Algemeene Berichten.
Vergaderingen.
Ingezonden.
menschelijke maatschappij was verdeeld. Tus
schen de stammen, ieder waarvan werd
bijeengehouden door werkelijke of aangenomen
familiebanden, bestond van nature een
groote vijandschap. En uit dezen stand van
zaken kwamen onophoudelijke botsingen voor,
die noodzakelijkerwijze tot slavernij leidden.
Deze slavernij kwam voor in twee meer
of minder verschillende vormen. Wanneer
•een rondzwervende stam of volk een gezeten
bevolking onderwierp, stond het na het be
ëindigen van den strijd den overwonnenen toe,
in een gedeelte van het onderworpen land te
blijven wonen, onder voorwaarde dat zij
sommige diensten bewezen aan hun over
winnaars, wier slaven zij aldus werden
Daarnaast waren de herhaalde plunder
tochten tusschen de stammen of familiegroepen
onder elkander oorzaak van een ander soort
'slavernij: de gevangenen werden niet meer
op het slagveld afgemaakt, toen hun over
winnaars bemerkten, dat hun arbeid kon
worden gebruikt tot voortbrenging van rijk
dom voor hen zeiven. Toen werden deze ge
vangenen als slaven bezittingen van hun
heeren, het eigendom van hun meester even
goed als hun paarden en koeien.
Toen de eigendomsslavernij of het slaaf-
schap aldus was ingesteld geworden, overtrof
de voortbrenging van rijkdom spoedig het
verbruik ervau. En dit, gevoegd bij de ver
meerdering der voortbrenging en van het
voortbrengingsvermogen, leidde tot ongelijk
heid in de verdeeling der goederen! De
■chefs of leiders mochten meer bezitten dan
hun aandeel in den algemeenen rijkdom, en
daardoor was een begin gemaakt met de
individualistische of klassemaatschappij. De
eerste vertegenwoordigers dezer klassemaat
schappij waren in den regel de hoofden dei-
stammen en hun onmiddellijke betrekkingen.
In dien tusschentijd hadden herdersstam-
men zich gevestigd en dorpen gevormd, welke
omringd waren door wei- en bouwland, af
gesloten door een staketsel, en in bergachtig
land beheerscht door een versterking op de
grootste hoogte, die men dan burcht 'of burg
noemde. Dergelijke dorpen waren het begin
van steden, die oorspronkelijk uit een een
voudige verbinding bestonden van stammen,
die in een bepaalden kring van beperkte
uitgestrektheid woonden en aldus een volk
vormden.
Onze Zangvereenising. Zondagmorgen
is het ons gelukt, een socialistische zang-
vereeniging op te richten. Zoo mogelijk zal
het een gemengd koor zijn. Daarvoor is
•echter het aantal vrouwelijke leden beslist
te klein. Vrouwelijke leden en geestver
wanten, die zich alsnog wenschen aan te
sluiten, worden verzocht, dit ten spoedigste
te doen bij A. de Bruin, Nieuwsticht mid
den 30. Ook kan het geen kwaad, dat
meerdere mannelijke leden en geestverwanten
zich opgeven. Zondagmorgen te elf uur is
de eerste repetitie in Constantia.
Nog niet toegetredenen weten dus, waar
■en bij wien zij zich kunnen aanmelden. Ieder
doe het zijne, de nieuwe vereeniging zoo
flink en krachtig mogelijk te maken. Als
ieder begrijpt, wat groote propaganda door
een goede zangvereeniging kan gemaakt
worden, is het voortbestaan verzekerd.
Allen op post
S. A. D. P. De vergadering vanwege
onze afdeeling Dinsdagavond in „Constantia"
gehouden, was tamelijk bezochtde geringe
publiciteit, er aan gegeven, in aanmerking
nemende, was de opkomst zelfs bevredigend.
Van der Most besprak Enschedé en Appel
scha kort en zakelijk gaf h\j een overzicht
van het ontstaan en verloop der uitsluiting
door den katoenbaron Van Heek, scherp
geeselend de roofzucht van het kapitalisme,
dat, welke enorme winsjen ook worden be
haald, toch maar altijd door plukt en knijpt
wat het maar kan van de arbeiders.
Van Leeuwen gaf 'n beknopte historische
schets van België dat vroeger eendrach
telijk Holland's koning en Holland's leger
over de grenzen wierp, doch wiens eendracht
van lieverlede vervangen is door partijen,
welke elkaar het felst bestrijden. Conserva
tisme en democratie met het liberalisme als
gulden middenweg, ziedaar de stroomingen
in België, van welke de twee laatstgenoemde
nu de actie voor het Alg. Kiesrecht hebben
gevoerd. De strijd voor Alg. Kiesrecht moge
nu zijn onderbroken, afgeloopen is hij niet
en afloopen zal hij niet, voor de reactionaire
partij heeft toegegeven dat waarborgen
ons de moed, de energie onzer Belgische
broeders.
Debat had niet plaats. Een kollekte voor
stakers en uitgestotenen bracht f 4.0172 op.
Bestuurdersboud. In de Maandagavond
gehouden vergadering van den S. B. B. is
0. m besloten, medewerking en steun te ver-
leeuen aan het Comité van de lichting '95,
'96 en '97. In zake de staking Enschedé
werd besloten, eenige organisatie te brengen
in het verkrijgen der bijdragen. Vanwege den
B. B. zullen aan de aangesloten vereeni-
gingen lijsten worden verstrekt en zoo mogelijk
eiken Maandag het bedrag worden opge
zonden. Aan de aangesloten vereenigingen
werd verder door de afd. Schiedam, Bond
van N. O. medewerking verzocht bjj het
beantwoorden der vragen over Kinderarbeid,
Het Hoofdbestuur van genoemden Bond tracht
daarmee te verkrijgen gegevens omtrent den
omvang van den arbeid der schoolgaande
kinderen, de loonen die uitbetaald worden enz.
De vragen luiden als volgt
1. Wordt in uw omgeving door schoolgaande
kinderen één of meerdere soorten van
arbeid verricht?
2. Hoeveel schoolgaande kinderen verrichten
dien arbeid? (Afzonderlijke opgaaf van
jongens en meisjes.)
3. Wat is de leeftijd dier kinderen?
4. Op welke uren van den dag en op welke
dagen wordt die arbeid verricht?
5. Wordt er ook loon voor uitgekeerd en
zoo ja, hoeveel? (Hierbij is een vergelij
king met de loonen van volwassenen van
't zelfde werk zeer gewenscht.)
6. Hoe is nw oordeel over de al of niet
noodzakelijkheid van dien arbeid door
kinderen te doen verrichten?
7. Hebt gij nog andere opmerkingen in 't
belang der zaak?
Ieder arbeider wordt verzocht, aan het
bestuur zijner vereeniging zooveel mogelijk
opgaaf te doen.
Spoor- en Tramwegpersoneel. Er zit
leven in onze spoorwegslaven hoe jong ook
nog georganiseerd, zoo nu en dan laten ze
zien dat ze er zijn, dat ze ook 'n stem in
't kapittel erlangen dat bewezen ze weer
jl. Woensdag met hun openbare vergadering,
waarin Spiekman het onderwerp behandelde
Vakorganisatie en Politiek.
Na eerst in 't kort doel en streven der vak-
aktie te hebben geschetst, die den modernen
arbeiders, den loonslaven wel in vele opzich
ten in hunne materieele belangen verbetering
brengen kan, maar wier kracht vooral ten
opzichte van staats- en gemeenteambtenaren
en niet minder van het spoorwegpersoneel,
o zoo dikwijls te kort schiet, daar zij stnit,
immer vastloopt op de geconcentreerde hoogste
macht, verdedigde spr. de arbeiderspolitiek
als nevenbeeld der vakaktie, met feiten uit de
jongste arbeidersbeweging stavende, dat waar
én vak- èn politieke aktie hand aan hand
gaan de zege veel gewisser is dan waar
deze op zich zelf worden in praktijk gebracht.
Een dankbaar applaus der vergadering,
waaronder wij ook eenige vrouwen opmerkten,
beloonde Spiekman voor zijn interessante rede.
Gekollekteerd werd er voor de uitgesiotenen
te Enschedé.
Mijnheer de Redacteur,
Zaterdag 1.1. in uw, op dien dag versche
nen blad de Moker het stukje, getiteld
„Een Kletskous" lezend, speet het mij zeer,
weder te moeten opmerken, op welk eene
onaangename manier u gewoonlijk tracht te
debatteeren. Te meer speet het mij, omdat
u dat stukje schreeft in een blad, hetwelk
toch dikwijls beter voor den dag komt, en
propaganda maakt voor een beginsel, dat
veel edels in zich sluit.
Ik wil er niet over uitweiden, of u, óf de
redacteur van Stemmen in de, tusschen u en
hem gewisselde strijdvragen gelijk heeft,
alleen zij hierover dit gezegd, dat de laatst
genoemde in 't geheel niets tegen de rede
van Mr. Troelstra heeft geschreven, doch
m. i. er in hoofdzaak op wilde wijzen, dat
Mr. Troelstra voor die rede zéér onvoorzich
tige reclame-middelen gebruikte.
Maar, hierover opgehoudenik wilde slechts
aantoonen, welk eeu' onaangenamen indruk
uw stukje op mij maakte en onwillekeurig
in mijne herinnering wakker riep, hetgeen
ik onlangs las, zijnde „Het Socialisme bevat
veel edels, doch met zéér vele socialisten is
gewoonweg niet fatsoenlijk te debatteeren.
Meende u in het, door den redacteur van
Stemmen geschreven stuk zooveel belachelijks
te viuden, dan hadt u dit punt voor punt
moeten aantoonen, moeten bewijzen. Doch
u doet niets van dat alles, u begint te
schelden met kletskous, neepmuts enzhet
geen iedereen kan.
Van hem, die den strijd tusschen u en
Stemmen gevolgd heeft, kan dit niets anders
uitlokken, dan een minachtend schouderop
halen, doch het nadeel, eraan verbonden,
is, dat een onnadenkende en met den strijd
onbekende, zich ten onrechte al een zeer
belachelijke voorstelling moet maken van
een persoon, die zóó uitgemaakt wordt. Het
tweede nadeel is, dat zij, die de Moker slechts
eene enkele maal lezen, zich van het socialisme
eene verkeerde voorstelling maken.
Reeds meermalen gebeurde het mij, dat ik
de Moker aan kennissen wilde laten lezen,
waarop zij dan, aan eenige scheldwoorden
gekomen zijnde, het blad minachtend weg
smeten, wat mij dikwijls griefde. Dat men
tegen iemand, die met huichelarij den wer
kenden stand tracht te benadeelen, in geest
drift eens een scheldwoord uit, kan ik mij
eenigszins begrijpen, doch tot schelden heeft
Stemmen toch volstrekt geen aanleiding ge
geven, daar haar redacteur in 't geheel niets
tegen het doel van het socialisme heeft aan
gevoerd, doch er veeleer veel schoons in
erkend heeft, wat ook ieder, naar waarheid
strevend christen moet doen.
Hiermede zal ik eindigen, alleen wil ik
dit nog zeggen, dat het niet mijn plan is
met u te debatteeren, en zal ik dan ook,
indien er in uw naschrift niet iets staat,
dat mij bepaald noodzaakt tot antwoorden^
mij van verder geschrijf over deze zaak ont
houden, daar het mij steeds onaangenaam
aandoet, met eene partij, waarvoor ook ik
sympathie gevoel (echter niet in alle op
zichten) in twist te zijn.
Mijn doel is alléén u te verzoeken, er op
te willen letten, dat in uw blad wat meer
opgevoed wordt gedebatteerd, waardoor het
zéér in waarde zal stijgen.
U dankend voor de verleende plaatsruimte,
teeken ik met Hoogachting.
M.
Over de kwestie van „opvoeding" bij een