Uit Vlaardingen. Schied. Bestuurdersbond. Socialistische Catechismus. Alg. Berichten. de geheele arbeidersklasse is de brutale po litieke uitsluiting over 't gebeele land en dus ook de verovering van 't Algemeen Kies recht, zeker van nog veel meer belang dan een plaatselijke uitsluiting door een enkel patroon. Er moet meer geld komen dan deze sim pele f 200. De proef is nog niet schitterend geslaagd Een klein stukje geschiedenis nog uit ons belastingleven, waaruit de arbeiders kunnen zien, dat zij schouder aan schouder moeten staan waar het geldt de verovering van het Algemeen Kiesrecht. In de belastingverordening werd 31 Jan. 1899 een wijziging aangebracht. De belasting plichtigheid ving toen eerst aan bij een jaar- lijksch inkomen van f 500, aftrek van f400 voor noodzakelijk levensonderhoud. Gedeputeerde Staten keurden dit niet goed. Belastingplichtingen moesten ook zij zijn, die een inkomen van meer dan f 400 hadden. De eerste klasse der belastingplichtigen moest dan worden belastbaar bedrag van 0f100. 'n Volgende aanmerking gold den aftrek voor kinderen van het belastbaar bedrag n 1. f 50. De minister van Binnenl. Zaken destijds Goeman Borgesius, had daar tegen bezwaar, omdat bij eenigszins talrijke gezinnen den totaal aftrek een hooger bedrag zou aanwijzen dan het minimum voor levens onderhoud vereischt. B. en W. gingen op onderzoek uit en vonden te Leiden o onza lige stad f 400 aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud en f20.—, twintig gulden aftrek voor elk kind beneden de 16 jaar. In Nijmegen, zonder aftrek voor kinderen, f 300.— voor noodzakelijk levensonderhoud. B. en W. konden zich toen de bedenking van den minister best verklaren, zoodat zij voorstelden een aftrek van f 25.voor ieder kind. En zóó werd het kringetje naar beneden weer wat uitgezet en had verslechtering voor de arbeiders ten gevolge. Was er nu maar één element im den Leidschen of Nijmeeg- schen Raad geweest, dat iets voor de arbei ders had gevoeld, waarschijnlijk waren dan die slechte voorbeelden voor Schiedam niet aanwezig geweest. De arbeiders moeten hun elementen overal brengen. Een algeheele wijziging van de regeeringslichamen is noodig over het geheele land. Bolwerken van klasse- bevoorrechting moeten overal verdwijnen. Arbeidérs, maakt u op voor het Algemeen Kiesrecht. De vorige week werd voor 86 kinderen plaatsing verzocht op school B aan 't West- nieuwland. 43 kinderen konden er echter maar toegelaten worden. Een teekenend staaltje, hoe er voor het arbeiderskind ge zorgd wordt. En dit plaatsgebrek dateert niet van vandaag of gisteren jarenlang doet het zich reeds gevoelen. Toen dan ook het vorige jaar een groote school aan de Ooster straat geopend werd, liep deze Onmiddellijk vol en nog was er plaatsgebrek. Hoe het te voren ging, och tal van kinderen zwierven, niettegenstaande de leerplichtwet, op straat rond en ouders van andere kinderen zonden ze naar de kerkelijke scholen, waar men ze gaarne aannam om zieltjes te winnen en er soms 60 a 70 in een klas stopte. Een christe lijk onderwijzer zei dan ook, dat hij wat blij zou zijn als de nieuwe openbare school eens opluchting zou geven. Het is een raar geval. De ouders moeten hun kinderen ter school zenden en er is geen plaats. Het vorige jaar moest een vader voor de commissie tot wering van schoolverzuim komen. Hij had zijn 12-jarig zoontje, hoewel deze de hoogste klas nog niet had doorloopen, van school genomen. Hij verantwoordde zich op de volgende wijze„De jongen is ge regeld verhoogd, wanneer hij dus op zijn zesde jaar toegelaten was, zou hij nu wel de hoogste klas doorloopen hebben. Toen was er echter geen plaats voor hem, maar dat was mijn schuld niet." In dit geval had de commissie den gemeenteraad eens voor haar moeten laten komen Maar deze raad bestaat uit menschen, wier kinderen de „rijke- school" bezoeken, waar geen eivolle klassen te vinden zijn zooals op de andere gemeente scholen en verder meest uit kleinburgerlijke antirevolutionairen, die nooit eenig blijk van belangstelling in het onderwijs hebben ge geven en de kinderen liever naïf (oftewel dom) willen houden, 't Wordt dan ook tijd dat er eens wat ander bloed in den raad komt, natuurlijk ook met 't oog op veel andere dingen, zooals belastingen en het loon der gemeentewerklieden, dat schandelijk laag is. De raad is hier van meening dat men, ook wanneer men getrouwd is, van f 300.— per jaar kan leven, tenminste bij de berekening van den hoofdelijken omslag wordt van het inkomen f 300.voor noodzakelijk levens onderhoud afgetrokken, (in Schiedam is dat f 400.in Haarlem f 500.terwijl men in Middelburg eerst aangeslagen wordt in de belasting als men een inkomen van f 525. per jaar heeft). Verdient men meer danf300. dan kan men wel belasting betalen, meent men. Burgemeester en Wethouders moesten het hun gemeentenaren eens voordoen, hoe men daar fatsoenlijk van kan leven. Ze mochten dan wel een kemelsharen kleed aantrekken en als Nebukadnezar zich met gras voeden of zooals Diogenes in een ton leven. Mis schien denkt onze burgervader wel dat de arbeiders even goedkoop wonen als hij. Hij betaalt van het geld, dat de gemeente voor 't bouwen van zijn villa besteed heeft (huur van den grond betaalt hij, geloof ik, niet) een rente van 4 procent, terwijl de arbeiders er wel 10 procent zullen moeten opbrengen. VI. Polak. Ontvangen van den Rotterd. Bestuurders- bond een aanzoek tot deelneming aan de Provinciale Meeting voor Vakorganisatie op Zondag 27 Juli, op het Exercitieveld aan de Linker Rottekade. Zes sprekers zullen het woord voeren. Een optocht met banieren is toegestaan. Door den Schied. Bestuurders- bond zal zooveel mogelijk aan alle vereeni- gingen, ook de niet aangeslotene, een circu laire met 'n oproep tot een vergadering worden gezonden, waarschijnlijk Dinsdagavond a. s. te 8 uren in Constantia. Uit het Engelsch van E. Belfort Bax en H. Quelch. Vraag 62. Tot nu toe hebt ge alleen gewezen op den industrieelen of economischen kant van de geschiedkundige ontwikkeling der menschenmaatschappij. Wilt ge daarmee te kennen geven, dat de intellectueele, gods dienstige, artistieke en ethische gezichts punten daaraan geheel ondergeschikt zijn Antwoord. Zeker niet. Van het eerste begin der menschelijke ontwikkeling af heeft de geest van den mensch een meer of min onafhankelijken invloed uitgeoefend op zijn omgeving. Daarom is het onmogelijk, de geschiedenis terug te brengen tot een bloot mechanische afspiegeling van haar industriëele ontwikkeling. Om eenigszins uitvoerig in te gaan op de kwestie van deze andere ver schijningen der menschelijke ontwikkeling, laat de ruimte waarover wij te beschikken hebben niet toe. Het is evenwel noodzakelijk een en ander te zeggen over de ethische kwestie, in haar samenhang met het socia lisme als een maatschappelijk stelsel. Vraag 63. Bestaat er niet een fundamen- teele zedewet, die dezelfde is in alle maat schappelijke stelsels Antwoord. Tot op zekere hoogte, ja. Maar slechts in zoover als iedere maatschappij een vereeniging van den een of anderen aard in zich sluit, en dientengevolge zekere gedragsvoorschriften bezit die bij een voort zetting van die vereeniging behooren. Maar zelfs deze algemeene regels of beginselen worden tot in het oneindige gewijzigd door veranderingen in de algemeene verhoudingen der maatschappelijke organisatie, terwijl menige andere gedragsregel in werking treedt en weer verdwijnt bij de verschillende ver schijningsvormen der menschenmaatschappij. Vraag 64. Bedoelt gij dan, dat het Soci alisme een afzonderlijken standaard van ethiek voor zich zelf heeft? Antwoord. Zeker, en niet alleen het socia lisme maar iedere trap van menschelijke ontwikkeling heeft zijn eigen wetboek der ethiek. In de oude stammenmaatschappij was het etisch voorwerp, dat wil zeggen het gedragsdoel, van maatschappelijken aard, met andere woorden, het hoogste vereerings- voorwerp van de zijde van haar leden was de groep, de stam of clan, of op een hoogeren trap het volk of de stammenvereeniging. De kwestie van goed of slecht gedrag werd bepaald door de vraagof iets de welvaart, eer of roem der gemeenschap bevorderde of er vijandig tegenover stond. Toen de menschen in beschaving vooruit gingen breidden ook de ethische denkbeelden zich uit maar ten koste van de engere maat schappelijke moraal der groepenmaatschappij. Geleidelijk, met den voortgang der beschaving, verouderden de vormen der oudere groepen maatschappij, en werden vervangen door de gecentraliseerde staatsorganisatie. Daarmee werd het ethische centrum verplaatst van de groep naar den individu. Goed en kwaad kregen toen een volstrekte waarde, waarbij de maatschappij buiten beschouwing bleef. Godsdienst, waarmee in de groepenmaat schappij alleen bedoeld werd de bezwering van de geesten der voorouders en der ver persoonlijkte natuurkrachten in het belang van den stam, godsdienst kreeg nu een volkomen ander karakter, nl. dat van de vereering en den dienst van een geestelijke godheid, die tegelijkertijd de bron en het voorwerp van alle zedelijke aspiratie was, onmiddellijk geopenbaard aan ieders persoon lijk geweten. Deze godheid was het middel punt van een nieuwen moraal, waarin als e$n natuurlijk gevolg de plicht van den mensch tégenover zijne naasten slechts van onder geschikt belang was. Derhalve hebben wij eerst de stamethiek, de verantwoordelijkheid tegenover de maat schappij. En in de tweede plaats een vol komen tegenovergestelde opvatting der ethiek, de universeele of introspective (naar binnen kijkende,) waarin de onmiddellijke verant woordelijkheid berust bij een godheid, die de opperste macht in het heelal is en voor wien de menschen slechts een middel zijn van zelfverwezenlijking. Geheel-Onthouders. De bijeenkomst op jl. Donderdag in „Constantia" gehouden was vrij goed bezocht. De voorzitter moest de bijeenkomst openen met mededeeling eener jobstijding. De pianist en violist die hunne medewerking eerst had den toegezegd, hadden zich op het laatste moment teruggetrokken, om de allergewich tigste reden, dat op de programma's den naam van den violist niet was ingevuld Gut, gut, als de man dat maar overleefd. Ik, de verslaggever, stel voor dien eigen-naam- liefhebber te promoveeren tot professor aan een universiteit voor verlichte opvattingen). Mineur droeg voor Mevr. Flothuis-v. Dommelen hield 'n rede het Rott. Onth.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1902 | | pagina 3