Politieke Schetsen.
Meiviering.
Uit de nieuwe Encycliek.
De Christelijke Actie.
Ons proces.
Socialistische Catechismus.
SET
mijnheer Allemane." Men denke zich dit ge
sprek in het fransch, met de lachte geestig-
h dd van den franschen tweespraak, tusschen
2 politieke tegenstanders, die op echt-fransche
g-.estige manier elkaar erin trachten te laten
Kopen en aan hun heele gesprek niet meer
gewicht hechten dan zoo'n voorbijgaande
0 ogenbliks-ontmoeting waard is. En men ge-
voele eens even de volle waarde van Alle-
mene's geestige ironie tegenover de vragen
van Brisson, die hem even kittelen wil.
Maar wat maakt de N. Sch. Ct. ervan
Die voegt er op hoogwijzen toon bij „Ziedaar
nu de wereldhervormers Zij weten het volk
aardig wat wijs te maken, maar als het er
op aankomt, spijkers met koppen te slaan,
kruipen zij in hun schulp."
Nieuw Schiedammertje, Nieuw Schiedam
mertje, wat sla-je weer een gek figuur! Als
Brisson zooiets had kunnen vermoeden, dan
b id hij veel meer pleizier gehad van zijn
werk dan nu
Maar als je een andere keer eens wat over
socialisme wil weten, ga dat dan niet opdiepen
bij een radikaal en vooral niet bij een
EranschmanWillen wij je eens een arti
keltje verschaffen met heel veel bestrijding
v.in het (echte socialisme Dan kunnen wij
in De Moker tenminste eens tegen iets werke-
1 iks opkomen. Het is zoo verbazend vervelend,
a tijd zoo'n wauwel-onzin over het socialisme
t- lezen.
Italië X. In 1870 was Italië dus ein
delijk een éénheid geworden. Het was niet
in staat geweest, zichzelf die eenheid te ver
schaffen, maar had de hulp moeten aannemen
van vreemde mogendheden. Daarin ligt reeds
opgesloten, dat het dus niet hoefde te rekenen
op een groote zich snel ontwikkelende natio
nale kracht.
De beide uiterste partijen namen bovendien
in den beginne geen deel aan het politieke
leven. De eene, de pauselijke partij, onthield
zich op bevel van den paus, die het wacht
woord had gegeven, „noch kiezers noch ge
kozene." En de andere, de republikeinsche
partij, was door het succes der Sardinische
monarchie geheel in een hoek gedrongen.
Alleen de constitntioneele middenpartij had
daardoor iets te zeggen. En deze besteedde
haar tijd aan allerlei administratieve her
vormingen en regelingen, zonder veel geest
drift en zonder veel energie.
Weinig energie betoonde de regeering in
tal van kwesties, en vooral betoonde zij weinig
geschiktheid om de voorkomende moeielijk-
heden in den grond goed op te lossen. In
het oude koninkrijk Napels hielden bijv. de
bergbewoners en roovers een waar schrik
bewind, zoogenaamd ter verdediging van de
rechten van het verdreven koningshuis. Op
Sicilië ging het evenzoo toe Maar de re
geering zond alleen wat troepen af ter be
strijding van die Napelsche Camorra en die
Siciiiaansche Maffia, zonder iets verder te
komen.
Ook de kerkekwestie leverde de noodige
moeielijkheden op. De oude liberale partij
van Cavour (deze was in 1861 gestorven)
wilde een vrije kerk in een vrijen staat,
maar de paus weigerde in eenige bespreking
te treden met den Italiaanschen Staat, dien
hij niet had erkend. Alle openvallende bis
schopsplaatsen bleven daardoor onvervuld,
en ten slotte kwam er zulk een wanorde,
dat de regeering zelf de regeling der ker
kelijke zaken ter hand nam. De vijandige
houding van den paus maakte de regeering
buitengewoon ontoegeefelijk. Alle kloosters
werden opgeheven. De goederen in de doode
hand werden ingelijfd. De seminariën wer
dén teruggebracht van 288 op 21. Zonder
tegenstand werden deze maatregelen ten
uitvoer gelegd.
De grootste bezwaren lagen evenwel in
de financiën. Er was een jaarlijksch tekort
van 850 millioen, en de schuld beliep in
1863 reeds 4 milliard. Het arme Italië
was niet in staat, genoeg op te brengen om
de hooge lasten van een zóó groote schuld
en zóó groot budget te dragen Verhooging
van bestaande belastingen en invoering van
nieuwe maakten de toestanden natuurlijk
niet beter.
Het gevolg van de slappe houding der
regeering was een snelle aanwas van de
oppositie. Reeds in 1874 stonden 220 oppo
sitiemannen tegenover de 288 sterke regee-
ringsmeerderkeid. Naar aanleiding van een
nieuwe belastingwet kwam de minderheid in
1876 aan het bewind. De Kamer werd ont
bonden. De nieuwe Kamer bestond uit een
groote meerderheid van de linker-ijde.
Deze linkerzijde was samengesteld uit een
deel der vroegere republikeinen, dat zich
neergelegd had bij den monarchalen regee-
ringsvorm en democratische neigingen bezat,
en uit gewone radikalen. Maar toen zij de
macht in handen had. ontwikkelde zij al
even weinig werkkracht en energie als de
vorige meerderheid. Zij liet zelfs de voor
naamste onrechtvaardigheden in het bestuur
bestaan. Een van die onrechtvaardigheden
was bijv. de regeling van het kiesrecht, dat
was vastgeknoopt aan een vrij hooge belas
ting, zoodat er vóór 1882 niet meer dan
600.000 kiezers waren. In 1882 kwam de
radikale regeering wel tot een uitbreiding
van het kiesrecht, maar zij bleef toch vast
houden van het belastingkiesrecht en kwam
daardoor tot niet meer dan 2 millioen kiezers.
Al die politieke slapheden leidden vanzelf
tot persoonlijken naijver van min allooi.
Het internationale arbeiderscongres te
Parijs in 1889 nam "het volgende besluit
„Op een bepaald tijdstip moet er een
groote internationale manifestatie worden
georganiseerd, en wel zoodanig, dat gelijk
tijdig in alle steden op een bepaalden dag
de arbeiders aan de openbare macht den
eisch richten, den arbeidsdag op 8 uren
te bepalen
Die „bepaalde" dag werd de le Mei, de
dag, dien de Amerikaansche arbeidersbond
reeds voor dat doel had bestemd.
Ook in Schiedam zal de le Mei worden
gevierd. Maar alleen 's avonds Over dag zal
er gewerkt worden zooals alle andere werk
dagen van het jaar. 's Avonds zal in „Con-
stantia" worden vergaderd. Daar zal worden
gesproken van de rechten van den arbeid en
den arbeider, van de waarde van den arbeid
en van zijn waardeering in onze maatschappij
Arbeiders, komt allen daarheen. Komt mee
u rekenschap geven van uw aandeel in de
maatschappij, het aandeel dat ge hebt en het
aandeel dat u toekomt.
Komt allen daar gevoelen, wat een kracht,
welk een weldoende kracht eruit gaat van
het bewustzijn, allen één te zijn in het ver
langen naar een menschwaardig bestaan.
Komt allen u daar overgeven aan hetbe-
hagelijke gevoel, niet loonslaaf te zijn, niet
als stuk machine te worden beschouwd, maar
als mensch te worden aangekeken, in uw
menschzijn te worden erkend.
Verovert eerst uw menschen rechtVer
overt daarna het loon dat uw arbeid vol
ledig waard isEn verovert u daarna de
macht, om op die grondslagen een nieuwe
maatschappij op te bouwen
Maar dan ook allen u vereenigdOp naar
„Constantia" den len MeiBewijst, dat ge
weet, wat ge vereenigd bereiken kunt
In de nieuwe Encycliek geeft de Paus een
allersomberste schildering van de bestaande
staatkundige en maatschappelijke toestanden.
Daarover zullen wij het een anderen keer
wel eens hebben. Nu knippen wij er dit
zinnetje uit
„De armzalige toestand van het mindere
volk een toestand die ongetwijfeld te
recht verbetering en opheffing eischt is
bevorderlijk voor het streven van handige
volksmenners, met name van de socialis
tische partijleiders, die zich door middel
van dwaze beloften aan de menigte op
maken tot de verwezenlijking hunner meest
roekelooze plannen."
De geringschatting in die uitdrukking „het
mindere volk" is teekenendMaar nog teeke-
nender is de onwillekeurige bekentenis, in
dezen zin opgesloten, dat de socialisten en
dat „mindere volk" bij mekaar hooren, dat
het socialisme de strijder is voor dat veel
geminachte mindere volk, en dat datzelfde
„mindere volk" gaat begrppen waar het zijn
bevrijders vinden kan uit de ellende en den
jammer, waarin de christelijke kapitalisten
(we leven immers in een christelijke maat
schappij?) het hebben neergesmeten.
Op naar Constantia, Schiedamsche arbei
ders! Hoek Hoogstraat en Appelmarkt.
Van dezen keer is hij bijzonder Christelijk.
De heeren graven zelfs in het doodenhuis
van De Vrije Socialist en zij schijnen heel
niet verlegen, met 'n handjevol stinkend,
anarchistisch vuil. Mooi gezelschap en fijne
genietingen voor fijne katholieke belang
stellenden. Maar 't duurt ook zoo lang en
't kost ook zooveel moeite, de magere oplaag
aan den man te brengen, 't Ligt toch heusch
niet aan de menschen. De Moker vindt zijn
weg wel.
De Rotterdamsche rechtbank veroordeelde
onzen medewerker Dr. J. van Leeuwen tot
f 25 boete, sub. 5 dagen hechtenis, wegens
eenvoudige beleediging, bedreven door de
aanduiding van Mr. W. H. Jansen als be
lastingontduiker.
Een vervolg op deze geschiedenis is nu,
dat Dr. van Leeuwen den 5e Mei a. s. te
11 ure op nieuw moet verschijnen ter terecht-
zetting der Arrondissements-Rechtbank te
Rotterdam, wegens een namens Mr. Jansen
door Mr. Jos. van Raalte ingediende eisch
„tot vergoeding der schade en tot betering
van het nadeel, door eischer in eer en goeden,
naam geleden" ten bedrage van f 2000. In
het nummer van 10 Mei hierover meer.
Uit het Engelsch
van E. Belfort Bax en H. Quelch.
Vraag 50. Aangenomen dat uw opvatting
over de oorspronkelijke maatschappelijke or
ganisatie de juiste is en dat iu den beginne
het geheel der gemeenschap berustte op groe
pen communisme, hoe en wanneer ver
anderde dit primitieve communisme zich tot
beschaving?
Antwoord. Deze verandering had in de
verschillende deelen der wereld op verschil
lende tijden plaats, en een groote verscheiden
heid van oorzaken heeft daaraan meegewerkt.
In het kort kan men zeggen, dat de veran
dering van de primitieve maatschappij door
gaans is bewerkstelligd geworden door de
instelling der slavernij, welke een gevolg was
van de botsingen tusschen de verwante groe
pen, stammen of volken, waarin de primitieve