Goeie tijden.
Het Christelijke in de klem?
V ergadering-Zondag.
Een teeken des tijds.
Clericale broeders.
katholieken in Frankrijk zoo veilig als in
Abrahams schoot, en de diverse nachtmerries
der Nieuwe zonden ze aannemen voor kennis
geving, als ze die te hooren kwamen. Wat
eigenaardig is en waar de Nieuwe nog niet
op heeft gewezen, is het feit, dat de troepen,
belast met de sluiting der scholen, zeer lank
moedig optreden.
Men kan dit schuiven op den zachten,
anti-oorlogzuchtigen geest, waarvan dit uit
gescholden ministerie méér blijken heeft ge
geven, of ook op de onschadelijke woede van
de bevolking of misschien op het feit, dat
het geen socialen zijn, waartegen geageerd
wordt. Laat de Nieuwe ter wille van de
volledigheid, daar nu eens een stuk over
schrijven.
Het is 'n gewoon verschijnsel, dat zoo tegen
het eind van Augustus aanporders van den
natïonalen geest opduiken. Die geest moet
opvlammen, 't koste wat 't kost. Feest moet
er zijn. Zoo ook hier. Een onzer stadgenooten
maakt per ingezonden stuk de prikken levend.
Hij neemt zelf nooit aandeel, hij treedt zelf
nooit op bij feestelijke gelegenheden, hij ver
vult zelf nooit een rol, dus daar is het niet
voor, niet tot streeling van persoonlijke ijdel-
heidjes, niet tot het tentoonspreiden van kwasi
gewichtigheid, neen, 't is om „de Dag der
Dagen," zooals onze bekende stadgenoot dat
uitdrukt, de Dag der Dagen voor het Neder-
landsche volk.
Heil U, Folk van Nederland!
Heil Volk van Schiedam! zeggen wij.
Zal van dien dag af uw lot verzekerd zijn,
zal van dien dag af uw ellende zijn heen
gegaan, zal van dien dag af het leven genot
zijn en de arbeid een gelukkige verpoozing
Zal op dien dag blinken het morgenrood van
nw bevrijding? Zal
Maar laten we nu onze stadgenoot weer
laten spreken. „Zal nu in onze stad den
31ste Augustus een dag zijn van vreugde
bedrijf? Wij vreezen." En wij vreezen óók.
De ware vreugde lolt mee langs de straten.
Maar we gaan verder, dan komen we er wel
achter, achter dat vreugdebedrijf.
AVat zal ons 31 Augustus 1902 brengen?
een godsdienstoefening, een dankuur in de
Hervormde Kerk; dat is zeer zeker goed;
doch zal het een nationale feestdag zijn?
AVel neen, op 'n nationalen feestdag wordt
er „hiep, hiep, hiep, hoera!" geroepen en zeker
iemand in de hoogte gestoken. Dat is het
toppunt van nationale feesterigheid. „Zal
er door de Schutterij parade worden gehou
den Men zegt van neen."
Dat zou niet te overkomen zijn. Stel, dat
de werkers dien dag vrijaf kregen, moeten
zij dan meer ten pleiziere van de overige
rasters het exercitieveld gaan ronddraven.
Hoort die misselijke vertooning óók bij 'n
nationalen feestdag. Neen, zeggen wij, „hiep,
hiep, hiep, hoera
Onze stadgenoot noemt verder alles op,
wat hij maar uit den voorraad halen kan
Vólks-vermakelijkheden, concerten, enz. En
altijd vreest hij maar. Doch nog is het
tijd. De Ble Augustus moet worden een
dag voor het volk.
Ja, en de 82eoch, de volgende óók,
en de daaropvolgende ook en alle dagen
moeten worden dagen voor het volk. Zoo
zij het
Onze goedmoedige nationale-geest-porder
eindigt aldus
„Zullen er volks vermakelijkheden plaats
hebben? Met een goeden wil is zulks nog
mogelijk. Nog is het tijdHaasten wij ons.
Hoe goed zal het zijn op waardige wijze
alsdan feest te vieren
Ja, en om het onze er bij te doen, bren
gen we het volgende in herinnering
Het Hoofdbestuur der Nederl. Vereen, tot
afschaffing van alcoholh. dranken heeft in
opdracht der jaarvergadering, tot de konin
gin een adres gericht, waarin het haar ver
zocht te bevelen, dat in haren naam op haren
geboortedag, noch op andere feestdagen,
alcoholhoudende dranken worden geschonken,
doch in plaats daarvan eenige versnaperin
gen van minder gevaarlijken aard zal wor
den aangeboden.
Juist, maar zal het dan een nationale
feestdag zijn?
Het Volk gaf een artikel over de benoeming
van den liberaal Lely tot gouverneur van
Suriname. Dat het raak was, getuigt de op
stand in de Christelijke pers. 't Komt hier
op neer: De leuze der antir. partij wasHet
ongeloof uit de regeering. Nu is er in de nog
onchristelijke kolonie wat te halen voor de
kapitalisten, maar 'n knap bestuurder is
voorwaarde Zoo iemand is Lely en de kleri-
kalen hebben er voor 't oogenblik geen een
in hun kamp. En liever dan de belangen van
de ondernemingen, van het kapitaal, niet met
alle mogelijke krachten te behartigen, laten
ze de heele kolonie, met de daar huizende
zielen, in handen van het ongeloof.
En de christelijke gemeente wordt ver
lokt met een lofzang op de eigen voot tref
felijkheid, die zich thans openbaarde in
onpartijdigheid.
Over zóó de waarheid zeggen, nu zijn de
christenen verbolgen.
Staalman, een, die de christelijke kaart
kan kennen, anti-rev. kamerlid en redacteur
van Extra Tijdingschrijft evenwel het
volgende
De heer Lely, de Minister van AVaterstaat
uit het verleden jaar afgetreden liberaal
Kabinet, heelt de hem aangeboden benoe
ming tot gouverneur van Suriname aanvaard.
Dit aanbod, gedaan aan een man van zóó
positief anti-Christelijk-beginsel, is een slag
in het gelaat van de Christelijke partijen.
Door de leiders der Christelijke partijen
werd mede zijn optreden in het Bestuur des
Lands, als een ramp voor ziel en lichaam
des volks gebrandmerkt.
De meerderheid der kiezers, het Christen
volk, is zijn leiders gevolgd en Lely werd
heengezonden.
Zijn bestuur was tot verderf van ons
Vaderland, zoo heette het.
En nu Het Christelijk Kabinet biedt hem
een plaats aan als Gouverneur van Suriname,
van een gewest, waar het zaad des ongeloofs
op elk terrein weliger tiert dan misschien
in eenige onzer andere bezittingen.
Zijn de Christelijke dan zóó arm aan man
nen die voor zulk een veelbeteekenende be
noeming in aanmerking kunnen komen.
Of hadden de heeren geen lust dit offer
te brengen?
AVaar is dan het christelijke bewustzijn
onder „onze groote mannen".
De Standaard die niets beters schijnt te
kunnen in dezen tijd dan „Onze Ministers"
te coiffeeren (op te kammen) en die daarbij
onuitputtelijk is in haar voorraad welriekende
pommades, wil ons doen gelooven, dat dit
nn een onvervalscht staaltje is van „Chris
telijke onpartijdigheid van ons kabinet."
Dat schrijft een blad, dat nog voor weinige
weken de uitzetting van de eenige Koloniale
specialiteit in de Eerste Kamer, verdedigde
uit een oogpunt van Christelijk partijbelang.
De vraag wordt zoo langzamerhand ge
wettigd of de heeren van De Standaard nu
heusch meenen, dat het Christenvolk heele-
maal geen verstand meer heeft of dat het
zijn hersens voor deze vier jaren onder den
pekel heeft gezet.
Neen maar, heb je ooit zoo iets beleefd.
D'r zijn hier in de stad van die vurige mannen,
vurig-vrijzinnig, of vrij zinnig-vurig, warm,
heet, gloeiend voor al wat arbeider is. Die
mannen springen overal voor, zijn overal
't eerste mee klaar, als ze opgeroepen wor
den, staan ze gereed, als hun medewerking
pas wordt gevraagd, werken ze al, enfin,
't zijn mannen van Neerlands werklieden
verbond. Zoo is er een beweging voor al
gemeen kiesrecht, weet-je en de vergadering
van Zondag, daar kon je laten zien
in 't kort, 't was weer iets voor die gloeiende
mannen. Maar wat is gebeurd? Die vurige-
vrijzinnige hardloopers, zijn thuis ge
bleven. Niet één ter vergadering. En hoe
komt dat? Zouden ze van 't Alg. Kiesr.
al even goed op de hoogte wezen als van
de coöperatie 'n Mensch kan toch niet
alles weten. Neen, iemand, die dat wonder
van het wegblijven n.l. is gaan onder
zoeken, stil-starende in de woningen der
dapperen, heeft geconstateerd, dat zij allen
zaten, rustig met gebogen hoofd wachtende
op gewichtige dingen op de orders
van het hoofdbestuur.
De „Nieuwe" geeft onder dit opschrift een
duf artikeltje, de schimmel zit er op. 't Is
over wetenschap, ongeloof enz., over wan
hoopskreten, heimwee en dergelijke eigen
aardigheden, waarin iemand zich kan ver
diepen, die niet veel om 't lijf heeft, Dan
krijgt natuurlijk eer beurthet Socialisme
de ontwikkeling van het sociale
vraagstuk bracht velen, die vroeger met
den godsdienst gespot hadden, tot ernstig
nadenken. AVie niet gewoon was aan de
oppervlakte der dingen te blijven hangen,
begreep zeer goed, dat er een nauw ver
band bestond tusschen de sociale wanorde
en het populair geworden naturalisme, m.
a. w. tusschen de uitbroeding der sociaal
democratie en het ongeloof."
De sociaal-democratie stelt dus voorsoci
ale wanorde en het naturalisme: ongeloof.
Dat is om nota van te nemen. Tot dusver
was soc.-dem. niet alleen ongeloof maar zelfs
bestrijding van 't geloof.
'tls al dikwijls gezegd, maar 't is altijd
goed om 't nog eens te doen. De soc.-dem.
is de weg van de sociale wanorde. De
„Nieuwe", in de war gebracht door z'n ge-
schiedbeschrijviug van de laatste dagen, on
derscheidt niet heel nauwkeurig meer. De
„Nieuwe" vindt het toepassen van de wet
op Congregatie-scholen misschien schromelijke
wanorde, en het wegblijven van socialisten
wetten eveneens. Jawelen clericale wer
pers van rotte appelen, vuile eieren en der
gelijke projectielen, zijn hoogstwaarschijnlijk
verdedigers der sociale orde. En dat de
wereld is zooals t-i is, dat vindt de „Nieuwe"
perfect, natuurlijk, uitgezonderd die gesloten
kloosterscholen. En als de „Nieuwe" nou
nog eens aan geschiedenis doen wil, moet-i
eens uitleggen, hoe nog één Katholiek na
de Hervorming kan spreken van sociale orde
't Is voor hem immers wanorde gebleven
tot op den huidigen dag.
Het ministerie Kuijper plaatste mr. Sasse
hier als kantonrechter, het Episcopaat be
noemde hier zijn buurman pastoor Cappen uit
Nieuwveen als zoodanig. Zou de pastoor
evenveel vrijheden genieten als de kanton
rechter? Deze reist tusschen Schiedam en
Nieuwveen heen en weer, hier het ambt uit
oefenend, ginds wonend, 't Is om te water
tanden voor schutterplichtigen