Stemt A. GODSCHALK,
Armoede en Orde.
Politieke Schetsen,
Socialistische Catechismus.
houden, sterk te maken, mee te doen be
schikken over wat zij voortbrengt. De aan
gewezen weg is organisatieYereeniging I
kweekt in den arbeider het gevoel van te
kunnen eerst, doet zijn invloed wegen op
den gang van zaken, doet hem langzaam
ingroeien in de nieuwe en betere orde van I
zaken. Onderling overleg, samenwerking, I
is gekomen in de voortbrenging en verdee-
liug, inplaats van de barbaarsche wanorde,
die nu heerscht.
De Nieuwe Schiedamsche noemt dergelijke
arbeiders onordelijk, in tegenstelling met
zulke, die uit patroonsliefde de bestaande
wanorde willen laten voortduren. „En die
socialisten liegen er maar op los" en „zij
trekken maar scheidsmuren op tusschen pa
troon en arbeider" en „wat er op fabriek
op werkplaats voorvalle, zij halen er venijn
uit", venijn voor het „gemoed" der arbeiders,
enfin, met dergelijk vuil besmeert onze „lie
felijke Schiedamsche" haar vriendelijk aan
gezicht een kolom lang. En ze wordt er
niet mooier opBewijzen doet ze niets
Alleen ineens 'n roerende zorg voor het
gemoed der arbeiders Och, hoe treilend
„Vierkant-hu-tegenover den socialist staat
de man van orde." Vierkant, zie je, hè,
vierkant. „Tegenover het valsche spel der
socialistische leiders moeten allen, die de
maatschappij niet in een chaos van verwar
ring en ellende willen zien ondergaan"
het hoofdartikel van de Nieuwe Schiedamsche
lezen. Degelijk en zaakkundig, hoorMaar
wat drommel, laat de redactie 'n artikel
schrijven over zoeten koek of stroop of Jan
hagel, daar heeft ze misschien verstand van.
Maar 't is teekenend voor Schiedam, dat de
persmannen het onbenullig gekwijl over
socialisme voor den dag brengen, dat elders
al voor vijftig jaar heeft dienst gedaan.
Voor 't overigedie mooie beschouwingen
komen natuurlijk niet voor rekening van de
R. K. Christelijke beginselen, maar eenvoudig
voor rekening van een onwetend en onbe
nullig redactie-lid, dat den socialistenvreter
uithangt. Eet smakelijk!
„Heeft de schatrijke, die gehuld gaat in
zijde en opgesmukt met kostbare edelge
steenten, er wel eens aan gedacht, hoevele I
personen met die kostbaarheden voor ellende
bewaard zouden zjjn?"
„De arme zit in een armoedig vertrek,
slechts met dunne kleeren bedekt, nauwelijks
beschut tegen den kouden wind. Bij hem
komt de gedachte niet opwat zal ik morgen
genieten? maar wel: wat zal ik morgen
eten, hoe zal ik aan voedsel komen voor mij
en mijn gezin?"
„Er wordt gebrek geleden, meer dan
menigeen denkt?"
„Er zijn armen, die blootgesteld zijn aan
alle gebrek, armen die het allernoodzakelijkste
missen."
Dat zijn aanhalingen uit de, Nieuwe Schie
damsche Courant van 1 December 1901, uit
het wekelijksche hoofdartikel. Dit artikel is
een aansporing tot leniging van den vreese-
lijken nood der armen. Zonder het waar
schijnlijk te bedoelen, heeft de N. S. Ct.
daarin den nadruk gelegd op de matelooze
tegenstelling tusschen den overdaad der rijken
en den overnood der armen. De volkomen
wanorde, die er in onze maatschappij bestaat
ten opzichte van de verdeeling van den rijk
dom, het volkomen onvermogen onzer
maatschappij, om den opbrengst van den
arbeid der menschen eenigszins behoorlijk te
verdeelen en om voor een eenigszins behoor
lijke arbeids verdeeling te zorgen, ze worden
er nadrukkelijk in aangewezen. De N. S. Ct.
was toen proletarisch gestemd en zong
een socialistisch klaagheid, tenminste eenige
regelen daaruit.
Sprekende over de armoede, werd de N.S Ct.
ondanks zich zelve een socialistisch-denkende
proletariër.
Een week later, den 8sten Dec. schreef
diezelfde N. S. Ct. een hoofdartikel over
„Wat wil de socialist? Wat wil de man van
orde?" Nu gold het niet, den katholieken
proletariër te bevredigen door een beroep op
den overvulden beurs van den rijken. Nu
moest er voor worden gezorgd, dat de katho
lieke armen, de katholieke werklieden, voor
de opengevallen gemeenteraadsplaats zouden
stemmen op den uitverkorenen van „de schat
rijken, die gehuld gaan in zijde en opgesmukt
zijn met kostbare edelgesteenten." Gauw
overgeloopen naar de overzijde, naar de
andere klasse. Een beetje gescholden op de
socialisten en tegenover die „mannen van de
wanorde" de mannen van de orde gesteld,
heelemaal vergetende dat zij zelf slechts 1
dagen geleden in onze maatschappij zelve die
I wanorde en anarchie had aangewezen.
Zoo toovert men in één week wanorde
om in orde bij de N. S. Ct.
O zuster, zuster, waar is uw gezond ver
stand gebleven en waar uw herinnering?
Hebben de najaarswolken, die een schaduw
van grijsheid wierpen over onze heldere stad,
ook een schaduw geworpen over uw helder
heid? Of zijt ge aan hef goochelen? Den
lsten Dec. socialist, den 8sten Dec. vrjjzinnig-
demokraat („toenadering tusschen arbeidgever
en arbeidnemer") om dan steeds verder
achteruit te gaan tot ge zijt teruggekomen
in het „reactionarisme met een geestelijk
adviseur?" Zegt het dan, o zuster, want als
ge Bamberg nadoet in de politiek, dan kunnen
we lachen, zooals we lachen om Bamberg
en indien het slechts een afdwaling uwes
geestes is, dan kunnen we zorgen voor een
goeden medicijn en u die toezenden franco
per post.
Van bevriende zijde ontvingen wij dit
schrijven. Gaarna plaatsen wij het. (Red.)
den Candid&at der Arbeiderspartij.
Rusland IX. Na Alexander II zijn
zoon Alexander IH. De verkeerde werking
van het schrikbewind uit de laatste jaren
van zijn vader kon Al. III niet loochenen.
Hij begon daarom met de instelling eener
hervormings-commissie. Maar daar volgde
onmiddellijk op het manifest van den 11 Mei
1880, waarin hij sprak van zijn „geloof in
de kracht en de waarheid van het auto
cratisch gezag", dat hij zich geroepen achtte
„te bevestigen en te beschermen tegen iederen
aanval in het belang van het volk", een
volledige terugkeer dus tot het stelsel van
Nicolaas I.
Langzaam maar regelmatig is de regee-
ringskliek van dat oogenblik af bezig ge
weest aan de vernietiging van de hervor-
mings- en ontwikkelings-maatregelen van
Alexander II. De vrijheid van denken, de
vrijheid van onderwijs en pers, de persoon
lijke vrijheid enzze werden voor zoover
ze waren toegestaan, geleidelijk weer terug
genomen. De meest vrijheidslievenden kwa
men in de gevangenis terecht of moesten het
land uitwijken. Een belachelijk strenge cen-
cuur over alle drukwerk werd ingesteld, een
groot aantal vreemde boeken werd verboden,
in andere werden de afgekeurde bladzijden
zwart gemaakt (in de caviaar gezet, noemde
men dat spottend), en het onderwijs zooveel
mogelijk belemmerd. De geestelijkheid kreeg
haar handen vol werk met haar dompers-
arbeid en werd belast met de vervolging
en uitroeiing der verkeerde leerstellingen en
secten, een werkje naar haar hart. Van toen
af traden politie en geestelijkheid eendrach
tig op als speurhonden der regeering. Een
vermoeden was voor hen voldoende, bewijzen
vroeg de Russische rechter niet.
Zóó streng werd dit stelsel, in de hooge
regeering geleid door een generaal en den
procureur der heilige synode van de Russische
kerk, dat er van de vorming eener oppositie
partij geen sprake meer was. Alleen afzonder-
derlijke personen slaagden er soms in een
geheime drukkerij in te richten of met eenige
weinigen een complotje te smeden, maar iets
uitwerken konden zij niet. Van tijd tot tijd
werden eenige verdachten ter dood gebracht
of verbannen om er den schrik in te houden
baat het niet, dan schaadt het niet, meenden
de wereldlijke en geestelijke verzorgers van
het lichamelijk en geestelijk heil der Russen.
Toen nu in het eigenlijke Rusland alle
bewoners het evenbeeld waren geworden van
den gouvernementeelen model-Rus of zich
als zoodanig voordeden, een model-Rus
denkt alleen zooals het gouvernement denkt,
handelt alleen zooals het gouvernement wil,
en prijst zichzelf en alle Russen gelukkig,
dat hem het denken en handelen zoo gemak
kelijk wordt gemaakt, toen waren er nog
buiten-provincies over, waarin vele afwijkin
gen voorkwamen van den model-Rus, zooals
Polen en Finland. In Polen was men reeds
lang bezig aan de uitdooving van alle natio
naliteitsgevoel en iedere vrijheidsuiting. Maar
Finland was nog vrij, onafhankelijk en zelf
standig. Onder Alexander III begonnen de
Russische regeerings-ambtenaren ook dat land
te modelleeren naar hun voorbeeld van den
gehoorzamen Rus.
(Slot volgt).
Uit het Engelsch
van E. Belfort Bax en H. Quelch.
Vraag 14. In de eerste plaats dan, welke
inzichten heeft het socialisme ten opzichte
der zuiver ekonomische verhoudingen?
Antwoord. De ekonomie wordt verdeeld
in tweeën: zuivere of abstrakte ekonomie,
en conkrete ekonomie of ekonomie zooals zij
zich conkreet ontwikkeld heeft in den loop
der geschiedkundige evolutie (ontwikkeling).
De abstrakte ekonomie onderzoekt niet de
wijzigende invloeden van het menschelijk
verstand, terwijl bij een geschiedkundige be
handeling der ekonomie daaraan de volle
aandacht wordt gewijd.
Vraag 15. Tot welke dezer 2 afdeelingen
rekent ge de ekonomische verhoudingen van
onze dagen?
Antwoord. Noodzakelijkerwijze hooren zij
thuis in de geschiedkundige ontwikkeling,
maar zij leenen zich ook voor een behandeling
in het abstrakte en met een dergelijke be
handeling zullen wij beginnen.
Vraag 16. Wilt ge dan een bepaling geven
van eenige termen, die zoo dikwijls voorkomen
in verhandelingen over politieke ekonomie?
Bijv. wat is de bepaling van Rijkdom?
Antwoord. Rijkdom omvat alle materieele
zaken die dienen ter voldoening van men-
schelijke behoeften en begeerten. Voor de
ekonomie kan deze bepaling van rijkdom
gelden: zoodanige dingen als in de praktijk
beperkt zijn in hoeveelheid of het gevolg
van menschelijken arbeid. Zoo zijn alle land,
vee, machines, huizen, huisraad, koren, voedsel
en alle voortbrengselen van den bodem be
grepen in de ekonomische uitdrukking rijkdom,
omdat zij alle in de praktijk beperkt zijn in
hoeveelheid of het gevolg van menschelijken
arbeid; lucht, daarentegen, kan men niet