Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad Bericht aan de postabonnees. Over omen jarigen „loker". No. 1. Zaterdag 1 Maart 1902 2e Jaargang. Mr. E. van BERESTEI3. KANAALWEG 12 SCHEVENINGEN •r ABONNEMENTSPRIJS: 13 cen't per kwartaal franco per post 20 cent Losse nummers 1 cent. bij vooruitbetaling. Bl'UEAli vau ADMINISTRATIE eu KEDAKTIE: NOORDVEST 12. ADVERT EN TIEN: 3 cent per regel. Bi] abonnement be langrijke korting. Stukken voor 't eerstvolgend nnmmer moeten uiterlijk W oensdag a s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. l)e volgende week begint bet nieuwe kwar:aal en tevens de nieuwe jaargang. Ieder zende ten spoedigste het verschuldigde abouiiementsgeld aan het adres der ADMINISTRATIE. Lezer, geliefde lezer, het is heden een gewichtige dag voor ons. Wij zijn jarig vanjlaag. Wij,dat zijn de mannen van De Moker, datjis De Moker zelf, ons troetelkind Wie zijn die mannen van De Moker toch Ju dat zou men wel graag weten. Men heeft a? moeite gedaan om het ondoorgrondelijke J -ker-mysterie te doorgronden. Men zou z (j 'graag weten wie dit artikel heeft ge- ciouièteï, ca wi- het artikel dat hier op volgt.' En men, die alles precies weet wat niemanJ weten kan, heeft altoos een serie namen klaar, maar meestal ontbreekt de goede. Omdat er veel kracht ligt in mysterie, zullen ^ij het onze laten voortbestaan. WH- i zullen heden blijde zijn met ons, dat 'weten wij. Want het is ook voor onze lezeji's <;en vreugdedag. De belangrijkste dag van I de week is voor tal van stadgenooten dejLïterdag, omdat dan De Moker verschijnt. Kon a eens de brieven lezen van dank bare 'inenschen, wier oogen voor hunne dwalingen werden geopend door ons geliefd troetelkind! Kon men eens de vreugde woorden hooren van bekeerden, wier afdwalingen op liefderijke wijze door ons werden aange wezen! En kon men eens de blijdschap waarnemen op de gezichten van de duizenden, die zich verheugen over de kennisse des goeds en des kwaads, die wij met onbaat zuchtige hand onder de onkundigen en onbebteerden verspreiden En hoe zouden die allen zich niet ver heugen over het Mokerfeest van heden Bi 3 zijn ook onze lieve zusteren der pers. Inden men zich slechts herinnert, met welke bewonderende ingenomenheid ons" kindeke weid, begroet! Indien men slechts bedenkt, me* poeveel koorden van sympathie wij veidoi.den zijn met onze zusters! Eu indien men Mechts nagaat in zijne verbeelding, Irpe talie >%e malen onze teerbeminde zusteren ons elpen in onzen moeielijken strijd tegen" onr ,it en leugen! ii; net dan niet duidelijk, dat onze zusters bliid'e zijn met ons over het Mokerfeest van.eden? Maar blijde bovenal is ons geliefd gemeente- gezag, zijn de hooge gezaghebbenden, wier gezagvolle handelingen en nog gezagvollere daadonthoudingen wij met eerbied en voreering in ons binnenste verwerken en met Moker gratie den volke bekend maken. Ziet, lezers, als wij langs ons dierbaar gemeentehuis loopen en ootmoediglijk opkijken naar de zooveel wijsheid verbergende glazen of nederiglijk neerkijken naar de ongelijke steenen rondom het stedehuis, dan zoemt telkens met weeë warme geluidgolvingen door de vele reten een Moker-danklied ons tegen, dat ons goed doet om het harte. Hoe zouden dezulken zich niet verheugen over het Mokerfeest van heden? Het is een genot jarig te zijn, waar zoo- velen zich verheugen over dat feest. Zij nog lang De Moker een voorwerp van zoo- velcr liefde *en vereen ng-' Het Erfpachtvraagstuk in „Schiedam Vooruit". in. Een ander bezwaar van den heer Zoet mulder is, dat waar men steeds kans loopt, dat de grond in waarde zal verminderen, altijd eenig risico verbonden is aan het ge meente-grondeigendom Nu is het duidelijk, dat dit risico heel klein is Een waarde- vermindering van grond is in de eerste plaats iets, wat heel zelden voorkomt, en dan alleen bij abnormale omstandigheden. Zelfs dan is de waarde-vermindering meestal nog maar van tijdelijken aard. En zeer terecht werd ook door den heer de Groot er op ge wezen, dat niet alle grond op denzelfden dag wordt uitgegeven. De schade wordt dus nog verdeeld over een groot aantal perceelen eu zal dan ook meestal, zoo ze al voorkomt, van geen invloed zijn. Maar gesteld al, dat werkelijk de waarde van den grond belangrijk vermindert. Dan is dit nog geen bezwaar om erfpacht toe te passen. Is het onbillijk dat één enkel persoon alleen opstrijkt de toevallige waarde-ver- meerdering, even onbillijk is het, dat één enkel persoon opdraait voor de toevallige waar de-vermindering. De bewering van den heer Zoetmulder dat het niet de bebouwde terreinen zijn, die zoo snel in waarde toenemen, wordt gelogen, straft door de ervaring o. a. in Rotterdam, waar 'bebouwde terreinen op Feijenoord nu 40.000 maal de waarde hebben, die ze voor eön 300 jaar hadden. Een o ogenblik trachtte de ho.er Zoetmulder de bewering van den heer de Groot, dat de behoefte naar grond toeneemt met de ver meerdering van bevolking, te bestrijden. Hij kwam daartoe aandragen met quasi-weten schappelijke fantasieën, alsof op den duur de mensch zich zou voeden met chemische pro ducten, en met de min of meer cynische voorspelling, dat de menschen wel steeds hooger zouden gaan bouwen en wonen. Nog hooger? Maar de heer Zoetmulder zal zelf deze argumenten niet ernstig gemeend hebben. Evenmin lijkt mij ernstig gemeend zijn opmerking, dat als men de waarde-ver- meerdering aan de gemeenschap wil houden, daarin zelfs ook andere naties, die indirect eveneens medewerken aan die vermeerdering, moeten deelen. Nog om een andere reden ontraadt de heer Zoetmulder erfpacht. Wijzende op Vlaardingen zeide hij, dat men daar met de handen in 't haar zit, als voor eenig groot werk een zeker kapitaal noodig is. En als men zoo nu en dan maar eens een stukje grouu kou verkoopeii, zou uat veei gemak kelijker zijn. De dwaasheid van deze redeneering is m. i. nog al duidelijk. Stel u vooreen gemeente met zulk een groot grondbezit als de gemeente Vlaardingen, een grondbezit waar ze in de laatste jaren bij de f 30.000 's jaars inkomen uittrekt, zou verlegen zitten om kapitaal voor 't maken van eenig werkDe heer Zoetmulder heeft hier wat al te veel vertrouwd op de naïveteit van zijn toehoorders, en tènzij hij niet goed overdacht wat hij zei hen wat op de moifw willen spelden. Integendeel verkeert Vlaardingen in dit opzicht in zeer gunstige conditie. Daar is althans geen kans voor 't kwaad, waartegen in de voorlaatste raadszitting de heer Gouka nog waarschuwde, n.l. dat langzamerhand alle bezittingen opgebouwd worden. Al de hierboven genoemde waren zoo on geveer de bezwaren door den heer Zoetmulder in 't algemeen tegen erfpacht aangevoerd. Het zijn er heel wat, zooals men ziet. Welke waarde men nu daaraan moet toekennen laat ik aan de beoordeeling van den lezer over. Trots deze bezwaren kan de heer Zoet mulder zich nog wel gevallen denken, waarin ook hij zich met erfpacht zou kunnen ver eenigen, en dat wel speciaal in zaken voor algemeen nut. Hij wees erop, dat o. a. het Nieuwsticht en het Volksbadhuis op erfpacht grond gebouwd zijn. Daarvoor gelden dan z. i. de stapel bezwaren, door hem aangevoerd, niet. Al de ellende, die z. i. voortvloeit uit de vereischte schattingen, de overgang van den opstal aan de gemeente, de (wederom zijns inzien) onmogelijk goed te maken voor waarden, verdwijut met een hocus pocus. Zoodra er sprake is van een zaak voor 't algemeen nut. Ik moet eerlijk bekennen, dat zooiets mijn verstand te boven gaat. 't Spijt DE MOKER «Mjaman—imam—a—e—n—q—m—■a—nwui mi

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1902 | | pagina 1