SCHIEDAMSCH SOCIAALDEMOCRATISCH WEEKBLAD. Van onze vroede Vaderen. TWEEDE BLAD. (Belioorende bij No. 8 van 12 April 1902.) Schiedam, 27 Maart 1902. Twee dagen achtereen hebben de wijzen der stad weer vergaderd. Beide zittingen zijn een krachtige propa ganda geweest voor de sociaal-democratische beginselen. Naakter, nuchterder heeft zich bij mijn weten de klassengeest, het hartelooze van onzen raad in langen tijd niet getoond. Wat betreft het ketsen der erf pacht voor stellen van B. en W., ik had dat reeds voor speld. En toch, tammer voorstel kan men zich moeielijk denken. Het wilde als regel een erfpacht uitgeven en volgens de toelich ting die B. en W. daarvan gaven wilde dit zeggen, dat men er van zou afwijken zoodra men op wat tegenzin bij den aanvrager stuitte. Zeer gegrond was dan ook de vrees van den heer Gouka, dat alle aanvragen bezwaren zouden hebben. Heel naïef beweerde de Voorzitter dat nog nooit iemand graag erfpacht had gehad. Dat haal je de koekoek. Ik heb er reeds vroeger op gewezen, waarom de aanvragers, vooral in plaatsen als Schie dam, waar een stijging van de grondprijzen te verwachten is, den grond liever in eigen dom hebben. Daar zit een zeer voordeelige speculatie in. Maar moet de gemeente haar belangen opofferen aan die van speculanten Dat was eigenlijk de vraag waar 't om ging, al had natuurlijk niemand den moed dit zoo vierkant te zeggen. De tegenstanders van erfpacht zullen er zich wel voor wachten hun „algemeen-belang-manteltje" af te leggen, en de voorstanders in onzen raad zijn te „fatsoenlijk'' om hun tegenstanders zoo ineens naakt voor 't oog der wereld te zetten. Waar lijk alle bezwaren waarmee men gewoonlijk komt aandragen waren toch wel uit den weg geruimd. Verwikkelingen, voortspruitende uit de erfpachtsbepalingen, zouden weinig of niet voorkomen. Immers de door B. en W. voorgestelden hadden in Amsterdam den vuur proef doorstaan. En de angstvalligen, die vreezen dat de nieuwe industrie geweerd zal worden, hadden een zekerheid in de uitdruk king „in den regel" die uitzondering toelaat. Alleen bleef dus over het eene onover komelijke bezwaar waarop ik reeds vroeger wees, nl. dat nu geen gelegenheid meer zou zijn tot grond- en bouwspeculatie's. Dat was te veel voor de meerderheid van onzen raad. Want 't „algemeen belang" is mooi, vooral als uithangbord, maar 't „klassebelang" is beter. Zoo dachten er over de heeren Brittenburg, Smit, P. Jansen, Mr. Jansen, Klein, Vürtheim, Beukers, Witkampf, Loop- uyt, Pinster, Honnerlage Grete en Blaisse. Toen werd aangenomen een voorstel-Smif, waardoor het besluit van 1857 om geen grond in erfpacht uit te geven werd ingetrokken. Nu kan men althans in erfpacht uitgeven, maar Maar nu was de erfpacht-kwestie nog niet van de baanvandaag kwam ze weer ter tafel. Er waren eenige aanvragen ingekomen om aankoop van grond aan de Warande. De heer de G-r o o t wilde die perceelen alleen in erfpacht afstaan, 't Was een wan hopige poging eigenlijk. Van alle kanten kwamen bezwaren. Ja, de heer Klein durfde zelfs den verkoop aanbevelen om de werkeloosheid te bestrijden. Was dit domheid of onbeschoftheid Zijn meer arbeiders noodig voor een huis gebouwd op erfpachtsgrond dan voor een op eigen grond? En gesteld dat de aanvragers in geen geval wilden bonwen op erfpachtsgrond (wat nog te bezien zou staan als ze niet anders konden) dan zonden ze toch ergens anders moeten bouwen. Ze bouwen toch zeker, omdat ze meenen dat er behoefte is aan huizen Ik heb geen lust verder nog alle dwaas heden te herhalen, die door de heeren in hun ijver werden gedebiteerd. Natuurlijk werd het voorstel-de Groot verworpen. Heel lang werd er zelfs niet over gesproken. Wel praatte men er nog tien minuten over of er ijzeren of houten hekken om de tuinen moesten komen en nog eens 10 minuten over de vraag of in het raadsbesluit moet staan tuin of siertuin. Die kostbare tijd Een verklaring dient hier even geboek staafd, nl. die van den voorzitter, dat de voorwaarden van verkoop zooveel mogelijk aan den kooper worden overgelaten. Wat een welwillendheid niet waar? Maar zou 't wel direkt in 't belang der gemeente zjjn Natuurlijk is ook nog een kwartiertje zoek gemaakt met 't vaststellen van den prijs. Zou dit alleen al niet wijzen op de gevaren van verkoop Bijna alle discussie's liepen deze beide dagen over grond-zaken. Toch is moeilijk te spreken van grondige besprekingen. Gron derig ware eer beter. De eerste die ter sprake kwam was een oud koetje, nl. de verandering van het peil der Warande. Was het niet, dat zes van onze vroeden hierbij direkt of indirekt be trokken waren, de zaak zou nooit met zoo veel ophef behandeld zijn. Er is weer een half uur over geredeneerd en toen was 't weer 't oude liedje uitstellen tot een vol gende vergadering. Daar was nu trouwens wel reden voor, want B. en W. konden nog op geen stukken na zeggen wat 't werkje kosten moest, en de raad heeft de ervaring opgedaan, dat de begrootingen van onzen Directeur van Gemeentewerken wel eenige controle behoeven; volgens de heer Gouka waren die vaak belachelijk. Het voorstel tot uitstel kwam van den heer Klein. Ik keek er hem eens op aan en dacht aan de Groenelaan en verdere wegen van de Gorzen. Daar vragen de bewoners al jarenlang om verbetering en 't komt niet. Den heeren aan de Warande willen B. en W. een beteren weg opdringen, zelfs tegen hun wil. 't Kan gek gaan. Er werd nog een grond-kwestie behandeld, die ik niet onopgemerkt kan voorbijgaan, nl. de aankoop van grond aan den Buiten havenweg. In 't jaar 1893 was aan de firma A. Jurgens te Osch een stuk grond voor f 30.000 verkocht. Daar de koopster eenige voorwaarden niet nakwam kreeg ze een boete van f 10.000. Aan dit van de gemeente gekochte perceel grenst een ander, half zoo groot, dat de firma van particulieren kocht. Deze beide perceelen te zamen kon de gemeente nu koopen, met de panden, die op het 2e per ceel staan voor f 85.658.21. Dat was, zooals de voorzitter terecht zei, veel geld, maar betrekkelijk niet te duur. 't Is bijna f 3]/2 per vierk. meter, dus meer dan door de firma Smulders voor grond aan de Maas betaald werd en ook meer dan de gemeente destijds kreeg, toen ze den grond aan de firma Jurgens verkocht. Toch heeft men den koop gesloten (en gelukkig!) omdat men meende, dat 't van belang was, zooals de voorzitter zei, den grond in eigendom te krijgen en te behouden. Hij twijfelde niet of spoedig zouden ernstige aanvragen voor dezen grond in erfpacht, inkomen. Het is bjjna onverklaarbaar dat waar we hier nu een zoo sprekend beeld hebben van de schade, die de gemeente lijdt, door grond te verkoopen, toch nog de voorstellen van B. en W. Inzake erfpacht verworpen werden. Het klasse-egoïsme ligt er dik op. Zoo heeft de raad dan weer goed gezorgd voor de belangen der groot-industrieëlen, der bouwondernemers, grondspeculanten enz. En 't scheen dat B. en W. vonden, dat nu toch ook wel wat gedaan moest worden voor de hongerlijders. Ze stelden voor f 250 uit te trekken voor schoolvoeding en kleeding. Het ingesteld onderzoek had bewezen, dat er wel behoefte aan was. Uit de rapporten wil ik een kleine bloem lezing gevenvan den heer C. Kerdel, hoofd der school C. Behoefte aan schoolvoeding en kleeding bestaat ongetwijfeld. Behalve dat reeds in den winter 1900/1901 kinderen ter school kwamen, die 's morgens niet gegeten hadden of die tengevolge daar van op de school ongesteld werden aan deze werd door particulieren hulp verleend is het dezen winter herhaaldelijk voorgeko men, dat armoede oorzaak was van school verzuim. Bovendien hebben de ondergeteekende en de onderwijzer(essen) der school, nog vóór Uw missive ontvangen was, persoonlijk een onderzoek ingesteld bij verscheidene gezinnen, waarvan ons bekend was, dat armoede er haar zetel had opgeslagen. Ook bezochten wij vele gezinnen, waaromtrent ons gegevens ontbraken. Vele ouders van leerlingen waren dankbaar voor de betoonde belangstelling, maar ver klaarden, dat z\j „Goddank" hun kinderen nog zelf konden voeden en kleeden, al was het schraaltjes. Het huisbezoek daar had dan ook ten doel, ons nauwkeurig op de hoogte te stellen. Maar helaas ontmoeten wij ook verschil lende gezinnen, waar gebrek begint te heer- schen en waarvan de kinderen, vaak zeer onvoldoende gevoed naar school gingen. Het moet gezegd, dat wjj geen kinderen kennen die dezen winter zonder eenig voedsel ter school kwamenwel eenige, die 's morgens hun maal doen of deden met één dun sneetje brood. Is het te verwonderen, dat die kinderen vaak onoplettend zjjn, dat hun geest afdwaalt en misschien meer- bezig is met aan het aan staande schrale middagmaal of de dunne boterham te denken, dan aan de onderwerpen waarvoor de onderw\jzer(es) zijn belangstelling tracht te wekken? Meer, alles weten omtrent den toestand van vele gezinnen, is veel aan hun kinderen vergeven, waarvoor wij misschien tot heden vaak een berisping toedienden. Juist die slechtgevoede kinderen verzuim den nog al eens van tjjd tot tjjd wegens een lichte ongesteldheid. Te constateeren is het niet, maar te vermoeden, dat slechte voeding hier de oorzaak is, is zeker niet zonder grond. Gebrek aan schoeisel is meermalen oorzaak van schoolverzuim geweest. Meermalen werd in dit gebrek voorzien. Steeds waren de ouders zeer dankbaar en hield het school verzuim op. DB MOKER.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1902 | | pagina 5