Vakorganisatie. Politieke Schetsen. REDE gehouden door J. A. Berg- meijer, voor „de Onderlinge Glas blazers." Maandagavond sprak onze vriend Berg- meijer uit Dordrecht, in het „Verkooplokaal" aan de Lange Haven. Ofschoon de opkomst hoogst bevredigend was, is het toch te be treuren dat niet veel grooter getal arbeiders was opgekomenwant wat daar besproken werd, had ook voor andere zwoegers, dan alleen Glasblazers, een groote waarde. De eigenaardige en glasheldere manier, waarop spr. de maatschappelijke verhoudingen voor stelde de zoo juiste en zoo vlijmscherpe critiek op de verschillende misstanden door hem uitgeoefend, geven ons reden uitvoeriger verslag dan we gewoon zijn van deze ver gadering in ons blad op te nemen. Na een beknopte uiteenzetting van het feit, dat onze zoogenaamde vrije samenleving voor den arbeider alleen de beteekenis heeft van vrijheid om te worden getyraniseerd, vrijheid om te verhongeren, vrijheid om op den ouden dag als een uitgeknepen citroen door den patroon te worden weggeworpen, na in volle vrijheid op zijn ganschen levens langen arbeid te zijn bestolen, begint spr. met de oorzaken op te sommen van den ellendigen toestand, waarin het proletariaat verkeert. De Engelsche arbeiders, die ons vele jaren vooruit zijn, hebben het ons ge makkelijk gemaakt en hem aangewezen. Hun organisaties streefden al voor jaren naar verkorting van arbeidstijd beveiliging tegen onheilen, zoowel lichamelijke als geestelijke, door den arbeid veroorzaakt, als wel de voornaamste oorzaken waardoor de arbeider wordt gedemoraliseerd, 'n wanhopig bestaan sleept en 'n vroegtijdigen dood tegemoet gaat. En die Engelsche kameraden waren wèl op den goeden weg. Wij, arbeiders, hebben te waken tegen vernieling van ons zelf wij hebben dus een direct eigen belang te bepleiten. Want, al gelooft spr. ook wel, dat 'n patroon in de meeste gevallen 'n lief, braaf schepsel is, dat eigen-belang dikwerf doet ruimen voor dat zijner arbeiders, toch gebeurt het maar weinig, dat misstanden, van ietwat ingrijpenden aard, zoo maar zonder onzen invloed worden uit den weg gernimd. Juist gebeurt vaak het tegendeel en ,wordt een streven tot waarachtige verbetering der arbeiders met taaie volharding tegengewerkt. Toen, na de agitatie der vakvereenigingen in Engeland, 'n wettelijke regeling tot ver korting van den arbeidstijd zou worden ingevoerd, hieven de patroons ééuparig een noodkreet aan over het moedwillig vermoorden der industrie, beweerden dat er gehoor werd gegeven aan de eischen van enkele galgen azen of te wel oproerkraaiers en trachtten op alle mogelijke en onmogelijke manieren de wet te ontduiken, wat echter geluk kig! weer door de vak-organisaties werd belet. De uitkomst heeft bewezen dat het gejank dier Engelsche patroons bakerpraatjes waren de industrie is niet vermoord, maar bloeit even welig of weliger dan vóór den verkorten arbeidsduur. De reden tot klagen was natuurlijk geweest, dat de uit zuigers bij hun moorden niet aan banden wilden liggen. Er viel echter in deze zaak een gewichtig verschrnsel waar te nemen, dat als men de dingen maar zien wil, ook in ons land wel eens voorkomt. Juist die patroons die hun arbeiders altijd verdeel en volgens hun religie, zelfs voor de nietigste aangelegenheden en óók vooral (als zij er invloed op hebben) in vakvereenigingen, diezelfde patroons staan, als zij hnn belangen verdedigen, schouder aan schouder, katholiek naast israëliet, patrimoniumman naast vrij- denker. Als zij hun belangen verdedigen, verdwijnt bijbel en kruis en wordt de rijks daalder het devies. Zij zijn wèl in werke lijkheid in één vereeniging, want mocht dit in Engeland gebleken zijn bij den verkorten arbeidsduur, wij zijn de ongevallenwet neg niet vergeten, die in le editie arbeidersgezind, door een agitatie der patroons en bij monde van onzen allërchristelijksten ministerbaas Kuiper met schijnschoone drogredenen is verknoeid. Wij zagen de edele combinatie Regont-v. Marken-Stork arm in arm optrek ken ten strijde voor 'n paar onnoozele dub beltjes die echter ons ten goede zouden gekomen zijn. O, arbeiders, als zij ons zulk een voorbeeld geven, laten wij dan toch niet. als kuikens zonder kop blijven rondloopen omdat zij zeggen, dat het uw godsdienst betreft. Het is gelogenZij handelen nit 'n brandkast- belang, maar gij hebt een maag-belang Hun brandkast-belang vreest eerst orga nisatie. De katoenbaron v. Heek te Enschedé vreest ook de organisatie, 2000 arbeiders zijn Zaterdag op straat gesmeten door dit nobele mensch. Gelukkig wordt te Enschedé het algemeene belang begrepen en trekt de Kath. Volksbond zoowel als Patrimonium tegen dit heerschap te velde en is er, zoolang als er niet wordt geïntrigeerd, geen sprake van religieuze verbrokkeling. Ziedaar dus in onze nabijheid een schoon bewijs van solidariteit van het verant woordelijkheidsgevoel van het aan handen en voeten gebonden zijnde proletariaat, dat geschoold en ontwikkeld in de vakbeweging, is gaan voelen mensch te zijn. Welnu, laat ons allen het voorbeeld der Enschedeesclie arbeiders, volgen laten wij ons organiseerenWeg met alle flauwe argumenten ter ontwijking van onzen plicht Al zien wij ook in zoo'n vakvereeniging vaak menschen vooropstaan met een verdacht rood tintje, dat mag voor ons nog geen reden wezen buiten de vakorganisatie te blijven. Die menschen zullen ons heusch niet opeten al strekken hun eischen wel eens wat verder dan de onze, het gaat er dikwijls mee als met de begrippen over minimum-loon en maximalen arbeidsduur Vroeger heette men, bij zulk 'n eisch, rijp voor Meerenberg, tegen woordig is de eisch bovengenoemd reeds verstandig en fatsoenlijk genoeg, om zelfs door den heer Pastoors te worden aanbevolen. Er is nog o zoo veel te doen laten wij het gezamenlijk doen. Laat ons gezamenlijk de handen aan den ploeg slaan, laten wij onzen invloed doen gelden, waar onze toe stand onzen machthebbers onverschillig blijkt Bij de in de Tweede Kamer voorgestelde idiote arbeidspensionneering, waarbij zelfs iemand die f5.— per week verdient nog 'n dubbeltje moet betalen om op z'n 65-jarigen leeftijd 'n rijksdaalder pensioen te krijgen, moeten wij toonen, dat wij van de apenkooi, die daar op 't Binnenhof verkocht wordt, niet gediend zijn. Ook in zulke dingen heeft de vakvereeniging een hartig woordje meê te praten. Daarom aan het werk! Laten hielenlikkers met hun eeuwig absentisme als er wat goeds te doen is, de zoete jongens wezen en gena dige knikjes en lonkjes van de patroons ontvangen laten de onverschilligen onver schillig blijven wie het ellendige van zijn toestand inziet, hij neme plaats in de rijen zijner strijdende makkers. Al 't goede en schoone op deze aarde bestaat door ons; wèl is de wereld denkbaar zonder geuniformde en gegalonneerde leeg- loopers, maar niet zonder arbeiders, onver schillig in welke industrie ook werkzaam. De straatveger, die schoone (goede) straten maakt, staat onbetwistbaar hooger dan de minister, die slechte wetten maakt. (Schoone straten althans zijn tot gemak, slechte wetten tot last van 't algemeen. Red.) De grondstoffen, van onverschillig welk artikel, zijn op zichzelf nietsslechts de vaardige hand van den glasblazer schenkt ons de schoone kunstproducten, zooals des wevershand ons uit het onaanzienlijke vlas de onontbeerlijke kleedingstoffen geeft. De Arbeid is de zenuw van 't heelal, zonder arbeid is er verwoesting, door den arbeid is er leven alom. Welnn, wij vooral moeten dat beseffen, onze waarde gaan kennen, dan ook zullen wij niet langer tevreden zijn met datgene, wat men ons uit goedheid toebedeelt, maar zullen wij gaan eischen alles wat ons toe komt woning, voeding, kleediug, ontspanning voor lichaam en ziel, naar belmoren zullen wij gaan eischeneen menschwaardig bestaan. En dht is het doel der vak-organisatie, zonder meer. Wil het bedenken, gij arbeider, stem het ons maar niet uit oogenblikkelijke opwinding toe, maar beschouw de zaak van alle kanten, nuchter en kalm, en, zijl ge het met ons eens, sluit u dan aan, reik ons de hand en help ons dat bestaan, ons zoo lang onthouden, veroveren Hiermede was spr. aan het eind zijner dikwijls door applaus onderbroken rede. Italië. IV. Mazzini, een advocaat uit Genua, een verbitterde vijand van den koning van Sardinië, dien de Genueezen niet als souverein wilden erkennen, was de eerste, die de ontevreden Italianen tot een gemeen schappelijk optreden organiseerde. Hij deed dat van Frankrijk uit, waarheen hij was uit geweken. Italië één geheel en een republiek, dat was zijn doel. Een geheim genootschap, dat hij „Jong Italië" noemde, werd tot dit doel opgericht. En in aansluiting daaraan stichtte hij een geheim genootschap „Jong Europa", dat voor geheel Europa hetzelfde bedoelde als „Jong Italië" voor Italië. In zijn vaderland vond hij voornamelijk onder de rechtsgeleerden, doktoren, professoren en officieren aanhangers, maar het ontbrak hem aan de noodige mannen van de daad, mannen die den moed en de hartstocht bezaten van te handelen. Veranderingen bleven dienten gevolge achterwege. Tegelijkertijd kwam er beweging onder de geletterden. Ongeveer terzelfdertijd ver schenen van 3 verschillende schrijvers boeken, die de Italianen opwekten zich aaneen te sluiten en dooreen gemeenschappelijk optreden de eenheid van Italië te bewerkstelligen. Onathankelijk van elkaar schrijvende, elkan der in het geheel niet kennende, de eerste een priester, de tweede een graaf, de derde een dichter, kwamen zij tot denzelfden slot som indien de Italianen zich slechts ver- eenigden onder de leiding van den koning van Sardinië, dan zou in korten tijd de een heid van Italië zijn bereikt. Grooten invloed hadden deze boeken. Zij veroorzaakten een algemeene agitatie, een „wederopstanding", zooals de Italianen zeiden. Dood had het zelfbewustzijn van Italië's bevolking neer gelegen, dood was haar veerkracht geweest, nu werden dat zelfbewustzijn en die veerkracht weer levend. Een begin van nieuwe levens lust kwam over de menschen. De onver schilligheid der afgeloopen jaren verdween. Er kwam weer hoop, weer moed/weer kracht in de gemoederen, er werd weer met ver langen gesproken over de toekomst van Italië. Ja, men wist wel niet, hoe men die toe komst verlangde. En men gaf zich wel geen rekenschap van de nieuwe toestanden die men begeerde. Maar er kwam een groot gevoel van broederschap over de Italianen een heerlijke gewaarwording van samen te hebben geleden en nu samen een nieuw leven te willen beginnen, gaf wijding aan dat ge- '■"T.'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1902 | | pagina 2