Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad
BERICHT.
Van onze vroede Vaderen.
No, 40.
Zaterdag 30 November 1901.
Ie Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
13 cent per kwartaal
nn tm vooruitbetaling.
franco per post 20 cent J J
Losse nummers 1 cent.
BLUE AU van
ADMINISTRATIE en BEDAKTIE:
NOGRDVEST 12.
ADVERTENTIËN:
5 cent per regel. Bij abonnement be
langrijke korting.
Stokken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Wosnsdag a s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Den abonné's buiten Schiedam wordt ver
zocht, 't abonnementsgeld voor het vierde
kwartaal, dat met het volgende no. ingaat,
zoo spoedig mogelijk per postwissel toe te
zenden. De Administratie
26 November 1901.
Even aarzelde ik, voor ik dit opschrift
neerschreef. Vroed betsekent wijs en op
eens ('t kan je zoo gebeuren) leek me dat
zoo'n gekke combinatieonze raad en wijsheid.
Dat is nou weer zoo'n gemeene socialisten-
zet, he Maar ik kan er niets aan doen
het is eenmaal waar, dat me de combinatie
gek voorkwam. En ik moet volhouden, dat
er reden voor is.
Als je zoo geregeld de zittingen van den
gemeenteraad bijwoont, dan leer je je luidjes
zoo'n beetje kennen. En als ik dau zoo de
tafel eens rond zie, dan denk ik weieens
bij me zelve: „Jongens, Schiedammers, als
dat nou 't puikje is van je ingezetenen, wat
moet 't dan met de rest wel niet treurig
gesteld zijn".
Maar laat ik vertellen wat gebeurde, wat
het ditmaal was, dat m'n bloed tot karne
melk maakte, 't Was niet één bijzonder feit,
maar meer de algemeene indruk van de
zitting.
't Was warm in den raadzaal.
't Was vol op de tribune. Ze stonden
mannetje aan mannetje, ze stonden tot in
de gang.
Er was een belangrijke zaak aan de orde;
of liever, die zou straks aan de orde komen,
als eerst een paar loopende zaakjes afge
daan waren.
Onder die „loopende zaakjes" was de
stemming over liet voorhiel de Groot om
de salarisverhooging van alle onderwijzers,
in het bezit der hoofdacte, op f 150 te
stellen. De vorige maal hadden de stemmen
daarover gestaakt.
De heer de Groot vroeg de discussie
nog even te heropenen, omdat hij nog iets
wilde zeggen. Dit werd toegestaan onder-
verzet van de heeren Honnerlage Grete,
Smit, Mr. Jansen, Visser, Pinster, Klein,
Beukers, en Bender. Die meneeren waren
zeker bang te goed voorgelicht te zullen
worden. Eigenaardig is, dat deze allen (be
halve de heer Pinster) ook tegen het voorstel
stemden.
Maar de beerde Groot dan deelde mede,
dat hij nu de finantiëele gevolgen van zijn
voorstel nauwkeurig had overwogen, en hij
was tot de slotsom gekomen, dat de kosten
van zijn voorstel gelijk zijn aan die van
voorstel van B. en W. Men zal zich
herinneren dat de Burgemeester de vorige
maal het voorstel o.a. ontried om de moge
lijke hooge kosten.
De stemmen staakten echter opnieuw en
dus was het voorstel verworpen.
Tegenstemden, behalve de reeds genoemden,
de heeren Blaisse, Jansen (P) en Lager weg
B. en W. hadden in een brief aan den
Raad inlichtingen verstrekt omtrent de
centrale verwarming In liet Stads
ziekenhuis, naar aanleiding van een verzoek
destijds door den heer de Groot tot den
Burgemeester gericht.
De heer de Groot dankte B. en W. voor
de verschafte inlichtingen, maar bijster te
vreden was hij er niet mee. Uit de massa
technische rapporten kon hij niet wijs wor
den. Bijzonder had hem evenwel getroffen
de weigering van den directeur van gemeente
werken om aan de commissie voor admini
stratie van het ziekenhuis, op haar verzoek,
eenige inlichtingen te verschaffen.
Mocht die ambtenaar daartoe wettelijk
al niet verplicht zijn, zedelijk toch wel,
waar bij alle colleges en alle ambtenaren
een streven moet zijn naar hartelijke samen
werking.
Deze opmerking werd nog wat uitgewerkt
door de heeren Ris en van Westendorp,
die zelf wilden dat B. en W. 't rapport van
de comm. v. administratie zouden vragen.
Daaruit zou nog wel een en ander duide
lijker kunnen blijken. De voorzitter was
daartegen, omdat de kwestie dan te groote
verhoudingen kreeg. Als 't naar zijn zin
gegaan was, zou die brief van den directeur
van gemeentewerken niet eens ter sprake
gekomen zijn Dan komt zeker 't gezag
in gevaar! De heer van Westendorp
wees er nog op, dat in het rapport van den
directeur van gemeentewerken eenige niet-
geargumenteerde verwijten aan 't adres der
comm. v. adm. stonden.
Toen de heer Ris dan ook 't voorstel
deed om, na den directeur van gemeente
werken nadere argumenten gevraagd te
hebben, het rapport van de comm. v. adm.
in te winnen, dacht ik dan ook wel, dat
dit aangenomen zou worden, ook alweer,
omdat men nooit te veel ingelicht kan zijn
en 't hier toch het beleid van een der hoofd
ambtenaren der gemeente gold.
De heeren dachten er anders over. Het
voorstel-Ri s werd verworpen. Tegenstemmers
waren de heeren Lagerwey, Klein
Vürtheim, Smit, de Groot, Gouka,
Loopuyt, Jansen (P.), mr. Jansen en
Visser; de stemmen staakten dus.
Nog altijd wachtte het talrijke publiek op
de tribune vol ongeduld op het punt, dat
s'raks aan de orde zou komen. Het geduld
der „weetgierigen" (zooals de Burgemeester
hen statiglijk noemt) werd wel op den proef
gesteld, 't Was al bij half vier en nog was
men er niet aan toe. Eerst moest nog even
een verordening op de weekmarkt wor
den vastgesteld. Dat was 't werk van een
oogenblik. Op dat punt zijn allen 't natuurlijk
roerend eens en terwijl de heeren met elkaar
een praatje maakten, hamerde de voorzitter
de verordening af. Toen werd nog even
gauw een marktcommissie benoemd af-
geloopen, klaar. Het spel begint.
Neen nog niet. B. en W. vragen
machtiging tot verkoop van oud ijzer.
„Op de markt?" vraagt zacht een ondeugend
raadslid. Stel je voor, de Burgemeester op
de markt naast 'n oud roest. De machtiging
wordt verleend.
Aan de orde was het voorstel van B. en
W. tot verkoop van aan de gemeente
loebekoorende grond aan de firma A. F.
Smulders te Rotterdam.
De heeren verschoven hun stoel eens,
rangschikte hun papieren, de wethouder van
publieke werken vouwde met breed gebaar
het kaartje, dat de Schiedamsche Courant
in haar nummer van Zaterdagavond gaf,
uit, men zette er zich toe om deze zaak nu
eens met de vereischte ernst te behandelen.
Het debat werd geopend door den heer
Loopuyt. Deze heer is president-commis
saris van de Stearine-kaarsenfabriek „Apollo"
en kwam dan ook tot B. en W. met den
wensch, dat zij er vooral voor zouden waken,
dat voor de stearine-kaarsenfabriek geen
brandgevaar zou ontstaan.
Toen kwam de heer de Groot. Hij was
zeer verheugd over dit voorstel. Alle heeren
waren verheugd, zoowel de heer Loopuyt,
die vóór als alle andere leden die na den
heer de Groot spraken. En allen zongen
aldus „verheugd van zin, met onbeklemde
borst", hetzelfde liedje. Althans de eerste
regels waren 't zelfde, want verderop ging
't net als met het Wien Nêerlands Bloed.
De eerste regels zingen allen dezelfde woorden,
maar met den derden komt er oneenigheid
en de eene helft bezingt de Koningin, terwijl
de rest jubelt over Willem III, dien ze nog
maar niet vergeten en met rust laten kan.
Zoo ook hier.
Allen waren zeer verheugd over dit voor
stel, maar
De heer de Groot zag een groote schaduw
zijde. We gaan nu biina alle beschikbaren
grond verkoopen, zei hij, en bovendien een
stuk van de Oosterhaven. Daarbij komt voor
sommigen het bezwaar, dat deze grond ver
kocht zal worden, inplaats van in erfpacht
gegeven. Ook zal de gemeente groote werken
moeten uitvoeren, waaronder waterwerken,
DE MOK ER