Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad Bericht aan de Postabonnees. No. 45. Zaterdag 4 Januari 1902, le Jaargang, 19 02. De Christelijke Actie. ABONNEMENTSPRIJS: 13 cent per kwartaal 1 franco per post 20 cent j Losse nummers 1 cent. BUREAU vim ADMINISTRATIE eu BEDAKTIE: IMOORDVEST 12. ADVERTENTIËN: 5 cent per regel. Bij abonnement be langrijke korting. Stokken voor 't eerstïolgend num mer moeten uiterlijk W oensdag a s. 's middags 12 inr in het bezit der Redactie zijn. Nogmaals dringen wij op een SPOEDIGE toezending van het abonnementsgeld aan. DE ADMINISTRATIE. Zoo aan 't eind van 't oude en bij 't be gin van 't nieuwe jaar overpeinst 'n gewoon mensch zoo eens de dingen die van deze aarde zijn. En aan die herinnering van 't geen geweest is, paart zich de hoop van 't geen komen kan en daar de herinnering eenigszins weemoedig stemt en de hoop ons vervult met 'n opgewektheid van te zullen handelen, verkeeren we bij den overgang in de eenigszins onbegrepen plechtige stemming, die de vruchtbare bodem is, waarin vele goede voornemens ontkiemen. Zoo is „Nieuw jaar" het tijdstip, waarin velen voelen den rustig-vredigen toestand van hem die genot heeft gesmaakt, maar die zich in staat ge voelt, meerder te genieten. En zij allen geven uiting aan wat in hun binnenste niet alle- daagsch iseen hartelijke handdruk, een krachtig woord, een vrome wensch Een groot deel der burgers van stad en land meenen bijzonder reden te hebben tot 'n meer dan gewone sterktegraad van nieuw jaarsstemming. Immers, al wat zich rekent tot het christelijk volksdeel te behooren, zwelt bij de herinnering aan de zegeningen der afgeloopen verkiezingen. En als dat volksdeel tevreden is, omdat onze landsregeering in meerderheid onder de banier met christelijke leuzen geschaard staat, dan kan het zwellen. Maar als het soms hoop koestert, dat iets veredelends, hartverheffends zal uitgaan vanuit die schare, dan bewijst die hoop niets dan 'n overdreven waardeering van die politieke keurbende Gods. Wij verwachten niet, dat die meerderheid de natie zal verchristelijken in enkele ja-en, wij verwachten zelfs niet eens, dat er maat regelen, besluiten, wetten uitgevaardigd zullen worden, die specifiek christelijk in hun uit werking zijn, wij verwachten geen reëele dingen, waarin ook maar 'n glimpje van wat wij christelijk noemen, belichaamd is maar iets hebben wij verwacht, iets, dat komen moest, maar niet gekomen is, niet meer komen zal. Bij de algemeene beraadslagingen had het moeten doorblinken, had het moeten flikkeren en stralen schieten, het eenige, het ware, het groote het Christelijke. De bespre kingen hadden gedragen moeten worden door het hooge, het breede, het rustige, het gewijde. In woorden had ten minste merkbaar moeten zijn, dat er nu een meerderheid was met iets heel teers, heel broos in haar midden, zij had te omhullen met uitgezochte woorden van teeren klank, zij de christelijke meer derheid, de groot-schatbewaarster van wat de natie hoogs en heiligs heeft. Niets daarvan, Yan den aanvang tot het einde grove woorden, woorden van de ge corrigeerde of niet gecorrigeerde rede, woor den om te bewijzen, waar de vrome zegt, dat niets te bewijzen valt, niets te begrijpen voor het verstand, maar te gelooven alleen. En de vrome heeren bestreden elkaar met grove woorden, woorden leelijk van felle heftigheid, woorden, die stormramden tegen het christelijk ideaal. En wanneer de heeren bij hun tegenstanders geen waardeering vin den, wanneer de tegenstanders spreken van christelijke huichelarij, aan wie de schuld? Wie anders dan de edeldenkende meer derheid, zelve heeft wantrouwen gezaaid omtrent haar bedoelingen? Het optreden tot nu toe van de christelijke fractie is 'n teleur stelling èn voor de meerderheid èn voor de vrome kiezers. De laatsteu vooral, hoewel gewaarschuwd voor overdreven verwachtin gen omtrent de vervulling van praktische zaken, zij vooral kunnen zich teleurgesteld gevoelen over de uitingen der groote voor gangers gedurende de kamerdebatten. De christelijke afgevaardigde Staalman oefent critiek op de woorden, die zacht hadden kunnen zijn. Eén zinsnede vinde hier plaats; zij luidt als volgt: „Heeft men ooit op bru taler, ruwer manier van de Ministerstafel hooren goedpraten dat bedorven militair strafstelsel en de gruwelijke ongerechtigheid die dat stelsel aankleeft?" Nog 'n geloovige afgevaardigde heeft '11 land vol geloften voor de toekomst getoond, Talma. De vrome kiezers kunnen gerust zijn. Uit den Bijbel heeft deze heer bewezen, dat het „Yrede op aarde" eigenlijk 2000 jaar lang verkeerd begrepen is door de christenen. Vrede op aarde beteekent niet: Vrede voor alle menschen, beteekent niet 'n waarschu wende roep, 'n belofte aan de menschheid, dat houdt niet in 'n heerlijk ideaal van samenleven, neen, 2000 maal, bij elke Kerstmisviering hebben de Christenen zich vergist. Talma is een dominéé en lid van de Tweede Kamer, dus die weet het, 'n Dominéé, niet waar, dat zegt alles voor vrome kiezers. Maar als 'n Talma moest opstaan na 2000 jaar, om den Christenen te leeren wat de waarheid is, besloten in drie bijbelwoorden, hoeveel duizenden jaren en hoeveel Talma's zullen er dan noodig zijn, eer het goddelijke woord is verklaaYd? Zou dit kamerlid-dominée 'n profetenmantel in huur hebben? „Yrede op aarde" beteekent „Vrede met u-zelf" en wij kunnen gelooven dat Talma na deze vinding den kerstzang met vuur ge zongen heeft in den hoogsten innerlijken vrede. Onze christelijke meerderheid heeft 'n treu rige, weerzinwekkende entrée gemaakt. Mis schien ware dit niet zoo in 't oog loopend geweest, als er geen sociaaldemocraten tegen over haar hadden gestaan. Nu moest zij de doode letter verdedigen tegenover de levend makenden geest, nu moest zij vervullen den rol van Schriftgeleerde en Farizeër. En nu kan men zeggenWee u, gij blinde leids lieden die zegtZoo wie gezworen zal heb ben bij den tempel, dat is niets, maar zoo wie gezworen zal hebben bij het goud des tempels, die is schuldig. Gij dwazen en blindenwant welk is meerder het goud of de tempel die het goud heiligt? Het lieve goud, geld, kapitaal, dat is het, wat ook door de christelijke meerderheid als aardsche goed het hoogst wordt geschat, en door haar en onder haar wordt en zal worden voortgezet de zaak op den ouden voet. Wat de arbeiders hebben te verwachten Niets Tegenover de militaire verplichtingen der natie zinken sociale rechtvaardigheden in 't niet. De oorlogs-millioenen worden op de rechtvaardigheid uitgezuinigd. En welke zedelijke verheffingskracht er schuilt in onze godgewijde eminente mannen, in hun woorden, in hun daden, hebben we gezien en zou die millioenen waard zijn? In 1902 zal ook weer helderder blijken, dat de arbeiders geen verandering, geen ver betering, geen verheffing te wachten hebben, dan die, welke zij zichzelf verwerven, welke zij kunnen eischen door eigen krachtsontwim keling. Dat ook de arbeiders in Schiedak» op hun post mogen zijn, om elke gelegenheid aan te grijpen, die hen een stapje verder kan brengen, die ten goede komt aan hun machtsontwikkeling. Yergeet ook nu niet, arbeiders Geen goedgunstigheid van anderen, maar het juiste inzicht gevoegd bij eigen kracht zal u vrijmaken. Hij is weer 'es komen kijken. Hij doet nou weer 'n beetje sociaalderig. Hij zeurt wat tegen De Moker, tegen de radicalen,, de liberalen, de socialen, enfin, d'r zit weer 'n beetje actie in, maar nu is de christelijkheid er weer uit. Eén ding moet ons van 't hart. Er is 'n merkbare vooruitgang in de manier van zeggen gekomen, als we 't eerste bij 't vierde nummer vergelijken. Ook in dat DE MOKER d O O VAU"'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1902 | | pagina 1