Er was eens
Zucht naar grootheid.
Feestelijke opening van
Ons Gebouw.
Socialistische Catechismus.
De Christelijke Actie.
de Nieuwe Schied. lezen we deze zinsnede
„Die maatregelen (om nadeel voor de deel
nemers te voorkomen) zijn opheffing van het
fonds en deeling der gelden, vandaar ons
verzoek aan den Raad (tot opheffing), waar
toe wij te gereeder zijn overgegaan, omdat
bij sommige onzer gebrek aan het hoogst
noodige, geld voor huishuur, zich reeds
heeft doen gevoelen.
Zou de ontevredenheid, waarop de burge
meester bij de opening der raadszitting zin
speelde, zoo kwistig gestrooid en geplant
worden
Och, kom, maar de organisatie van die
ontevredenheid, daar zit 'm de kneep.
Er was eens 'n man die zakken droeg,
en hij was tevreden.
Z'n beenen waren stevig en z'n nek ge
spierd. Hij droeg de zakken met gemak
hij was tevreden.
Of er kolen op z'n hoofd gestapeld wer
den, of graan, of meel, dat was hem onver
schillig hij droeg en was tevreden.
Hij had van jongs af gezien, dat er men-
schen zijn op de wereld, die iets te dragen
hebben, en menschen, die niets te dragen
hebben. Zoo is immers de wereld nu een
maal.
Toen kwam er 'n tijd, dat er geen zakken
te dragen waren en de man werd onte
vreden. Wat helpen mij m'n stevige beenen
en m'n gespierde nek? zoo sprak hij. Ik
wil wat te dragen hebben. En hij droeg z'n
verdriet van niet te kunnen werken, en hij
werd magerEn hij verloor den trots
van z'n stevige beenen en z'n sterken nek
en hij had niets meerdie lasten draagt,
heeft immers niets in z'n hoofd noodig.
Toen ging hij z'n leed over het verlies
van z'n trots verzettenhij dronk. Hij
dronk, tot hij weer de kracht meende te
gevoelen van voorheen en dan kwam weer
de trots hij sloeg zich op de lorst, arme,
dronken man
En nooit kwam hij te weten, waarom er
geen zakken meer waren te dragen en waar
door hij z'n trots verloren had.
Altijd had er wat op z'n hoofd gezeten,
nooit er wat in.
En de kinderen droegen weer zakken als
hun vader, dat is immers eenmaal zóó
En die niets te dragen hadden, hun leven
lang, zeidenDe armen hebt gij altijd bij u
Hoe zal één, die zakken draagt, ooit aan
ons gelijk wo;den?
't Is eigenaardig te bemerken, hoe sedert
't verschijnen van De Moker de bezorgde
gemoederen van de persconfraters zich ont
lasten in artikelen, waarop 'n socialig tintje
blinkt. Ook wel worden met 'n zekere gre
tigheid ingezonden stukken geplaatst tegen
De Moker, maar tevens tegen alle behoorlijke
en gebruikelijke persmanieren in.
De heeren redactie-leden zijn zonder twijfel
hoogst geciviliseerde, fatsoenlijke menschen,
maar ze moeten toch nog eens informeeren
naar het fatsoen, dat ze als redactie-leden
in acht dienen te nemen.
't Zon ook kunnen zjjn, dat de zucht naar
„grootheid" zoo geweldig is aangezwollen in
hun gemoed, dat er voor andere zuchten geen
plaats meer is, inzonderheid voor de zucht,
om zoo'n sociaal-demokratisch blad op voet
van gelijkheid te behandelen.
Onze plaatselijke bladen worden ook zóó
geniaal geredigeerd
Het hoofdartikel van de Nieuwe Schied.
heet: „Zucht naar grootheid." 't Begint
aldus: „Er is geen kwaal van onzen tijd zoo
algemeen verspreid als die der grootheids
manie." Dat gelooven wij ook. Die kwaal is
zelfs ingeslagen in het redactie-bureau van
de Nieuwe. Hoe zou iemand er anders toe
komen, zooveel soeperigheid te laten drukken,
't Lijkt wel, of dezelfde warhoofd aan 't
woord is, die in de „Christelijke Actie" de
sociale toestand mishandelt.
We zullen er maar niets bij doen.
Ons Gebouw, genaamd Constantia (Stand
vastigheid), zal Zaterdag 8 Februari op
feestelijke wijze geopend worden. Behalve
het partijbestuur en de afdeelingen in de
provincie, zullen uitgenoodigd worden ver
schillende vakvereenigingen in deze ge
meente, enz.
We willen hier niet het geheele programma
van den feestavond opnemen, maar voor-
loopig kunnen we meedeelen, dat Mineur
van Rotterdam enkele komische voordrachten
ten beste zal geven, terwijl eenige partij-
genooten een kort opwekkend woord zullen
spreken.
Wat vooral voor Schiedam een heuchelijk
vers-'hiinsel kan genoemd worden, is, dat in
het buffet niet anders dan geheel-onthouders-
dranken verkrijgbaar zijn.
Men zal daar toonen, dat zonder alcohol
gebruik ook wel een gezellige stemming kan
heerschen.
Uit het Engelsch
van E. Belfort Bax en H. Qüelch.
Vraag 33. Wordt dan het arbeidsver
mogen geruild overeenkomstig den prijs van
zijn arbeidsvoortbrenging, evenals andere
waren
Antwoord. De ruilwaarde van het arbeids
vermogen is precies dezelfde als die van
ieder ander voorwerp, en wordt bepaald door
het bedrag van maatschappelijk noodzake
lijken arbeid bij zijn voortbrenging gebruikt
met andere woorden en iii de taal, gewoon
lijk door staathuishoudkundigen gebruikt
de arbeidsvergelding (loonen) wordt bepaald
door de kosten van het onderhond van den
arbeider,
Vraag 34. Maar indien de waarde van
het arbeidsvermogen, door den kapitalist ge
kocht, bepaald wordt door den prijs van zijn
arbeidsvoortbrenging, en indien de voor
werpen, voor de voortbrenging waarvan dit
arbeidsvermogen wordt gebruikt, ook hun
waarde bepaald krijgen op dezelfde wijze,
nl. door het bedrag van arbeid, er in be
lichaamd, hoe ontstaat dan deze over
waarde waarvan ge spreekt?
Antwoord. De kapitalist koopt het arbeids
vermogen naar de prijs van zijn arbeidsvoort
brenging, maar het bedrag van den arbeid,
dien de werkman verricht, (dat wil zeggen
de geschiktheid voor arbeid, of het arbeids
vermogen, dat de kapitalist koopt, en dat de
werkman belichaamt in de waren die hij
voortbrengt) is een zeer veel grootere hoe
veelheid dan gebruikt wordt voor de voort
brenging van dat arbeidsvermogen zelf, en
het is dit verschil (een verschil, dat de kapi
talist voor niets krijgt) dat de overwaarde
vormt.
\raag 35. Maar hoe kan de kapitalist
zich van deze overwaarde verzekeren, zonder
er voor te betalen. Indien de werkman vrij
is, waarom staat hij er dan niet op, niet de
enkele ruilwaarde van zijn waar „arbeids
vermogen" te ontvangen maar de volle waarde
van den arbeid die voor den kapitalist ver
richt
Antwoord. De kapitalist verkrijgt deze
overwaarde, dank zij zijn monopolie, van
de middelen van voortbrenging, dat hem in
staat stelt den arbeidsdag uit te rekken over
de uren heen, die noodig zijn] om het onder
houd van den arbeider vobrt te brengen
door het gebruik maken van machines, waar
door de arbeid van den werkman meer op
brengt en door de regeling van den arbeid,
die de uitwerking heeft dat de arbeidsver-
richting meer intens (gespannen) wordt. De
arbeider kan in den regel niet meer bedingen
dan de werkelijke ruilwaarde van zijn waar,
dat wil zeggen, niet meer dan de prijs van
zijn levensonderhoud, als vergelding voor zijn
arbeid, hoewel zijn loon, evenals de prijs
van alle waren, nu eens hierboven stijgt en
dan eens daar beneden daalt, omdat hij,
hoewel schijnbaar vrij, in werkelijkheid niet
vrij is. Hij moet zijn arbeidsvermogen ver-
koopen om te kunnen levenhij beschikt over
geen andere waar, en daar hfj geen eigenaar
is van of controle heeft over middelen van
voortbrenging, kan hij niet zich zelf gebrui
ken. Derhalve hij moet zoeken naar een koo-
per voor zijn waar en hij moet de voorwaar
den aannemen, welke die kooper aanbiedt,
onderhevig slechts aan twee voorwaarden:
de kosten van zijn eigen levensonderhoud en
slingeringen van de markt. Dit grondbeginsel,
dat de vergelding van den arbeid wordt be
paald door de kosten van levensonderhoud
van den arbeider, noemt men doorgaans „de
ijzeren loonwet."
Maandschrift, gewijd aan de bevordering
van het Christelijk vereenigingsleven.
Verschijnt iederen eersten Zaterdag van
elke maand, onder redactie van eenige
belangstellenden.
Dat is nou de effectieve, volledige titel.
Die titel is maar reklame, humbug. As-i
dat blaadje opneemt, is het net, of het tegen
je knipoogtnou ja, dat staat er nou
wel, van dat „Christelijk vereenigingsleven",
maar eigenlijk ben ik 'n heel klein, onnoozel,
onschadelijk socialisteu-vretertje. Ik trek zoo
voor tijdverdrijf aan het socialisme, als 'n
kip aan een stuk zwoord. Als ik nou hard
met m'n kop schud, dan zegt het publiek
„Stommerd, je krijgt er toch niks af!"
Maar ondertusschen, het heeft lol.
Zooals we weten heeft een maand of wat
geleden een artikel over „de hed ndaagsche
sociale toestand" uit het bezwaard gemoed
van de „belangstellenden" geonweerd. Er
stond onder„wordt vervolgd". Nou, dat
vervolg is er, hoor! De toestand is weer
terecht. Maar, och, och, je kunt wel merken
dat-i 'n paar maanden aan den rol is geweest.
Wat ziet-i d'r uit! Hier volgt de samen
stelling met gebruiksaanwijzing. Recipe
eenige domheden, eenige kletspraat, eenige
jammeringen, eenige zielkundige onbewijs
baarheden, eenige potsierlijke uitspraken,
roer het dooreen met 'n kleine dosis gescheld,
en ge hebt „de hedendaagsche sociale toe
stand". Gebruik eiken dag 'n paar zinsneden
en ge zult lachen tot ge rood zijt
Lezer, hebt ge verstand van omschrijvingen
Ziet ge kans, het standbeeld van Spinoza
uit te teekenen in woorden De Christelijke
Actie noemt het „een monster van God
verzaking op een arduinen voestuk Welke
christelijke geest vindt zulke liefelijke om
schrijvingen uit De Moker gebruikt het
woordje Christelijk altijd maar spottend, ja,
ja, maar het ware Christelijke zit ook in
de „Actie".
De socialen zijn de werkers der „duisternis".
„Nijd, afgunst, hebzucht en meer, stralen uit
de aangezichten zoo kalm en gemoedelijk
voorheen".
Nu volgt er iets, dat 'n kalme en gemoede
lijke lezer doet vragen: „Is het wel pluis
in de bovenkamer der „Chri-telijke Actiërs",
alias, belangstellenden Hier is het„In
starren ernst berekent de ontevredene, die
daarbij het ongeluk heeft zijn geloof te
hebben verloren, zijn kans op zegepraal of