Schiedamsch Sociaaldemocratisch Weekblad No 6 Zaterdag 5 April 1902. 2e Jaargang Stokken voor 1 eerstvolgend nsmmer moeten niterlijk Woensdag a, s. 's middags 12 nnr in bet bezit der Redactie zijn. Nieuw Leven. Godsdienst en Socialisme. Politieke Schetsen. ABONNEMENTSPRIJS: 13 cent per kwartaal j Uj voormtbetaUng. franco per post 20 cent j Losse nummers 1 cent. NOORDVEST 12. ADVERTENTIËN: 3 cent per regel. Bij abonnement be langrijke korting. meent, dat, waar kwaad en ellende het nood zakelijk gevolg zijn van voorafgegane en be staande toestanden en omstandigheden een verbetering en zuivering van die toestanden en omstandigheden logisch ook leiden zal tot vermindering van kwaad en ellende, ten slotte zelfs zou kunnen leiden tot ongeveer geheele opheffing van den invloed daarvan. Ziedaar in een paar hoofdtrekken de twee tegenover elkander staande levensbeschou wingen de eene uitgaande van het geloof in de almacht en alomtegenwoordigheid eener hoogere macht, de ander uitgaande van in alle levende voorwerpen zelf aanwezige levensbeginselen in hun noodzakelijken samen hang en ontwikkeling. Deze beide levensbeschouwingen sluiten natuurlijk elkander uit, d. w. z. het is on mogelijk om ze te vereenigen of in elkaar te doen opgaan zonder tot de grootste onge rijmdheid te komen. Vandaar de scherpe tegenstelling tnsschen geloof en ongeloof, tusschen geloovige en ongeloovige. De geloovige, uitgaande van zijn voor hem onomstootelijke waarheid van een almachtig Godsbestuur, vindt het afgrijselijk en diep betreurenswaardig, in vele gevallen zelfs door en door zondig en slecht, indien iemand niet evenals hij alles wil verklaren door een der gelijk geloof en door een zoodanige hoogere macht. De ongeloovige daarentegen, voor wien het onmogeijjk is geworden of van den beginne af onmogelijk is geweest, aan een almachti- gen God te gelooven, en die hoogstens tot een hoogere scheppende macht kwam, en die door zijn denken en werken tot de ontkenning van een Godsbestaan werd gebracht, houdt den geloovige voor een door overlevering en dogma's tot zuiver waarnemen en denken onbekwaam iemand. Het is dus de tegenstelling tusschen ge loovige en ongeloovige, die aldus ontstaat. Nu is er bij den christelijken godsdienst een verschijnsel waar te nemen, dat men bij andere godsdiensten mist. Bij ongeveer alle godsdiensten, die de wereldgeschiedenis en de volkerenstudie ons bekend hebben gemaakt, is de godsdienstvorm met het volk, waar onder hij optrad, mee opgegroeid, mee ont wikkeld. De godsdiensten, die de grootste kracht hebben ontwikkeld en den meesten invloed hebben uitgeoefend, zijn die gods diensten geweest, die in de kindsheid van een volk onder dat v k ontstonden en met dat volk mee zich n volle ontplooiden. Die godsdiensten, die zich niet bepaalden tot opvattingen, meeniugen, stellingen, dog ma's over een hoogere acht of over hoogere machten en hare werkingen, maar die geheel en al ingroeiden in het persoonlijke leven van ieder mensch en in het maatschappelijk en staatkundig leven van het geheele volk. Die godsdiensten, waarbij iedere godsdien stige opvatting een formule was van een deel maatschappelijk en persoonlijk leven. Kortom die godsdiensten, die zich uit het persoonlijk leven en denken en het maatschappelijk samenleven ontwikkelden, daaruit voortkwa men en dus daarin gegrondvest waren Juist de christelijke godsdienst mist deze karaktertrekken. Onder de Joden ontstaan, opgegroeid in Joodschen bodem, steunend op Joodsche ontwikkeling van gedachten en persoonlijke en maatschappelijke opvattingen en gewoonten, is hjj in die vormen en kleuren overgebracht naar germaanschen en romaan- schen grond. Overgebracht dikwijls met ge weld van wapenen. Ingevoerd vaak door vorsten om staatkundige redenen. En opgelegd aan volkeren, die voor een groot deel gehecht waren aan hun eigen godsdienst. Ingedwongen in maatschappelijke toestanden, waarbij de christelijke godsdienst heelemaal niet paste. Daardoor komt het, dat juist bij de christenen het godsdienstig leven zoo ontzettend vaak iets geheel afgezonderds is, iets dat heelemaal niets te maken heeft met het verdere leven in staat en maatschappij. En daardoor ook heeft juist de christelijke godsdienst ongeveer nooit en nergens eenigen invloed van beteekenis kunnen uitoefenen op de staatkundige en maatschappelijke toe standen. En daarom ook is de christelijke godsdienst, volgens welke kerkgenootschappelijke opvat ting ook, zoo dikwijls en zoo gemakkelijk kunnen gebruikt en misbruikt worden door kerkelijke en staatkundige machten en partijen. Maar daarem ook treedt de sociaal-demo- kratie zoo krachtig op tegen de nieuwe po gingen tot misbruiken van den christelijken godsdienst door kerkelijke partijen voor staat kundige doeleinden. En waar die kerkelijke partijen dan de sociaal-demokratie beschuldi gen en bij velen trachten gehaat te maken door ze voor te stellen als een vijand van het geloof, daar zal zij met onophoude lijkheid en kracht het tegendeel bewijzen. Wordt vervolgd). in. Zijn er dus al sociaal-democraten, die on godsdienstig zijn (wat nog niet hetzelfde is als vijandig staande tegenover den godsdienst), en vindt men juist onder de meer op den voorgrond tredende socialisten vele ongeloo- vigen, daarom is de sociaal-democratie nog geen vijand van het geloof. Waarom niet? Er zijn, van deze zijde bekeken, 2 levens- en wereld-beschouwingen, die tegenover el kander staan. De eene gaat uit van een hoogere macht als scheppende, regeerende en onderhoudende kracht in de wereld. De andere gaat uit van de in de verschillende verschijningsvormen aanwezige krachten als levensbeginselen. Beide erkennen de nood zakelijkheid der dingen en van hun ontwik keling, maar de eene beschouwt die nood zakelijkheid als een beschikking der hoogere bovennatuurlijke macht, en de andere be schouwt die noodzakelijkheid als een logisch gevolg van den samenhang der dingen en als een uitvloeisel van wat voorafging. Beide achten het kwaad een ramp voor de menschen, maar de eene ziet daarin een door God aan de menschen opgelegde beproeving en de an dere beschouwt het kwaad voor een deel als het gevolg van het vergankelijkheidsbeginsel dat in ieder levend voorwerp aanwezig is en voor een ander deel als het gevolg van de maatschappelijke toestanden waarin de menschen leven. Beide zouden willen, dat alle menschen goed waren en dat er geen kwaad en ellende in de wereld waren, maar de eene acht dat alleen bereikbaar door een genadige beschikking \t n God en de andere De strijd tusschen Pruisen en Oostenrijk om de opperheerschappij in de Duitsehe lan den, dreigde tot een oorlog te zullen leiden. Pruisen wilde evenwel voor dien oorlog zeker zijn van eenigen steun buiten af en begon daarom reeds in 1862 met pogingen om het jonge koninkrijk Italië in den strijd te be trekken. Dit had evenwel weinig lust, ter wille van Pruisen een oorlog te beginnen, Mr. E. van BEKESTEIJN KANAAL WEG 12 SCHEVENINGEN DE MOKER BUREAU van ADMINISTRATIE en REDAKTIE: Als eens de Nieuwe Tyd den Onden zal vervangen- Als eens de vrüe geest elk dogma heeft verjaagd Als eens ter kimme rijst de zon van ons verlangen, Als eens de groote dag van al ons hopen daagt Als eens het neev'lig waas, dat d' aard had overtogen Zal worden weggevaagd door 't ideale lieht Als al wat adem heeft zoolang terneer gebogen Tot hooger, heter doel zal worden opgerieht; Dan zal de leeuw'rik opwaarts stijgen, En kweelen schooner nog dan ooit; Dan zal het daav'ren door de twijgen, Wijl ieder knop haar blad ontplooit Dan zal het toov'ren in de weiden Dan zal het dart'len in de vliet Dan zal het groenen in de heiden Dan zwijgt der vorsehen kwaken niet. Dan wordt geheel Natuur herboren, Herademt al wat leven heeft Gezegend zij het morgengloren Des daags, die 't al Nieuw Leven geeft P. B. B.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1902 | | pagina 1