BENSDORP's CHCAO Gebruikt GEEN Het Volkshuis. durend gelegenheid tot vechten in hun ver schil van godsdienstde Groot-liassen hebben ze eerst in 1864 er voor goed onder gekregen maar moeten nog door een overdreven streng militair bestuur en een groote massa troepen hun gezag handhaven. 60. West-Rusland, een stuk van het oude koninkrijk Polen, met slechts een klein deel Russische bevolking (de zoogenaamde witte Russen), en een groot deel Lithauensche stammen; het onderworpen Russische deel was onder het bestuur gesteld van katholieke Poolsche edelen; de Lithauensche adel had zich grootendeels met den Poolschen adel vermengd, maar het Lithauensche had zijn eigen taal, zeden en niet-christelijken gods dienst behoudenen' evenals in Kléin-Rusland waren ook hier de joden zeer talrijk en een zeer belangrijke factor in het volksleven. 7o. De Oostzee-provincies, bewoond door een deels Finsche, deels Lithauensche, boe renbevolking, die bestuurd, overheerd en uitgezogen werd door de duitsch-sprekende hoogere klassen, adel, geestelijkheid en rijke stadsbourgeoisie. De geheele bevolking was Lutheraan. Voegt men aan deze staalkaart nog toe: het gouvernement St. Petersburg, de stad van het hof en de ambtenaren, de verzamel plaats van allerlei nationaliteiten, talen en godsdiensten, Russisch Azië dat geheel als Russische kolonie wordt beheerd, het grootvorstendom Finland en een deel van het koninkrijk Polen, waarvan de Tsaar grootvorst en koning werd dan is het duidelijk, dat Rusland in de 19e eeuw in geen enkel opzicht meer eenheid bezat als het Frankenrijk van Karei den Grooten in 800. Slechts één enkele bond was er, die al deze deelen vereenigde, de onderwerping van allen aan het gezag van den Autocratischen keizer, de blinde gehoorzaamheid aan en de volkomen afhankelijkheid van een door niets beperkt en niets gebonden oppergezag. Het staatkundige stelsel van Peter den Grooten bestoud nog ongewijzigd, het was alleenlijk uitgebreid geworden over alle nieuw-onder- worpen deelen. Dit stelsel berustte op de verdeeling van de bevolking in 2 scherp onderscheiden klassen: lo. de klasse van edelen, tevens grondbezitters, in het geheel 100,000 families, vrij van alle lasten, gevoed door de 2e klasse, door het opperbestuur gebruikt voor alle ambten, burgerlijke en militaire2o. de klasse van boeren, gedeelte lijk slaven van de kroon, gedeeltelijk slaven van den adelde staatsambtenaren, de edelen en de geestelijken onderhoudende door hun arbeid, alle staatsuitgaven moetende op brengen, in dorpen wonende met hun popes, de zoogenaamde witte geestelijken, onwe tende, ellendige, gehuwde mannen, die voor niets anders dienden dan voor de vervulling der kerkelijke plechtigheden en diensten en per sé uitgesloten waren van alle hoogere geestelijke ambten. Naast deze 2 klassen, geheel buiten de eigenlijke maatschappij, leefde de zwarte geestelijkheid, de monnikken, die de hoogere geestelijke ambten vervulden en onder den Tsaar het kerkelijk bestuur uitoefenden. En dan was er nog een begin van een nieuwe klasse, de klasse der koop lieden, vereenigd in door de wet erkende vereenigingen, maar bijna in geen enkel opzicht meer ontwikkeld dan de boeren, en evenmin als dezen eenig politiek recht be zittende, evenals de zwarte geestelijkheid staande buiten de maatschappij. Zoo was Rusland in het begin der 19e eeuw. J. v. L. Hen baantje. Voor de betrekking van ambulant (leeg loopend) hoofd der school hebben zich 85 sollicitanten aangemeld. Een voordracht van minstens drie personen wordt nu opgemaakt door B. en W. en den districts-schoolopziener. Dat is moeielijk, want niet ieder is geschikt, 0111 leeg te loopen. Dan mag de Raad één van de drie benoemen. Dat is gemakkelijker. En dan is er weer 'n hoofd want 'n hoofd moet er zijn, nietwaar? Dat begrijpt ieder, die denkt, dat hij van scholen ver stand heeft. En iedereen meent, dat die man zoo'n heele inlichting bestuurt, en dat het niet beter en heilzamer kan. Ja, niet waar, want iedereen heeft verstand van een school, iedereen heeft er immers „op"gegaan? 't Beste voor den bovenmeester is nog, dat hij f 1400 verdient -f- vrije woning -f- tuin. 't Is 'n baantje Het groeit. Wij ontvingen No. 1 van de Baanbreker, weekblad van de S. D. A. P. te Middelburg. Zeven weken geleden No. 1 van Samenwer king te Maastricht. Het groeit Ondanks de sapperigheid, die siepert in de burgerlijke bladen nu de campagne nog niet begonnen is het groeit. En als straks, bij de botsing der kapitalis tische belangen, de lievigheid overboord wordt geworpen, als het masker wegvalt van het aangezicht van felle baat- en hebzucht, als in de hittigheid van den strijd de arbeider weer in tel blijkt te zijn als 'n bok bij een juwelier, als hij weer een nul blijkt in de getallen, die de volkswelvaart heeten uit te drukken dan schat hij juister de waarde van het kapitalistisch gedoe. Het socialisme groeit en de verschijning van de Baanbreker geeft ons de zekerheid, dat ook in Neerlands Zuidwesthoek de akker vruchtbaar en het zaad bereid is, op te schieten. Arbeiders! Wilt gij de sociaal-democratie op eeue behoorlijke wijze dienen, vergeet dan niet de geschriften die daarom trent worden uitgegeven, te leasen. i.Hhl ze maar in Schiedam opfokken. Zooals we weten, is aan de school op de Broersvest benoemd tot tijdelijk onderwijzer de heer A. Kruys van Delft. Die benoeming sluit gelijk salarieering in. Aan de school in de Warande zijn twee onderwijzeressen bij be staande vacatures tijdelijk werkzaam geweest, maar zonder salaris. Nu zijn ze naai de school aan den Noordmolen vertrokken, om daar meer diensten te bewijzen zonder salaris. Maar dit zijn ook maar kin deren van Sckiedamsche burgers en onder het oog van de ambulante hoofden aan de rijks-normaalschool alhier opgegroeidDe opleiding door die heeren zal toch wel zóó zijn, dat de producten wat waard zjjn Uit de Pers. De Niemve Sckiedamsche, die wijsheid opzuigt in z'n kolommen uit het Centrum, zegt iets over de kwestie Bernstein. Wie daar meer van weten wil, leze Het Volk, te beginnen met het nummer van 24 Septem ber. Zonder commentaar nemen wij nu ook eens wijsheid over uit dat van 1 October. „Aan Bernstein de eer, dat de debatten zijn uitgeloopen in een opvlamming van strijdlust en solidariteitzijn verklaring van voortaan ook bij zijn kritische werkzaamheid rekening te zullen houden met de wenschen der partij, was de daad van een echt sociaal- demokraat, die vrijheid van denken en spreken eischt, doch door zijn gevoel van eenheid met de strijdende arbeidersklasse tegen het kapitaal, gedreven wordt, om steeds in de gelederen als getrouw soldaat te blijven op marcheer en." Fan de gelukkige Arbeiders. In de Nieuwe Haven ligt te lossen de zeelichter „Kobold" van Hamburg. Daarin zit tabak, gered uit een pakhuisbrand te Hamburg. Maar niet zonder kleerscheuren! 't Is 'n beetje nat geworden en op de reis 'n beetje broeiïg. Er walmt een heerlijk riekende damp af, lekker-stinkend-warm, vies stinkend, walgelijk. Niks voor 'nbour- geois-neus. Maar echt voor de arbeiders. Zoo'n troep staat er in te graaien en te spitten, is er op aangevallen, is er op toe gevlogen. En waarom Hebben die arbeiders zoo'n lust aan stank, aan viezen, walgelijken stank Weineen, maar die vuiligheid beteekent voor hen werk, brood, geluk. Gelukkige arbeiders toch Zondagavond druk bezochte ledenvergade ring in het Volkshuis. Als gewoonlijk opening door den voorzitter, in dit geval de heer A. van Waart. Zijn openingsrede, die vooral lof inhield voor den afgetreden voorzitter M. C. M. de Groot, gaan wij stilzwijgend voorbij. Zij zou te veel ruimte innemen, om naar den eisch te bespreken, Van meer belang was het volgende: De heeren De Groot en Snel, beiden tot bestuurslid gekozen, verklaarden hun benoe ming aan te nemen. De heer Snel deed dit met een enkel woord, heel eenvoudig, de heer De Groot meende echter zijn tegen- woo dig standpunt te moeten uiteenzetten. Hij zeide daarbij o.a., te gelooven, dat het Volkshuis in den beginne wat te veel van uit de hoogte is opgebouwd. Hij zou liever een Volkshuis wenschen in den geest van dat te Brussel en te Gent. Daarna kwamen de algemeene besprekingen aan de orde. Onze partijgenoot Maas legde uit, waarom van onzen kant ditmaal niet aan de verkiezing van bestuursleden werd meegedaan. Vandaag of morgen gaat het Volkshuis ten gronde, wat uit de financiëele verslagen is op te maken. Onze partij zou dan de verantwoordelijkheid van dit fiasco moeten dragen, waartoe zij niet veel lust gevoelt. Het Volkshuis drijft op enkele leiders, het is een instituut van den heer De Groot, en is dit gebleven tot nu toe. Nog altijd hebben de arbeiders de leiding van het Volkshuis niet kunnen overnemen. Dit ligt in den moreelen toestand der arbeiders, die hier ter stede allertreurigst is. Het beste bewijs hier voor is het bezoek der cursussen. Nadat hij nog gewezen had op de ver houding van de Huishoudschool tot Volkshuis, kreeg V. de Most gelegenheid te wijzen op de arbeidersbeweging, in verband met het Volkshuis. Zou het bestuur van het Volks huis, zoo vroeg hij, de leiding van die beweging op zich willen nemen in voor komende gevallen, evenals de S. D. A. P. dit doet? Hij geloofde van neen. En toch, wil het Volkshuis flink blijven bestaan, dan dient het rekening te houden met den groei en bloei der arbeidersbeweging. Het spreekt, dat wij niet alles, wat er in de vergadering voor en tegen die beweringen werd gezegd, zullen weergeven. Behalve eenige kleine hatelijkheidjes werd het debat van weerszijden op heusche manier gevoerd. Alleen zouden wij het bestuur in overweging willen geven, de algemeene vergaderingen in het vervolg in een ander lokaal te houden. Al meermalen is gebleken, dat de voorzaal te weinig ruimte biedt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1901 | | pagina 3