeft in den Haag een correspondent, die zoo nu en dan iets uit zijn woonplaats meedeelt. In zijn laatste schrijven heeft hij het over de ver kiezingen in dit jaar en in het bijzonder over de laatste gemeenteraadsverkiezing, waarbij onze partijgenoot W. Havers met 972 stemmen in herstemming komt. Het zou den corres pondent heelemaal niet spijten, wanneer Havers in den gemeenteraad van de residentie kwam. Och neendan was immers ook de sociaal-democratie in den Baad vertegen woordigd. Dat zou hij zelfs heel goed vinden. De redactie van de Schiedamsche Courant plaats den brief zonder eenig bijschrift. Om die reden, en ook om de plaats, die de brief inneemt, kunnen wij dus aannemen, dat de redactie met den inhoud van den laatsten Haagschen brief instemt. Maar dan vragen wijHoe rijmt dit met de houding, bij de gemeenteraadsverkiezingen in Schiedam door de redacte der Schied. Courant ingenomen Toen toch had de S. D. A. P. in alle drie districten één candidaat gesteld, en de Schied. Courant steunde hierbij de candidaten der liberale burgerpartij. Ook toen had zij, bij het aftreden van een derde deel van den Baad, kunnen toonen, dat zij de billijkheid inzag van de tegenwoordigheid van twee a drie S. D. A. P. mannen in den Baad. Ook toen had zij haar daadwerkelijken steun kunnen verleenen aan onze candidaten Van Dijk, Godschalk, en Van der Most. Waar was de redactie van de Schied. Courant toen Bestond haar billijkheidsgevoel toen nog niet Is dit eerst van de laatste week We zullen een afwachtende houding aan nemen tot de eerstvolgende raadsverkiezing. We kunnen dan tevens zien, of het der Schied Courant ernst is met haar billijkheids gevoel. Over den klassenstrijd. III. De klas senstrijd, de groote belangenstrijd tusschen de arbeidkoopers en de arbeidverkoopers, dankt zijn ellendig karakter dus voornamelijk hieraan, dat er meer, oneindig veel meer, arbeidverkoopers zijn dan de arbeidkoopers kunnen gebruiken, en dat een kleine groep van menschen zich heeft meester gemaakt van de regeling van den arbeid, niet ten behoeve van de gezamenlijke arbeidverkoopers maar in hun eigen belang. Dat is natuurlijk niet in eens gebeurd maar slechts zeer lang zaam zoo geworden. In het begin nl. van onze maatschappij was ieder arbeider, zoowel de boer als de handwerksman, eigenaar der arbeidsmiddelen: de boer kon het land dat hij bebouwde en de weien die hij voor zijn vee gebruikte 1) en de werktuigen die hij voor den landbouw noodig had evenzeer zijn eigendom noemen als zijn vee en de opbrengst van zijn lande rijen en van zijn arbeidde handwerksman had evenzoo de werktuigen die hij gebruikte en de grondstoffen die hij verwerkte in ei gendom; - geheel alleen of met slechts weinigen samenwerkende, zooals bijv. een boer met zijn gezin, was toen het werk van den boer en den handwerksman slechts klein bedrijf, berustend op privaat bezit. De hoe danigheid van het produkt hing vooral bij het handwerk bijna geheel af van de be kwaamheid en den ijver van den arbeider; hoe bekwamer en vlijtiger deze was, hoe meer de door hem vervaardigde voorwerpen waard waren op de markt; hij had direkt belang bij hoeveelheid en hoedanigheid der vervaardigde voorwerpen. Aanvankelijk regelde de landbouwer (die toen zelf ook handwerksman was) geheel en al zelf de opbrengst van zijn land hij bracht met zijn gezin niet meer voort dan hij voor eigen gebruik noodig had. Maar al spoedig kwam er een scherpere verdeeling van den 1) Hierbij dient opgemerkt, dat de voor liet wei- j debedrijf gebruikte grond in groote stukken aan de j belanghebbende weiboeren gemeenschappelijk toebe- - hoorde.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 2