Gedenkt de uitgeslotenen te Enschedé en
Amsterdam. Giften worden o.a. ingewacht
aan ons bureau.
Tevredenheid.
Armoede.
Politieke Schetsen,
moest natuurlijk zijn zin hebben. Hij ge
lastte 46 rnwers en dekenstikkers naar de
weverij te gaan, voor f 9 per week, al gingen
ze maar aan het getouw staan. Zij weiger
den als één man en werden op staanden
voet weggejaagd.
De burgerlijke pers gaf intusschen zijn be
schouwingen, zooals gewoonlijk. De minister
van binnenlandsche zaken bood zijn bemid
deling aan. De inspecteur van het genees
kundig staatstoezicht en die van den arbeid
bezochten de fabriek.
Een viertal arbeiders, 2 van het comité
en 2 van de stakers, kwamen bij den minister;
de heeren Van Heek eveneens, maar 'tliep
op niets uit.
De minister zond bericht, dat hij als scheids
rechter wilde optreden op 2 voorwaarden:
lo dat de arbeiders tegen 't verlaagde loon
in de fabriek zouden gaan; 2o dat zij zich
aan zijn uitspraak, die binnen 4 dagen volgen
zou, moesten onderwerpen.
De firma zelf bedankte feestelijk voor die
tusschenkomst en kondigde af, dat zij 1 Febr.
al haar fabrieken stop zou zetten, waardoor
2000 uitgeslotenen zouden komen.
De fabrikanten-vereeniging liet zich niet
onbetuigdzij nam twee motie's aanlo De
fabrikanten-vereen, betreurt de ontijdige in
menging in deze zaak van zijn Exc. den
Minister2o De fabrikanten-vereen, gehoord
Yan Heek Co., besluit deze firma kracht
dadig te steunen.
Zoo doen de heeren onder mekaar, maar
dat mogen de arbeiders niet doen.
Op de verschillende vergaderingen, te
Enschedé gehouden, is sympathie met de uit
geslotenen betuigd. De burgerij steunt met
flinke bijdragen, en door het geheele land is
'n beweging ontstaan, die ten doel heeft, de
arbeiders krachtdadig te steunen. De Bond
van R. K. werkliedenvereenigingen in het
Bisdom Utrecht heeft een rondschrijven ver
zonden, waarin opgewekt wordt tot steun.
Hij schreef o.m.Verbetering der machines
en grootere bekwaamheid der arbeiders mag
nimmer oorzaak worden tot loonsverlaging.
In Hengelo gingen op de fabrieken enkele
arbeiders in 't geheim met lijsten rond voor
de uitgeslotenen. De patroon kwam er achter
en direct ontslag was natuurlijk de straf
vopr deze misdaad.
't Spreekt van zelf, dat de verschijnselen
bij elke werkstaking, zich hier herhalen. De
patroon probeert onderkruipers te werven,
de arbeiders, solidair te blijven. Er zijn er,
die zich verbonden hebben, elke weekfl.
van hun weekloon te storten. Aangezien het
hier 'n staking van eenigen omvang betreft,
zijn natuurlijk de ordebewaarders in de di
verse kazernes geconsigneerd.
Het aantal uitgeslotenen bedraagt 1700 a
1800, met de gezinnen mee dus 4 a 5 duizend
mannen, vrouwen en kinderen, die broodeloos
zjjn gemaakt door 'n man, die z'n zin niet
krijgt. Wat er aan is van de praatjes, dat
het loon gedurende een reeks van jaren
langzamerhand gestegen is, blijkt uit 'n par
ticuliere correspondentie in Hel Volk van
Woensdag 12 Febr. 'n Voortdurende tariefs
verlaging heeft 'n toenemende afjakkering der
werklieden tengevolge, indien zij hun loon
op dezelfde hoogte willen houden.
De arbeidsters van de fabriek helpen trouw
mee. Op een vergadering van 500 vrouwen
werd het besluit genomen, vol te houden en
tot volharding aan te sporen.
Waar uit verschillende oorden van het
land reeds bijdragen zijn toegevloeid, daar
hopen wij, dat ook de Schiedamsche arbeiders
bij een beroep op hun solidariteit zich niet
onbetuigd zullen laten.
Opgedragen aan alle berusting-predikers.
Moet ik tevreden zijn?
geef mij daarvoor dan reden
Wél heb ik dag aan dag
een zwaren strijd gestreden
Was wat mij 't leven bocdt
één schakel van verdriet,
En schonk mij 't harde lot
de kleinste vreugd zelfs niet;
Steeds werd mij mijn bestaan
betwist met veile lagen,
Wél mocht ik 't dierbaar goud
naar uwe brandkast dragen;
Wél door mijn noesten vlijt
u plaatsen op uw troon
Van „grooten lanterfant'
maar ik verkreeg tot loon
Plaats aan den grooten disch
waar 'k zelfs geen kruim kan krijgen....
Zou 'k zóó tevreden zijn?
zou 'k niet naar beter hijgen?
Mag ik tevreden zijn?
Hoe zon 'k mijzelf verachten
Als 'k zóó tevreden was
en niet met alle krachten
Voor mijne rechten streed
want 'k weet, ik voel het toch
'k Ben mensch, zoo goed als gij;
al drukt de geldmoloch
Mij tot uw slaaf terneer
'k zal nooit lafhartig bukken,
Doch steunend op mijn recht
mij aan zijn klauw ontrukken
Als mensch heb 'k menschenrecftf;
heb ik het recht te leven
Naar 's menschen wijs en eer;
dies ben 'k verplicht te streven
Naar hooger, beter lot
en, nu 'k m\jn menschzijn ken,
Wil 'k niet tevreden zijn
voordat ik 't waarlijk ben!
Colibri.
Nogmaals wijdt de Nieuwe Schied. daaraan
'n hoofdartikel. Natuurlijk getuigt het van
'n door en door burgerlijke levensbeschou
wing. Armoede moet per liefdadigheid gele
nigd worden. Geen flauw benul, dat ze moet
en kan uitgeroeid worden.
Wanneer de socialisten zeggen, dat het
gemeentelijk beheer rekening moet houden
met den komenden winter, met den tijd van
ontbering en gebrek, dat 'n verdeeling van
den gemeentelijken arbeid een der gewich
tigste bezigheden is, dan heet hetDe
gemeente behoeft niet voor voorzienigheid te
spelen. Komen die tijden, dan komen die
plagen. En welk verstandig mensch maakt
zich in den heerlijken zomertijd al druk over
'n aanstaanden winter? Als die er is, dan
is er immers ook liefdadigheid
Nu erkent de Nieuwe, dat er werkloos
heid is en ellende; en dat er armen zijn,
die eerbied afdwingen, die uitblinken door
echten zielenadel. En als je nu tijd en gele
genheid hebt, dan moet je huisbezoek doen.
Wat vindt ge dan?
„Dan zult gij huisgezinnen vinden, waar
geen weldoend vuur in den haard brandt,
waar de bleeke en uitgeteerde wangen
bewijzen, dat het noodige voedsel ontbreekt,
dat er honger geleden wordt. Ziet, daar
kunt gij hulp verleenen en een woord van
opbeuring spreken. En gij zult die dank
bare blikken des vaders zien, die zich op
u vestigen gij zult die blijde kinderoogen
u zien aanstarengij zult den warmen
handdruk niet weigeren der moeder, die
met een traan van blijdschap in het oog
u haren dank brengt.
En dan, als gij de woning verlaten hebt
en gij bevindt u wederom thuis in uw
warme vertrekken, dan zult gij er aan
denken, hoe ook ginds bij de armen een
vuur brandt, door uwe hand ontstoken;
hoe zij zich zullen verzadigen aan de levens
middelen door u verstrekt. Dan zal uw hart
ongetwijfeld luide kloppen en uw goede
engel zal u zacht toefluisterengij hebt
een daad verricht, die met gouden stift zal
opgeteekend worden in het Boek des levens."
Nou, nou kan het wel. Weetje nou, waarom
er armoede moet zijn in de wereld. Kijk,
dan kan een weldoener zich koesteren in
z'n eigen gevoel van weldaderigheiddan
kan-i zich aan z'n eigen haard hullen in de
wolk van z'n aardsche voorzienigheid; dan
kan hij met vrome aandacht overpeinzen de
werkdadigheid van gouden stiften in boeken
des levens. En wie door zulk 'n vooruitzicht
niet bewogen wordt tot huisbezoek bij zielen-
adelige armen, die is waard, door ondank
bare vaderblikken te worden versteend.
Wie werkelijk is aangedaan door de mas
sale ellende, die wordt met onweerstaanbaren
drang gedreven tot breeder onderzoek, dan
op het liefdadigheidsveld mogelijk is. Die
vindt de bron van al die ellende in het
kapitalistische onderdrukkings en uitbuitings-
systeem, dat loonen op peil houdt en de
arbeiders in de modder. Die zal inzien, dat
er 'n ander; 'n beter middel is dan onver-
valschte liefdadigheid, 'n middel, dat alles
belooft voor de toekomst. Dat middel is
de arbeiders bewust te maken, en weerbaar
voor den onvermijdelijken strjjd, die gestreden
moet worden. Die zal trachten, de arbeiders
sterk te maken, zoodat zij uit eigen kracht
de ellende der armoede overwinnen, die zal
ontdekken, dat zielenadel slecht samengaat
met 'n uitgestoken hand, die de gave der
liefdadigheid in ontvangst neemt.
Italië. V. In 1848 brak overal tegelijk
de omwenteling los, zonder eenige voorbe
reiding of organisatie, als een algemeene
ouafhankelijkheidsuiting van heel een volk.
Sicilië ging voor. De liberalen riepen het
volk te wapen. De regeering zette 10 nota
belen gevangen en hield de troepen gereed.
Daartegenover richtte de bevolking barricaden
op te Palermo, de troepen werden gedwongen
de stad te verlaten. Een algemeen comité,
bestaande uit leden van den ouden Sicili-
aanschen adel, nam het bestuur in handen.
Te Napels geschiedde hetzelfde. Dat was
in Januari.
In de andere staten kwam het niet eens
zoo ver. De koning van Sardinië beloofde
bij de eerste beweging der liberalen een
grondwet en vaardigde die den 8 Februari
uit. Deze grondwet is later die geworden
van het koninkrijk Italië. Andere staten
volgden zijn voorbeeld.
Zelfs de paus moest meedoen. Met grooten
nadruk had hij wel van zijn balkon af tot
de menigte gezegd: „Ik verzoek U niet
langer zekere eischen te stellen, die in strijd
zijn met de heiligheid der Kerk, en die ik
niet kan, niet mag en niet wil inwilligen."
Maar niet lang na deze plechtige verklaring
bleken die „zekere eischen" niet meer in
strijd met de heiligheid der Kerk. Ten minste
de paus willigde ze volkomen in. Het wereld
lijk bestuur over den Kerkelijken Staat werd
grondwettelijk geregeld, met een ministerie
en een vertegenwoordiging bestaande uit 2
kamers. Maar in de verwarring vergat de
paus, het college van kardinalen van het