Gedenkt de uitgestotenen te Enschedé en Amsterdam. Giften worden o.a. ingewacht aan ons bureau. N utsbe waarschoten. Politieke Schetsen. schenverstand duidelijk, dat de rechten en verplichtingen, die voortvloeien uit de een of andere verhouding van personen of groepen van personen, geheel en al afhangen van die verhouding en geheel bepaald worden door die verhouding. Maar hieruit vloeit vanzelf voort, dat die rechten en verplichtingen bij iedere wijziging of verandering in die ver houding in ieder geval mee kunnen veran deren en in vele gevallen ook zullen ver anderen. Een van de meest eigenaardige en belang rijke van dergelijke verhoudingen is die tnsschen de gemeenschap en hare leden, die beiden rechten en verplichtingen tegenover elkander hebben, welke rechten en verplich tingen bepaald worden door den aard van die verhouding. Aldus is deze kwestie zuiver gesteld, wat niet het geval is, indien men ze vastmaakt aan het een of ander politiek of godsdienstig beginsel, omdat dit, zoo het al eenmaal werd afgeleid uit bestaande toe standen, in geen geval rekening houdt met de onafgebroken reeks van veranderingen in die toestanden. Over twee belangrijke veranderingen, die de verhouding tnsschen de gemeenschap en hare leden in den laatsten tijd ondergaat, zullen wij thans een en ander opmerken. Die veranderingen betreffen de kinderen en de werkzo-kenden. De gemeenschap heeft belang bij een goede lichamelijke en geestelijke ontwikkeling der kinderen, omdat daaiwan een groot deel van het persoonlijk en maatschappelijk geluk der menschen in de toekomst afhangt. Zijn de ouders in staat voor die ontwikkeling te zorgen, dan wordt dit belang der gemeen schap behartigd, zonder dat de gemeenschap als zoodanig zich daarvoor eenige moeite hoeft te getroosten. De meest normale en gelukkige toestand is natuurlijk die, waarin de ouders hun kinderen in alle opzichten zich goed kunnen zien ontwikkelen. In de socialistische maatschappij zal dat vanzelf het geval zijn. Maar in onze bourgeoismaat- schappij hangt de ontwikkeling van het kind voor 9/io af van de toevallige maatschappe lijke gesteldheid zijner ouders. Een tijd lang heeft een groot deel der ouders voor een meer of minder voldoende lichamelijke en geestelijke ontwikkeling hunner kinderen kunnen zorgen. En het kleine deel, dat dit niet kon doen, werd op meer of minder vol doende wijze door de meergegoeden daartoe in staat gesteld. Maar dat kleine deel is het grootste deel geworden, een deel zoo groot dat men zich angstig afvraagt, hoe het geslacht der toekomst zal wezen. Om slechts één getal te noemen: in Nederland moeten twee derden van alle families leven van minder dan f 400 per jaar. Op iedere 3 families is er dus slechts 1 in Nederland, die f 400 of meer per jaar kan verteren. Schiedam kan nog wel slechtere cijfers aan wijzen: het is nog slechts eenige weken ge leden, dat officieel werd medegedeeld, dat op de openbare scholen 8 kinderen geen schoolgeld kunnen betalen tegen 1 dat het volle schoolgeld kan opbrengen. En de ge- heele gemeentelijke inkomstenbelasting weet het niet verder te brengen dan een bedrag van f 74.600. Thans kan een belangrijk deel der ouders niet meer zorgen voor een goede lichamelijke en geestelijke ontwikkeling hunner kinderen, en zij kunnen daartoe ook niet meer in staat worden gesteld door an deren. De toestand voor een deel der kinderen is bovendien nog verslechterd doordat de moeders moeten trachten ook iets te ver dienen, en hoe vaak lukt dat zonder schade voor de moeder zelve en voor haar kinderen. Het belang dat de gemeenschap heeft bij lichamelijk en geestelijk goed ontwikkelde kinderen wordt op het oogenblik dus grooten- deels verwaarloosd. En het belang van ieder kind bij een goede ontwikkeling wordt even eens ter zijde gesteld Aan wie nu de plicht om voor die dubbele belangen te waken De kinderen zelf kunnen het niet. De ouders zijn er voor een groot deel niet toe in staat, dank zij de treurige maatschappelijke toe standen waarin zij leven. Bljjft dus niemand over dan de gemeenschap zelve. Een soortgelijke verandering is gekomen in de verhouding van de gemeenschap tot een groot deel harer arbeidende leden. In dertijd, toen een particulier met veel energie, kennis en geld zich een groote zaak kon scheppen, och toen was er tenminste doorloopend werk voor bijna alle menschen, al werd dat werk dan ook niet altijd even goed betaald. En was er eens een periode van weinig werk, dan waren de rijken in staat, den hongerdood der armen en werke- loozen te voorkomen, en zij voorkwamen dien ook. Maar die tijd is ook voorbij. De gemeen schap, wier eenig doel is het persoonlijk en maatschappelijk geluk van al haar leden te verzekeren, heeft er belang bij, dat ieder die arbeiden wil ook arbeiden kan en de gelegen heid heeft zich te bekwamen voor den arbeid waarmee hij zijn levensonderhoud wil ver dienen. Dat is het belang der gemeenschap,, omdat een geregelde behoorlijk betaalde ar beid van alle leden de beste waarborg is voor maatschappelijke orde en maatschap pelijk geluk. Wie zal nu dat verwaarloosde belang gaan behartigen De werkgevers kunnen het niet meerzij hebben geen werk. De werknemers zelf kunnen het nog minder, omdat zij in onze maatschappij afkange'n van den kooper van hun arbeid, en koopers vinden zij niet. Blijft dus niemand anders over dan de gemeenschap zelve. Deze kleine overdenkingen, ze zijn zoo zeldzaam eenvoudig en waar. Er is niet één enkel mensch, die er niet de volkomen juist heid van zal erkennen. Maar het zijn alleen de sociaaldemokraten die deze waarheden aandurven. De volgende circulaire is dezer dagen rondgezonden door het Nut van Schiedam: Een bede om hulp voor onze Nuts- bewaarscholen Immers, zóó kan het niet langer. We bezuinigen al wat we kunnen, misschien zelfs meer dan we mogen en toch ieder jaar zijn onze uitgaven hooger dan onze inkomsten. We wendden ons tot den Raad om subsi die de Raad zei: neen. We richten ons tot U. Van tweeën één: Er moet óf meer hulp komen óf we zullen één onzer scholen, straks misschien beide, moeten sluiten. Maar wat dan? Bewaarscholen kunnen nu eenmaal niet gemist worden. Wat we dus vragen? a: Jaarlijksche bijdragen. bGiften in ééns, om in plaats der onvol doende Maria-Bewaarschool een betere te kunnen stichten. Help ons; verhoog Uwe bijdrage zoo ge kunt; óf steundet gij ons nog niet, doe het dan nu. Wij vragen het U dringend om der wille van zeer vele Schiedamsche kindertjes. Veel zullen wij bjj deze circulaire, die wij door ons blad aan de vergetelheid wenschen te ontrukken, niet opmerken. Alleen deze 2 opmerkingen. Vooreerst heeft blijkens deze circulaire de Schiedamsche gemeenteraad opnieuw bewezen, hoe hij zijn plicht opvat van als overheid te zorgen voor goed onderwjjs, en hoe hij voor de zeer groote arbeiders-bevolking in onze industrieel-platgeslagen stad meent te moeten opkomen. Voor de onzinnige onder neming van een weekmarkt, die den Schie- damschen veekoopers en veehandelaars een voordeel zou moeten bezorgen, heeft de raad onmiddellijk f 2800 beschikbaar. Voor de armen der gemeente heeft hij niets over. Of begrijpt de raad der gemeente Schiedam niet, hoeveel waarde een bewaarschool heeft voor een arbeiders-familie, waarin de vrouw moet trachten het schamele, dikwijls onvol doende, loon van den man aan te vullen en dus niet zorgen kan voor haar kinderen? Wel f 2800 voor een veemarkt, wel f 8000 voor een onbruikbaar huis aan den langen haven, maar geen rooden duit voor de kinderen der talrijke arbeiders. De kerke lijke bewaarscholen immers zijn volkomen onvoldoende, om te voorzien in de behoeften aan zulke inrichtingen. Arbeiders van Schiedam, leert ook hieruit, hoe treurig voor uwe belangen wordt gezorgd! En dan een tweede opmerking. Wanneer zal toch het zoogenaamd liberale deel der Schiedamsche bevolking eens gaan begrijpen, dat het met zijn onder-onsjes niets doet dan achteruitgaan? Dat het met zijn kliekjes geest de oorzaak wordt van zijn eigen ver- nieting? Dat het zich zal moeten ontdoen van zijn lamlendige onverschilligheid en werkeloosheid om de belangen te kunnen behartigen, die het beweert nog te willen verdedigen en beschermen (zooals bijv. de nutsbe waarscholen) en dat het zelf een van de grootste hoofdoorzaken is van den rotten rommel in Schiedam Wij sociaal-demokraten zijn niet rouwig om de openbaarheid, die de daden van den Schiedamschen raad en de werkeloosheid der Schiedamsche liberalen geven omtrent den allerellendigsten toestand, waarin de Schiedamsche bourgeoisie de Nederlandsche jeneverstad terugdringt, en omtrent de op vattingen van die bourgeoisie. Verwonderd zijn wij evenminvoor ons is dit alles slechts het noodzakelijke verrottingsproces van het heerschende maatschappelijk stelsel. Alleen is het goed deze dingen op te merken. Italië. VI. De omwentelingen van 1848 brachten niet de minste verbetering, omdat de liberalen, van wie de revolutionaire be weging was uitgegaan, de republiek niet aandurfden, die toch het logische gevolg was van hun opvattingen, en omdat de vorsten alleen toegegeven hadden om zoo spoedig mogelijk den ouden toestand weer te kunnen herstellen. De koning van Sicilië gaf daartoe het voorbeeld. Hij trok al zijn hervormings maatregelen weer in, toen hij meende dat de omwentelingsbeweging genoeg was verloopen, en vervolgde de liberale leiders op zoo schan delijke manier, dat Gladstone in het engelsche parlement daartegen protesteerde. Zoo wer den Vs der afgevaardigden, die toch door den koning zelf waren opgeroepen en erkend, zonder omslag ter dood gebracht of verbannen. De paus maakte het niet veel beter. Hij had de wereldlijke oppermacht van het college van kardinalen laten bestaan en daardoor zijne hervormingen reeds geheel waardeloos gemaakt. Maar hij had toch een wereldlijk ministerie moeten instellen en lag hiermee natuurlijk onmiddellijk over hoop. De paus

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1902 | | pagina 2