Ons Gebouw.
Algemeene Berichten.
zoolang hij lid is, mag hij alleen handelen
zooals zijn geweten en overtuiging hem
voorschrijven. Het gaat niet aan weg te
kruipen achter de publieke opinie.
Wat nu overblijft van des heeren Zoet
mulders „voorzichtigheid," laat ik aan den
lezer ter beoordeeling.
Hoe 't ook zij, 't komt mij voor dat de
heer Zoetmulder er niet in geslaagd is uit
al zijn kleine argumenten één te distil-
leeren, waardoor werkelijk bewezen werd,
dat verkoop de voorkeur verdient boven
erfpacht.
Laat men dit vooral niet uit het oog ver
liezen Het gaat er niet om of erfpacht
al of niet een onfeilbaar stelsel is; de
vraag Is, welk stelsel beter is, dat van
verkoop of dat van erfpacht. M.
Van avond wordt ons eigen gebouw in
gewijd, het eerste Tehuis voor onze afdeeling.
Nog geeu S jaren geleden werd onze afdee
ling opgericht, en nu reeds zijn wij in staat,
steunende alleen op eigen kracht en werk
zaamheid, een eigen gebouw te huren. Nu
hoeven wij niet meer af te hangen van vreemde
zaalverhuurders. Nu hoeven wij ons niet
meer in onze bijeenkomsten te beperken,
omdat de kas dat vereischt of omdat de
vereischte zaal niet beschikbaar is op den
verlangden dag. Nu staat aan onze propa
ganda en onzen arbeid niets meer in den
weg dan de beperktheid van ons arbeids
vermogen. Met vereende kracht en door
groote samenwerking hopen wij dat arbeids
vermogen in korten tijd te vertienvoudigen.
Daardoor zullen onze propaganda en onze
innerlijke kracht opgroeien tot een hoopvolle
belofte voor de toekomst.
Onze vijanden zien met leedwezen en
tegenzin midden in de stad ons eigen gebouw
staan, het bewijs van het krachtige leven
en den Hinken vooruitgang onzer afdeeling.
Het is te hopen, dat wij er vaak onze tegen
standers zullen zien en hooren, dat zij den
moed zullen hebben ons telkens te komen
bestrijden, wanneer wij, gedreven door geen
enkele andere begeerte dan de waarheid te
leeren kennen, onze maatschappelijke toe
standen en zeden aan een niets en niemand
ontziende kritiek onderwerpen en den weg
aanwijzen om aan de meer dan ellendige
gevolgen van het heerschende maatschappelijk
stelsel te ontkomen. En als zij niet willen
strijden, laten zij dan tenminste komen luis
teren naar ons evangelie der toekomst, waar
van zij niets of bijna niets weten. Laten zij
dan tenminste komen hooren, hoe wij door
een zuivere beoordeeling van de bestaande
toestanden en van hun ontstaan en ontwik
keling tot de kennis zijn gekomen van de
oorzaken van alle maatschappelijke kwalen,
waaraan tot nu toe geen enkel kerkgenoot
schap en geen enkele politieke partij iets
heeft kunnen verbeteren, omdat zij niet uit
gaan van de werkelijkheid maar van een
afgetrokken godsdienstig, kerkelijk of staat
kundig stelsel.
Want het is werkelijk diep-treurig, innig-
bedroevend, te moeten opmerken, dat bijna
iedereen een oordeel velt over het socialisme,
en dat van al die oordeelenden ongeveer
niemand er iets nauwkeuriger van af weet.
Dubbel treurig en bedroevend is dit, omdat
in zoo korten tijd alles beter zou kunnen
worden, indien de menschen, die nu de
slachtoffers zijn van de bestaande toestanden
en verhoudingen, zich er niet lieten onder
houden door de partijen, die belang hebben
bij de voortduring van het bestaande, maar
met een groot verlangen naar vrijheid en
geluk zich daarvan losmaakten, zich gingen
rekenschap geven van de oorzaken der be
staande ellende en 'aardoor sociaaldemo-
kraat werden.
Maar wij hebben veel moed en veel geduld.
En ons geloof in de waarheid onzer meeningen
en ons onwrikbaar vertrouwen in de over
winning onzer denkbeelden zullen sterker
blijken dan de sterkste tegenwerking van de
thans regeerende partijen, die niet gediend
willen wezen van onze waarheidsverkondi
ging, omdat zij alleen belang hebben bij het
voortbestaan hunner macht, die een uit
vloeisel is van het bestaande maatschappelijk
stelsel en die zal vergaan met dat stelsel
tezamen.
Ons gebouw staat daar als een waarschu
wing aan hun adres: wij gaan gestadig
vooruit, wij worden onophoudelijk krachtiger,
en wij zullen zoo blijven vooruitgaan en
krachtiger worden, omdat wij de toekomst
niet voorspellen uit het een of ander stelsel
maar afleiden uit de kennis der werkelijkheid.
En onze vrienden? onze partijgenooten?
Zou er wel iemand onder hen zijn, die niet
innerlijk innig verheugd is over dit eigen
tehuis voor onze partjj?
lederen dag, iedere week, iedere maand,
ieder jaar moeten wij ons op nieuw bukken
onder de onteerende heerschappij der bour-
geois-klassen. Elk oogenblik moeten wij het
aan ons zelf voelen en bij anderen zien, dat
het maatschappelijk stelsel, dat door de
burgerpartijen is gesticht en wordt verdedigd,
een groot deel der menschen niet veel meer
dan ellende en ongeluk brengt. En telkens
als wij aanloopen tegen leugens, onrecht
matigheden, onrechtvaardigheden, gemeen
heden, dan krommen wij even den rug als
iemand die ontzettende pijn heeft, en dan
schreeuwen wij een enkele maal rauw onze
pijn uit, want meer mogen wij niet doen
omdat de waarheid voor de bourgeoisie heel
vaak een „beleediging" is of een „smaad",
en dan wreekt de doortrapte bourgeois, die
de waarheid niet hooren wil, zich met de
wet, die ter bescherming hunner belangen
door hen zelf is gemaakt.
Zoo is onze wandeling tusschen de over-
heerschende bourgeois één groote marteling,
één tot in hart en merg doordringende be
leediging van al wat er goed en groot is in
de menschennatnur.
Zoo worden wij onophoudelijk geprikkeld,
uitgetart, opgehitst, om los te donderen met
heftige woorden en neer te beuken met ge
weldige mokerslagen, gemeene menschen
en gemeene daden te vermorselen door onze
kritiek.
Dan stuwt de revolutiegeest door ons
lichaam heen. Dan gaan de handen jeuken.
Dan dringt zich ons heele leven tot handelen.
Maar wat zullen wij doen met ons kleine
hoopje tegen de sterk beschermde macht der
burgerpartijen? En is ons vertrouwen in de
toekomst niet sterk genoeg om ons te leeren
wachten en geduld hebben?
In ons eigen gebouw, partijgenooten, daar
kunnen wij elkander sterken, daar kunnen
wij leeren op elkaar te steunen. Daar kunnen
wij ons gemeenschappelijk onttrekken aan den
ontmoedigenden invloed van een gedwongen
leven in een ellendige maatschappij. Daar
kunnen wij de grondslagen leggen van een
eigen nieuwe maatschappij, het eerste begin
maken met de vorming van nieuwe betere
toestanden.
Dat gebouw, partijgenooten, het ligt
aan ons om er het middelpunt van een on
afgebroken krachtige propaganda naar buiten
van te maken, en het ligt aan ons, om
er voor ons zelf een reinigende hoogophef-
fende kracht van te doen uitgaan, die het
leven in de beroerde maatschappij van thans
dragelijker kan maken.
Yergadering-Troelstra. Maandag 10
Maart spreekt onze partijgenoot Troelstra
in de groote zaal van den Officierentuin.
Zijn onderwerp isDe Brandkast, beschermd
met Bijbel en Wierookvat.
De spreker Mr. P. J, Troelstra
waarborgt ons een leerrijken avond, een
avond, die met het oog op het onderwerp
van vele zijden aanleiding kan geven tot
debat.
Allen dienen ter vergadering op te gaan.
Ook de vrouwen moeten daar in grooten
getale heen. Deze laatsten blijven nog altijd
te veel van onze vergaderingen weg. Eenige
honderden vrouwen moeten Maadag op het
appèl zijn.
Schiedamsche arbeiders en arbeidsters! U
vooral moet Maandag toonen, dat ge den
strijd onzer dagen volgt en meemaakt, door
allen op te komen ter vergadering in den
Officierentuin.
Bestuurdersbond. Bij genoemden Bond
is medé een schrijven van B. en W. inge
komen, inlichtingen te verstrekken aangaande
de werkloosheid in deze gemeente.
Uitsluiting-Enschedé. Allen, die een
circulaire ontvangen hebben van de binnen
deze gemeente gevestigde afdeelingen van
den E. K. Volksbond, Patrimonium, hetAlg.
Ned. Werkl.-verbond en van den Schied.
Bestuurdersbond, wekken wij op tot het
verstrekken van een zoo ruim mogelijken
steun voor de uitgestotenen.
Dienstboden. We ontvingen een uit
gebreid verslag van de dienstboden-vergade
ring op Woensdag j.l. Echter plaatsgebrek
dwingt ons het te laten liggen tot volgende
week.
Een vraag. Toen in de laatste raads
zitting de aanvrage om f 5000 voor bestrijding
der werkeloosheid in behandeling kwam,
vroeg de heer W. A. Beukers om over te
gaan in besloten zitting. Onder de 4 leden,
die dit verzoek steunden, behoorde de heer
Honnerlage Grete.
Toen de vergadering heropend werd waren
deze twee heeren verdwenen.
Zou een en ander met elkaar in verband
staan
Zoo niet, dan eischt hun gedrag nadere
verklaring.
Nu heeft het den schijn alsof zij bang zjjn,
zich over deze kwestie in 't openbaar uit
te spreken.
Een ontslag. Door den heer Melchers is,
volgens gerucht, de werkman W. ontslagen
om de gruwelfjke misdaad, dat hij, aan ket
kolendragen zijnde, zijn zak ietwat scheef hield,
en daardoor een kolenzoekstertje gelegenheid
gaf een kleine kooltjesschat te vergaren.
Zou er 'n meneer Melchers bestaan, die nooit
iets gelezen had over 'n Boaz contra 'n Naomie
In de bus
{Slot volgt).
STEUNPESSi 1SG
Koos knakworst 1 c.2 zakken melk en 1 blik
spanen 1 o.Koen leuk 1 c.daar moet je naar kijken
2 c.daar kan je hem ook leeren l'/j c.onze Bet
enz. 2 c.schfjntje ondermouter van T. 2 c.zijn neus
ook 1 c.schele maïsbaas l'/j 0 Dries met zijn heeren
boordje 3 c.Dries Eb. 1 c.Leen met zijn vrouw
2 c.is een potloojer 2 c.een ribbestuk van 9 st.
2 c.de snoeper 2 c.enge vr. 2 c.een jongen enz.
2 c.een groot weekgeld 2 c.klaatoog 2 c.; de
engert ll/i c.Goof enz. 2 c.; D. Z. ook 2 c.Koen
kasje 1 c.ik één glaasje 1 c.; geen leuning aan
bakje 1 c.de rooie durfniet 1 c.ik wel 1 c.'t is
mijn lieveling 1 c.hond met schapenwol 5 c. ;Nöza
met zijn A.zaag 2 c.de peer 2 c.wat is dat 2 c,
geen werk 2 c.kwaad hoofd 2 c.koppelbos is los
2 c.Euib de loeloe 1 c.een natgeregende wagen
maker 1 c.verliefde K. 2 c.oba 1 c.Dirkie de
pijn 2 c.Goof de last 1 c.hoek nieuwe weg 2 c.
Westerkade 1 c.vier politie-agenten voor het hek
2 c.de geheide agent 2 c.hjj kijkt loens 2 c.het
kleine mannetje 3 c.grapie wil hem niet geven 3 c.
Jo. v. M. 2 c.L. L. 2 c een spoelinghaler bekeurd
2 c.voor het zeilen in de Schie 3 c.een pakschuit
met petroleum 3 c.motor hard varen en niet bekeurd