Politieke Schetsen.
staan die op straat. Nóg zoo'n machine zon
hen óók werk geven, maar dan wordt er
tegelijk tweemaal zooveel voortgebracht. En
zou de ondernemer in eens tweemaal zooveel
afnemers hebben Neen, natuurlijk, en, die
tien zijn en blijven vooreerst werkloos.
Ieder weet, dat het snel en goedkoop ver
voer tallooze arbeiders van het platteland
naar fabrieksmiddelpunten brengt, en arbei
ders van het eene land naar het andere.
"Wee den arbeider, die werk heeft en uitge
buit wordt, als hij het waagt, ontevreden te
zijn. Honderd uit de werkloozen, die voor
hem klaar staan. Zoo is de toestand van
de arbeiders in-zich-zelf oorzaak, dat de
ellende onder hen blijft voortduren. Zij
worden b.v. gedwongen tot onmenschelijko
langen arbeidstijd, waardoor werkloosheid
toeneemt.
En iederen werkman hangt werkloosheid
zoodoende als een dreigend spook boven het
hoofd. Iedere werkman leeft in 'n toestand
van onzekerheideen onzekerheid van bestaan,
die moorddadig werkt op de ontwikkeling
van z'n geestelijken" aanleg. Al zijn ver
stand, al zijn vernuft, al zijn energie gebruikt
hij, om middelen uit te denken, die zijn po
sitie sterker maken tegenover die van zijn
mede-arbeiders. Hij vleit den patroon, hij
paait den meesterknecht en verkoopt met
z'n lichaam ook nog z'n ziel.
Nu vraagt de Soc.-Demokratie nietMeent
gij reden te hebben tot misnoegen hoogstens
constateert zij zoo iets als gevolg van 'n
leege maag. De Soc.-Demokratie noemt den
toestand der arbeiders onteerend en onmen-
schelijk. Zij tracht dien beter en mensch-
waardiger te doen worden, door de arbeiders te
wijzen op hun eenig wapen: organisatie,
vereeniging.
Alleen in het verhitte brein van een Chris
telijke Actiër kan de gedachte opkomen aan
vernieling, plundering, enz. Politieke- en vak
organisatie, dat zijn de strijdmiddelen bij
uitnemendheid van den arbeider. Door ver
eeniging tot eensgezindheid, en door eens
gezindheid tot het groote doel: zekerheid
van bestaan voor allen!
Barbiers en Kappers.
Maandag 1.1. werd door de barbiersver-
eeniging „Eendracht" een ledenvergadering
gehouden, waar hoofdzakelijk de loonstan-
daard besproken werd. Men stelde o.a voor,
vanaf 1 Januari a. s. voor niet minder dan
5 cent te scheren.
Dit voorstel kon niet de algemeene goed
keuring wegdragen. Wel waren de meeste
aanwezigen te vinden voor een verhooging
van de nieuwe klanten, doch de oude klanten
moesten op dezelfde wijze als vroeger be
handeld blijven. Dit zou echter tot weinig
verandering aanleiding geven, waarom op
voorstel van den heer G. van der Hoeven
met groote meerderheid besloten werd, een
ingezonden stuk in de heide Schiedamsche
couranten te plaatsen met advertentie, om
op die manier het publiek op de hoogte te
brengen. Aan de andere stedelijke bladen
zou dan tevens verzocht worden, dat stuk
over te nemen.
De heer C. van der Hoeven maakte er
het bestuur en de leden opmerkzaam op, dat
het stuk dan natuurlijk eveneens in De Moker
zou worden geplaatst, dat toch als arbeiders
blad in de allereerste plaats daarvoor in
aanmerking kwam.
Nu gingen de poppen aan het dansen.
Yooral de voorzitter kon van schrik hij het
hooren van den naam van ons blad zich niet
bedaard houden. Het besluit was echter ge
vallen, zoodat deze zich er maar in troosten
moet, dat het nu toch een plaatsje in ons
blad vindt.
Ook wij meenen, dat het publiek verplicht
is, de barbiers in hun streven naar meer
loon te steunen.
Als de arbeiders elkaar steunen, is hun
zaak spoedig gewonnen. Als zij dit inzien,
zijn zij reeds half klaar. Laten de arbeiders
zich daarom voornemen, alleen zich bij hen
te laten scheren en knippen, die volgens het
bovengenoemde tarief werken.
Boykot-Bensdorp.
Iedereen kent den naam Bensdorp, 'n
reclame-naam. Iedereen hangt er direct cacao
aan. Maar wij verzoeken u, laat ze voorloopig
hangen, gebruikt ze niet. De firma Bensdorp
heeft 'n werkman ontslagen, die 12 jaar aan
de fabriek is geweest. Hij verspreidde het
orgaan van zijn vakvereeniging, den Nederl.
Bond van Cacao-, Chocolade- en Suiker
bewerkers. Dat mocht. Maar toen er, geheel
naar waarheid, 'n loonsverlaging bij de firma
Bensdorp werd besproken, was 't uit. De
man, die dat nummer verspreid had, werd
ontslagen. Zoolang konkurreerende firma's
werden afgekamd, goed, maar de firma
Bensdorp zelf, dat nimmer. De K. v. A. nam
het zaakje in handen, maar verklaarde het
hopeloos. De Amsterd. bestuurdersbond (7000
leden) toog aan 'twerk. Nu werd een ver-
zoeningsraad door de K. v. A. benoemd.
Deze raad sprak zijn afkeuring uit over het
feit, dat de direktie den ontslagen niet wilde
toelaten bij de onderlinge besprekingen, en
kwam tot de conclusie, dat de opgelegde
straf niet in verhouding staat tot de over
treding en dat de ontslagene meer slachtoffer
was van zijn politieke richting. De A. B. B.
sprak toen de boykot uit en de firma Bensdorp
antwoordde als volgt: Ieder die werkzaam
is bij de firma Bensdorp en die tevens lid
is van de vakvereeniging, wordt gesteld voor
de keuzeontslag op de fabriek of het
opzeggen van zijn lidmaatschap. De strijd
is in vollen gang. Berichten uit Leeuwarden,
Arnhem, Rotterdam, maken melding van steun.
De arbeiders zullen van zelf meewerken,
totdat er recht is gedaan aan hun mede
broeders. Propageert evenwel zooveel mogelijk
buiten uw kring voor den boykot, over
Bensdorp's artikelen uitgesproken. Gebruikt
geen Bensdorp's Cacao.
Ben circulaire met «likklglietlen.
Ons kwam in handen 'n papieren kindje
van de „Ned. R.-K. Volksbond-' nadat al
gezet was „Altijd maar onder ons." Hoe?
Wel, onderaan dat dinsigheidje staat: „Als
gij deze circulaire gelezen hebt, werpt ze
dan niet weg, maar geeft ze aan vrienden
en bekenden te lezen zoo kregen wij ze
óók. Er boven staat: „Aan alle katholieke
werklieden dezer stad," met dikke letters.
Het vangt aldus aanReeds lang is de toe
stand onzer katholieke vakvereenigingen (zeer
dikkig) verre van rooskleurig. Het Afdeelings-
bestuur, overtuigd, dat goede vakvereenigin
gen den kechtsten steun (óók dikkig) voor
het Bondslichaam zijn, heeft sedert lang naar
middelen uitgezien, dezen toestand te ver
beteren." „Bondslichaam" is niet dik ge
drukt. Vreemd! Zouden de katholieke ar
beiders anders misschien te veel aandacht
aan dat woord geschonken hebben? Zouden
ze dan misschien aan hun eigen lichaam zijn
gaan denken Zouden ze dan misschien
gaan overpeinzen, dat een vakvereeniging de
aangewezen organisatie is, om hun belangen
te behartigen Katholieke werklieden zullen
toch ook wel weten, dat vakmannen het best
op de hoogte zijn van de toestanden in hun
eigen vak? Of moet soms een ander hen
komen vertellen, dat zij te lang of te kort
werken, dat zij te veel of te weinig verdienen,
dat nachtarbeid noodzakelijk of ongeoorloofd
is, dat overwerk hen afbeult of niet afbeult,
dat het betalen naar stukwerk beter maatstaf
is dan uurloon? Kom, kom, zoo onnoozel
zijn ze toch niet meer. Die reclame voor
het „Bondslichaam" zal er zoo glad niet
in gaan.
Het slot luidt aldus: „Een bekwaam spre
ker, de heer Schipper, van Amsterdam (in
't oog vallend dik) zelf voorzitter eener
bloeiende (dik, dik, dik,) vakvereeniging
zal het woord tot u voeren en u den weg
wijzen, dien gij als katholieke werklieden
behoort te volgen.
Daar zit 'm de kneep. Men zal u den weg
wijzen, dien gij behoort te volgen. Ja, ja,
zoo is het. De padvinder voorop en heel de
gedweeë schaar volgzaam er achter, op den
trek naar een bloeiende vakvereeniging. Dat
is het ideaal van menschen, die zoo'n ver
vloekten hekel hebben aan leiders, maar een
onbegrensde liefde voor 'n schaar blinde
volgelingen.
We zullen zien, of de katholieke arbeiders
er 'n eigen meening op na durven houden
in gewoon wereldsclie zaken. Zoo ja, dan
zullen zij door en uit eigen krachten vak
vereenigingen stichten, die bloeien en gedijen
tot rechten steun van hen en hun gezin.
Rusland II. Het Russische rijk is op
dit oogenblik één groot geheel, het Russische
volk bestaat nog uit een groot aantal na
tionaliteiten en is nog verre van een eenheid.
Hoe al die nationaliteiten langzamerhand
vereenigd zijn geworden, is voor de verklaring
van het tegenwoordige Rusland van geen
belang. In het begin der 19de eeuw, na den
oorlog v>n Napoleon tegen Rusland, waren
er 7 scherpgescheiden afdeelingen, nl.
lö. Groot-Rusland, het oude Russische
centrum om Moskou heen, het begin van het
enorme rijkdat gedeelte werd met zijn taal,
zijn gewoonten en zijn wetten de overheer-
scher over de andere stukken; de grieksck-
katholieke godsdienst was de heerschende en
officieel eenig-erkende, afwijkende secten
waren er genoeg maar werden niet erkend
en dikwijls vervolgd.
2o. Klein-Rusland, ten Z. van Groot-
Rusland, eveneens bewoond door Russische
stammen, langen tijd overheerd geweest door
het vroeger zeer machtige koninklijk Polen,
maar door de Groot-Russen veroverd; de
vereeniging met Polen had grooten invloed:
een deel der Grieksch-katholieke Russen
werd onder het bestuur der Poolsche roomsch-
katholieken eveneens roomsch, al bleef de
Russisch-katholieke geestelijke gehuwd en de
eeredienst in de Russisch-roomsche kerk zijn
oude Russische vormen behoudende Poolsche
Joden verspreidden zich over de klein-Rus-
sische steden en dorpen en werden door hun
arbeid en bekwaamheid een onmisbaar be
standdeel der klein-Russische bevolking; en
ten slotte waren er evenals in Polen ook in
klein-Rusland protestantsche Duitsche kolo
nies ontstaan, die nog meer het zui ver-Russische
karakter veranderden; toen Groot-Rusland
dit gedeelte onderwierp, vond het dan ook
in klein-Rusland geheel afwijkende toestanden
en zelfs een taal, die zij bijna niet konden
verstaanin die taal wordt nu nog een ge-
heele populaire letterkunde geschreven, van
grooten invloed in het Russische rijk.
3o. Het land ten oosten van de Wolga
was hoofdzakelijk bevolkt door het gele
aziatische ras en voor het grootste deel
mahomedaansch.
4o. Het land tusschen Klein-Rusland en
de Wolga in, veroverd op het groote Turksche
rijk, was bewoond door een mengelmoes van
de meest verschillende volkeren: Kozakken,
Aziatische stammen, Turken, Russen, Dnit-
sche kolonies, enz., ieder met hun eigen taal,
godsdienst en gewoonten, en slechts hier en
daar eenigszins nauwer versmolten.
5o. Het Kaukasisch gebied, feitelijk een
stuk van Azië, ingelijfd door keizer Alexander
I, werd bewoond door de oorlogszuchtige
bergstammen van Klein-Azië en Armenië;
ten deele christenen (de Armeniërs), ten deele
Mahomedanen (Circassiërs), vonden zij voort-